Etaamb.openjustice.be
Wet
gepubliceerd op 12 oktober 2012

Gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012 Onderrichtingen voor de voorzitters van de hoofdbureaus bij de gemeenteraadsverkiezingen. Gemeenten die gebruik maken van het geautomatiseerd stemsysteem georganiseerd door de wet van 11 april 199 INHOUD I.ALGEMENE BEPALINGEN. II. ORGANISATIE VAN DE KIESBUREAUS. 1. Hoofdbureau. a. (...)

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2012031716
pub.
12/10/2012
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

Gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012 Onderrichtingen voor de voorzitters van de hoofdbureaus bij de gemeenteraadsverkiezingen.

Gemeenten die gebruik maken van het geautomatiseerd stemsysteem georganiseerd door de wet van 11 april 1994.

INHOUD I.ALGEMENE BEPALINGEN. II. ORGANISATIE VAN DE KIESBUREAUS. 1. Hoofdbureau.a. Aanwijzing van de voorzitter.b. Aanwijzing van de bijzitters en de secretaris.2. Stembureau.3. Afgifte van exemplaren van kiezerslijsten.4. Presentiegelden en reisvergoedingen voor de leden van de kiesbureaus - verzekeringspolis voor ongevallen.5. Taalgebruik.6. Portvrijdom en kiesdrukwerk.18-1 a. Portvrijdom.b. Verkiezingsdrukwerk.c. Formaat oproepingsbrieven.7. Aanwijzing van de getuigen. III. KANDIDATUREN. 1. Bericht en rol van de voorzitter.a. Bericht.b. Rol van de voorzitter.2. Akte van voordracht en akte van bewilliging.a. Akte van voordracht.b. Akte van bewilliging.3. Voorlopige afsluiting van de kandidatenlijsten.a. Getuigen.b. Onderzoek omtrent de regelmatigheid van de voordrachtsakten.c. Onderzoek omtrent de verkiesbaarheid van de kandidaten.d. Taken te vervullen na de voorlopige afsluiting.4. Definitieve afsluiting van de kandidatenlijst.a. Datum en aanwezigheden.b. Opmerkingen en bezwaren.c. Verloop.5. Opstellen van het proces-verbaal van de definitieve afsluiting.a. Wanneer geen enkele verklaring van beroep is geformuleerd.b. Bij verklaring van beroep.c. Taken uit te voeren na de definitieve afsluiting. IV. DE AANPLAKKING V. VERRICHTINGEN MET BETREKKING TOT DE GEAUTOMATISEERDE STEMMING. 1. Verrichtingen vóór de stemming.2. Verrichtingen na de stemming. VI. ZETELVERDELING - AANWIJZING VAN DE GEKOZENEN EN OPVOLGERS. 1. Algemene telling.2. Het stemcijfer.3. Verdeling van de zetels over de lijsten.4. Aanwijzing van de gekozenen en de opvolgers.a. Aanwijzing van de titularissen.b. Aanwijzing van de opvolgers.c. Afkondiging van de uitslagen. VII. DE PARLEMENTAIRE CONTROLE OP DE GEAUTOMATISEERDE STEMSYSTEMEN VIII. GEAUTOMATISEERDE STEMMING- VOORSTELLING VAN DE SCHERMEN 1. Algemene procedure.2. Voorstelling van de schermen van de lijsten.3. Voorstelling van de schermen van de kandidaten. I. ALGEMENE BEPALINGEN. Het beginsel van de rechtstreekse verkiezing van de leden van de gemeenteraden is vastgelegd in artikel 162, tweede lid, 1°, van de Grondwet. Overeenkomstig artikel 6, § 1, VIII, 4°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, behoort de regeling van deze verkiezingen tot de bevoegdheid van de regionale wetgever.

Artikel 7, eerste lid, van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek bepaalt dat de gewone vergadering van de kiezers voor de vernieuwing van de gemeenteraden, van rechtswege om de zes jaar plaats heeft, op de tweede zondag van oktober. Voor de komende gemeenteraadsverkiezingen is dit dus op zondag 14 oktober 2012.

Voor de uitvoering van uw opdracht dient U zich te refereren aan onder meer de volgende wettelijke bepalingen : 1° het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek (afgekort BGKWB), vastgesteld bij ordonnantie van 16 februari 2006 tot wijziging van de gemeentekieswet, gewijzigd bij de ordonnanties van 13 juli 2006, 20 juli 2006, 20 oktober 2006, 16 december 2011 en 12 juli 2012;2° het Kieswetboek, waarvan sommige bepalingen door het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek toepasselijk zijn gemaakt (afgekort KWB);3° de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming (Belgisch Staatsblad van 20 april 1994), gewijzigd bij de wet van 5 april 1995 (Belgisch Staatsblad van 15 april 1995), bij de wetten van 18 december 1998 (Belgisch Staatsblad van 31 december 1998 - 2° editie) en bij ordonnantie van 29 juni 2006 (Belgisch Staatsblad van 6 juli 2006, erratum Belgisch Staatsblad van 10 juli 2006) en bij ordonnantie van 12 juli 2012 (Belgisch Staatsblad van 16 juli 2012);4° de wet van 7 juli 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van de provincieraden en de gemeenteraden en voor de rechtstreekse verkiezing van de raden voor maatschappelijk welzijn (Belgisch Staatsblad van 16 juli 1994), gewijzigd bij de wetten van 12 juli 1994 (Belgisch Staatsblad van 19 juli 1994), van 17 november 1994 (Belgisch Staatsblad van 23 november 1994), van 19 maart 1999 (Belgisch Staatsblad van 31 maart 1999 - 2° editie) en van 5 augustus 2006 (Belgisch Staatsblad van 21 augustus 2006). II. ORGANISATIE VAN DE KIESBUREAUS. 1. Hoofdbureau a.Aanwijzing van de voorzitter.

Wat betreft de stad Brussel, hoofdplaats van een gerechtelijk arrondissement, wordt het hoofdbureau voorgezeten door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg of, bij zijn ontstentenis, door de magistraat die hem vervangt. (art. 10, § 2 BGKWB).

In de gemeenten die hoofdplaats zijn van een gerechtelijk kanton, wordt het hoofdbureau voorgezeten door de vrederechter of, bij zijn ontstentenis, door één van zijn plaatsvervangers naar dienstouderdom.

In de andere gemeenten wordt de voorzitter van het hoofdbureau door de vrederechter uit de gemeenteraadskiezers benoemd, in de volgorde bepaald bij artikel 10, § 2, derde lid, van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek.

In de gevallen vermeld in het eerste en het tweede lid van artikel 10, § 2, wijst de voorzitter van het hoofdbureau een plaatsvervanger aan om hem op de dag van de stemming te vervangen, wanneer hij gehouden is zich naar een andere gemeente te begeven om er te stemmen (Formulier B3).

Zo de vrederechter twee kantons bedient, is hij bekleed met het voorzitterschap van de twee hoofdbureaus, maar zal hij normaliter zijn bevoegdheid voor één van deze bureaus overdragen aan de eerste in aanmerking komende plaatsvervanger.

Aan te stippen valt dat in de samengevoegde gemeenten die onder meer dan één gerechtelijk kanton ressorteren de voorzitter van het hoofdbureau moet worden aangewezen door de vrederechter tot wiens ambtsgebied de deelgemeente waar het gemeentehuis van de entiteit gelegen is behoort.

Deze aanwijzing moet plaats hebben ten minste 37 dagen voor de verkiezing (vrijdag 7 september 2012).

Inderdaad, krachtens artikel 22, eerste lid, van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek, moet de voorzitter van het hoofdbureau een bericht bekendmaken ten minste drieëndertig dagen vóór de stemming (dinsdag 11 september 2012); welnu, om dit te doen, moet hij niet alleen kennis gekregen hebben van zijn aanwijzing, maar tevens dit bericht hebben kunnen voorbereiden.

Voor de aanwijzing van de voorzitter van het hoofdbureau gebruikt de vrederechter een brief overeenkomstig formulier B1. Bij die brief voegt hij het formulier door de voorzitter van het hoofdbureau te richten aan hen die de functies van bijzitter en plaatsvervangend bijzitter in dat bureau moeten vervullen (formulier B4) en de twee uittreksels uit de lijst van de kiezers, opgemaakt per stembureau, indien hij er op dat moment reeds over beschikt (zie punt 6).

Ten minste vijfendertig dagen vóór de verkiezing (zondag 9 september 2012) zendt het college van burgemeester en schepenen tegen ontvangstbewijs of in een ter post aangetekende omslag twee voor echt verklaarde uittreksels uit de lijst der kiezers, opgemaakt per stemafdeling, aan de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, of, indien in de gemeente geen rechtbank is gevestigd, aan de vrederechter van het kanton (art.9 BGKWB).

Ten minste zevenentwintig dagen vóór de verkiezing (maandag 17 september 2012) zendt de vrederechter die uittreksels in een ter post aangetekende omslag door aan de voorzitter van het hoofdbureau, die hij voor elke gemeente van het kanton heeft aangewezen overeenkomstig artikel 10 van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek.

Tot op de dag van de verkiezing zendt het college van burgemeester en schepenen aan de voorzitter van elke stemafdeling de beslissingen die inschrijving op of schrapping van de lijst der kiezers, verlies of schorsing van het stemrecht tot gevolg hebben en de kiezers van zijn afdeling betreffen.

Het spreekt vanzelf dat wanneer de 37e dag vóór de stemming de vrederechter nog niet in het bezit is van die uittreksels, hij niettemin de voorzitters op de hoogte stelt van hun aanwijzing en hij hen de conform de kiezerslijst verklaarde uittreksels toezendt zodra ze in zijn bezit zijn en dit ten laatste de 27e dag vóór de stemming. b. Aanwijzing van de bijzitters en de secretaris. Het hoofdbureau moet ten minste zevenentwintig dagen vóór de verkiezing (maandag 17 september 2012) samengesteld zijn en bestaat uit een voorzitter, eventueel een plaatsvervangende voorzitter, vier bijzitters, vier plaatsvervangende bijzitters en een secretaris.

De voorzitter van het hoofdbureau wijst vrijelijk onder de gemeenteraadskiezers vier bijzitters en vier plaatsvervangende bijzitters aan. Hij gebruikt hiervoor het formulier B4.

Hij duidt eveneens de secretaris aan uit de kiezers van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad. Hij moet niet noodzakelijk kiezer zijn in de betrokkenen gemeente. Hij is evenwel niet stemgerechtigd. 2. Stembureau. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gebruiken de stembureaus ofwel de geautomatiseerde stemming ofwel de elektronische stemming. In principe telt elk stembureau meer dan 800 kiezers.

Het stembureau bestaat in dat geval uit een voorzitter, een plaatsvervangende voorzitter indien nodig, vijf bijzitters, vijf plaatsvervangende bijzitters, een secretaris en een adjunct-secretaris die bij voorkeur kennis heeft van informatica. Als het stembureau minder dan 800 kiezers telt, dan is de samenstelling van het stembureau in overeenstemming met artikel 13 BGKWB. De voorzitter van het hoofdbureau wijst, uiterlijk de dertigste dag vóór de verkiezing, (14 september 2012) de voorzitters van de stembureaus aan uit de kiezers van de gemeente die kunnen lezen en schrijven, in de volgorde die bepaald is in artikel 10, § 2, derde lid. De voorzitter van het hoofdbureau maakt daartoe gebruik van de overeenkomstig artikel 10ter, § 1, 1°, van BGKWB door het college van burgemeester en schepenen opgestelde lijst. De voorzitter geeft dadelijk kennis van deze aanwijzingen aan de betrokkenen en aan de gemeentelijke overheden.

Hij wijst uiterlijk de twintigste dag vóór de verkiezing ( 24 september 2012) eveneens de bijzitters en plaatsvervangende bijzitters van de stembureaus aan. Ook deze personen worden aangewezen uit de kiezers van de gemeente die kunnen lezen en schrijven, in de volgorde die bepaald is in 10, § 2, derde lid, van het BGKWB (art. 11, § 2, BGKWB). De bijzitters worden evenwel aangewezen uit de kiezers van het stembureau. De voorzitter van het hoofdbureau maakt voor deze aanwijzingen gebruik van de lijst vermeld in artikel 10ter, § 1, 2°, BGKWB. De voorzitter van het stembureau duidt de secretaris van dit bureau aan uit de kiezers van de gemeente. Deze is niet stemgerechtigd (art. 16 BGKWB). 3. Afgifte van exemplaren van kiezerslijsten. Op 1 augustus 2012 maakt het college van burgemeester en schepenen de lijst van de gemeenteraadskiezers op. (art. 3 BGKWB).

Elke politieke partij kan kosteloos twee afschriften van deze lijst krijgen, op papier of op elektronische drager, voor zover ze de voorwaarden van artikel 4, § 1, van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek vervult. De aanvraag moet bij aangetekend schrijven aan de burgemeester worden gericht. De partij kan enkel een afschrift van kiezerlijst bekomen wanneer deze zich schriftelijk toe verbindt een kandidatenlijst in te dienen voor de verkiezingen in de gemeente waar deze kiezerlijst aanvraagt. Ze moeten zich er ook toe verbinden om tijdens de verkiezingen en gedurende de legislatuur de beginselen van de democratie van een rechtsstaat alsmede de rechten en vrijheden ingeschreven in de Grondwet, in het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van 4 november 1950 en in het Internationaal Verdrag van 19 december 1966 inzake burgerrechten en politieke rechten, na te leven. De lijsten mogen enkel gebruikt worden voor verkiezingsdoeleinden.

De afgifte aan de hierboven vermelde personen van bijkomende afschriften geschiedt tegen betaling van de kostprijs, die door het college van burgemeester en schepenen wordt bepaald. De kostprijs van een exemplaar van de kiezerslijst is in beginsel de werkelijke kosten voor de loutere reproductie van een exemplaar van de kiezerslijst.

Indien een politieke partij geen kandidatenlijst voordraagt, kan zij van de kiezerslijst geen gebruik meer maken, op straffe van de in artikel 197bis van het Kieswetboek vastgestelde sancties.

Ieder persoon die als kandidaat voorkomt op een voordracht ingediend met het oog op de verkiezing, kan tegen betaling, van de kostprijs afschriften van de kiezerslijst krijgen, op papier of op elektronische drager, voor zover hij zijn aanvraag aangetekend heeft gedaan bij de burgemeester en hij zich er ook toe verbindt om tijdens de verkiezingen en gedurende de legislatuur de beginselen van de democratie van een rechtsstaat alsmede de rechten en vrijheden ingeschreven in de Grondwet, in het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van 4 november 1950 en in het Internationaal Verdrag van 19 december 1966 inzake burgerrechten en politieke rechten, na te leven.

