publié le 11 mars 2022
Décret modifiant le Décret sur l'Energie du 8 mai 2009, en ce qui concerne des allocations au Fonds de l'Energie, des modifications relatives à la flexibilité et le partage d'énergie, le développement de la plateforme de données énergétiques et la révision des amendes administratives en matière d'exigences d'installation
17 DECEMBRE 2021. - Décret modifiant le Décret sur l'Energie du 8 mai 2009, en ce qui concerne des allocations au Fonds de l'Energie, des modifications relatives à la flexibilité et le partage d'énergie, le développement de la plateforme de données énergétiques et la révision des amendes administratives en matière d'exigences d'installation (1)
Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: Decreet tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft toewijzingen aan het Energiefonds, wijzigingen betreffende flexibiliteit en energiedelen, de uitbouw van het energiedataplatform en de herziening van de administratieve geldboetes aangaande installatie-eisen HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling Artikel 1. Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Energiedecreet van 8 mei 2009
Art. 2.In artikel 3.2.1, § 2, 2°, van het Energiedecreet van 8 mei 2009, vervangen door het decreet van 9 juli 2010, wordt tussen de woorden "publicaties die kaderen in het energiebeleid" en de woorden "en de overige toevallige ontvangsten" de zinsnede ", inkomsten met betrekking tot het uitwinnen van door of krachtens dit decreet opgelegde bankwaarborgen, de terugbetaling van kapitaal van door of krachtens dit decreet via het Energiefonds ingestelde leningen voor noodkoopwoningen, de terugvordering van de rentesubsidie toegekend in kader van het renteloos renovatiekrediet" ingevoegd.
Art. 3.Aan artikel 4.4.2, § 1, eerste lid, 8°, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 2 april 2021, wordt de zinsnede "en 4° " toegevoegd.
Art. 4.In artikel 7.1.1 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 13 juli 2012 en het laatst gewijzigd bij het decreet van 4 december 2020, worden volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, zesde lid, worden de woorden "750 kW" vervangen door de woorden "2 MW";2° in paragraaf 2, zesde lid, wordt de zinsnede "tenzij voor zowel de bestaande installatie als voor de uitbreiding(en) een nieuwe aparte projectspecifieke bandingfactor wordt berekend, waarbij voor elk deel van de installatie wordt gebruikgemaakt van de respectievelijke afschrijvingstermijn en de startdatum van de bestaande installatie behouden blijft" opgeheven.
Art. 5.In artikel 7.1.10 van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 4 december 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 3, eerste lid, 1°, wordt de zin "Die vermindering geldt alleen voor bedrijfsvestigingen waarvan de hoofdactiviteit behoort tot NACE-BEL 2008 code 05 tot en met 33 (industrie en winning van delfstoffen), code 46391, code 52100 of code 52241;" vervangen door de zinnen "Die vermindering geldt alleen voor bedrijfsvestigingen waarvan de hoofdactiviteit behoort tot NACE-BEL 2008 RSZ-code 05 tot en met 33 (industrie en winning van delfstoffen), RSZ-code 46391, RSZ-code 52100 of RSZ-code 52241 en geldt enkel voor bedrijfsvestigingen waarvan hogervermelde RSZ-codes op 31 december van het afnamejaar door de toegangshouder in het toegangsregister zijn geregistreerd. Hiertoe dient de afnemer de betreffende RSZ-code mee te delen aan zijn toegangshouder."; 2° paragraaf 3/1, opgeheven door het decreet van 30 oktober 2020, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing: " § 3/1.In afwijking van paragraaf 3 wordt voor de afnamepunten van stationaire elektriciteitsopslagfaciliteiten die rechtstreeks op het elektriciteitsdistributienet, het plaatselijk vervoernet van elektriciteit of het transmissienet zijn aangesloten en voor zover deze elektriciteitsopslagfaciliteit als enige aangesloten is op dit toegangspunt, de factor Ev, vermeld in paragraaf 2, verminderd met 100% van de hoeveelheid elektriciteit die in n-1 werd afgenomen op het afnamepunt van de betrokken elektriciteitsopslagfaciliteiten en die via het toegangspunt van de betrokken elektriciteitsopslagfaciliteiten gedurende de periode in het jaar n-1 waarvan de certificaatplichtige, vermeld in paragraaf 1, toegangshouder was, terug werd geïnjecteerd in het net.".
Art. 6.In artikel 7.1.11 van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 4 december 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2/1, eerste lid, 1°, wordt het woord "code" telkens vervangen door het woord "RSZ-code";2° in paragraaf 2/1, eerste lid, 2°, wordt het woord "code" telkens vervangen door het woord "RSZ-code";3° aan paragraaf 2/1 wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De vermindering zoals bepaald in punt 1° en 2° van het eerste lid geldt enkel voor bedrijfsvestigingen waarvan de hogervermelde RSZ-codes op 31 december van het afnamejaar door de toegangshouder in het toegangsregister zijn opgenomen.Hiertoe dient de afnemer de betreffende RSZ-code mee te delen aan zijn toegangshouder."; 4° er wordt een paragraaf 2/2 ingevoegd, die luidt als volgt: " § 2/2.In afwijking van paragraaf 2 wordt voor de afnamepunten van stationaire elektriciteitsopslagfaciliteiten die rechtstreeks aan het elektriciteitsdistributienet, het plaatselijk vervoernet van elektriciteit of het transmissienet zijn aangesloten en voor zover deze elektriciteitsopslagfaciliteit als enige aangesloten is op dit toegangspunt, de factor Ev, vermeld in paragraaf 2, verminderd met 100% van de hoeveelheid elektriciteit die in n-1 werd afgenomen op het afnamepunt van de betrokken elektriciteitsopslagfaciliteiten en die via het toegangspunt van de betrokken elektriciteitsopslagfaciliteiten gedurende de periode in het jaar n-1 waarvan de certificaatplichtige, vermeld in paragraaf 1, toegangshouder was, terug werd geïnjecteerd in het net.".
Art. 7.Aan artikel 7.2.1, § 1, tweede lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 2 april 2021, wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt: "4° de actieve afnemer tussen verschillende toegangspunten op het elektriciteitsdistributienet, het plaatselijk vervoernet van elektriciteit of een gesloten distributienet van elektriciteit waarvan hij titularis is, met betrekking tot de energie uit hernieuwbare energiebronnen die op één van die toegangspunten wordt geproduceerd, en maximaal ten belope van de afname op die toegangspunten.".
Art. 8.In artikel 7.3.1 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 8 juli 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt het woord "duizend" vervangen door het woord "zevenhonderdvijftig";2° in het eerste lid worden de woorden "het aansluitingsvermogen van die productie-installatie niet hoger is dan 5 MVA" vervangen door de woorden "het vermogen van die productie-installatie minstens 75 kWe is en niet hoger is dan 5 MWe";3° in het tweede lid wordt het woord "duizend" vervangen door het woord "zevenhonderdvijftig";4° in het tweede lid worden de woorden "de productie-installatie" vervangen door de woorden "een productie-installatie met een vermogen van minstens 75 kWe en niet hoger dan 5 MWe".
