gepubliceerd op 21 oktober 2024
Besluit van de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Luchtvaart tot vaststelling van het examenreglement voor theorie examens met het oog op het bekomen van een vergunning of toelating
11 OKTOBER 2024. - Besluit van de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Luchtvaart tot vaststelling van het examenreglement voor theorie examens met het oog op het bekomen van een vergunning of toelating
De Directeur-generaal van het Directoraat-generaal Luchtvaart, Gelet op de Verordening (EU) nr. 1178/2011 van de Commissie van 3 november 2011 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures met betrekking tot de bemanning van burgerluchtvaartuigen, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad;
Gelet op de Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart, en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2111/2005, (EG) nr. 1008/2008, (EU) nr. 996/2010, (EU) nr. 376/2014 en de Richtlijnen 2014/30/EU en 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 552/2004 en (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 maart 1954 tot regeling der luchtvaart, artikel 30;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 mei 1999Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/05/1999 pub. 26/08/1999 numac 1999014155 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van ultralichte motorluchtvaartuigen sluiten tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van ultralichte motorluchtvaartuigen, artikelen 32 en 44;
Gelet op het koninklijk besluit van 26 augustus 1999 tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating van gemotoriseerde ultralichte luchtvaartuigen tot het luchtverkeer;
Gelet op het koninklijk besluit tot vaststelling van de heffingen waaraan het gebruik van de openbare luchtvaartnavigatiediensten is onderworpen;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 oktober 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/10/2013 pub. 16/12/2013 numac 2013014373 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot uitvoering van Verordening nr. 1178/2011 van de Commissie van 3 november 2011 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures met betrekking tot de bemanning van burgerlucht-vaartuigen, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad sluiten tot uitvoering van Verordening (EU) nr. 1178/2011 van de Commissie van 3 november 2011 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures met betrekking tot de bemanning van burgerluchtvaartuigen, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad, artikel 9;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 juni 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/06/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014014338 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van paramotoren sluiten tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating van paramotors tot het luchtverkeer;
Gelet op de goedkeuring door de Minister van Mobiliteit van ;
Overwegende de punten ARA.FCL.300, e) en f) van de Bijlage VI van de Verordening (EU) nr. 1178/2011 van de Commissie van 3 november 2011 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures met betrekking tot de bemanning van burgerluchtvaartuigen, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad;
Overwegende dat overeenkomstig artikel 15, § 2 van het koninklijk besluit van 14 februari 2001 tot vaststelling van de vergoedingen waaraan het gebruik van openbare diensten betreffende de luchtvaart is onderworpen, de inschrijving voor examens over de algemene kennis onderworpen is aan een vooraf te betalen vergoeding;
Besluit :
HOOFDSTUK 1 - Definities en toepassingsgebied
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Redelijke aanpassingen : aangepaste maatregelen, toegekend door de FOD Mobiliteit en Vervoer/DGTA, aan mensen die theorietoetsen willen afleggen omwille van een handicap, leermoeilijkheden of erkende ziekte;2° Toezichthouder: personeelslid van de FOD Mobiliteit & Vervoer aangeduid om toezicht te houden tijdens de theorie-examens bedoeld in artikel 2;3° Verordening (EU) nr.1178/2011: de Verordening (EU) nr. 1178/2011 van de Commissie van 3 november 2011 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures met betrekking tot de bemanning van burgerluchtvaartuigen, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad; 4° Verordening (EU) 2018/1139: de Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart, en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2111/2005, (EG) nr. 1008/2008, (EU) nr. 996/2010, (EU) nr. 376/2014 en de Richtlijnen 2014/30/EU en 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 552/2004 en (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad; 5° Directoraat-generaal Luchtvaart (DGLV): het Directoraat-generaal Luchtvaart van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer;6° Directeur-generaal: de Directeur-generaal van het Directoraat-generaal Luchtvaart.
Art. 2.Dit besluit is van toepassing op de theorie examens voor het bekomen van: 1° een bewijs van bevoegdheid bedoeld in de Verordening (EU) nr. 1178/2011 ; 2° een toelating tot het besturen van een ultralicht motorluchtvaartuig bedoeld in KB 25 mei 1999 ;3° een toelating tot het besturen van een paramotor bedoeld in KB 10 juni 2014 ;4° een toelating tot het besturen van luchtvaartuigen bedoeld in de bijlage I van de Verordening (EU) 2018/1139 voor zover er hiervoor vigerende nationale regelgeving bestaat. HOOFDSTUK 2 - Aanvraag voor het deelnemen aan theorie-examens
Art. 3.De kandidaat/kandidate stuurt een schriftelijke aanvraag voor deelname aan een theorie examen/theorie examens aan de Directeur-generaal.