Het gemeentebestuur onderzoekt, op het ogenblik van de afgifte, of de belanghebbende als kandidaat bij de verkiezing is voorgedragen.

Dienvolgens kunnen de kandidaten slechts afschriften van de kiezerslijst ontvangen na de neerlegging van hun voordracht.

Indien de aanvrager later van de kandidatenlijst wordt geschrapt, mag hij van de kiezerslijst geen gebruik meer maken, op straffe van de in artikel 197bis van het Kieswetboek vastgestelde sancties.

Het gemeentebestuur mag geen afschriften van de kiezerslijst afgeven aan andere personen dan de hierboven genoemden. De personen die deze afschriften hebben ontvangen, mogen ze op hun beurt niet meedelen aan derden.

De afgegeven afschriften van de kiezerslijst mogen slechts voor verkiezingsdoeleinden gebruikt worden, inbegrepen buiten de periode die tussen de datum van afgifte van de lijst en de datum van de verkiezing valt.

Uiterlijk op 31 augustus 2012 zendt het gemeentebestuur twee afschriften van de lijst van de gemeenteraadskiezers aan de gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad alsook aan de Regering (art. 5 BGKWB). 4. Presentiegelden en reisvergoedingen voor de leden van de kiesbureaus. Krachtens artikel 38 van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek zijn - onder andere - de volgende verkiezingsuitgaven ten laste van de gemeente : 1° het presentiegeld en de reisvergoeding waarop de leden van de kiesbureaus aanspraak kunnen maken, onder de voorwaarden bepaald door de Regering;2° de reisvergoeding van de kiezers die niet in de gemeente waar ze zijn ingeschreven als kiezer, verblijven, onder de voorwaarden bepaald door de Regering;3° de verzekeringspremies om de lichamelijke schade te dekken die voortvloeien uit ongevallen die de leden van de kiesbureaus zijn overkomen in de uitoefening van hun ambt;de Regering bepaalt de regels volgens welke deze risico's worden gedekt. Dit is het voorwerp van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 juli 2012 betreffende de verzekering zoals voorzien in artikel 38 van BGKWB. Presentiegelden.

De maximumbedragen van de presentiegelden zijn vastgesteld bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 maart 2006 tot vaststelling van het bedrag van het presentiegeld en de reisvergoeding van de leden van de kiesbureaus voor de gemeenteraadsverkiezingen (Belgisch Staatsblad van 12 april 2006).

Het maximumbedrag van het presentiegeld is als volgt : - voor de voorzitter van het hoofdbureau : 150 euro; - voor de secretaris van het hoofdbureau : 120 euro; - voor de bijzitters van het hoofdbureau : 115 euro; - voor de voorzitters van een stembureau : 90 euro; - voor de secretarissen, adjunct-secretarissen en bijzitters van een stembureau : 85 euro.

De gemeenteraad mag bovendien presentiegeld aan de leden van het hoofdbureau toekennen voor elke vergadering, die de dag van de verkiezing voorafgaat. Er mogen maximum acht voorbereidende vergaderingen in aanmerking genomen worden.

Het maximumbedrag van het presentiegeld voor elke vergadering wordt vastgesteld als volgt : - voor de voorzitter : 80 euro; - voor de secretaris : 70 euro; - voor de bijzitters : 65 euro.

De uitbetaling van de presentiegelden en de reisvergoedingen (zie hieronder) zullen ten laste genomen worden door ieder gemeentebestuur.

Ieder gemeentebestuur neemt de nodige schikkingen met Bpost of de eigen betalingsdienst en met de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau, die de lijsten voor de betaling van de presentiegelden inzamelt, voor de storting van de presentiegelden aan de leden van de verschillende gemeentelijke kiesbureaus.

Iedere voorzitter van het hoofdbureau let er op dat de lijst voor de betaling van het presentiegeld duidelijk en volledig is ingevuld om elke vertraging in de overschrijving te vermijden (formulier R4bis voor het hoofdbureau, R4 voor het stembureau).

Het presentiegeld kan maar worden overgeschreven als het formulier R4 door het stembureau volledig werd ingevuld en ondertekend. Dit formulier R4 wordt in dubbel opgesteld. Voor het hoofdbureau wordt een formulier R4 bis voorzien dat het mogelijk maakt om eveneens de bedragen voor de voorbereidende vergaderingen te vermelden, indien de gemeente hierin voorzien heeft, en voor de dag van de verkiezingen.

Het formulier R4 wordt op de dag van de stemming of uiterlijk de maandagmorgen na de stemming onder een afzonderlijke verzegelde omslag voor de betaling van het presentiegeld aan de voorzitter van het gemeentehoofdbureau bezorgd. Het dubbel van deze lijst neemt de voorzitter van het stembureau mee naar huis. De voorzitter van het gemeentehoofdbureau controleert of ieder stembureau het formulier voor de betaling van het presentiegeld heeft ingediend en stipt dit aan op een overzichtstabel in kwestie. De voorzitter van het hoofdbureau neemt contact op met de voorzitter van het stembureau, wanneer deze zijn formulier terzake niet heeft bezorgd.

De voorzitters en secretarissen van de stembureaus kunnen recht hebben op presentiegeld voor deelname aan de vormingssessie georganiseerd door het hoofdbureau indien de gemeente dit heeft vastgelegd in haar reglement betreffende de presentiegelden voor de leden van de stembureaus.

Reisvergoedingen. 1° De leden van de kiesbureaus die zetelen in een gemeente waar zij niet ingeschreven zijn in het bevolkingsregister hebben recht op een kilometervergoeding van 0,15 euro per afgelegde kilometer. De verklaring van schuldvordering uit hoofde van deze verplaatsingen moet gesteld worden op het formulier F1, dat gestuurd wordt naar het adres van het desbetreffende gemeentebestuur. 2° Sommige kiezers kunnen voor hun kiesplicht een gratis treinreisbiljet (2e klasse) bekomen bij de loketten van de N.M.B.S. Het gaat om volgende kiezers : de personen die niet meer verblijven in de gemeente waar ze moeten stemmen; de loon- of weddetrekkenden die hun beroep uitoefenen in het buitenland of in een andere gemeente dan waar zij moeten stemmen; de kiesgerechtigde leden van deze laatsten die met hen samenwonen; de studenten die omwille van hun studies verblijven in een andere gemeente dan die waar ze moeten stemmen en de personen die in behandeling zijn in een verpleeg- of gezondheidsinrichting gelegen in een andere gemeente dan die waar ze moeten stemmen.

De door de N.M.B.S. uitgereikte treinbiljetten om te kunnen gaan stemmen in één van de 19 Brusselse gemeenten worden gefactureerd aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dat vervolgens de bedragen zal terugvorderen bij de betrokken gemeenten.

Op de oproepingsbrief voor de kiezer dient dus de desbetreffende N.M.B.S.-code te worden vermeld zodat de rechthebbende kiezer in een station een juist en gratis treinbiljet kan bekomen zodat hij zich kan verplaatsen van het bij zijn domicilie of verblijfplaats (student, personen in behandeling) dichtst gelegen station, of het eerste Belgische station aan de grens voor de kiezers die in het buitenland verblijven naar het dichtst bijgelegen station van de plaats waar hij moet gaan stemmen.

Het treinbiljet is geldig op de binnenlandse ritten vanaf de vrijdag die de verkiezing voorafgaat, vanaf 19u01, tot de dag van de verkiezingen, voor het beeïndigen van de nachtelijke treindienst. Het treinbiljet kan slechts voor de terugrit worden gebruikt op vertoon van de door het stembureau geldig afgestempelde oproepingsbrief, overeenkomstig artikel 37 BGKWB. Indien de hierboven onder punt 2° vermelde kiezers een ander vervoermiddel gebruiken kunnen zij de terugbetaling van hun reiskosten aanvragen bij middel van het formulier F2, dat gestuurd wordt naar het adres van het desbetreffende gemeentebestuur.

De terug te betalen som komt overeen met het tarief van de N.M.B.S. voor het vervoer van reizigers in 2e klasse op de dag van de stemming.

Verzekeringspolis.

Er wordt door het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een verzekeringspolis afgesloten om ongevallen te dekken die leden van de kiesbureaus zijn overkomen tijdens de uitoefening van hun opdracht of op de heen- of terugweg van hun hoofdverblijfplaats naar de vergaderplaats van hun bureau. Daarna zal er een gepaste terugvordering worden gedaan bij de 19 gemeenten in functie van het aantal ingeschreven kiezers. 5. Taalgebruik. Ik vestig uw aandacht op artikel 1, § 1, 5°, van de bij koninklijk besluit van 18 juli 1966 gecoördineerde wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken (Belgisch Staatsblad van 2 augustus 1966), dat stelt dat de wet toepasselijk is op de verrichtingen bij de gemeenteraadsverkiezingen.

Formulieren.

De meerderheid van de bij de verkiezingszaken te gebruiken formulieren zijn niet wettelijk vastgelegd. De modellen ervan worden bekendgemaakt als richtlijn. Het wordt de voorzitters van de hoofdbureaus aanbevolen deze formulieren zoveel mogelijk te gebruiken voor de duidelijkheid en de eenvormigheid bij de onderscheidene hoofdbureaus.

De formulieren waarnaar in deze onderrichtingen worden verwezen zijn bekendgemaakt in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad.

Op deze formulieren moet elke naam en voornaam worden voorafgegaan door de vermelding : Mevrouw (Mw.) of Mijnheer (M.).

De formulieren bestaan in het Frans en in het Nederlands in de kiesbureaus van het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad.

De bescheiden te gebruiken in de betrekkingen met particulieren (zoals de oproepingsbrieven voor de leden van de kiesbureaus) alsook de formulieren gebruikt door de burgers (bijvoorbeeld voor een kandidatuurstelling) worden opgesteld in de taal van de belanghebbende.

Kiesbureaus.Artikel 49 van de gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, schrijft voor dat de voorzitters van de stembureaus die niet bij machte zijn de kiezers te woord te staan of voor te lichten in de talen die de gecoördineerde wetten voorschrijven te gebruiken in de betrekkingen van de plaatselijke diensten met de particulieren, een secretaris aanwijzen die hen daarin kan bijstaan. 3° Oproepingsbrieven. Volgens de vaste rechtspraak van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht moeten de oproepingsbrieven voor de kiezers, alsook trouwens de oproepingsbrieven geadresseerd aan de bijzitters van kiesbureaus, als betrekkingen met particulieren worden beschouwd in de zin van de gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken.

Daaruit volgt dat in de 19 gemeenten van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad de oproepingsbrieven uitsluitend opgesteld moeten worden in de taal (Nederlands of Frans) waarvan de betrokken particulier gebruik maakt in zijn betrekkingen met de plaatselijke overheid. 6. Portvrijdom en kiesdrukwerk.a. Portvrijdom. Het grote principe is dat de briefwisseling, verzonden in uitvoering van de kieswetten, portvrijdom geniet.

Het gaat hier om : de oproepingsbrieven verzonden aan de kiezers door het College van Burgemeester en Schepenen; de poststukken betreffende de schrapping en nieuwe inschrijvingen in de kiezerslijst, die uitgewisseld worden onder de gemeentebesturen, alsmede deze verstuurd door de gemeentebesturen naar de betrokken kiezers; de berichten door de gemeentebesturen verzonden aan sommige kiesgerechtigden, die als bijzitter kunnen aangewezen worden; de briefwisseling verzonden door de voorzitters van hoofdbureaus voor de aanwijzing van de bijzitters en de plaatsvervangende bijzitters; de door de gemeentebesturen verzonden afschriften van de kiezerslijst; de stukken aangaande verkiezingen, geadresseerd aan of verzonden door de voorzitters van de stembureaus; de stukken verzonden door het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in uitvoering van de kieswetgeving.

Op de zendingen moet u steeds vermelden : « Kieswet - portvrijdom « (gedrukt of geschreven), rechts bovenaan op de adreszijde waar normaal de postzegel staat. Vermeld in het adres zelf ook de hoedanigheid van de geadresseerde in verkiezingszaken (bijzitter, plaatsvervangend bijzitter, kandidaat-bijzitter).

Deze gegevens worden verder toegelicht op de website www.bpost/verkiezingen.be. Vragen hieromtrent kunnen worden gesteld via volgend e-mailadres : verkiezingen@bpost.be In 1994 werd een akkoord bereikt met DE POST opdat elke kandidaat-bijzitter ( of ander lid) van een kiesbureau, aan wie een ter post aangetekende brief wordt geadresseerd en die op zijn woonplaats afwezig is tijdens deze postbedeling, verwittigd zou worden met een kaart ( model 227 BKieswet) die in zijn brievenbus wordt gedeponeerd om deze brief af te halen op de gemeente.

Deze maatregel is bestemd om het absenteïsme te voorkomen in de stembureaus en om deze bureaus tijdig te kunnen samenstellen.

Deze maatregel is een bijkomend hulpmiddel en sluit geen enkele andere mogelijkheid uit voor de gemeenten, dit na overleg met de plaatselijke hoofdontvanger van het postkantoor. Dit betekent dat de aanwijzing van de leden van de kiesbureaus niet-aangetekend kan geschieden, indien het hoofdbureau en de gemeente dit meer opportuun achten. Verwittig de postontvanger van de gekozen maatregel. b. Verkiezingsdrukwerk. De voorwaarden inzake het verkiezingsdrukwerk zijn te bekomen op de website die speciaal voor de verkiezingen werd opgericht : www.bpost/verkiezingen.be.

Ik vestig er de aandacht op dat het laatste verkiezingsdrukwerk uiterlijk de woensdag vóór de datum van de verkiezingen moeten afgegeven worden. c. Formaat oproepingsbrieven. Teneinde te kunnen genieten van het portvrijdom dient de aanduiding « Kieswet-portvrijdom-NMBS-code... » te worden vermeld in de rechtse bovenhoek op de voorzijde van de enveloppe. Deze is in het formaat DL (of US).

Met het oog op het optimaliseren van de verwerking en de tijdige door de wet voorziene distributie van de oproepingsbrieven, raadt bpost aan de volgende voorwaarden in acht te nemen :

Afmetingen

DL (L 220 x H 110 mm), alternatief : US (L 210 x H 99) A5 formaat (L210 x H148) of groter te vermijden.

Gewicht

minimum 160 g/m2

Type papier

alle types, BEHALVE glanzend, silk, kalk, transparent, blinkend, gevernist, gelakt of gesatineerd papier, evenals elke vorm van gerecycleerd papier

Plaats adres

- evenwijdig met de grootste afmeting van de zending; - in een zone van 15 mm vanaf de rechterrand en 55 mm vanaf de bovenrand en 30 mm van de onderrand; - Het adres moet het postnummer van de plaats van de bestemming vermelden.