Art. 9.In artikel 7.5.1 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 12 juli 2013 en 24 februari 2017, wordt het tweede lid opgeheven.
Art. 10.In artikel 11.1.14, § 2, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij de decreten van 30 oktober 2020 en 4 december 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° tussen het derde en vierde lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "In de energieprestatiedatabank worden de documenten, vermeld in artikel 11.1.13, opgenomen en bijgehouden. De Vlaamse Regering zal tevens bepalen welke individuele stavingstukken hierbij in dit kader door de verslaggever worden ingediend en die in de energieprestatiedatabank worden bijgehouden. Het VEKA is verantwoordelijk voor de verwerking van de persoonsgegevens. De stavingstukken worden gedurende een periode van tien jaar bewaard."; 2° in het vierde lid, thans het vijfde lid geworden, worden tussen de woorden "De gegevens in de energieprestatiedatabank" en "zijn alleen toegankelijk" de zinsnede ", met uitzondering van de individuele stavingstukken zoals bepaald door de Vlaamse Regering," ingevoegd;3° in het vijfde lid, thans het zesde lid geworden, worden de woorden "vierde lid" vervangen door de woorden "vijfde lid".
Art. 11.Aan artikel 11.2.1, § 2, gewijzigd bij het decreet van 18 november 2011, wordt een vijfde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De Vlaamse Regering kan bepalen welke delen van het energieprestatiecertificaat aangebracht worden op een opvallende plaats die duidelijk zichtbaar is voor het publiek.".
Art. 12.In artikel 11.2.3 van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 4 december 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° er wordt een paragraaf 2/1 ingevoegd, die luidt als volgt: " § 2/1.Volgende categorieën van persoonsgegevens uit de energieprestatiecertificaten die opgenomen zijn in de energieprestatiecertificatendatabank worden actief openbaar gemaakt: 1° de identificatiegegevens van het gebouw of de gebouweenheid;2° de geldigheidsdatum en de datum van indienen van het energieprestatiecertificaat;3° het label en de energiescore van het energieprestatiecertificaat;4° het type gebouw;5° het erkenningsnummer van de energiedeskundige of de verslaggever. De betrokkenen bij de verwerking van de persoonsgegevens, vermeld in het eerste lid, zijn: 1° de houder van een zakelijk recht op het gebouw;2° de bewoner of gebruiker van het gebouw; 3° de energiedeskundige of verslaggever."; 2° in paragraaf 3, vierde en vijfde lid, worden de woorden "het Vlaams Energieagentschap" vervangen door de woorden "het VEKA".
Art. 13.In artikel 11.2/2.1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 30 oktober 2020, worden volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden de woorden "niet-residentiële gebouwen" vervangen door de woorden "niet-residentiële gebouwen of gebouweenheden";2° in paragraaf 1 worden de woorden "niet-residentieel gebouw" telkens vervangen door de woorden "niet-residentieel gebouw of de niet-residentiële gebouweenheid";3° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "het gebouw" vervangen door de woorden "het gebouw of de gebouweenheid";4° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt: " § 2.Iedereen die een niet-residentieel gebouw of niet-residentiële gebouweenheid in volle eigendom notarieel overdraagt of hierop een opstalrecht of erfpachtrecht vestigt, moet in de hieraan verbonden publiciteit vermelden dat er verplichtingen gelden als vermeld in paragraaf 1.
Iedereen die voor een niet-residentieel gebouw of niet-residentiële gebouweenheid een onderhandse overeenkomst voor één van de rechtshandelingen, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, opmaakt, moet vermelden dat voor het niet-residentieel gebouw of de niet-residentiële gebouweenheid verplichtingen gelden als vermeld in paragraaf 1.
De instrumenterende ambtenaar die voor een niet-residentieel gebouw of niet-residentiële gebouweenheid een authentieke akte voor één van de rechtshandelingen, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, opmaakt, moet vermelden welke verplichtingen, als vermeld in paragraaf 1, gelden voor het niet-residentieel gebouw of de niet-residentiële gebouweenheid.
De Vlaamse Regering kan aan de instrumenterende ambtenaar, de personen, vermeld in het eerste lid, en aan derden verplichtingen opleggen in het kader van de uitvoering van de verplichtingen, vermeld in het eerste tot en met derde lid.".
Art. 14.Aan het opschrift van titel XII van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 19 november 2021, worden de woorden "en platformen over energiedata" toegevoegd.
Art. 15.Aan titel XII van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 19 november 2021, wordt een hoofdstuk VII toegevoegd, dat luidt als volgt: "Hoofdstuk VII. Energiedataplatform".
Art. 16.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 19 november 2021, wordt aan hoofdstuk VII, toegevoegd bij artikel 15, een artikel 12.7.1 toegevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 12.7.1. § 1. De Vlaamse Regering regelt de uitbouw en het beheer van een gecentraliseerde databank, hierna het energiedataplatform te noemen. De databank heeft de volgende doelstellingen: 1° de voorbereiding van het Vlaamse energie- en klimaatbeleid ondersteunen en dat beleid monitoren en evalueren;2° het energierapport uitwerken;3° aan de rapporteringsvereisten inzake energie en klimaat voldoen die in de federale, gewestelijke en Europese regelgeving zijn opgenomen;4° de Vlaamse en Europese doelstellingen inzake energie- en klimaatbeleid opvolgen;5° data ter beschikking stellen voor energie- en klimaatmodellen, scenarioberekeningen en geografische toepassingen;6° data ter beschikking stellen voor communicatie en sensibilisering;7° data voor beleidsmatig wetenschappelijk onderzoek rond energie en klimaat aanleveren;8° informatievragen van derden rond energie en klimaat beantwoorden. § 2. Volgende categorieën van persoonsgegevens worden verwerkt in het energiedataplatform: 1° identificatiegegevens van het gebouw of de gebouweenheid;2° woningkenmerken;3° premiegegevens. Het VEKA is verantwoordelijk voor de verwerking van de gegevens.
De betrokkenen bij de verwerking van persoonsgegevens in het energiedataplatform zijn: 1° de houder van een zakelijk recht op het gebouw;2° de bewoner of gebruiker van het gebouw;3° de architect, de aannemer, de installateur, betrokken bij het bouwproces;4° de deskundige, de adviseur, de expert. De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarden voor de toegang, het gebruik en de verkrijging van de verwerkte gegevens. Ze bepaalt ook de algemene organisatorische en technische maatregelen die genomen moeten worden om de kwaliteit, de vertrouwelijkheid en de veiligheid van de gegevens te garanderen. § 3. Het VEKA kan in het kader van statistische en wetenschappelijke doeleinden geanonimiseerde gegevens uit het energiedataplatform ter beschikking stellen van belanghebbende instanties. Het VEKA bepaalt onder welke voorwaarden die gegevens mogen worden gebruikt. § 4. Met het oog op wetenschappelijke en statistische verwerkingen worden de persoonsgegevens gedurende een periode van dertig jaar bewaard. Na die periode worden de persoonsgegevens geanonimiseerd.".
