17 AUGUSTUS 2009. - Besluit van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle tot vaststelling van de voorwaarden voor de verwijdering van afgedankte ionisatierookmelders die voor niet-huishoudelijk gebruik aangewend werden

Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, Gelet op de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle gewijzigd bij de wetten van 12 december 1997, 15 januari 1999, 3 mei 1999, 10 februari 2000, 19 juli 2001, 31 januari 2003, 2 april 2003, 22 december 2003, 20 juli 2005, 27 maart 2006, 15 mei 2007 en 22 december 2008 en de koninklijk besluiten van 7 augustus 1995 en van 22 februari 2001;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 12 maart 2002, 24 januari 2006, 23 mei 2006, 17 mei 2007, 13 juni 2007, 12 maart 2009 en 24 maart 2009, artikelen 3.1.d) 2 en 57;

Overwegende het advies nr. 7787 van de Hoge Gezondheidsraad van 13 juni 2003 met betrekking tot ionisatierookmelders;

Overwegende het advies nr. 8100/2 van de Hoge Gezondheidsraad van 11 juli 2005 met betrekking tot ionisatierookmelders;

Overwegende dat het noodzakelijk is maatregelen te treffen die verhinderen dat er een ongecontroleerde verspreiding is in het milieu van radioactieve stoffen uit afgedankte ionisatierookmelders, Besluit :

Artikel 1.Toepassingsgebied. Dit besluit is van toepassing op de verwijdering van afgedankte ionisatierookmelders die voor niet-huishoudelijk gebruik aangewend werden.

Art. 2.Definities. § 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : -algemeen reglement : het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen; - verwerkingsinrichting : de inrichting bedoeld in artikel 3.1 van het algemeen reglement, waarvan de vergunning de ontmanteling, de verwerking en de conditionering van afgedankte ionisatierookmelders toelaat; - rookmelder : een toestel dat gebruikt wordt met het doel de eerste kenmerken van een brand te detecteren, waarna een alarmsignaal gegeven wordt en dat een elektrische voeding, alarm en elektronica bevat; - ionisatierookmelder : een rookmelder die een radioactieve stof bevat; - tussenopslagplaats : plaats waar de afgedankte rookmelders tijdelijk worden opgeslagen, in afwachting van vervoer naar de verwerkingsinrichting. § 2. Voor de begrippen die niet expliciet worden gedefinieerd in onderhavig besluit, is de definitie opgenomen in artikel 2 van het algemeen reglement van toepassing.

Art. 3.Specificaties betreffende de verwijdering van afgedankte ionisatie-rookmelders die voor niet huishoudelijk gebruik aangewend werden De verwijdering van afgedankte ionisatierookmelders die voor niet huishoudelijk gebruik aangewend werden van de plaats van afbraak of van een tussenopslagplaats naar een verwerkingsinrichting dient te gebeuren via de Nationale instelling voor radioactieve afvalstoffen en verrijkte splijtstoffen (NIRAS) met naleving van haar acceptatiecriteria voor ionisatierookmelders.

Art. 4.Specificaties betreffende het vervoer van afgedankte ionisatierookmelders die voor niet huishoudelijk gebruik aangewend werden van de plaats waar zij gebruikt werden naar een tussenopslagplaats Het vervoer van afgedankte ionisatierookmelders die voor niet huishoudelijk gebruik aangewend werden van de plaats waar zij gebruikt werden naar een tussenopslagplaats, is vrijgesteld van een vergunning zoals bedoeld in artikel 57 van het algemeen reglement.

De bepalingen van het Europees Verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR) moeten worden nageleefd.

Art. 5.Specificaties betreffende de opslag op een tussenopslagplaats van afgedankte ionisatierookmelders voor niet huishoudelijk gebruik De opslag van afgedankte ionisatierookmelders die voor niet huishoudelijk gebruik aangewend werden, op een tussenopslagplaats, is niet onderworpen aan een vergunning zoals bedoeld in hoofdstuk II, afdeling II van het algemeen reglement mits volgende voorwaarden zijn vervuld : - de opslagruimte is beveiligd tegen diefstal; - de integriteit van de rookmelders is gegarandeerd; - de rookmelders worden opgeslagen in een verpakking die : a) weerbestendig is;b) brandbestendig is;c) gemakkelijk te manipuleren is;d) op duidelijke en zichtbare wijze een etiket draagt met de vermelding ionisatierookmelders'; - het maximum aantal opgeslagen rookmelders is niet hoger dan 1000; - het volume van de verpakking voor de totaliteit van de opgeslagen rookmelders bedraagt maximaal 800 liter; - geen demontage van de rookmelders.

Slotbepaling

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Brussel, 17 augustus 2009.

De Directeur-generaal, W. DE ROOVERE