Deze voorwaarden zijn tevens zijn opgenomen zijn op de volgende website : http://www.bpost/verkiezingen-elections/site/nl/gemeente/02-nationale.html Voor wat betreft de enveloppe, raadt bpost aan de volgende voorwaarden in acht te nemen :

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De oproepingsbrief en de verklarende brochure worden in een enveloppe gestoken.

Er bestaat mogelijkheid om deze enveloppe vooraf te laten valideren.

Deze validatie dient natuurlijk te gebeuren alvorens deze enveloppen te laten drukken.

In dit geval dient er een PDF-document van het ontwerp te worden verzonden naar : customer.operations@bpost.be. Opgelet, dit e-mailadres dient enkel gebruikt te worden voor vragen tot validatie van de lay-out.

Voor alle andere vragen kan steeds contact opgenomen worden met de verkiezingscel van BPOST op het nummer 02/276 65 00 (van 8.30 u tot 17.00 u) of via email op verkiezingen@bpost.be 7. Aanwijzing van de getuigen. De kandidaten kunnen, in hun akte van bewilliging, een getuige en een plaatsvervangend getuige aanduiden om de zittingen van het hoofdbureau bij te wonen (artikel 23, § 6, BGKWB).

Vijf dagen vóór de verkiezing kunnen de kandidaten zoveel getuigen en zoveel plaatsvervangende getuigen aanwijzen als er stembureaus voor de gemeenteraadsverkiezingen zijn (art. 25 BGKWB- formulier T1).

De ontvangst van de aanwijzing van deze getuigen gebeurt bij de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau op dinsdag 9 oktober 2012 tussen 14 en 16 uur (art. 22, vierde lid en art. 25 BGKWB).

Niemand mag als getuige worden aangewezen, indien hij geen gemeenteraadskiezer is in het administratief arrondissement (art. 25 BGKWB).

De kandidaten beslissen voor iedere getuige in welk stembureau hij tijdens de hele duur van de verrichtingen zijn opdracht zal vervullen.

Zij geven hiervan zelf kennis aan de door hen aangewezen getuigen.

Deze kennisgeving wordt medeondertekend door de voorzitter van het hoofdbureau (formulier T3).

De getuigen die kiezer zijn in een andere gemeente moeten van hun hoedanigheid van gemeenteraadskiezer doen blijken door overlegging, hetzij van de oproepingsbrief voor de verkiezingen in hun gemeente, hetzij van een uittreksel uit de kiezerslijst.

De kandidaten kunnen als getuige of als plaatsvervangend getuige worden aangewezen, maar de functie van minister, staatssecretaris, parlementslid, burgemeester, schepen en OCMW-voorzitter zijn niet verenigbaar met de functie van getuige in een stembureau of hoofdbureau.

Kandidaten die tezamen zijn voorgedragen, mogen slechts één getuige en één plaatsvervangend getuige per stembureau aanwijzen.

Indien meer dan één getuige voor een zelfde bureau en voor een zelfde lijst zijn voorgedragen, weert het hoofdbureau de boventallige getuigen door middel van lotingen, waarbij deze eventueel voor andere bureaus worden aangewezen.

De voorzitter van het hoofdbureau geeft hen daarvan dadelijk bericht (formulier T4). De lotingen geschieden onmiddellijk na het verstrijken van de termijn die voor het in ontvangst nemen van de getuigenaanwijzingen is gesteld, ongeacht het aantal aanwezige leden (formulier T2).

III. KANDIDATUREN 1. Bericht en rol van de voorzitter.a. Bericht.(formulier A1) De voorzitter van het hoofdbureau is gehouden ten minste drieëndertig dagen vóór de stemming (dinsdag 11 september 2012) een bericht af te kondigen, waarin wordt vermeld (art. 22 BGKWB) : 1° Plaats, dagen en uren waarop hij de voordrachten van kandidaten zal in ontvangst nemen.Overeenkomstig artikel 22 van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek, moeten deze verplicht ontvangen worden op zaterdag 15 september 2012 of op zondag 16 september 2012 (29e en 28e dag vóór de stemdag), tussen 13 en 16 uur. 2° Dat de aanwijzing van getuigen voor de stembureaus van de gemeenten op dinsdag 9 oktober 2012, vijfde dag vóór de stemming, tussen 14 en 16 uur, zal geschieden (art.22, vierde lid BGKWB). 3° Het recht voor de kandidaten, om overeenkomstig artikel 23, § 6, van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek, in hun verklaring van bewilliging een getuige en een plaatsvervangend getuige aan te wijzen om de in de artikelen 26 tot 30 van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek bedoelde zittingen van het hoofdbureau bij te wonen. Kandidaten kunnen voor deze verrichtingen ook getuigen zijn, maar de functie van minister, staatssecretaris, parlementslid, burgemeester, schepen en OCMW-voorzitter zijn niet verenigbaar met de functie van getuige in een stembureau of hoofdbureau.

Dat bericht en de onderrichtingen die er bij gaan geven de voorwaarden op, waaronder die voordrachten en aanwijzingen moeten geschieden.

Hierbij dient te worden opgemerkt dat het woord « of » in artikel 22 van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek betekent dat de kandidaten de keuze hebben om hun voordrachtsakte ofwel op zaterdag ofwel op zondag aan de voorzitter van het hoofdbureau af te geven. De voorzitter moet evenwel op beide dagen ter beschikking van de kandidaten staan om deze akten in ontvangst te nemen.

De voordracht (formulieren C1 en C3) wordt aan de voorzitter van het hoofdbureau overhandigd tegen ontvangstbewijs door één van de drie ondertekenaars die de kandidaten daartoe hebben aangewezen in hun akte van bewilliging of door één van de twee kandidaten die daartoe zijn aangewezen door de aftredende gemeenteraadsleden.

De kandidatenlijsten kunnen door de partijen of door de indieners van de lijsten ingebracht worden via de sofware die door het Gewest ter beschikking wordt gesteld. In dit geval moeten ze over een « login » en een « password » beschikken om deze handeling uit te voeren. De informatie terzake zal worden opgenomen in de specifieke onderrichtingen. b. Rol van de Voorzitter. De voorzitter van het hoofdbureau neemt de voordrachten van de kandidaten in ontvangst. De akten van voordracht en bewilliging worden opgesteld op formulieren die ter besckikking zijn gesteld door de Regering en gepubliceerd zijn in het Belgisch Staatsblad conform artikel 23, § 8, BGKWB. Deze formulieren zijn in bijlage van het Besluit van 19 april 2012 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de voordracht en bewilliging van kandidaten bij de gemeenteraadsverkiezingen (Belgisch Staatblad van 4 mei 2012).

Het behoort de voorzitter van het hoofdbureau toe om de kiezer of kandidaat die de akte indient, te wijzen op alle gebreken die hij terzake vaststelt.

De voorzitter van het hoofdbureau mag de indieners op geen enkele wijze de geldigheid van de voordrachten verzekeren. Hij mag hen wel wijzen op onregelmatigheden of ontbrekende elementen die hij zou vaststellen bij de overhandiging. Indien kiezers of kandidaten bijvoorbeeld een lijst zouden indienen zonder daartoe gemachtigd te zijn, kan hij hun aandacht vestigen op het feit dat ze hun akte dienen te regulariseren. De voorzitter is daartoe echter niet verplicht. De voorzitter van het hoofdbureau wordt evenzo uitgenodigd om te wijzen op een ontbrekend rijksregisternummer bij de indiening van de voordracht.

De voorzitter mag niet weigeren een tijdig ingediende akte van voordracht of bewilliging in ontvangst te nemen, zelfs indien deze manifeste gebreken vertoont.

De voorzitter overhandigt in elk geval een bewijs van ontvangst van de akten aan de hand van het formulier C5. Indien een afzonderlijke akte van bewilliging van kandidaatstelling wordt ingediend alvorens de akte van voordracht is ingediend, wijst de voorzitter de betrokken kandidaten erop dat hun bewilliging voortijdig is, zonder evenwel de ontvangst ervan te weigeren. Indien de kandidaten evenwel van oordeel zijn dat geen nieuwe indiening vereist is, beperkt de voorzitter zich ertoe in het ontvangstbewijs vast te stellen dat de akte is ingediend door « Mevr./Dhr. .... die verklaren voorgedragen te zijn als kandidaten voor ...., door Mevr./Dhr. ... en konsoorten ».

Enkel het regelmatig samengesteld hoofdbureau is gemachtigd om te beslissen over de geldigheid van de akten van voordracht of bewilliging van de kandidaten. In het stadium van de indiening van de kandidaturen behoort het de voorzitter van het hoofdbureau niet toe om de wettigheid van de ingediende akten na te gaan. Deze taak wordt immers verricht door het verenigd bureau op de vergadering van 17 september.

De kandidaten en kiezers die de voordrachten hebben ingediend, kunnen ter plaatse kennis nemen van deze akten en schriftelijk hun opmerkingen meedelen aan het hoofdbureau. Ze kunnen dit recht uitoefenen op de 29e, 28e en 27e dag vóór de verkiezingen, zijnde op zaterdag 15 september 2012, van 13 tot 16 uur, zondag 16 september 2012, van 13 tot 18 uur en maandag 17 september 2012, van 13 tot 16 uur. De akten mogen op geen enkele wijze gewijzigd of aangepast worden. 2. Akte van voordracht en akte van bewilliging. De Regering heeft formulieren van akten van voordracht (C1 en C3) en bewilliging (C2 en C4) vastgesteld. De akten van voordracht of bewilliging mogen in het Nederlands of in het Frans ingediend worden. a. Akte van voordracht. De akte van voordracht is ingedeeld in 6 punten : - Onverkiesbaarheid; - Letterwoord of logo; - Gegevens betreffende de kandidaten; - Taalaanhorigheid; - Handtekeningen; - De vermelding dat de niet-Belgische kandidaten van de Europese Unie bij hun akte van bewilliging een verklaring dienen te voegen (infra punt 42). 1° Onverkiesbaarheid. In het formulier van de akte van voordracht worden de redenen van niet-verkiesbaarheid herhaald.

Om te kunnen verkozen worden, moet men kiezer zijn.

Zijn niet verkiesbaar : - 1° zij die door veroordeling ontzet zijn uit het recht om gekozen te worden; - 2° de onderdanen van de lidstaten van de Europese Unie, andere dan België, die, ten gevolge van een individuele burgerrechtelijke of een strafrechterlijke beslissing in hun Staat van herkomst ontheven zijn van het recht om gekozen te worden krachtens het recht van die Staat; - 3° zij die, onverminderd de toepassing van de bepalingen vermeld in 1° en 2°, veroordeeld zijn, zelfs met uitstel, wegens één van de in de artikelen 240, 241, 243 en 245 tot 248 van het Strafwetboek omschreven misdrijven, gepleegd in de uitoefening van een gemeenteambt;deze onverkiesbaarheid eindigt twaalf jaar na de veroordeling.

Deze artikelen van het Strafwetboek voorzien gevangenisstraffen en geldboeten voor verduisteringen die zijn gepleegd door openbare ambtenaren, alsmede voor omkoping van openbare ambtenaren. - 4° zij die veroordeeld zijn wegens overtredingen bedoeld in de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme en xenofobie ingegeven daden of op grond van de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de tweede wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistisch regime is gepleegd; - 5° zij die, onverminderd de toepassing van de bepalingen in het 1° en 2°, bestuurder zijn of geweest zijn van een vereniging die, zelfs met uitstel, is veroordeeld voor een van de overtredingen bedoeld in de wet van 30 juli 1981 of de wet van 23 maart 1995; - 6° de onderdanen van een staat die geen lidstaat is van de Europese Unie.

De onverkiesbaarheid bedoeld in de punten 4° en 5° geldt voor de 6 jaar die op de opgelopen veroordeling volgen. 2° Letterwoord of logo. De voordracht vermeldt welk letterwoord, bestaande uit ten hoogste tweeëntwintig karakters, of logo boven de kandidatenlijst moet komen op het stemscherm. Een zelfde letterwoord kan worden gesteld, hetzij in een enkele nationale taal, hetzij vertaald in een andere nationale taal, hetzij in een nationale taal samen met de vertaling in een andere nationale taal (artikel 22bis van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek).

Bepaalde letterwoorden en logo's zijn verboden, andere beschermd.

De lijst van de verboden letterwoorden en logo's zal bekendgemaakt worden ten laatste in het Belgisch Staatsblad van vrijdag 31 augustus.

Deze lijst zal u meegedeeld worden als bijlage bij de kennisgeving van de beschermde letterwoorden en logo's.

U weigert ambtshalve het gebruik van ieder letterwoord met de vermelding « LB » of « burgemeester » door een lijst waarop de uittredend burgemeester van de betreffende gemeente niet voorkomt. De lijst van de uittredende burgemeesters van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad zal u meegedeeld worden als bijlage bij de kennisgeving van de beschermde letterwoorden en logo's.

Met het oog op de bescherming van de letterwoorden en logo's van de politieke partijen die hun letterwoorden of logo's hebben laten beschermen op grond van artikel 22bis van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek, zal de Regering de voorzitters van de hoofdbureaus de gemeenschappelijke volgnummers meedelen die aan de partijen die een akte tot aanvraag van bescherming voor hun letterwoord of logo hebben neergelegd, zijn toegekend, alsook de aan de verscheidene nummers voorbehouden letterwoorden of logo's, de naam, voornamen en het adres van de door de politieke partijen op het niveau van het administratief arrondissement aangewezen personen (of van hun plaatsvervangers) die alleen gemachtigd zijn de kandidatenlijsten voor echt te erkennen.

Kandidaten die gebruik willen maken van een beschermd letterwoord of logo moeten bij hun voordracht een getuigschrift voegen van de door de politieke partij op het niveau van het administratief arrondissement aangewezen persoon (of van zijn plaatsvervanger); indien dergelijk getuigschrift ontbreekt, dan weigert de voorzitter van het hoofdbureau ambtshalve het gebruik van het beschermd letterwoord of logo of gemeenschappelijk volgnummer.

De kandidatenlijsten kunnen tevens het gemeenschappelijk volgnummer dragen dat gegeven werd aan een politieke partij die vooraf haar letterwoord of logo heeft laten beschermen op gewestelijk niveau, en dit zelfs indien de op gemeentelijk niveau neergelegde lijst niet of slechts gedeeltelijk het letterwoord of logo dat op gewestelijk niveau beschermd is gebruikt. De lijst waarvan het letterwoord of logo verschilt van hetgene beschermd is op gewestelijk niveau maar die hetzelfde gemeenschappelijk volgnummer wenst te dragen die eraan werd toegekend moet bij de voordracht van de kandidaten een verklaring bijvoegen van de terbeschikkingstelling van het gemeenschappelijk volgnummer. Deze verklaring moet opgesteld zijn door de persoon die op het niveau van het administratief arrondissement aangeduid is door de politieke partij aan wie het gemeenschappelijk volgnummer is toegekend. Het is vanzelfsprekend dat de partij die een gemeenschappelijk volgnummer heeft bekomen dit enkel ter beschikking mag stellen van één enkele lijst per gemeente en er afstand van doet om een lijst neer te leggen die gebruik maakt van het letterwoord of logo dat onderwerp uitmaakt van de bescherming in de gemeenten waar zij het gemeenschappelijk volgnummer ter beschikking gesteld heeft.