Art. 17.Aan artikel 13.1.4 van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij de decreten van 16 november 2018 en 4 december 2020, wordt een paragraaf 3 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 3. De personeelsleden, vermeld in paragraaf 1, kunnen voor de unieke identificatie van de aangifteplichtige het ondernemingsnummer, het rijksregisternummer of het vreemdelingennummer opvragen en gebruiken. In kader van de controle met betrekking tot het naleven van de EPB-eisen en om overtredingen van de bepalingen van hoofdstuk I van titel XI en de uitvoeringsbesluiten ervan op te sporen en vast te stellen, kunnen de personeelsleden aan de betrokken overheid kosteloos de historiek van het gebouw en het attest van hoofdverblijfplaats met historiek van de aangifteplichtige opvragen.
Voor de verwerking van deze persoonsgegevens geldt een bewaartermijn die duurt tot vijf jaar na de dag waarop het dossier is afgesloten, en in elk geval een bewaartermijn van maximaal tien jaar. Het VEKA is de verwerkingsverantwoordelijke, vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming.".
Art. 18.Aan artikel 13.1.5, § 2, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij de decreten van 16 november 2018 en 4 december 2020, worden een tweede en een derde lid toegevoegd, die luiden als volgt: "De personeelsleden, vermeld in paragraaf 1, kunnen voor de unieke identificatie van de eigenaar van een gebouw, die krachtens artikel 11.2.1, § 1, over een energieprestatiecertificaat dient te beschikken, aan de gemeente of het kadaster het ondernemingsnummer, het rijksregisternummer of het vreemdelingennummer opvragen en gebruiken.
Voor de verwerking van deze persoonsgegevens geldt een bewaartermijn die duurt tot vijf jaar na de dag waarop het dossier is afgesloten, en in elk geval een bewaartermijn van maximaal tien jaar. Het VEKA is de verwerkingsverantwoordelijke, vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming.".
Art. 19.In artikel 13.4.5 van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 4 december 2020, worden de volgende aanpassingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden "Vlaams Energieagentschap" vervangen door het woord "VEKA";2° in paragraaf 5, eerste lid, worden de woorden "Vlaams Energieagentschap" vervangen door het woord "VEKA".
Art. 20.In artikel 13.4.6, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 18 november 2011, 14 maart 2014, 17 februari 2017 en 4 december 2020, worden punt 6° tot en met 15° vervangen door wat volgt: "6° 100 euro per afwijking van 1 m2 op het systeemrendement van ketels op gasvormige en vloeibare brandstof, bepaald op de wijze, vermeld in punt 1.7.1 van de bijlage bij dit decreet; 7° 15 euro per afwijking van 1 m2 op het systeemrendement van elektrische bodem/water warmtepompen, elektrische water/water warmtepompen, elektrische lucht/water warmtepompen en elektrische lucht/lucht warmtepompen, bepaald op de wijze, vermeld in punt 1.7.2 van de bijlage bij dit decreet; 8° 1,75 euro per afwijking van 1 W op het maximaal toegestaan vermogen voor directe elektrische verwarming, bepaald op de wijze, vermeld in punt 1.7.3 van de bijlage bij dit decreet; 9° 75 cent per afwijking van 1 W op het maximaal toegestaan vermogen voor elektrische warmwaterproductietoestellen, bepaald op de wijze, vermeld in punt 1.7.4 van de bijlage bij dit decreet; 10° 30 euro per afwijking van 1 m2.K/W op de isolatie van circulatieleidingen en combilussen, bepaald op de wijze, vermeld in punt 1.7.5 van de bijlage bij dit decreet; 11° 14 euro per afwijking van 1 m2 op het systeemrendement van ijswaterinstallaties, bepaald op de wijze, vermeld in punt 1.7.6 van de bijlage bij dit decreet; 12° 30 eurocent per afwijking van 1 %.m2 op het warmteterugwinrendement van centrale ventilatiesystemen, bepaald op de wijze, vermeld in punt 1.7.7, 1°, van de bijlage bij dit decreet; 13° 22 euro per afwijking van 1 m2 op de systeemfactor van centrale mechanische ventilatiesystemen, bepaald op de wijze, vermeld in punt 1.7.7, 2°, van de bijlage bij dit decreet; 14° 1,75 euro per afwijking van 1 W op het maximaal equivalente specifiek geïnstalleerd vermogen van verlichtingssystemen, bepaald op de wijze, vermeld in punt 1.7.8 van de bijlage bij dit decreet; 15° 2,5 euro per afwijking van 1 m2 op de eis betreffende de energieverbruiksmeters, bepaald op de wijze, vermeld in punt 1.7.9 van de bijlage bij dit decreet; 16° 100 euro per afwijking van 1 m2 op de systeemfactor van systemen van externe warmtelevering en systemen met andere opwekkers (andere dan ketels op gasvormige en vloeibare brandstof, elektrische bodem/water warmtepompen, elektrische water/water warmtepompen, elektrische lucht/water warmtepompen, elektrische lucht/lucht warmtepompen en systemen van externe warmtelevering), bepaald op de wijze, vermeld in punt 1.7.10 van de bijlage bij dit decreet; 17° 1,5 euro per afwijking van 1 kWh op vlak van het S-peil, bepaald conform punt 1.8 van de bijlage bij dit decreet.".