Het DGLV publiceert de modaliteiten voor de aanvraag bedoeld in het eerste lid op de website van de FOD Mobiliteit en Vervoer.
HOOFDSTUK 3 - Examenprocedure theorie-examens
Art. 4.Voordat het theoretische examen begint, wordt kandidaten gevraagd om hun tas, jas, mobiele telefoon, tablet, computer, horloge, smartwatch en andere persoonlijke bezittingen in een afgesloten kastje te leggen.
Art. 5.§ 1. Tijdens het theorie-examen mag de kandidaat/kandidate enkel de volgende hulpmiddelen gebruiken : 1° tekengereedschap ;2° een mechanische luchtvaartcomputer (zonder gebruiksaanwijzing) ;3° een meetlat/liniaal ;4° handmatige vluchtplanningscomputer (geen elektronisch model). § 2. Het DGLV stelt de volgende items ter beschikking : 1° de nodige bijlagen ;2° Vellen papier ;3° een rekenmachine ;4° gehoorbeschermers ;5° schrijfmateriaal: pen (en/of potlood op vraag van de kandidaat/kandidate).
Art. 6.§ 1. De kandidaat/kandidate neemt plaats op een daarvoor voorziene plaats in het examenlokaal.
De kandidaat/kandidate verlaat de plaats bedoeld in het eerste lid niet tijdens de volledige duur van het theorie-examen met uitzondering van de situaties bedoeld in paragraaf 3. § 2. Tijdens het examen is geen enkele vorm van communicatie tussen de kandidaten toegestaan.
Vragen aan de toezichthouder(s) kunnen enkel worden gesteld na handopsteking. § 3. Het is toegestaan om tijdens het examen een alcoholvrij drankje te nuttigen.
Het is alleen toegestaan om naar het toilet te gaan na het voltooien van een volledig examenvak en vóór aanvang van het volgende examenvak. § 4. In de examenruimte is eten verboden.
Indien er een lunchpauze gepland is, dient de kandidaat de examenruimte te verlaten
Art. 7.Na afloop van het theorie-examen verwittigt de kandidaat/kandidate de toezichthouder en overhandigt hem/haar de items bedoeld in artikel 5 § 2.
De kandidaat wordt dan gevraagd om de examenruimte in stilte te verlaten.
Het resultaat van het examen wordt binnen de 24 uur aan de kandidaat/kandidate per mail opgestuurd.
Art. 8.§ 1. Een kandidaat/kandidate die redelijke aanpassingen wenst, neemt voorafgaand aan zijn/haar inschrijving per e-mail contact op met de Dienst Theorie-examens.
De mail bedoeld in het eerste lid bevat de volgende informatie en stukken : 1° de benaming van de handicap, leerstoornis of ziekte ;2° een beschrijving van de handicap, ziekte of leerstoornis ;3° een attest in pdf-formaat uitgereikt door een arts of specialist met betrekking tot de handicap, leerstoornis of ziekte ;4° de gewenste redelijke aanpassing alsook de motivatie voor deze aanpassing ;5° het e-mail adres van de kandidaat/kandidate. § 2. De aanvragen bedoeld in paragraaf 1 worden individueel beoordeeld door de Directeur van het DGLV bevoegd voor de betrokken vergunningen.
De gemotiveerde goedkeuring of weigering van de aanvraag wordt per e-mail met ontvangstbevestiging overgemaakt aan de kandidaat/kandidate.
Na ontvangst van de goedkeuring of de weigering bedoeld in lid 2 kan de kandidaat/kandidate zich inschrijven voor het theorie-examen/de theorie-examens overeenkomstig artikel 3.
HOOFDSTUK 4 - Niet naleving en sancties
Art. 9.§ 1. Het gebruik van mobiele telefoons door de kandidaat/kandidate tijdens het examen wordt beschouwd als een poging tot spieken, of de telefoon nu aan of uit staat.