De voorzitter van het hoofdbureau is ertoe gehouden elke lijst te weren die gebruik maakt van een letterwoord of logo dat gebruikt werd tijdens de vorige gemeenteraadsverkiezing in de gemeente, zelfs indien deze geen voorwerp uitmaakt van een bescherming of verbod op gewestelijk niveau, indien de lijst niet de toestemming heeft gekregen van twee derden van de tijdens de laatste gemeenteraadsverkiezing verkozen kandidaten voor de lijst die dit letterwoord of logo droeg.

Enkel de lijsten die minstens drie verkozenen hadden tijdens de laatste gemeenteraadsverkiezing vallen onder deze maatregel.

Daarenboven worden enkel de verkozenen die zich als kandidaat voordragen ( op een eender welke lijst) in aanmerking genomen voor de berekening van het nodige aantal handtekeningen. In het kort, men moet rekening houden met 2/3 van de verkozenen die opnieuw kandidaat zijn.

Bijvoorbeeld, indien de lijst tijdens de laatste gemeenteraadsverkiezing 9 verkozenen heeft behaald, maar slechts 7 van deze verkozenen opnieuw voorgedragen worden, moet men de handtekening van minstens 5 van de 7 verkozenen die opnieuw voorgedragen worden bekomen (2/3 van 7 = 4,66; het quotiënt wordt afgerond naar boven aangezien het eerste decimaal hoger of gelijk is aan 5). 3° Gegevens betreffende de kandidaten. Artikel 23, § 2, van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek stelt dat de voordrachtsakte de naam, de voornamen, de geboortedatum, het geslacht, het beroep, het identificatienummer in het register van de natuurlijke personen en de hoofdverblijfplaats van de kandidaten dient te vermelden en, in voorkomend geval, van de kiezers die hen voordragen.

Kandidaten kunnen beslissen om zich op te geven onder een andere benaming dan hun officiële identiteit (artikel 1 van het besluit van 19 april 2012 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de voordracht en bewilliging van kandidaten bij de gemeenteraadsverkiezingen).

Volgende regels moeten in acht genomen worden : - er mag slechts één voornaam worden vermeld, een samengestelde voornaam moet beschouwd worden als één enkele voornaam; - de gekozen voornaam moet, in principe vermeld zijn bij de opsomming van de voornamen in de geboorteakte. - het hoofdbureau mag evenwel, los van de voornoemde gevallen, toestaan dat een kandidaat op het stemscherm wordt vermeld met een naam of voornaam die niet voorkomt bij de opsomming van zijn naam en voornamen zoals zij vermeld worden in zijn geboorteakte of die verschilt van de naam van de echtgenoot of overleden echtgenoot.

Het staat de kandidaten vrij een andere voornaam te kiezen dan hun eerste voornaam, indien die andere voornaam, hun gebruikelijke voornaam is. Hetzelfde geldt voor zijn naam.

In dit geval kan het voorleggen door de betreffende kandidaat van een akte van bekendheid, uitgereikt door de burgemeester of een notaris, waarin wordt vastgesteld dat hij gebruikelijk wordt aangeduid met een andere naam of voornaam dan die welke vermeld worden in zijn geboorteakte, gunstig zijn voor de beslissing van het hoofdbureau.

De afkorting van een voornaam voorkomend in de geboorteakte is eveneens toegelaten (bv. Freddy voor Frederik, Jef voor Jozef). De kandidaat vermeldt zijn volledige voornaam op de kandidatenlijst en verzoekt schriftelijk om vermelding van de afgekorte voornaam op het scherm.

Er dient evenwel opgemerkt te worden dat tegen de beslissingen van het hoofdbureau wat betreft de geldigheid van de kandidaturen geen beroep mogelijk is voor zover de beslissingen geen betrekking hebben op de verkiesbaarheid van de kandidaten.

Krachtens artikel 23, § 2, derde lid, van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek, mag de identiteit van de vrouwelijke kandidaat die gehuwd of weduwe is, voorafgegaan of gevolgd worden door de naam van haar echtgenoot of overleden echtgenoot. 4° Taalaanhorigheid In de gemeenten van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest kan in de voordrachten melding worden gemaakt van de taalaanhorigheid van de kandidaten (artikel 23bis van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek). De taalaanhorigheid van de belanghebbende wordt vastgesteld door een schriftelijke verklaring ondertekend door : 1) hetzij ten minste 100 gemeenteraadskiezers die behoren tot de taalgroep waar de voordracht de belanghebbende bij indeelt;2) hetzij ten minste twee leden van de Brusselse Hoofdstedelijke Parlement, die behoren tot de taalgroep waar de voordracht de belanghebbende bij indeelt;3) hetzij ten minste twee aftredende gemeenteraadsleden, die behoren tot de taalgroep waar de voordracht de belanghebbende bij indeelt, voor zover de taalaanhorigheid van deze leden werd vastgesteld, overeenkomstig de bepalingen van dit artikel. Voor de toepassing van het eerste geval wordt de taalaanhorigheid van de gemeenteraadskiezers bepaald door de taal waarin hun identiteitskaart opgemaakt is, of, wanneer zij in twee talen is opgemaakt, door de taal van de specifieke vermeldingen die erop aangebracht zijn. 5° Handtekeningen Volgens de bepalingen van artikel 23, § 1, van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek moeten de voordrachten van kandidaten ondertekend worden hetzij door ten minste twee aftredende gemeenteraadsleden, hetzij door een bepaald aantal kiezers dat afhangt van het bevolkingscijfer van de gemeente.De kandidaten mogen behoren tot de ondertekenaars van de hen betreffende akte.

In de gemeenten van 20.000 inwoners en meer, moet de voordrachtsakte ondertekend worden door ten minste 100 gemeenteraadskiezers. In alle gemeenten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is dit het geval.

Het besluit van de Regering van 15 maart 2012 stelt per gemeente de bevolkingscijfers op 31 december 2011 vast.

In uitvoering van voormeld besluit, wordt het aantal raadsleden en schepenen in elke Brusselse gemeente vastgesteld als volgt :

Gemeenten

Aantal inwoners op 31 december 2011

Klasse

Schepenen

Raadsleden

ANDERLECHT

110.943

22

9

47

BRUSSEL

165.048

23

9

49

ELSENE

83.295

20

8

43

ETTERBEEK

45.408

16

7

35

EVERE

36.938

15

7

33

GANSHOREN

23.353

12

6

27

JETTE

48.755

16

7

35

KOEKELBERG

20.583

12

6

27

OUDERGEM

31.904

14

7

31

SCHAARBEEK

126.393

22

9

47

SINT-AGATHA-BERCHEM

22.876

12

6

27

SINT-GILLIS

48.940

16

7

35

SINT-JANS-MOLENBEEK

93.279

21

8

45

SINT-JOOST-TEN-NODE

26.902

13

6

29

SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE

51.688

17

8

37

SINT-PIETERS-WOLUWE

39.949

15

7

33

UKKEL

79.498

19

8

41

VORST

52.741

17

8

37

WATERMAAL-BOSVOORDE

24.288

12

6

27


Een kiezer mag niet meer dan één voordracht voor dezelfde verkiezing ondertekenen (art. 24, tweede lid, van het BGKWB). De kiezer die dit verbod overtreedt is strafbaar met een gevangenisstraf van acht tot vijftien dagen en met een geldboete van 130 tot 1.000 euro. Wanneer de ondertekenaars op de lijst van de kiezers van de gemeente als kiezer voorkomen, mag het bureau hun hoedanigheid van kiezer niet betwisten. 6° Het begrip lijst De bewilligende kandidaten van wie de namen voorkomen op eenzelfde voordracht, worden geacht een enkele lijst te vormen.De akte van voordracht van de kandidaten geeft de volgorde aan waarin de kandidaten worden voorgedragen. Eén enkele voordrachtsakte volstaat voor alle kandidaten die samen één enkele lijst vormen. De volgorde waarin de kandidaten gerangschikt zijn in de akte, bepaalt ook de volgorde waarin ze vermeld worden op het stemscherm. Op eenzelfde lijst mogen niet meer kandidaten voorkomen dan er raadsleden te kiezen zijn (art.23, § 9, BGKWB). Het aantal te kiezen raadsleden is bepaald in het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 15 maart 2012 houdende rangschikking van de gemeenten in uitvoering van artikel 5, eerste lid, van de nieuwe gemeentewet. Deze aantallen zijn vermeld in de tabel onder punt 5°.

Krachtens artikel 27 van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek mag een kandidaat niet voorkomen op meer dan één lijst voor eenzelfde verkiezing. De bewilligende kandidaat die deze verbodsbepaling overtreedt, is strafbaar met een gevangenisstraf van acht tot vijftien dagen en met een geldboete van 130 tot 1.000 euro. Zijn naam wordt geschrapt van alle lijsten waarop hij voorkomt. 7° Man- vrouwpariteit op de lijst Inzake pariteit dient rekening gehouden te worden met 2 regels (art.23, § 9, tweede en derde lid, BGKWB) : - Op elk van de kandidatenlijsten voor de gemeenteraadsverkiezingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, mag het verschil tussen het aantal kandidaten per geslacht niet hoger zijn dan één. - De eerste twee kandidaten op elke lijst moeten van een verschillend geslacht zijn.

De andere plaatsen op de lijst moeten ingenomen zijn door een gelijk aantal mannen en vrouwen. De verdeling tussen mannelijke en vrouwelijke kandidaten is vrij (geen verplichting om afwisselend een man en een vrouw in de lijst op te nemen), maar er dient steeds rekening gehouden te worden met de algemene regel dat op elke lijst het verschil tussen het aantal kandidaten per geslacht niet hoger mag zijn dan één.

De berekening gebeurt dus voor de lijst als geheel. Ook voor onvolledige kandidatenlijsten geldt deze algemene regel (50% vrouwen - 50% mannen), evenals de regel dat eerste twee kandidaten op de lijst niet van hetzelfde geslacht mogen zijn.

In geval van niet-naleving van de bepalingen inzake gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen op de kandidatenlijsten, weigert het hoofdbureau de lijst in haar geheel bij het voorlopig afsluiten van de kandidatenlijsten.

In dat geval is het nog mogelijk een gecorrigeerde lijst in te dienen.

In geval van een inbreuk op beide bovengenoemde punten (6° en 7° ), is de volledige akte ongeldig en dient ze geweigerd te worden. Om te oordelen of er sprake is van onregelmatigheid, dient het bureau enkel de kandidaten in aanmerking te nemen die regelmatig bewilligd hebben en eventueel rekening te houden met ambtshalve gedane schrappingen zo er meervoudige kandidaturen zijn.

In bovenvermelde gevallen dient na de voorlopige vaststelling een verbeteringsakte ingediend te worden. b. Akte van bewilliging. Voorgedragen kandidaten bewilligen hun kandidaatstelling door een gedateerde en ondertekende schriftelijke verklaring, die tegen ontvangstbewijs overhandigd wordt aan de voorzitter van het hoofdbureau binnen de gestelde termijn voor het indienen van de voordrachtsakte. 1° Letterwoord of logo. In de akte van bewilliging wordt het letterwoord of logo dat de lijst vertegenwoordigd vermeld. De kandidaten van een lijst van een partij die haar letterwoord of logo heeft laten beschermen kunnen, in hun verklaring van bewilliging, beslissen geen gebruik te maken van het gemeenschappelijk volgnummer dat is toegekend aan deze partij, niettegenstaande ze toch het letterwoord ervan gebruiken. De lijst moet uiteraard beschikken over de verklaring opgesteld door de persoon aangeduid door de partij om te verklaren dat de kandidatenlijst wel degelijk erkend is door deze partij. (art.23, § 3, BGKWB). 2° Verklaringen. In hun verklaring van bewilliging, moeten de kandidaten zich ertoe verbinden, bij de verkiezingen en gedurende hun mandaat, de democratische beginselen van een rechtsstaat en de rechten en vrijheden die zijn ingeschreven in de Grondwet, in het Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden van 4 november 1950 en in het Internationaal Verdrag inzake de Burgerrechten en Politieke Rechten van 19 december 1966, te eerbiedigen.

De kandidaten dienen zich er ook toe te verbinden de wetsbepalingen inzake de beperking en controle van de verkiezingsuitgaven na te leven en deze uitgaven schriftelijk aan te geven met het oog op de indiening van deze aangifte bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg van Brussel, binnen dertig dagen na de datum van de verkiezingen, met inachtneming van de vertrouwelijkheid van de identiteit van de particuliere schenkers (art. 23, § 7, BGKWB).

De lijstaanvoerder moet bovendien, binnen dertig dagen na de datum van de verkiezingen, de uitgaven voor de verkiezingspropaganda van de lijst aangeven. Hij verbindt er zich tevens toe de herkomst van de geldmiddelen aan te geven met inachtneming van de vertrouwelijkheid van de identiteit van de particuliere schenkers.

De hoofdgetuige van de lijst of de daartoe door de lijst gemandateerde persoon verzamelt de aangiften van de verkiezingsuitgaven van elke kandidaat en van de lijst en dient ze in, binnen dertig dagen na de datum van de verkiezingen bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg van Brussel. 3° Handtekeningen. In de akte van bewilliging is het vooral van belang dat de kandidaten ondertekenen naast hun naam.