Art. 21.In artikel 13.4.7, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 18 november 2011 en het laatst gewijzigd bij het decreet van 4 december 2020, worden punt 8° tot en met 22° vervangen door wat volgt: "8° 100 euro per afwijking van 1 m2 op het systeemrendement van ketels op gasvormige en vloeibare brandstof, bepaald op de wijze, vermeld in punt 2.7.1 van de bijlage bij dit decreet; 9° 15 euro per afwijking van 1 m2 op het systeemrendement elektrische bodem/ water warmtepompen, elektrische water/water warmtepompen, elektrische lucht/water warmtepompen en elektrische lucht/lucht warmtepompen, bepaald op de wijze, vermeld in punt 2.7.2 van de bijlage bij dit decreet; 10° 1,75 euro per afwijking van 1 W op het maximaal toegestaan vermogen voor directe elektrische verwarming, bepaald op de wijze, vermeld in punt 2.7.3 van de bijlage bij dit decreet; 11° 75 eurocent per afwijking van 1 W op het maximaal toegestaan vermogen voor elektrische warmwaterproductietoestellen, bepaald op de wijze, vermeld in punt 2.7.4 van de bijlage bij dit decreet; 12° 30 euro per afwijking van 1 m2.K/W op de isolatie van circulatieleidingen en combilussen, bepaald op de wijze, vermeld in punt 2.7.5 van de bijlage bij dit decreet; 13° 14 euro per afwijking van 1 m2 op het systeemrendement van ijswaterinstallaties, bepaald op de wijze, vermeld in punt 2.7.6 van de bijlage bij dit decreet; 14° 30 eurocent per afwijking van 1 %.m2 op het warmteterugwinrendement van centrale ventilatiesystemen, bepaald op de wijze, vermeld in punt 2.7.7, 1°, van de bijlage bij dit decreet; 15° 22 euro per afwijking van 1 m2 op de systeemfactor van centrale mechanische ventilatiesystemen, bepaald op de wijze, vermeld in punt 2.7.7, 2°, van de bijlage bij dit decreet; 16° 1,75 euro per afwijking van 1 W op het maximaal equivalente specifiek geïnstalleerd vermogen van verlichtingssystemen, bepaald op de wijze, vermeld in punt 2.7.8 van de bijlage bij dit decreet; 17° 2,5 euro per afwijking van 1 m2 op de eis betreffende de energieverbruiksmeters, bepaald op de wijze, vermeld in punt 2.7.9 van de bijlage bij dit decreet; 18° 100 euro per afwijking van 1 m2 op de systeemfactor van systemen van externe warmtelevering en alle andere opwekkers (andere dan ketels op gasvormige en vloeibare brandstof, elektrische bodem/water warmtepompen, elektrische water/water warmtepompen, elektrische lucht/water warmtepompen, elektrische lucht/lucht warmtepompen en systemen van externe warmtelevering), bepaald op de wijze, vermeld in punt 2.7.10 van de bijlage bij dit decreet; 19° 10 euro per m2 verschil tussen de oppervlakte van de ruimten waarin de eisen voor technische installaties gelden, die in de EPB-aangifte opgegeven is, en de waarde van de oppervlakte die bij controle vastgesteld is, met een maximum van 500 euro per eis voor technische installaties waarvoor de oppervlakte niet waarheidsgetrouw gerapporteerd is, bepaald op de wijze, vermeld in punt 2.8 van de bijlage bij dit decreet; 20° 50 euro per afwijking van 1 m op de lengte van de circulatieleiding, met een maximum van 500 euro, bepaald op de wijze, vermeld in punt 2.9 van de bijlage bij dit decreet; 21° 10 euro per afwijking van 1 m2 voor elke eis voor technische installaties die niet gerapporteerd is, met een maximum van 1000 euro per eis voor technische installaties, bepaald op de wijze, vermeld in punt 2.10 van de bijlage bij dit decreet; 22° 50 euro per afwijking van 1 m voor een circulatieleiding of combilus die niet gerapporteerd is, met een maximum van 1000 euro, bepaald op de wijze, vermeld in punt 2.11 van de bijlage bij dit decreet; 23° 1,5 euro per afwijking van 1 kWh op vlak van het S-peil, bepaald conform punt 2.12 van de bijlage bij dit decreet; 24° 150 euro per niet-gerapporteerde ruimte waarvoor ventilatie-eisen gelden.".
Art. 22.In artikel 13.4.12, § 3, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 30 oktober 2020, worden de woorden "Het Vlaams Energieagentschap" vervangen door de woorden "Het VEKA".
Art. 23.In de bijlage bij hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 16 november 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt 1.7 wordt vervangen door wat volgt: "1.7. Afwijkingen bij niet-conformiteit met de EPB-eisen op het vlak van de eisen voor technische installaties 1.7.1. Ketels op gasvormige en vloeibare brandstof Als in de EPB-aangifte gerapporteerd is dat niet voldaan is aan de eis betreffende het minimale systeemrendement, wordt de overeenkomstige afwijking op het vlak van het systeemrendement, uitgedrukt in m2, op de volgende wijze bepaald: (?sys,eis - ?sys,aangifte ). Asys,heat,net,aangifte) waarbij: 1° ?sys,eis: de minimaal vereiste waarde van het systeemrendement, (-);2° ?sys,aangifte: de waarde van het systeemrendement die in de EPB-aangifte vermeld is, (-);3° Asys,heat,net,aangifte: de netto vloeroppervlakte die in de EPB-aangifte vermeld is en die bediend wordt door de verwarmingsinstallatie, in m2.Dit is de som van de vloeroppervlakte, uitgedrukt in m2, van alle ruimtes waarin minstens één warmteafgifte-element of inblaasmond van warme lucht aangesloten is op de verwarmingsinstallatie in kwestie. 1.7.2. Elektrische warmtepompen (bodem/water, water/water, lucht/water, lucht/lucht) Als in de EPB-aangifte gerapporteerd is dat niet voldaan is aan de eis betreffende het minimale systeemrendement, wordt de overeenkomstige afwijking op het vlak van het systeemrendement, uitgedrukt in m2, op de volgende wijze bepaald: (?sys,eis - ?sys,aangifte ). Asys,heat,net,aangifte) waarbij: 1° ?sys,eis: de minimaal vereiste waarde van het systeemrendement, (-);2° ?sys,aangifte: de waarde van het systeemrendement die in de EPB-aangifte vermeld is, (-);3° Asys,heat,net,aangifte: de netto vloeroppervlakte die in de EPB-aangifte vermeld is en die bediend wordt door de verwarmingsinstallatie, uitgedrukt in m2.Dit is de som van de vloeroppervlakte, uitgedrukt in m2, van alle ruimtes waarin minstens één warmteafgifte-element of inblaasmond van warme lucht aangesloten is op de verwarmingsinstallatie in kwestie. 