Persoonlijke oordopjes of koptelefoons zijn niet toegestaan. De kandidaat kan gehoorbescherming krijgen overeenkomstig artikel 5, § 2, 4°.
Het is ook verboden om apparatuur met een opnamefunctie te gebruiken of te dragen. Dit kan bijvoorbeeld een camera, biccamera of camerabril zijn.
Het gebruik van opnameapparatuur wordt beschouwd als fraude.
De niet-naleving van dit besluit wordt gesanctioneerd met de nietigheid van het vak tijdens hetwelk de niet-naleving werd vastgesteld door de toezichthouder.
De toezichthouder heeft de bevoegdheid om het examen te stoppen als er fraude wordt vastgesteld. Er wordt een rapport opgesteld met de nadelige feiten en dit wordt binnen 48 uur na de examendag per e-mail naar de kandidaat gestuurd. § 2. Onverminderd paragraaf 1, resulteert spieken of poging tot spieken tijdens het examen in een verbod met een geldigheidsduur van 12 maanden om in België deel te nemen aan theoretische examens voor het bekomen van een bewijs van bevoegdheid of toelating tot besturen bedoeld in artikel 2.
Indien het spieken bedoeld in het eerste lid betrekking heeft op een theorie-examen bedoeld in artikel 2, 1° dan wordt dit gemeld aan de bevoegde overheden van de overige EU-lidstaten.
HOOFDSTUK 5 - Afwezigheid
Art. 10.Indien een kandidaat/kandidate zich niet aanbiedt voor een theorie-examen waarvoor hij/zij ingeschreven is, of waarvoor hij/zij niet tijdig de verplaatsing bedoeld in het tweede lid aanvraagt, kan het vooruitbetaalde bedrag niet worden gebruikt voor een volgend examen.
Theorie-examens waarvoor een kandidaat/kandidate ingeschreven is kunnen tot uiterlijk 5 werkdagen voor de geplande datum worden verplaatst.
In geval van overmacht, zoals een buitengewone weersomstandigheid, of overmacht aangetoond met voldoende bewijs, zoals een ziektecertificaat, overlijdensakte, of andere (niet-limitatieve lijst), zal het examen op een latere datum worden verschoven.
Overmacht wordt overgelaten aan het oordeel van de organisatoren van de theorie-examen.
HOOFDSTUK 6. - Leerdoelen die worden doorgegeven bij niet slagen
Art. 11.Als een kandidaat faalt voor een examenvak, kan hij/zij een lijst aanvragen van de leerdoelen die problemen veroorzaakten in zijn/haar laatste examen.
HOOFDSTUK 7. - Herkansingen
Art. 12.Een vak waarvoor de kandidaat/kandidate reeds geslaagd is, kan niet opnieuw worden afgelegd.
Art. 13.De voorwaarden voor het slagen voor de theorie-examens voor de afgifte van bewijzen van bevoegdheid, in herkansing, voldoen aan artikel FCL.025, onder b), 3), van Verordening (EU) nr. 1178/2011 van de Commissie van 3 november 2011 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures van toepassing op vliegtuigbemanningen in de burgerluchtvaart, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad.
Art. 14.De procedures voor het slagen voor de theoretische examens voor de afgifte van ULM- en paramotor vliegbewijzen, in herkansing, respecteren overeenkomstig het koninklijk besluit van 25 mei 1999Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/05/1999 pub. 26/08/1999 numac 1999014155 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van ultralichte motorluchtvaartuigen sluiten tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van gemotoriseerde ultralichte luchtvaartuigen, artikel 32, § 2, 3° en 4° en bijlage II en het koninklijk besluit van 10 juni 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/06/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014014338 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van paramotoren sluiten tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van paramotors, artikel 31 en 32 en bijlage IV.
HOOFDSTUK 8. - Slotbepalingen
Art. 15.Dit besluit wordt bekendgemaakt op de website van de FOD Mobiliteit en Vervoer.
Een kopie van dit besluit ligt ter inzage in het examenlokaal gedurende elk theorie-examen.
Door deel te nemen aan het examen erkent de kandidaat/kandidate kennis genomen te hebben van dit besluit en aanvaardt hij/zij dit besluit.
Art. 16.Dit besluit treedt in werking op de dag van de ondertekening.
Brussel, 11 oktober 2024.
K. MILIS