In het formulier van voordrachtsakte wordt het rijksregisternummer van de kandidaten vermeld. Dit nummer is vereist voor de elektronische schermopmaak. Indien dit nummer ontbreekt, moet de voorzitter van het hoofdbureau de indiener hierop wijzen en hem vragen dit nummer toe te voegen. 4° Indieners. Indien de kandidaten worden voorgedragen door kiezers, dan worden in de akte van bewilliging drie ondertekenaars aangewezen die gemachtigd zijn om de akte van voordracht te overhandigen aan de voorzitter van het hoofdbureau. Indien de kandidaten voorgedragen werden door ten minste twee uittredende gemeenteraadsleden, wordt de voordracht ingediend door één van de twee kandidaten die daartoe zijn aangewezen door voornoemde gemeenteraadsleden. 5° Getuigen. De kandidaten kunnen in de akte van bewilliging een getuige-titularis en een plaatsvervangend getuige aanwijzen om te deel te nemen aan de zittingen van het hoofdbureau tijdens de verrichtingen bedoeld in de artikelen 26 tot 30 van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek. Indien bepaalde kandidaten in afzonderlijke verklaringen van bewilliging verschillende personen hebben aangewezen, komen alleen de aanwijzingen ondertekend door de eerste kandidaat in de volgorde van de voordracht in aanmerking. De getuigen hebben het recht hun opmerkingen in de processen-verbaal te doen opnemen (infra). 6° Verklaring van Europese vreemdelingen. De niet-Belgische kandidaten van de Europese Unie voegen bij de akte van bewilliging van hun kandidaatstelling een individuele geschreven en ondertekende verklaring waarin ze hun nationaliteit en het adres van hun hoofdverblijfplaats vermelden en waarin ze verklaren : 1) dat zij in een lokale basisoverheid van een andere lidstaat van de Europese Unie geen ambt of mandaat uitoefenen dat gelijkwaardig is aan dat van gemeenteraadslid, schepen of burgemeester;2) dat zij in een andere lidstaat van de Europese Unie geen functies uitoefenen die gelijkwaardig zijn met die welke worden bedoeld in artikel 71, eerste lid, 1° tot 8°, van de nieuwe gemeentewet;3) dat zij op de datum van de verkiezing niet ontheven of geschorst zijn van het verkiesbaarheidsrecht in hun Staat van herkomst. In geval van twijfel over de verkiesbaarheid van de kandidaat, meer bepaald na kennisname van zijn verklaring, kan de voorzitter van het hoofdbureau eisen dat deze kandidaat een attest van de bevoegde overheden van zijn Staat van herkomst indient waarin verklaard wordt dat hij, op de datum van de verkiezing, niet ontheven of geschorst is van het verkiesbaarheidsrecht in deze Staat, of dat deze overheden daarvan niets bekend is. 3. Voorlopige afsluiting van de kandidatenlijsten. Op maandag 17 september 2012, 27e dag vóór de stemming om 16 uur, vergadert het hoofdbureau voor de eerste maal in elke gemeente, op bijeenroeping van zijn voorzitter, om uitspraak te doen over de voordracht van kandidaten.

Het bureau onderzoekt achtereenvolgens de regelmatigheid van de voordrachtsakte en de verkiesbaarheid van de kandidaten. a. Getuigen. De getuigen, aangeduid op grond van artikel 23, § 6, van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek worden op deze vergadering toegelaten.

Het bureau mag slechts één effectief en één plaatsvervangend getuige voor iedere lijst en voor elke alleenstaande kandidaat toelaten en mochten kandidaten, in afzonderlijke bewilligingsakten, verschillende personen aangewezen hebben, zo worden alleen in aanmerking genomen de aanwijzingen, ondertekend door de kandidaat die in de orde van voordracht de eerste staat.

De kandidaten kunnen als getuige of als plaatsvervangend getuige worden aangewezen maar de ambten van minister, staatssecretaris, parlementslid, burgemeester, schepen en OCMW-voorzitter zijn onverenigbaar met een functie als getuige (art. 25 BGKWB).

De getuige, die kiezer is in een andere gemeente van het administratief arrondissement, moet zijn hoedanigheid van gemeenteraadskiezer laten blijken door het overleggen van een uittreksel uit de kiezerslijst; normaliter is hij nog niet in het bezit van de oproepingsbrief voor de verkiezingen in zijn gemeente, stuk dat anders volstaat.

Er dient te worden opgemerkt dat, de getuigen, die toegelaten zijn om in het hoofdbureau te zetelen, enkel op de zittingen van dit bureau mogen aanwezig zijn bij de verrichtingen, bedoeld in de artikelen 26 tot 30 van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek en dat het hun dienvolgens verboden is tussen te komen in de verrichtingen van de voorzitter teneinde de uitvoering der beslissingen van het bureau te verzekeren. b. Onderzoek omtrent de regelmatigheid van de voordrachtsakten. Het hoofdbureau moet de voordrachtsakten bij de voorlopige afsluiting grondig onderzoeken. Het bezit daarvoor immers al de nodige gegevens en de kandidaten mogen na de voorlopige afsluiting, verbeterings- of aanvullingsakten indienen. De artikelen 26 tot 26septies van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek zijn van toepassing, alsook de artikelen 125, tweede en derde lid, en 125bis, 125ter en 125quater van het Kieswetboek, mits de aanpassingen die bepaald zijn in artikel 26octies van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek De bepalingen van de artikelen 26 tot 26septies zijn als volgt :

Art. 26.§ 1. De kandidaten en de kiezers die de voordrachten van kandidaten hebben ingeleverd, mogen ter plaatse inzage nemen van alle ingediende voordrachten en schriftelijk hun opmerkingen aan het hoofdbureau meedelen.

Dit recht kan uitgeoefend worden gedurende de termijn bepaald voor de inlevering van de voordrachten en gedurende twee uren na het verstrijken van die termijn. Het kan ook nog uitgeoefend worden de zevenentwintigste dag vóór de stemming, van 13 tot 16 uur.

Na het verstrijken van deze termijn sluit het hoofdbureau de kandidatenlijsten voorlopig af. § 2. Met uitzondering van de leeftijdsvereiste, die moet vervuld zijn op de datum van de verkiezing, moet aan de verkiesbaarheidsvereisten voldaan zijn vanaf de dag waarop de lijst van de gemeenteraadskiezers wordt opgemaakt met toepassing van de artikelen 3, 6 of 77, tweede lid.

Het hoofdbureau wijst de kandidaten af die niet de hoedanigheid van kiezer bezitten. Het wijst ook niet-Belgische kandidaten van de Europese Unie af die bij hun akte van bewilliging niet de verklaring en, in voorkomend geval, evenmin het bewijs gevoegd hebben die bedoeld zijn in artikel 23, § 4, eerste en tweede lid.

Het hoofdbureau wijst eveneens de lijsten af die niet hebben voldaan aan de bepalingen van artikel 23, § 9 alsook de lijsten waarvan de letterwoorden en logo's niet voldoen aan de bepalingen van artikel 22bis.

Wanneer vastgesteld wordt dat de voorwaarden gesteld in artikel 23bis, § 2, niet vervuld zijn, gaat het hoofdbureau over tot het weglaten van de vermelding van de taalaanhorigheid.

Art. 26bis.Wanneer het hoofdbureau de voordracht van bepaalde kandidaten onregelmatig verklaart, worden de redenen van die beslissing in het proces-verbaal opgenomen en onmiddellijk wordt een uittreksel hieruit, met de woordelijke opgave van de aangevoerde redenen, bij aangetekende brief toegezonden aan de kiezer of de kandidaat die de akte waarop de afgewezen kandidaten voorkomen heeft ingeleverd.

Is de inlevering door twee of drie ondertekenaars gedaan dan wordt de brief gericht aan de indiener, die als eerste is aangewezen in de voordrachtsakte als het gaat over een voordracht van kandidaten door uittredende gemeenteraadsleden, of aan degene die als eerste is aangewezen in de akte van bewilliging als het gaat over een voordracht van kandidaten door kiezers.

Wanneer de onverkiesbaarheid van een kandidaat als reden is aangevoerd, wordt het uittreksel uit het proces-verbaal op dezelfde wijze ook aan die kandidaat gestuurd.

Art. 26ter.Zij die de aanvaarde of afgewezen lijsten hebben ingeleverd of, bij hun ontstentenis, een van de erop voorkomende kandidaten kunnen de zesentwintigste dag vóór de stemming, tussen 13 en 15 uur, op de plaats aangewezen voor het inleveren van de voordrachten, bij de voorzitter van het hoofdbureau tegen ontvangbewijs een met redenen omkleed bezwaarschrift tegen de aanvaarding van bepaalde kandidaturen indienen.

De voorzitter van het hoofdbureau geeft aan de kiezer of de kandidaat die de betwiste voordracht heeft ingeleverd, onmiddellijk bij aangetekende brief kennis van het bezwaar, onder vermelding van de aangevoerde redenen. Is de inlevering door twee of drie ondertekenaars gedaan dan wordt de brief gericht aan de indiener, die als eerste is aangewezen in de voordrachtsakte als het gaat over een voordracht van kandidaten door uittredende gemeenteraadsleden, of aan degene die als eerste is aangewezen in de akte van bewilliging als het gaat over een voordracht van kandidaten door kiezers.

Wanneer de verkiesbaarheid van een kandidaat wordt betwist, wordt ook hij op dezelfde wijze daarover rechtstreeks ingelicht.

Art. 26quater.Indien het hoofdbureau bij het voorlopig afsluiten van de kandidatenlijst bepaalde kandidaten wegens onverkiesbaarheid afgewezen heeft of indien een bezwaarschrift, gegrond op de onverkiesbaarheid van een kandidaat, overeenkomstig artikel 26ter is ingediend, verzoekt de voorzitter van het hoofdbureau schriftelijk het gemeentebestuur van de woonplaats van de kandidaat hem terstond per aangetekende expresbrief toe te zenden een voor eensluidend verklaard afschrift van of uittreksel uit alle stukken die dat bestuur in zijn bezit heeft en die omtrent de verkiesbaarheid van de kandidaat nadere aanwijzingen kunnen verschaffen.

Indien de kandidaat zijn woonplaats niet sedert ten minste vijftien dagen in de gemeente heeft en zijn de stukken waaruit onverkiesbaarheid kan blijken, nog niet bij het gemeentebestuur ingekomen, dan zendt deze laatste de schriftelijke uitnodiging van de voorzitter van het hoofdbureau door aan het gemeentebestuur van de vorige woonplaats.

De voorzitter kan, indien hij het dienstig acht, andere onderzoekingen instellen zowel over de verkiesbaarheid van de betrokken kandidaten als over de andere aangevoerde onregelmatigheden.

Alle stukken die ter uitvoering van dit artikel worden aangevraagd, worden kosteloos afgegeven.

Art. 26quinquies.Zij die de aanvaarde of afgewezen lijsten hebben ingeleverd, of, bij hun ontstentenis, een van de erop voorkomende kandidaten kunnen de vierentwintigste dag vóór de stemming, tussen 14 en 16 uur, op de plaats aangewezen voor het inleveren van de voordrachten, bij de voorzitter van het hoofdbureau tegen ontvangbewijs een memorie indienen tot betwisting van de onregelmatigheden waarmee bij het voorlopig afsluiten van de kandidatenlijst rekening is gehouden of die de dag na die afsluiting ingeroepen zijn. Wanneer de onregelmatigheid gelegen is in onverkiesbaarheid van een kandidaat, kan een memorie worden ingediend met inachtneming van dezelfde regels.

De in het vorige lid bedoelde personen kunnen in voorkomend geval een verbeterings- of aanvullingsakte indienen.

De verbeterings- of aanvullingsakte is alleen dan ontvankelijk wanneer de voordracht ofwel een of meer op de voordracht voorkomende kandidaten afgewezen zijn om een van de volgende redenen : gemis van het vereist aantal regelmatige handtekeningen van voordragende kiezers; te groot aantal kandidaten; gemis van regelmatige bewilliging; 4° geen of onvoldoende vermelding van de naam, de voornamen, de geboortedatum, het beroep, de hoofdverblijfplaats van de kandidaten of van de tot inlevering van de akte gemachtigde kiezers;5° niet-nakoming van de regels omtrent de rangschikking van de kandidaten of de schikking van hun namen;6° niet-nakoming van de regels omtrent de evenwichtige samenstelling van de kandidatenlijsten, bedoeld in artikel 23, § 9, van dit wetboek;7° niet-nakoming van de regels omtrent het letterwoord of logo bedoeld in artikel 22bis. Behalve in het geval bedoeld onder 6° van het voorgaande lid, mag de verbeterings- of aanvullingsakte geen naam van een nieuwe kandidaat bevatten. Behalve in het geval voorzien in 6 ° van het voorgaande lid, mag ze de in de afgewezen akte aangenomen volgorde van voordracht niet wijzigen.

Vermindering van een te groot aantal kandidaat-titularissen of opvolgers is slechts mogelijk, wanneer uit een schriftelijke verklaring van een kandidaat blijkt dat hij zijn bewilligingsakte intrekt.

De nieuwe kandidaten voorgedragen overeenkomstig het derde lid, 6°, moeten de hun aangeboden kandidatuur in een schriftelijke verklaring bewilligen.

De geldige handtekeningen van de voordragende kiezers en van de bewilligende kandidaten, almede de regelmatige vermeldingen in de afgewezen voordracht, blijven van kracht, indien de verbeterings- of aanvullingsakte aanvaard wordt.

Art. 26sexies.Het hoofdbureau vergadert de vierentwintigste dag vóór de stemming te 16 uur.

In voorkomend geval, onderzoekt het de stukken die de voorzitter overeenkomstig de artikelen 26ter, 26quater en 26quinquies van deze ordonnantie ontvangen heeft, en beslist erover na de betrokkenen te hebben gehoord indien zij het verlangen. Het verbetert de kandidatenlijst, indien daartoe grond bestaat, en sluit ze daarna definitief af.

Tot deze vergadering worden enkel toegelaten zij die de lijsten hebben ingeleverd of, bij hun ontstentenis, de kandidaten die een stuk als bepaald bij de artikelen 26ter en 26quinquies hebben overhandigd, alsmede de getuigen door de kandidaten van die lijsten krachtens artikel 23, § 6, van dit wetboek aangewezen.

Indien de verkiesbaarheid van een kandidaat wordt betwist, mogen ook die kandidaat en de indiener van het bezwaar, hetzij persoonlijk, hetzij bij gemachtigde, de vergadering bijwonen. Hun aanwezigheid, hetzij persoonlijk, hetzij bij gemachtigde, is een vereiste voor de ontvankelijkheid van het beroep waarvan sprake is in artikel 26septies van dit wetboek.

Art. 26septies.Wanneer het hoofdbureau een kandidatuur verwerpt wegens onverkiesbaarheid van de kandidaat, wordt hiervan in het proces-verbaal melding gemaakt en, indien de afgewezen kandidaat aanwezig of vertegenwoordigd is, verzoekt de voorzitter de kandidaat of zijn gemachtigde desverlangd op het proces-verbaal een verklaring van beroep te ondertekenen.

Wanneer een bezwaar, gegrond op de onverkiesbaarheid van een kandidaat, afgewezen wordt, dient dezelfde procedure te worden toegepast en de indiener van het bezwaar of zijn gemachtigde wordt verzocht een verklaring van beroep te ondertekenen, indien hij het verlangt.

De aangepaste bepalingen, ingevolge artikel 26octies van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek, van de artikelen 125, derde en vierde lid en de artikelen 125bis, ter en quater zijn als volgt : Art. 125, derde en vierde lid, van Kieswetboek gewijzigd door artikel 26octies van BGKWB. De zaak ingeval wordt van beroep zonder dagvaarding of oproeping voor de eerste Kamer van het hof van beroep van het rechtsgebied gebracht op de twintigste dag vóór de verkiezing, om 10 uur 's morgens, zelfs indien die dag een feestdag is.