1.7.3. Directe elektrische verwarming Als in de EPB-aangifte gerapporteerd is dat niet voldaan is aan de eis betreffende het maximaal toegestaan vermogen van directe elektrische verwarming, wordt de overeenkomstige afwijking op het vlak van het vermogen, uitgedrukt in W, op de volgende wijze bepaald: Wtot,aangifte/Af,gross,aangifte) - 15 W/m2). A_f,gross,aangift) waarbij: 1° Wtot,aangifte : de waarde van het totale afgiftevermogen van de verwarmingstoestellen die in de EPB-aangifte vermeld is, uitgedrukt in W;2° A f,gross,aangifte de bruto vloeroppervlakte die in de EPB-aangifte vermeld is, uitgedrukt in m2. 1.7.4. Elektrische doorstroomtoestellen en boilers Als in de EPB-aangifte gerapporteerd is dat niet voldaan is aan de eis betreffende het maximaal toegestaan elektrische vermogen van elektrische warmwaterproductietoestellen, wordt de overeenkomstige afwijking op het vlak van het elektrische vermogen, uitgedrukt in W, op de volgende wijze bepaald: Pel,aangifte) - max [2500; 2500 + 50 . (A f,gross,aangifte - 150] waarbij: 1° Pel,aangifte : de waarde van het elektrisch vermogen die in de EPB-aangifte vermeld is, uitgedrukt in W, en die bepaald wordt door de som te nemen van de elektrische vermogens van alle elektrische warmwaterproductietoestellen;2° A f,gross,aangifte : de bruto vloeroppervlakte die in de EPB-aangifte vermeld is, uitgedrukt in m2. 1.7.5. Circulatieleidingen en combilussen Als in de EPB-aangifte gerapporteerd is dat niet voldaan is aan de eis betreffende de isolatie van circulatieleidingen en combilussen, wordt de overeenkomstige afwijking op het vlak van isolatie, uitgedrukt in m2.K/W, op de volgende wijze bepaald: R l,min,eis - R l,aangifte). l circ,aangifte waarbij: 1° R l,min,eis: de minimaal vereiste waarde van de lineaire warmteweerstand van het leidingsegment in kwestie, uitgedrukt in m.K/W; 2° R l,aangifte: de waarde van de lineaire warmteweerstand van het leidingsegment in kwestie die in de EPB-aangifte vermeld is, uitgedrukt in m.K/W; 3° l circ,aangifte: de lengte van het segment van de circulatieleiding in kwestie die in de EPB-aangifte vermeld is, uitgedrukt in m. 1.7.6. IJswaterinstallaties Als in de EPB-aangifte gerapporteerd is dat niet voldaan is aan de eis betreffende het minimale systeemrendement van ijswaterinstallaties, wordt de overeenkomstige afwijking op het vlak van het systeemrendement, uitgedrukt in m2, op de volgende wijze bepaald: ? sys,cool,min,eis - ? sys,cool,aangifte) . A sys,cool,net,aangifte waarbij: 1° ? sys,cool,min,eis : de minimaal vereiste waarde van het systeemrendement, (-);2° ? sys,cool,aangifte : de waarde van het systeemrendement die in de EPB-aangifte vermeld is, (-);3° A sys,cool,net,aangifte: de netto vloeroppervlakte die in de EPB-aangifte vermeld is en die bediend wordt door de koelinstallatie, uitgedrukt in m2.Dit is de som van de vloeroppervlaktes in m2 van alle ruimtes waarin minstens één koudeafgifte-element of inblaasmond van koude lucht aangesloten is op de koelinstallatie in kwestie. 1.7.7. Energieprestatie van ventilatiesystemen 1° Als in de EPB-aangifte opgegeven is dat niet voldaan is aan de eis betreffende het minimale warmteterugwinrendement voor centrale ventilatiesystemen, wordt de overeenkomstige afwijking van het warmteterugwinrendement, uitgedrukt in %.m2, als volgt bepaald: (?hr,vent,eis - ?hr,vent,aangifte) . Ainst,vent,net,aangifte waarbij: 1° ?hr,vent,eis : de minimaal vereiste waarde van het warmteterugwinrendement;2° ?hr,vent,aangifte : de in de EPB-aangifte vermelde waarde van het warmteterugwinrendement;3° Ainst,vent,net,aangifte: de in de EPB-aangifte vermelde netto vloeroppervlakte die bediend wordt door de ventilatie-installatie, uitgedrukt in m2.Dit is de som van de vloeroppervlaktes in m2 van alle ruimtes waarin minstens één mechanische toevoerof afvoeropening aangesloten is op de betreffende ventilatie-installatie; 2° Als in de EPB-aangifte gerapporteerd is dat niet voldaan is aan de eis betreffende de minimale systeemfactor voor centrale ventilatiesystemen, wordt de overeenkomstige afwijking op het vlak van de systeemfactor, uitgedrukt in m2, op de volgende wijze bepaald: (f sys,vent,eis - f sys,vent,aangifte) .Asys,vent,net,aangifte) waarbij: 1° f sys,vent,eis : de minimale systeemfactor van het centrale ventilatiesysteem, (-);2° f sys,vent,aangifte : de waarde van de systeemfactor van het centrale ventilatiesysteem die in de EPB-aangifte vermeld is, (-);3° Asys,vent,net,aangifte : de netto vloeroppervlakte die in de EPB-aangifte vermeld is en die bediend wordt door de ventilatie-installatie, uitgedrukt in m2.Dit is de som van de vloeroppervlaktes in m2 van alle ruimtes waarin minstens één mechanische toevoerof afvoeropening aangesloten is op de ventilatie-installatie in kwestie. 1.7.8. Verlichting Als in de EPB-aangifteaangifte gerapporteerd is dat er in een ruimte niet voldaan is aan de eis betreffende het maximaal equivalente specifiek geïnstalleerd vermogen voor verlichting, wordt de overeenkomstige afwijking op het vlak van het equivalente specifiek geïnstalleerd vermogen in die ruimte, uitgedrukt in W, op de volgende wijze bepaald: (w equiv,rm r,aangifte - w equiv,rm r,max,eis) . Alight,net,aangift) waarbij: 1° w equiv,rm r,aangifte : de waarde van het equivalente specifiek geïnstalleerd vermogen in de ruimte in kwestie die in de EPB-aangifte vermeld is, uitgedrukt in W;2° w equiv,rm r,max,eis : het maximaal equivalente specifiek geïnstalleerd vermogen in de ruimte in kwestie, uitgedrukt in W;3° Alight,net,aangifte: de netto vloeroppervlakte die in de EPB-aangifte vermeld is, uitgedrukt in m2, van de ruimte waarin het maximaal equivalente specifiek geïnstalleerd vermogen overschreden wordt. 1.7.9. Energieverbruiksmeters Als in de EPB-aangifte opgegeven is dat niet voldaan is aan de eis betreffende de verplichte energieverbruiksmeters, is de overeenkomstige afwijking gelijk aan A inst,heat,net,aangifte, zoals bepaald in 1.7.1, in geval van warmteproductie en gelijk aan A inst,cool,net,aangifte zoals bepaald in 1.7.6 in geval van koeling. 1.7.10. Systemen van externe warmtelevering en andere opwekkers Als in de EPB-aangifte gerapporteerd is dat niet voldaan is aan de eis betreffende de minimale systeemfactor, wordt de overeenkomstige afwijking op het vlak van de systeemfactor, uitgedrukt in m2, op de volgende wijze bepaald: (fsys,eis - fsys,aangifte)". " Asys,heat,net,aangifte waarbij: 1° fsys,eis : de minimaal vereiste waarde van de systeemfactor, (-);2° fsys,aangifte : de waarde van de systeemfactor die in de EPB-aangifte vermeld is, (-);3° Asys,heat,net,aangifte : de netto vloeroppervlakte die in de EPB-aangifte vermeld is en die bediend wordt door de verwarmingsinstallatie, uitgedrukt in m2.Dit is de som van de vloeroppervlaktes in m2 van alle ruimtes waarin minstens één warmteafgifte-element of inblaasmond van warme lucht aangesloten is op de verwarmingsinstallatie in kwestie."; 2° in het opschrift van punt 2.1 worden de woorden "bij niet-conformiteit met de EPB-eisen" vervangen door de woorden "door niet correct te rapporteren"; 3° in het opschrift van punt 2.1.1 worden de woorden "bij niet-conformiteit met de EPB-eisen" vervangen door de woorden "door niet correct te rapporteren"; 4° in het opschrift van punt 2.1.2 worden de woorden "bij niet-conformiteit met de EPB-eisen" vervangen door de woorden "door niet correct te rapporteren"; 5° in het opschrift van punt 2.2 worden de woorden "bij niet-conformiteit met de EPB-eisen" vervangen door de woorden "door niet correct te rapporteren"; 6° in het opschrift van punt 2.3 worden de woorden "bij niet-conformiteit met de EPB-eisen" vervangen door de woorden "door niet correct te rapporteren"; 7° in het opschrift van punt 2.4 worden de woorden "bij niet-conformiteit met de EPB-eisen" vervangen door de woorden "door niet correct te rapporteren"; 8° in het opschrift van punt 2.12. worden de woorden "bij niet-conformiteit met de EPB-eisen" vervangen door de woorden "door niet correct te rapporteren"; 9° punt 2.7 wordt vervangen door wat volgt: "2.7. Afwijkingen van niet-conformiteit met de EPB-eisen op het vlak van de eisen voor technische installaties 2.7.1. Ketels op gasvormige en vloeibare brandstof Als bij controle de vastgestelde waarde van het systeemrendement kleiner blijkt dan in de EPB-aangifte is vermeld, wordt de overeenkomstige afwijking op het vlak van het systeemrendement, uitgedrukt in m2, op de volgende wijze bepaald: (?sys,aangifte - ?sys,vaststelling) Asys,heat,net,vaststelling waarbij: 1° ?sys,aangifte: de waarde van het systeemrendement die in de EPB-aangifte vermeld is, (-);2° ?sys,vaststelling: de waarde van het systeemrendement die bij controle vastgesteld is, (-);3° Asys,heat,net,vaststelling: de waarde van de netto vloeroppervlakte die bij controle vastgesteld is en die bediend wordt door de verwarmingsinstallatie, uitgedrukt in m2.Dit is de som van de vloeroppervlakte, uitgedrukt in m2, van alle ruimtes waarin minstens één warmteafgifte-element of inblaasmond van warme lucht aangesloten is op de verwarmingsinstallatie in kwestie. 2.7.2. Elektrische warmtepompen (bodem/water, water/water, lucht/water, lucht/lucht) Als bij controle de vastgestelde waarde van het systeemrendement kleiner blijkt dan in de EPB-aangifte is vermeld, wordt de overeenkomstige afwijking op het vlak van het systeemrendement, uitgedrukt in m2, op de volgende wijze bepaald: (?sys,aangifte - ?sys,vaststelling) Asys,heat,net,vaststelling waarbij: 1° ?sys,aangifte: de waarde van het systeemrendement die in de EPB-aangifte vermeld is, (-);2° ?sys,vaststelling de waarde van het systeemrendement die bij controle vastgesteld is, (-);3° Asys,heat,net,vaststelling: de waarde van de netto vloeroppervlakte die bij controle vastgesteld is en die bediend wordt door de verwarmingsinstallatie, uitgedrukt in m2.Dit is de som van de vloeroppervlakte, uitgedrukt in m2, van alle ruimtes waarin minstens één warmteafgifte-element of inblaasmond van warme lucht aangesloten is op de verwarmingsinstallatie in kwestie. 2.7.3. Directe elektrische verwarming Als bij controle de vastgestelde waarde van het vermogen van de directe verwarming groter blijkt dan in de EPB-aangifte is vermeld, wordt de overeenkomstige afwijking op het vlak van het vermogen, uitgedrukt in W, op de volgende wijze bepaald: W tot,vaststelling - W tot,aangifte waarbij: 1° W tot,vaststelling: de waarde van het totale afgiftevermogen van de verwarmingstoestellen die bij controle vastgesteld is, uitgedrukt in W;2° W tot,aangifte de waarde van het totale afgiftevermogen van de verwarmingstoestellen die in de EPB-aangifte vermeld is, uitgedrukt in W. 2.7.4. Elektrische doorstroomtoestellen en boilers Als bij controle de vastgestelde waarde van het elektrische vermogen van de elektrische warmwaterproductietoestellen groter blijkt dan in de EPB-aangifte is vermeld, wordt de overeenkomstige afwijking op het vlak van het elektrische vermogen, uitgedrukt in W, op de volgende wijze bepaald: Pel,vaststelling - Pel,aangifte waarbij: 1° Pel,vaststelling: de waarde van het elektrisch vermogen die bij controle vastgesteld is, uitgedrukt in W, en die bepaald wordt door de som te nemen van de elektrische vermogens van alle elektrische warmwaterproductietoestellen;2° Pel,aangifte : de waarde van het elektrisch vermogen die in de EPB-aangifte vermeld is, uitgedrukt in W, en die bepaald wordt door de som te nemen van de elektrische vermogens van alle elektrische warmwaterproductietoestellen. 2.7.5. Circulatieleidingen en combilussen Als bij controle de vastgestelde waarde van de isolatie van circulatieleidingen en combilussen slechter blijkt dan in de EPB-aangifte is vermeld, wordt de overeenkomstige afwijking op het vlak van de isolatie, uitgedrukt in m2.K/W, op de volgende wijze bepaald: (R l,aangifte - R l,vaststelling ). l circ,vaststelling waarbij: 1° R l,aangifte : de waarde van de lineaire warmteweerstand van het leidingsegment in kwestie die in de EPB-aangifte vermeld is, uitgedrukt in m.K/W; 2° R l,vaststelling : de waarde van de lineaire warmteweerstand van het leidingsegment in kwestie die bij controle vastgesteld is, uitgedrukt in m.K/W; 3° circ,vaststelling : de waarde van de lengte van het segment van de circulatieleiding in kwestie die bij controle vastgesteld is, uitgedrukt in m. 2.7.6. IJswaterinstallaties Als bij controle de vastgestelde waarde van het systeemrendement van ijswaterinstallaties kleiner blijkt dan in de EPB-aangifte is vermeld, wordt de overeenkomstige afwijking op het vlak van het systeemrendement, uitgedrukt in m2, op de volgende wijze bepaald: (? sys,cool,aangifte - ? sys,cool,vaststelling). Asys,cool,net,vaststelling waarbij: 1° ? sys,cool,aangifte: de waarde van het systeemrendement die in de EPB-aangifte vermeld is, (-);2° ? sys,cool,vaststelling: de waarde van het systeemrendement die bij controle vastgesteld is, (-);3° Asys,cool,net,vaststelling: de waarde van de netto vloeroppervlakte die bij controle vastgesteld is en die bediend wordt door de koelinstallatie, uitgedrukt in m2.Dit is de som van de vloeroppervlaktes in m2 van alle ruimtes waarin minstens één koudeafgifte-element of inblaasmond van koude lucht aangesloten is op de koelinstallatie in kwestie. 