Beslissingen van het hoofdbureau die geen betrekking hebben op de verkiesbaarheid van kandidaten, zijn niet vatbaar voor beroep met uitzondering van de beslissingen genomen op grond van artikel 119ter.

Art. 125bis.De drieëntwintigste dag vóór de verkiezing houdt de voorzitter van het hof van beroep zich, tussen 11 en 13 uur, in zijn kabinet ter beschikking van de voorzitters der hoofdbureaus van zijn rechtsgebied, om er uit hun handen te ontvangen een uitgifte van de processen-verbaal houdende de verklaringen van beroep, alsmede alle stukken betreffende de geschillen waarvan de hoofdbureaus kennis hebben gehad.

Bijgestaan door zijn griffier, maakt hij van deze overhandiging akte op.

Art. 125ter.De voorzitter van het hof van beroep brengt de zaak op de rol van een terechtzitting van de eerste kamer van dit hof, die moet plaatshebben op de twintigste dag vóór de verkiezing te 10 uur s morgens, zelfs indien die dag een feestdag is.

De eerste kamer van het hof onderzoekt de zaken van verkiesbaarheid met voorrang boven alle andere.

Ter openbare terechtzitting doet de voorzitter voorlezing van de stukken van het dossier. Hij verleent vervolgens het woord aan de eiser in beroep en eventueel aan de verweerder; dezen mogen zich laten vertegenwoordigen en bijstaan door een raadsman.

Het hof, het advies van de procureur-generaal gehoord, beslist staande de vergadering bij een arrest, dat ter openbare terechtzitting wordt voorgelezen; dit arrest wordt niet betekend aan de betrokkene, maar neergelegd ter griffie van het hof, waar hij er kosteloos inzage van kan nemen.

Het beschikkend gedeelte van het arrest wordt door de zorg van het openbaar ministerie telegrafisch ter kennis van de voorzitter van het betrokken hoofdbureau gebracht ter plaatse door deze aangewezen.

Het dossier van het hof wordt, met een uitgifte van het arrest, binnen acht dagen toegezonden aan de griffier van de vergadering die belast is met het onderzoek van de geloofsbrieven der gekozenen.

Art. 125quater.Tegen de arresten bedoeld in artikel 125ter staat geen rechtsmiddel open. 1° KIESVOORWAARDEN VOOR BELGEN (art.1, § 1, van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek).

Om als Belgische kiezer zijn stem uit te brengen moeten vier voorwaarden vervult zijn : Belg zijn.

De wijze waarop de Belgische nationaliteit werd bekomen speelt geen rol.

De volle leeftijd van 18 jaar hebben bereikt.

Ingeschreven zijn in het bevolkingsregister van een gemeente.

Zich niet bevinden in één van de gevallen van uitsluiting of schorsing, die bepaald worden in de artikelen 6 en 7 van het Kieswetboek.

Van het kiesrecht zijn definitief uitgesloten en tot de stemming mogen niet worden toegelaten zij die levenslang ontzet zijn van de uitoefening van het kiesrecht door veroordeling.

In de uitoefening van het kiesrecht zijn geschorst : de gerechtelijk onbekwaamverklaarden en de personen die onder het statuut van verlengde minderjarigheid zijn geplaatst (artikel 489-515 burgerlijk Wetboek) personen die voor een bepaalde duur ontzet zijn van de uitoefening van het kliesrecht door veroordeling. personen die ter beschikking van de regering werden gesteld onder de vorm van internering voor zolang deze terbeschikkingstelling van de regering duurt.

De voorwaarden 1 en 3 moeten vervuld zijn op de dag dat de kiezerslijst wordt afgesloten (= 1 augustus 2012).

De voorwaarden 2 en 4 moeten vervuld zijn op de dag van de stemming. 2° KIESVOORWAARDEN BETREFFENDE HET STEMRECHT VAN DE NIET-BELGISCHE BURGERS VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN (art. 1bis van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek) Om als Europese burger aan de gemeenteraadsverkiezingen deel te nemen, moet deze aan vijf voorwaarden voldoen : a. Nationaliteit Om te mogen stemmen, moet deze kiezer de nationaliteit hebben van één van de volgende 26 landen : Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Groot-Brittannië, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Zweden, Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije,Tsjechië, Bulgarije en Roemenië. Wie één van deze 26 nationaliteiten bezit, maar daarnaast ook de Belgische wordt beschouwd als Belg en neemt dus deel aan alle Belgische verkiezingen. b. Inschrijving in de registers Daarnaast moet deze kiezer ingeschreven zijn in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar deze persoon in België verblijft.Deze voorwaarden moet ten laatste op 31 juli 2012 vervuld zijn.

De ambtenaren van de Europese Unie en hun gezin worden krachtens een protocolakkoord tussen België en de Europese Unie vermeld en niet ingeschreven in het bevolkingsregister. Voor deze ambtenaren en hun gezin wordt deze vermelding in het bevolkingsregister van de Belgische gemeente waar ze hun hoofdverblijf hebben gelijkgesteld met een inschrijving. c. Zich niet bevinden in één van de gevallen van uitsluiting of schorsing van het stemrecht d.Leeftijd Verder moet deze kiezer, om te mogen stemmen, minstens achttien jaar zijn op 14 oktober 2012, de dag van de verkiezingen. e. Inschrijving op de kiezerslijst Tot slot moet men ingeschreven zijn op de kiezerslijst van de gemeente. De aanvraag tot inschrijving op de kiezerslijst voor de gemeenteraadsverkiezingen dient ook te gebeuren wanneer de Europese burger reeds is opgenomen op de kiezerslijst voor de verkiezing van het Europese Parlement.

De aanvraag tot inschrijving moet ingediend worden bij het gemeentebestuur uiterlijk op 31 juli 2012. Het formulier terzake kan gratis aangevraagd worden bij de gemeente of gedownload worden op de verkiezingswebsite : www.brusselverkiezingen2012.irisnet.be/.

De aanvraag tot inschrijving op de kiezerslijst voor de gemeenteraadsverkiezingen kan niet geschieden tussen 1 augustus 2012 (= datum waarop de kiezerslijst wordt opgesteld) en 14 oktober 2012 (= dag van de stemming). Na deze laatste datum kan terug een aanvraag worden gedaan voor deelname aan de volgende gemeenteraadsverkiezingen in oktober 2018.

In België geldt de stemplicht. Zodra deze kiezer is ingeschreven op de kiezerslijst, is deze dus wettelijk verplicht om op 14 oktober 2012 te gaan stemmen.

Het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, zoals gewijzigd werd door het Verdrag betreffende de Europese Unie, het zogenaamde « Verdrag van Maastricht », erkent in zin artikel 8 B, § 1, voor elke burger van de Unie die in een lidstaat verblijft waarvan hij geen onderdaan is, het actief en passief stemrecht voor gemeenteraadsverkiezingen in de lidstaat waar hij verblijft, onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van die Staat.

Krachtens deze bepaling heeft de Ministerraad van de Europese Unie op 19 december 1994 een richtlijn genomen tot bepaling van die modaliteiten (richtlijn nr. 94/80/EG, bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen nr. L 368/38 van 31 december 1994).

De voormelde richtlijn werd in de Belgische wetgeving omgezet bij de wet van 27 januari 1999 tot wijziging van de wet van 19 oktober 1921 tot regeling van de provincieraadsverkiezingen, van de nieuwe Gemeentewet en van de Gemeentekieswet, en tot uitvoering van de richtlijn van de Raad van de Europese Unie nr. 94/80/EG van 19 december 1994 (Belgisch Staatsblad van 30 januari 1999).

De uitvoeringsbesluiten en de omzendbrief van 25 mei 1999 in kwestie zijn gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 3 juni 1999. Het model van het inschrijvingsformulier is vastgesteld bij ministerieel besluit van 13 januari 2006 (Belgisch Staatsblad van 20 januari 2006). 3° KIESVOORWAARDEN BETREFFENDE HET STEMRECHT VAN DE BURGERS VAN ANDERE LANDEN DAN VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN (art.1ter van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek) a. Inschrijving in de registers De kiezer moet ingeschreven zijn in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar deze persoon in België verblijft.Deze voorwaarden moet ten laatste op 31 juli 2012 vervuld zijn. b. Leeftijd Verder moet deze kiezer, om te mogen stemmen, minstens achttien jaar zijn op 14 oktober 2012, de dag van de verkiezingen.c. Zich niet bevinden in één van de gevallen van uitsluiting of schorsing van het stemrecht.d. Inschrijving op de kiezerslijst Ingeschreven zijn op de kiezerslijst van de gemeente. De aanvraag tot inschrijving moet ingediend worden bij het gemeentebestuur uiterlijk op 31 juli 2012. Het formulier kan gratis aangevraagd worden bij de gemeente of gedownload worden op de verkiezingswebsite : www.brusselverkiezingen2012.irisnet.be/.

De aanvraag tot inschrijving op de kiezerslijst voor de gemeenteraadsverkiezingen kan niet geschieden tussen 1 augustus 2012 (= datum waarop de kiezerslijst wordt opgesteld) en 14 oktober 2012 (= dag van de stemming). Na deze laatste datum kan terug een aanvraag worden gedaan voor deelname aan de volgende gemeenteraadsverkiezingen in oktober 2018. e. Bijkomende voorwaarde Gedurende een ononderbroken periode van minstens 5 jaar voorafgaand aan de indiening van zijn aanvraag zijn hoofdverblijfplaats in België hebben gehad, gedekt door een wettelijke verblijfsvergunning. In België geldt de stemplicht. Zodra deze kiezer is ingeschreven op de kiezerslijst, is deze dus wettelijk verplicht om op 14 oktober 2012 te gaan stemmen. 4° VERKIESBAARHEIDSVOORWAARDEN VOOR BELGEN EN EUROPESE BURGERS (art. 65 Brussels Gemeentelijk Kieswetboek) Om tot gemeenteraadslid verkozen te kunnen worden en blijven, moet men kiezer zijn en de kiesbevoegdheidsvoorwaarden behouden.

Niet verkiesbaar zijn : - 1° zij die door veroordeling ontzet zijn uit het recht om gekozen te worden; - 2° de onderdanen van de lidstaten van de Europese Unie, andere dan België, die, ten gevolge van een individuele burgerrechtelijke of een strafrechterlijke beslissing in hun Staat van herkomst ontheven zijn van het recht om gekozen te worden krachtens het recht van die Staat; - 3° zij die, onverminderd de toepassing van de bepalingen vermeld in 1° en 2°, veroordeeld zijn, zelfs met uitstel, wegens één van de in de artikelen 240, 241, 243 en 245 tot 248 van het Strafwetboek omschreven misdrijven, gepleegd in de uitoefening van een gemeenteambt;deze onverkiesbaarheid eindigt twaalf jaar na de veroordeling.

Deze artikelen van het Strafwetboek voorzien gevangenisstraffen en geldboeten voor verduisteringen die zijn gepleegd door openbare ambtenaren, alsmede voor omkoping van openbare ambtenaren. - 4° zij die veroordeeld zijn wegens overtredingen bedoeld in de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme en xenofobie ingegeven daden of op grond van de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de tweede wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistisch regime is gepleegd; - 5° zij die, onverminderd de toepassing van de bepalingen in het 1° en 2°, bestuurder zijn of geweest zijn van een vereniging die, zelfs met uitstel, is veroordeeld voor een van de overtredingen bedoeld in de wet van 30 juli 1981 of de wet van 23 maart 1995; - 6° de onderdanen van een staat die geen lidstaat is van de Europese Unie.

Op te merken valt dat de punten 4° en 5° nieuw zijn. De onverkiesbaarheid bedoeld in deze punten geldt voor de 6 jaar die op de opgelopen veroordeling volgen.

Ondertekening.

Het bureau gaat ondermeer na, of op de voordrachtsakten het door de wet voorgeschreven aantal handtekeningen voorkomt. Er moet worden opgemerkt dat de kandidaten mogen voorkomen onder de ondertekenaars van hun lijst.

Zo de opmerking gemaakt wordt dat valse handtekeningen op de voordrachtslijsten werden aangebracht, stelt de voorzitter dadelijk een onderzoek in om zich persoonlijk te vergewissen van de gegrondheid van het bezwaar. Hij deelt de uitslagen van zijn onderzoek mee wanneer het bureau de lijst voorgoed afsluit.

Men mag het kiezerschap van de ondertekenaars niet betwisten wanneer deze vastgesteld zijn door de gemeente waar ze ingeschreven zijn door het aanbrengen van het gemeentezegel op de voordrachtsakte. (art. 23, § 1, vierde en vijfde lid, BGKWB).

Ontvankelijkheid van de voordrachtsakten.

Het bureau moet soms uitspraak doen over de ontvankelijkheid van de voordrachten, die mogelijks werden ingediend door niet daartoe gemachtigde ondertekenaars.

Volgende regelen zijn hier van toepassing : Indien het feit, dat de indiening door een niet-gemachtigde ondertekenaar wordt gedaan, van die aard is dat bij het hoofdbureau twijfel ontstaat omtrent de authenticiteit van de akte zelf, de echtheid van de gestelde handtekeningen en de inzichten door de ondertekenaars uitgedrukt, heeft dit bureau het recht en de plicht de voordracht te weren.

Indien, integendeel, ondanks het gemis van een geschreven machtiging vanwege de kandidaten het vaststaat dat aan de kiezer(s) die de akte indienen, deze taak werd opgedragen en indien daarenboven de blijkbare regelmatigheid van het stuk geen twijfel laat bestaan omtrent de uitgedrukte inzichten van de voordragende kiezers en de bewilligende kandidaten, dan ware het ongepast met overdreven strengheid op te treden en aldus het kiezerskorps te beroven van het recht om zijn voorkeur uit te drukken.

Alhoewel de wet aan deze formaliteit een groot belang hecht, is deze niet op straf van nietigverklaring voorgeschreven.

Het blijkt dat over het algemeen een door ten minste drie, maar niet-gemachtigde ondertekenaars ingediende akte als geldig mag worden beschouwd, vooral indien de voorzitter mocht hebben verzuimd de aandacht van de indieners op dit punt te vestigen of indien men niet over voldoende tijd beschikt om de akte in orde te brengen.

Een kiezer mag niet meer dan één voordracht voor dezelfde verkiezing ondertekenen. De kiezer die dit verbod overtreedt is strafbaar met een gevangenisstraf van acht tot vijftien dagen en met een geldboete van 130 tot 1.000 euro (art. 24, tweede lid, BGKWB).

Bewilliging Het bureau onderzoekt zorgvuldig of de kandidaten hun kandidatuurstelling hebben bewilligd bij een schriftelijke en ondertekende verklaring.

Als de voordrachten van kandidaten aan de voorzitters van het hoofdbureau ter hand zijn gesteld, kan een kandidaat zijn kandidatuur slechts intrekken met de instemming van degenen die de voordrachten hebben ondertekend en van al zijn medekandidaten.

De bewilliging van de verschillende kandidaten van een zelfde lijst mag bij afzonderlijke en onderscheidene akte worden gedaan. (formulier C2 of C4).

De bewilligende kandidaten, wiens namen op een zelfde voordrachtsakte staan, worden beschouwd als één enkele lijst uitmakende, zelfs wanneer elk van deze kandidaten zijn bewilliging afzonderlijk mocht genotificeerd hebben.

Een kandidaat mag niet voorkomen op meer dan één lijst voor eenzelfde verkiezing. De bewilligende kandidaat die deze verbodsbepaling overtreedt, is strafbaar met een gevangenisstraf van acht tot vijftien dagen en met een geldboete van 130 tot 1.000 euro. Zijn naam wordt geschrapt van alle lijsten waarop hij voorkomt (art. 27 BGKWB).

Het spreekt vanzelf dat, zo de op twee lijsten voorgedragen kandidaat slechts in één der twee voordrachten bewilligd heeft, hij alleen afgevoerd wordt van de lijst, waarvoor hij niet in zijn voordracht heeft bewilligd.

In hun verklaring van bewilliging verbinden de kandidaten zich ertoe de wetsbepalingen inzake de beperking en controle van de verkiezingsuitgaven na te leven en deze uitgaven aan te geven.

De lijstaanvoerder moet bovendien binnen dertig dagen na de datum van de verkiezingen, de uitgaven voor de verkiezingspropaganda van de lijst aangeven. Hij verbind ter zich tevens toe de herkomst van de geldmiddelen aan te geven en daarbij de identiteit van de natuurlijkepersonen die gifte van 125 Euro en meer hebben gedaan te registreren.

De hoofdgetuige van de lijst of de daartoe door de lijst gemandateerde persoon verzamelt de aangiften van de verkiezingsuitgaven van elke kandidaat en van de lijst en dient ze in, binnen dertig dagen na de datum van de verkiezingen, bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg van Brussel (zie art. 23, § 7, vierde lid, BGKWB). c. Onderzoek omtrent de verkiesbaarheid van de kandidaten. Algemene beschouwingen.

Het hoofdbureau moet al de voorwaarden van verkiesbaarheid onderzoeken en de kandidaten afwijzen die niet de hoedanigheid van kiezer bezitten of niet in het bevolkingsregister van de gemeente zijn ingeschreven op 1 augustus 2012, (datum waarop de lijst van de gemeenteraadskiezers wordt opgemaakt) evenals degene die op de dag van de verkiezing de volle leeftijd van 18 jaar niet bereikt zullen hebben of van het kiesrecht uitgesloten dan wel in de uitoefening ervan geschorst zullen zijn (artikel 26, § 2, 2° lid, en artikel 65 BGKWB). Het hoofdbureau wijst eveneens de lijsten af die niet hebben voldaan aan de bepalingen inzake een evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen (art. 23, § 9, BGKWB).

Het hoofdbureau wijst dus de kandidaten af die niet de hoedanigheid van kiezer bezitten. Het wijst ook de niet-Belgische kandidaten van de Europese Unie af die bij hun akte van bewilliging niet de verklaring en, in voorkomend geval, evenmin het bewijs gevoegd hebben die bedoeld zijn in artikel 23, § 4, van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek.

De nieuwe kandidaten voorgedragen overeenkomstig artikel 26quinquies van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek moeten de hun aangeboden kandidatuur in een schriftelijke verklaring bewilligen (verbetering van de voordrachtsakte om het evenwicht tussen mannen en vrouwen te bereiken).

De kandidaat moet, in geen enkel geval, zijn verkiesbaarheid voor het bureau bewijzen. Om de kandidaat te weren moet, integendeel, het bureau in het bezit zijn van de bewijzen van de onverkiesbaarheid van de betrokkene. Indien dit bewijs niet is bijgebracht, stelt het bureau dit vast en behoudt de kandidaat op de lijst. Indien naderhand bij de instanties die over de geldigheid van de verkiezing uitspraak doen nieuwe elementen ingebracht worden, mogen deze de nodige gevolgtrekkingen maken.

In rechte kan het bureau ambtshalve en zonder tussenkomst van de andere kandidaten een kandidaat wegens onverkiesbaarheid, weren. In feite echter zal het bureau slechts ingevolge een betwisting optreden, hetzij omdat, bij gebreke hiervan, het niet werd gewaarschuwd, hetzij omdat het bewijs van de onverkiesbaarheid niet zal bijgebracht zijn.

Evenwel zal het bureau niet op betwisting wachten om een kandidaat te schrappen indien het vaststelt dat deze de vereiste leeftijd niet heeft bereikt.

De wet heeft nochtans aan de voorzitter van het hoofdbureau een zekere taak betreffende de bewijslast toevertrouwd. Inderdaad luidens artikel 26quater van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek moet, indien bij het voorlopig afsluiten van de kandidatenlijst het hoofdbureau sommige kandidaten wegens onverkiesbaarheid geweerd heeft of indien een bezwaar steunend op onverkiesbaarheid werd ingediend, de voorzitter van het hoofdbureau het betrokken gemeentebestuur om toezending vragen van een gewaarmerkt afschrift van of uittreksel uit alle documenten die het in zijn bezit heeft en die nadere aanwijzingen kunnen verschaffen omtrent de verkiesbaarheid van de kandidaten. Deze taak maakt voor hem een formele verplichting uit. Artikel 26ter van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek voorziet echter in het indienen van een gemotiveerd bezwaar; vage beweringen kunnen niet volstaan om de voorzitter ertoe te verplichten de hiervoor bedoelde onderzoekingen te verrichten. Afgezien van de bovenvermelde verplichtingen heeft de voorzitter evenwel het recht tot andere onderzoekingen over te gaan.

Er zij opgemerkt dat het hier om een recht gaat en niet om een formele verplichting. Wanneer men met een geval van onwaardigheid te doen heeft, is de voorzitter er evenwel moreel toe verplicht alle bijkomende onderzoekingen te verrichten die mochten nodig blijken.

Hierboven werd er de aandacht op gevestigd dat reeds bij de voorlopige afsluiting de materiële regelmatigheid van de voordrachtsakten grondig wordt onderzocht en hierover uitspraak wordt gedaan.

Ofschoon het hoofdbureau in rechte bevoegd is een kandidaat wegens onverkiesbaarheid af te wijzen, bij de voorlopige afsluiting van de lijsten, zal het dikwijls onmogelijk zijn zich op dit ogenblik reeds uit te spreken op dit vlak bij gebrek aan voldoende beoordelingsgegevens; de wet plaatst immers de onderzoeken die terzake moeten uitgevoerd worden na de voorlopige afsluiting van de lijsten.

In elk geval is het, behoudens in een klaarblijkend en algemeen bekend geval, geraden, elke beslissing omtrent de verkiesbaarheid uit te stellen tot aan de definitieve afsluiting van de kandidatenlijst.

Verblijfsvoorwaarde.

Bijzondere aandacht moet gevestigd worden op de voorwaarde van verkiesbaarheid krachtens artikel 65 van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek.

De verblijfsvoorwaarde voorgeschreven door dit artikel wordt bepaald door de inschrijving voor hoofdverblijf in het bevolkingsregister van de gemeente. In het bijzonder dient de voorzitter van het hoofdbureau zich ervan te vergewissen dat de inschrijving in het bevolkingsregister niet fictief is, namelijk dat de betreffende kandidaat geen hoofdverblijf, in de zin van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende het houden van de bevolkingsregisters (Belgisch Staatsblad van 15 augustus 1992), bezit in een andere gemeente dan die waar hij zich kandidaat stelt. Desgevallend dient de bevolkingsdienst van de gemeente waar hij ingeschreven is geraadpleegd te worden door de voorzitter van het hoofdbureau. Het vermoeden van het hoofdverblijf volgend uit de inschrijving in de bevolkingsregisters van de gemeente, kan worden weerlegd met alle rechtsmiddelen.

Ik herinner eraan dat de verblijfsvoorwaarde moet vervuld zijn op 1 augustus 2012.

Verval van kiesrecht.

Het is aangewezen voorzichtig te zijn om te besluiten tot de onverkiesbaarheid bij toepassing van artikel 65 BGKWB. De uitsluiting en de schorsing van het kiesrecht worden geregeld door de artikelen 6 en 7 van het Kieswetboek, zoals gewijzigd door de wet van 14 april 2009 (Belgisch Staatsblad van 15 april 2009) :

Art. 6.Van het kiesrecht zijn definitief uitgesloten en tot de stemming mogen niet worden toegelaten zij die levenslang ontzet zijn van de uitoefening van het kiesrecht door veroordeling.

Art. 7.In de uitoefening van het kiesrecht worden geschorst en tot de stemming mogen niet worden toegelaten zolang die onbekwaamheid duurt : 1° de gerechtelijk onbekwaamverklaarden, de afgezonderde krankzinnigen, de personen onder statuut van verlengde minderjarigheid met toepassing van de Wet van 29 juni 1973, en zijn die geïnterneerd zijn met toepassing van de bepalingen van de hoofdstukken I tot VI van de Wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen en gewoontemisdadigers, vervangen door artikel 1 van de Wet van 1 juli 1964. De kiesonbekwaamheid houdt op terzelfdertijd als de gerechtelijke onbekwaamheid, de verlengde minderjarigheid of met de definitieve invrijheidsstelling van de geïnterneerde. 2° zij die voor een bepaalde duur ontzet zijn van de uitoefening van het kiesrecht door veroordeling. 3° zij die ter beschikking van de Regering zijn gesteld met toepassing van artikel 380bis, 3°, van het Strafw.etboek of met toepassing van de artikelen 22 en 23 van de wet van 9 april1930 tot bescherming van de maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers, vervangen door artikel 1 van de wet van 1 juli 1964.

De kiesonbekwaamheid van de onder 3° bedoelde personen houdt op wanneer de terbeschikkingstelling van de Regering een einde neemt.

Opstellen van het proces-verbaal.

Voor het opstellen van het proces-verbaal wordt gebruik gemaakt van formulier C6. Met het gebruik van elektronische encodering van de kandidaturen wordt dit formulier direct opgesteld door de software.

Dit proces-verbaal voorziet tal van hypotheses en het spreekt vanzelf dat al de vermeldingen betreffende de niet verwezenlijkte veronderstellingen zorgvuldig moeten doorgehaald worden. Het is eveneens vanzelfsprekend dat de vermeldingen op dat formulier enkel als aanwijzing dienen en geenszins de hoofdbureaus binden.

Aan te stippen valt dat in artikel 26bis van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek is bepaald dat, zo het hoofdbureau de voordracht van sommige kandidaten voor onregelmatig verklaart, de gronden van die beslissing in het proces-verbaal moeten worden aangetekend. Die bepaling moet worden toegepast welke ook de onregelmatigheid zij, dus, eveneens en vooral wanneer een kandidaat wegens onverkiesbaarheid geweerd werd.

Men zal opmerken dat, volgens het formulier, de kandidatenlijst in bijlage wordt opgemaakt. Hierdoor is het mogelijk is dat één der exemplaren van het formulier met het proces-verbaal aan het Hof van Beroep moet gezonden worden, en dat men alsdan kan vermijden dat de lijst van de kandidaten nutteloos dient te worden overgeschreven.

Het proces-verbaal van de voorlopige afsluiting moet ondertekend worden door de leden van het bureau en door al de aanwezige getuigen. d. Taken te vervullen na de voorlopige afsluiting. Kennisgeving van de beslissingen van het hoofdbureau.

Wanneer het hoofdbureau de voordracht van sommige kandidaten onregelmatig verklaart, moet de voorzitter deze beslissing betekenen aan de kiezer of de kandidaat die de akte heeft voorgedragen, en dit op dezelfde dag van de voorlopige afsluiting.

Wanneer het bureau beslist dat een kandidaat niet verkiesbaar is, moet de betekening aan de verwijderde kandidaat op dezelfde wijze geschieden.

Deze betekening geschiedt door een bij de post aangetekende brief.

Het formulier C9 mag hiervoor worden gebruikt.

Bezwaren tegen de aanneming van sommige kandidaturen.

Afgezien van het recht waarover de kandidaten en de voordragende kiezers beschikken om schriftelijk aan het hoofdbureau hun opmerkingen aangaande de ingediende lijsten te doen geworden (recht bepaald bij artikel 26, § 1, van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek en dat tot maandag 17 september 2012, zevenentwintigste dag vóór de stemming tot 16 u, mag uitgeoefend worden) moet rekening gehouden worden met wat volgt : a) de wetgever voorziet in de uitoefening van een bezwaarrecht tegen de aanneming van sommige kandidaten (art.26ter BGKWB).

Van dit recht wordt gebruik gemaakt op dinsdag 18 september 2012, de zesentwintigste dag voor de verkiezing van, 13 tot 15 uur. Over dit recht beschikken alle lijstindieners of, bij hun ontstentenis, één van de kandidaten die er op voorkomen. De voorzitter geeft bij indiening van een bezwaar een ontvangstbewijs af (formulier C11).

Gedurende die termijn moet de voorzitter zich ter beschikking houden van de bezwaarindieners. Hij dient de bezwaren onmiddellijk te betekenen aan de indienende kiezer of, in voorkomend geval, aan deze van de indieners die als eerste in de bestreden voordrachtsakte of bewilligingsakte staat vermeld. Hij moet het bezwaar eveneens betekenen aan de kandidaat, wiens kandidatuur wegens onverkiesbaarheid betwist wordt (formulier C10). b) Artikel 26quater van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek bepaalt dat, indien bij de voorlopige afsluiting, het hoofdbureau sommige kandidaten ambtshalve wegens onverkiesbaarheid geweerd heeft, of indien, gemotiveerde bezwaren wegens onverkiesbaarheid zijn ingediend, de voorzitter het gemeentebestuur verzoekt hem terstond een gewaarmerkt afschrift van of uittreksel uit alle documenten, die het in zijn bezit heeft en die nadere aanwijzingen kunnen verschaffen omtrent de verkiesbaarheid van de betrokken kandidaat, toe te zenden. Als de stukken, waaruit de onverkiesbaarheid kan blijken, nog niet bij de gemeente zijn toegekomen, dan vraagt deze telefonisch of per fax de bewuste stukken aan bij het gemeentebestuur van de vorige woonplaats.

Het spreekt vanzelf dat, indien bepaalde stukken zijn bedoeld, het nuttig is hiervan uitdrukkelijk melding te maken.