2.7.7. Energieprestatie van ventilatiesystemen 1° Als bij controle de vastgestelde waarde van het warmteterugwinrendement voor centrale ventilatiesystemen kleiner blijkt dan in de EPB-aangifte is vermeld, wordt de overeenkomstige afwijking op het warmteterugwinrendement, uitgedrukt in %.m2, als volgt bepaald: (? hr,vent,aangifte - ? hr,vent,vaststelling) . Ainst,vent,net,vaststelling) waarbij: 1° ? hr,vent,aangifte: de in de EPB-aangifte vermelde waarde van het warmteterugwinrendement;2° ? hr,vent,vaststelling: de bij controle vastgestelde waarde van het warmteterugwinrendement;3° Ainst,vent,net,vaststelling: de bij controle vastgestelde waarde van de netto vloeroppervlakte die bediend wordt door de ventilatie-installatie, uitgedrukt in m2.Dit is de som van de vloeroppervlaktes in m2 van alle ruimtes waarin minstens één mechanische toevoerof afvoeropening aangesloten is op de betreffende ventilatie-installatie; 2° Als bij controle de vastgestelde waarde van de systeemfactor voor centrale ventilatiesystemen kleiner blijkt dan in de EPB-aangifte is vermeld, wordt de overeenkomstige afwijking op het vlak van de systeemfactor, uitgedrukt in m2, als volgt bepaald: (f sys,vent,aangifte - fsys,vent,vaststelling) .Asys,vent,net,vaststelling) waarbij: 1° f sys,vent,aangifte: de waarde van de systeemfactor van het centrale ventilatiesysteem die in de EPB-aangifte vermeld is, (-);2° fsys,vent,vaststelling: de waarde van de systeemfactor van het centrale ventilatiesysteem die bij controle vastgesteld is, (-);3° Asys,vent,net,vaststelling: de waarde van de netto vloeroppervlakte die bij controle vastgesteld is en die bediend wordt door de ventilatie-installatie, uitgedrukt in m2.Dit is de som van de vloeroppervlaktes in m2 van alle ruimtes waarin minstens één mechanische toevoerof afvoeropening aangesloten is op de ventilatie-installatie in kwestie. 2.7.8. Verlichting Als bij controle voor een ruimte de vastgestelde waarde van het equivalente specifiek geïnstalleerd vermogen voor verlichting groter blijkt dan in de EPB-aangifte is vermeld, wordt de overeenkomstige afwijking op het vlak van het equivalente specifiek geïnstalleerd vermogen voor die ruimte, uitgedrukt in W, op de volgende wijze bepaald: wequiv,rm r,vaststelling - wequiv,rm r,aangifte) . Alight,net,vaststelling waarbij: 1° wequiv,rm r,vaststelling: de waarde van het equivalente specifiek geïnstalleerd vermogen in de ruimte in kwestie die bij controle vastgesteld is, uitgedrukt in W;2° wequiv,rm r,aangifte: de waarde van het equivalente specifiek geïnstalleerd vermogen in de ruimte in kwestie die in de EPB-aangifte vermeld is, uitgedrukt in W;3° Alight,net,vaststelling: de waarde van de netto vloeroppervlakte die bij controle vastgesteld is, uitgedrukt in m2, van de ruimte waarin de waarde van het equivalente specifiek geïnstalleerd vermogen die in de EPB-aangifte vermeld is, afwijkt ten opzichte van de waarde van het equivalente specifiek geïnstalleerd vermogen die bij controle vastgesteld is. 2.7.9. Energieverbruiksmeters Als bij controle blijkt dat niet voldaan is aan de eis betreffende de verplichte energieverbruiksmeters (er is geen meter geplaatst of de meter voldoet niet aan de minimaal vereiste karakteristieken) in tegenstelling tot wat in de EPB-aangifte is vermeld, is de overeenkomstige afwijking gelijk aan, zoals bepaald in 2.6.1, in geval van warmteproductie en gelijk aan, zoals bepaald in 2.6.6, in geval van koeling. 2.7.10. Systemen van externe warmtelevering en alle andere opwekkers Als bij controle de vastgestelde waarde van de systeemfactor voor een systeem van externe warmtelevering en andere opwekkers kleiner blijkt dan in de EPB-aangifte is vermeld, wordt de overeenkomstige afwijking op het vlak van de systeemfactor, uitgedrukt in m2, op de volgende wijze bepaald: (fsys,aangifte - fsys,vaststelling . Asys,net,vaststelling) waarbij: 1° fsys,aangifte: de waarde van de systeemfactor die in de EPB-aangifte vermeld is, (-);2° fsys,vaststelling: de waarde van de systeemfactor die bij controle vastgesteld is, (-);3° Asys,net,vaststelling: de waarde van de netto vloeroppervlakte die bij controle vastgesteld is en die bediend wordt door de verwarmingsinstallatie, uitgedrukt in m2.Dit is de som van de vloeroppervlaktes in m2 van alle ruimtes waarin minstens één mechanische toevoerof afvoeropening aangesloten is op de verwarmingsinstallatie in kwestie."; 10° punt 2.8 wordt vervangen door wat volgt: "2.8. Afwijkingen bij het bepalen van de oppervlakten van de ruimtes waarin de eisen voor technische installaties gelden Als bij controle de vastgestelde waarde van de bruto vloeroppervlakte van de ruimten waarin de eisen voor technische installaties voor directe elektrische verwarming en elektrische doorstroomtoestellen en boilers gelden, meer dan 5% kleiner blijkt dan in de EPB-aangifte is vermeld, wordt de overeenkomstige afwijking, uitgedrukt in m2, op de volgende wijze bepaald: Af,gross,aangifte - Af,gross,vaststelling waarbij: 1° Af,gross,aangifte: de bruto-vloeroppervlakte die in de EPB-aangifte vermeld is, uitgedrukt in m2;2° Af,gross,vaststelling: de waarde van de bruto vloeroppervlakte die bij controle vastgesteld is, uitgedrukt in m2. Als bij controle de vastgestelde waarde van de netto vloeroppervlakte van de ruimten waarin een eis voor technische installaties geldt, meer dan 5% groter blijkt dan in de EPB-aangifte is vermeld, wordt de overeenkomstige afwijking, uitgedrukt in m2, op de volgende wijze bepaald: 1° in geval van ketels op gasvormige en vloeibare brandstof, elektrische warmtepompen (bodem/water, water/water, lucht/water, lucht/lucht), systemen van externe warmtelevering en alle andere opwekkers voor ruimteverwarming en energieverbruiksmeters van warmteproductie-installaties: Asys,heat,net,vaststelling - Asys,heat,net,aangifte waarbij: a) Asys,heat,net,vaststelling: de waarde van de netto vloeroppervlakte die bij controle vastgesteld is en die bediend wordt door de verwarmingsinstallatie, vermeld in punt 2.7.1; b) Asys,heat,net,aangifte: de waarde van de netto vloeroppervlakte die in de EPB-aangifte vermeld is en die bediend wordt door de verwarmingsinstallatie, vermeld in punt 2.7.1; 2° in geval van ijswaterinstallaties en energieverbruiksmeters van koelinstallaties: Asys,cool,net,vaststelling - Asyss,cool,net,aangifte waarbij: a) Asys,cool,net,vaststelling: de waarde van de netto vloeroppervlakte die bij controle vastgesteld is en die bediend wordt door de koelinstallatie, vermeld in punt 2.7.6; b) Asyss,cool,net,aangifte: de waarde van de netto vloeroppervlakte die in de EPB-aangifte vermeld is en die bediend wordt door de koelinstallatie, vermeld in punt 2.7.6; 3° in geval van energieprestatie van ventilatiesystemen: Asys,vent,net,vaststelling - Asys,vent,net,aangifte waarbij: a) Asys,vent,net,vaststelling: de waarde van de netto vloeroppervlakte die bij controle vastgesteld is en die bediend wordt door de ventilatie-installatie, vermeld in punt 2.7.7; b) Asys,vent,net,aangifte: de waarde van de netto vloeroppervlakte die in de EPB-aangifte vermeld is en die bediend wordt door de ventilatie-installatie, vermeld in punt 2.7.7; 4° in geval van verlichting: Alight,net,vaststelling - Alight,net,aangifte waarbij: a) Alight,net,vaststelling: de waarde van de netto vloeroppervlakte die bij controle vastgesteld is, uitgedrukt in m2, van de ruimte waarin het maximaal equivalente specifiek geïnstalleerd vermogen overschreden wordt; b) Alight,net,aangifte: de waarde van de netto vloeroppervlakte die in de EPB-aangifte vermeld is, uitgedrukt in m2, van de ruimte waarin het maximaal equivalente specifiek geïnstalleerd vermogen overschreden wordt."; 11° punt 2.9 wordt vervangen door wat volgt: "2.9. Afwijkingen bij de bepaling van de lengte van circulatieleidingen en combilussen Als bij controle de vastgestelde waarde van de lengte van een circulatieleiding of combilus meer dan 5% groter blijkt dan in de EPB-aangifte is vermeld, wordt de overeenkomstige afwijking, uitgedrukt in meter, op de volgende wijze bepaald: waarbij: lcirc,vaststelling - lcirc,aangifte 1° lcirc,vaststelling: de lengte die bij controle vastgesteld is, uitgedrukt in meter, van de circulatieleiding of combilus; 2° lcirc,aangifte: de waarde van de lengte die in de EPB-aangifte vermeld is, uitgedrukt in meter, van de circulatieleiding of combilus."; 12° punt 2.10 wordt vervangen door wat volgt: "2.10. Afwijking bij de rapportering van de geldende eisen voor technische installaties Als bij controle blijkt dat een eis voor technische installaties van toepassing is in tegenstelling tot wat in de EPB-aangifte is vermeld, is de overeenkomstige afwijking, uitgedrukt in m2, per geldende eis die niet gerapporteerd is, gelijk aan: 1° in geval van ketels op gasvormige en vloeibare brandstof, elektrische warmtepompen (bodem/water, water/water, lucht/water, lucht/lucht), systemen van externe warmtelevering en alle andere opwekkers voor ruimteverwarming en energieverbruiksmeters van warmteproductie-installaties: Asys,heat,net,vaststelling: de waarde van de netto vloeroppervlakte die bij controle vastgesteld is en die bediend wordt door de verwarmingsinstallatie, vermeld in punt 2.7.1; 2° in geval van ijswaterinstallaties en energieverbruiksmeters van koelinstallaties: Asys,cool,net,vaststelling: de waarde van de netto vloeroppervlakte die bij controle vastgesteld is en die bediend wordt door de koelinstallatie, vermeld in punt 2.7.6; 3° in geval van energieprestatie van ventilatiesystemen: Asys,vent,net,vaststelling de waarde van de netto vloeroppervlakte die bij controle vastgesteld is en die bediend wordt door de ventilatie-installatie, vermeld in punt 2.7.7; 4° in geval van verlichting: Alight,net,vaststelling: de waarde van de netto vloeroppervlakte die bij controle vastgesteld is, uitgedrukt in m2, van de ruimtes waarvoor de eis voor technische installaties voor verlichting van toepassing is; 5° in geval van directe elektrische verwarming en elektrische doorstroomtoestellen en boilers: Af,gross,vaststelling: de waarde van de bruto vloeroppervlakte die bij controle vastgesteld is, uitgedrukt in m2."; 13° punt 2.11 wordt vervangen door wat volgt: "2.11. Afwijking bij de rapportering van circulatieleidingen en combilussen Als bij controle blijkt dat een circulatieleiding of combilus geplaatst is in tegenstelling tot wat in de EPB-aangifte is vermeld, is de overeenkomstige afwijking gelijk aan de lengte in meter van de circulatieleiding of combilus die bij controle vastgesteld is."; 14° in punt 3 wordt de bepaling "Het ventilatiedebiet V (m3/h), wordt afgerond op drie cijfers na de komma." vervangen door de bepaling "Het ventilatiedebiet V (m3/h) is een geheel getal;".
HOOFDSTUK 3. - Slotbepaling
Art. 24.Artikel 7.1.10, § 3/1, van het Energiedecreet van 8 mei 2009, zoals gewijzigd bij artikel 5, 2°, en artikel 7.1.11, § 2/2, van het Energiedecreet van 8 mei 2009, zoals ingevoegd bij artikel 6, 4°, zijn voor het eerst van toepassing op de inleveringsperiode die eindigt op 31 maart 2023.
Artikel 7, 20, 21 en 23, 1°, 9°, 10°, 11°, 12°, 13° en 14°, treden in werking op 1 januari 2022.
Artikel 12 treedt in werking op een datum die de Vlaamse Regering vaststelt.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 17 december 2021.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR _______ Nota (1) Zitting 2021-2022 Documenten: Ontwerp van decreet : 948 - Nr.1 - Amendementen : 948 - Nr. 2 - Verslag : 948 - Nr. 3 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 948 - Nr. 4 Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 15 december 2021.