Er dient te worden opgemerkt dat zo de wet aan de voorzitter voorschrijft zich tot het gemeentebestuur te wenden, zij hem eveneens het recht geeft zich tot andere besturen te wenden, meer bepaald tot de griffies en parketten ten einde alle documenten te bekomen die voor de oplossing van het geschil dienstig kunnen zijn. Daaruit vloeit ook voort dat de betrokken instanties tot plicht hebben onmiddellijk en kosteloos aan het verzoek van de voorzitter te voldoen.

De voorzitter zal ambtshalve die stukken vragen, die hem tijdig door de betrokken kandidaat zijn aangeduid als zijnde nuttig voor zijn verdediging.

Wanneer de voorzitter ambtshalve inlichtingen inwint omtrent de verkiesbaarheid van een kandidaat, is het aangewezen dat hij zo spoedig mogelijk deze kandidaat ervan verwittigt om hem in de mogelijkheid te stellen zijn verdediging voor te bereiden en op de zitting van de definitieve afsluiting der kandidatenlijsten aanwezig te zijn.

Bezwaren tegen de onregelmatigheden die weerhouden werden bij de voorlopige afsluiting of die ingeroepen werden daags na deze afsluiting in de gemotiveerde verklaringen. 63. De wetgever geeft aan de lijstindieners en de kandidaten het recht om de door het bureau bij de voorlopige afsluiting van de lijsten in aanmerking genomen, of de in de bezwaren van de daarop volgende dag ingeroepen onregelmatigheden te betwisten (art.26quinquies BGKWB).

Dit recht wordt uitgeoefend donderdag 20 september 2012, de vierentwintigste dag vóór de stemming, van 14 tot 16 uur, door het indienen van een memorie in handen van de voorzitter.

Anderzijds mogen dezelfde personen op dezelfde manier een verbeterings- of aanvullingsakte indienen om de in artikel 26quinquies van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek gespecifieerde onregelmatigheden te verhelpen.

De verbeterings- of aanvullingsakte is slechts ontvankelijk indien de voordracht ofwel één of meer op de voordracht voorkomende kandidaten afgewezen zijn om één van de volgende redenen : gemis van het vereist aantal regelmatige handtekeningen van voordragende kiezers; te groot aantal kandidaten; gemis van regelmatige bewilliging; geen of onvoldoende vermelding van de naam, de voornamen, de geboortedatum, het beroep, de woonplaats en het volledig adres van de kandidaten of van de tot inlevering van de akte gemachtigde kiezers, afwezigheid van identificatienummer in Rijkregister; niet-nakoming van de regels omtrent de rangschikking van de kandidaten of de schikking van hun namen; niet-nakoming van de regels omtrent de evenwichtige samenstelling van de kandidatenlijsten qua geslacht; niet nakoming van de regels omtrent het letterwoord of logo bedoeld in artikel 22bis.

De verbeterings- of aanvullingsakte mag noch de naam van een nieuwe kandidaat bevatten, noch de in de afgewezen akte aangenomen volgorde van de voordracht wijzigen. Enkel in geval 6 kunnen wel nieuwe kandidaten worden voorgedragen, mits de nodige bewilligingen, en de volgorde kan worden gewijzigd.

Vermindering van een te groot aantal kandidaten is slechts mogelijk, wanneer uit een schriftelijke verklaring van een kandidaat blijkt dat hij zijn bewilligingsakte intrekt.

De geldige handtekeningen van de voordragende kiezers en van de bewilligende kandidaten, alsmede de regelmatige vermeldingen in de afgewezen voordracht, blijven van kracht, indien de verbeterings- of aanvullingsakte aanvaard wordt. 4. Definitieve afsluiting van de kandidatenlijst.a. Datum en aanwezigheden. Donderdag, 20 september 2012, de vierentwintigste dag vóór de stemming, om 16 uur, vergadert het bureau om de kandidatenlijst definitief af te sluiten (art. 26sexies BGKWB).

Worden op deze vergadering toegelaten : de getuigen en de indieners van de lijsten, en slechts bij hun ontstentenis de personen die de zesentwintigste dag vóór de stemming een bezwaar, of die de vierentwintigste dag vóór de stemming een memorie of een verbeterings- of aanvullingsakte hebben ingediend.

Daarenboven mogen, bij betwisting van de verkiesbaarheid van een kandidaat, de kandidaat zelf en de indiener van het bezwaar op de vergadering aanwezig zijn. Beiden mogen zich door een gemachtigde laten vervangen. Ofschoon geen enkele vorm is voorgeschreven, spreekt het vanzelf dat een geschreven volmacht dient te worden geëist. b. Opmerkingen en bezwaren. Zowel ten aanzien van zijn toelating tot de vergadering voor de definitieve afsluiting van de lijst als van het recht op later beroep, is het belangrijk te onderzoeken of de persoon die, vóór de voorlopige afsluiting, geschreven »opmerkingen » omtrent de verkiesbaarheid van een kandidaat heeft ingediend bij toepassing van artikel 26 van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek, al dan niet kan worden gelijkgesteld met degene die na de voorlopige afsluiting een met redenen omkleed bezwaarschrift heeft ingediend bij toepassing van artikel 26ter van hetzelfde wetboek, wijl de wet het woord « indiener van het bezwaar » gebruikt.

De gelijkstelling « opmerkingen » - « bezwaren » lijkt niet billijk wanneer de persoon wiens opmerkingen bij de voorlopige afsluiting verworpen zijn, de gelegenheid heeft gehad ze opnieuw bij wijze van bezwaar naar voren te brengen of te laten naar voren brengen na de voorlopige afsluiting; indien hij zulks niet gedaan heeft, draagt hij er alleen de schuld van. Daarentegen zou hij, wiens schriftelijke opmerkingen bij voorlopige afsluiting werden aangenomen maar daarna, bij de definitieve afsluiting, van de hand gewezen, zich benadeeld kunnen achten omdat hij niet van het « bezwaarrecht » heeft kunnen gebruik maken en alzo niet in de gelegenheid is geweest zijn beroepsrecht uit te oefenen.

Om die moeilijkheid te vermijden, wordt het bureau verzocht, enerzijds, aan hen die « opmerkingen » maken - om het even of deze al dan niet worden aangenomen - aan te raden die opmerkingen in de vorm van « bezwaren » na de voorlopige afsluiting te hernieuwen (cfr. artikel 26ter van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek) en, anderzijds van het recht om een kandidaat, reeds bij de voorlopige afsluiting wegens onverkiesbaarheid te weren, slechts op omzichtige wijze gebruik te maken.

Indien hij, die schriftelijke « opmerkingen » vóór de voorlopige afsluiting heeft gemaakt, doch geen « bezwaar » na die afsluiting heeft ingediend, toch aandringt om op de vergadering te mogen aanwezig zijn en, naderhand, om beroep te mogen instellen, lijkt het wenselijk dat het bureau hem dit toestaat en aan het Hof de zorg overlaat om uitspraak te doen. c. Verloop. Bij de opening van de vergadering inzake de definitieve afsluiting geeft de voorzitter kennis van alle stukken die hij na de voorlopige afsluiting ontvangen of bijeengebracht heeft. Het bureau sluit de kandidatenlijst definitief af, na de belanghebbenden gehoord te hebben. Indien het bureau daarbij een kandidaat, wegens onverkiesbaarheid weert of een bezwaar, waarbij onverkiesbaarheid aangevoerd wordt, van de hand wijst, vraagt de voorzitter aan de kandidaat of de reclamant (eventueel aan hun gemachtigde), of ze al dan niet tegen de beslissing van het bureau hoger beroep wensen in te stellen. Er wordt opgemerkt dat de aanwezigheid, persoonlijk of bij gemachtigde, vereist is, voor de ontvankelijkheid van het beroep.

Luidt het antwoord op de gestelde vraag bevestigend, dan verzoekt de voorzitter de belanghebbende op het proces-verbaal zelf een verklaring tot het instellen van beroep te ondertekenen. 5. Opstellen van het proces-verbaal van de definitieve afsluiting. Voor het opstellen van het proces-verbaal en de verrichtingen na de eigenlijke definitieve afsluiting, wordt een onderscheid gemaakt naargelang er al dan niet verklaringen tot het instellen van beroep werden geformuleerd (formulier C7 : geen beroep of formulier C8 : beroep).

Hier dient te worden aangestipt dat de beslissingen van het hoofdbureau die geen betrekking hebben op de verkiesbaarheid van de kandidaten, niet vatbaar zijn voor beroep, met uitzondering van de beslissingen genomen op grond van artikel 23, § 7, eerste lid, van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek (verklaring beperking verkiezingsuitgaven). (art. 26septies van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek). a. Indien geen enkele verklaring van beroep geformuleerd is. Voor het opstellen van het proces-verbaal wordt gebruik gemaakt van formulier C7. Het is aanbevolen dat formulier vooraf met aandacht te bestuderen. In geval van elektronische encodering, wordt het proces-verbaal opgemaakt door de software.

Verschillende mogelijkheden zijn erin voorzien en de niet dienende vermeldingen moeten zorgvuldig worden doorgehaald.

Er wordt opgemerkt dat de leden van het bureau en de getuigen voor de eerste maal hun handtekening moeten plaatsen onderaan deel A van bovengenoemd formulier, d.w.z. het deel dat betrekking heeft op de eigenlijke definitieve afsluiting. b. Bij verklaring van beroep. Indien tijdens de vergadering een kandidaat of een reclamant de wens uit een verklaring van beroep te doen, wordt formulier C8 gebruikt om van deze verklaring akte te nemen en om het proces-verbaal van de definitieve afsluiting op te stellen.

Er zij opgemerkt dat alleen deel A van formulier C8 daartoe wordt gebruikt.

Het proces-verbaal wordt in duplo opgesteld en elk exemplaar wordt door de leden van het bureau en door de getuigen ondertekend. Elk exemplaar bevat de verklaringen van beroep, ondertekend door de appelanten.

Het nummer waaraan de beslissing van het Hof, de daaropvolgende maandag per fax moet worden medegedeeld, wordt met de grootste zorg op ieder exemplaar vermeld.

De verrichtingen van de vergadering (vierentwintigste dag vóór de stemming) eindigen bij het opstellen van het proces-verbaal en die dag wordt er tot geen enkele loting noch andere beslissing betreffende de vaststelling van het stemscherm overgegaan (artikel 30ter BGKWB).

De voorzitter van het hoofdbureau moet zich persoonlijk, de drieëntwintigste dag vóór deze van de stemming, namelijk vrijdag 21 september 2012 tussen 11 en 13 uur, naar het kabinet van de voorzitter van het Hof van Beroep begeven, om hem een exemplaar van het proces-verbaal bevattende de verklaring van beroep (formulier C8, of het proces-verbaal gemaakt door het elektronisch systeem voor encodering van kandidaatstellingen), alsmede alle stukken betreffende het geschil, te overhandigen (artikel 125bis KWB).

Het is vereist bij het dossier, bestemd voor het Hof van Beroep, een door de voorzitter en de secretaris voor gelijkluidend verklaard afschrift van het proces-verbaal van de voorlopige afsluiting (formulier C6 of het proces-verbaal gemaakt door de software) te voegen. Het is niet nodig er ook een afschrift van de bijlage van formulier C6 (nl. de kandidatenlijst) bij te voegen.

Het hoofdbureau vergadert opnieuw maandag 24 september 2012, de twintigste dag vóór de stemming, om 18 uur, ten einde de verrichtingen voort te zetten. Zodra het kennis gekregen heeft van de fax, waarbij de beslissing van het Hof wordt betekend, wordt deel B van het formulier C8 ingevuld (artikel 30ter BGKWB). c. Taken uit te voeren na de definitieve afsluiting. Vervolgens wordt er te werk gegaan zoals aangeduid in deel B van formulier C8 (in geval van gebruik van een elektronisch encoderingssysteem wordt het proces-verbaal door de software opgesteld).

Vanaf dinsdag 25 september 2012, negentiende dag vóór de stemming, deelt de voorzitter van het hoofdbureau de officiële kandidatenlijst mee aan de kandidaten en aan de kiezers die hen hebben voorgedragen, indien zij het vragen.

In al de gemeenten gaat het bureau tot de loting over met het oog op de toekenning van een volgnummer aan de lijsten, die geen regionaal nummer hebben bekomen, en maakt het stemscherm op.

IV. AANPLAKKING. Het bureau geeft opdracht tot de aanplakking van de kandidatenlijsten onder de vorm van een stembiljet (art. 29 BGKWB).

De aanplakking vermeldt in hoofdletters met zwarte inkt, de namen, de voornamen, het beroep en de woonplaats van de kandidaten. Zij vermeldt eveneens de onderrichting voor de kiezer, vastgesteld bij besluit van de Regering van 19 juli 2012 tot vaststelling van het model van de onderrichtingen voor de kiezer voor de gemeenteraadsverkiezingen in uitvoering van artikel 34 van het BGKWB. V. VERRICHTINGEN MET BETREKKING TOT DE GEAUTOMATISEERDE STEMMING. 1. Verrichtingen vóór de stemming. Het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werkt de verkiezingssofware uit die is bestemd voor de gemeentelijke hoofdbureaus en de stembureaus. U dient hierbij op onderstaande wijze te handelen.

Zodra de kandidatenlijsten definitief zijn opgemaakt, of ingeval van beroep zodra het bureau kennis heeft genomen van de beslissing van het Hof van Beroep, stuurt de voorzitter van het hoofdbureau deze lijsten en het hun toegekende nummer aan de door de Minister belast met plaatselijke besturen aangewezen ambtenaar met behulp van de software voor het beheer van de indiening van de kandidaatstellingen.

De stukken waarin de gezamenlijke volgnummers en letterwoorden van de voorgedragen lijsten en de kandidatenlijsten voorkomen, zoals de sofware ze op het beeldscherm zal doen verschijnen, worden ter goedkeuring voorgelegd aan de voorzitter van het hoofdbureau. Elke voorzitter valideert de documenten na in voorkomend geval de nodige inhoudelijke verbeteringen te hebben laten aanbrengen en stuurt de gevalideerde documenten terug naar voormelde ambtenaar. De manier waarop de lijsten op het beeldscherm getoond worden is vastgelegd door het besluit van 19 juli 2012 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende vaststelling van de regels volgens welke de lijsten en de kandidaten op het beeldscherm van de stemcomputer worden getoond.

De door de Regering gemachtigde ambtenaar laat de geheugendragers, die voor de optelling van de stemmen zijn bestemd, opmaken voor de gemeentelijke hoofdbureaus alsook de geheugendragers die voor de stembureaus zijn bestemd.

Minstens drie dagen vóór de verkiezing ontvangen de voorzitters van het hoofdbureau van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het geheel van de geheugendragers, de veiligheidselementen en de sluitingen.

Dit geheel bestaat uit verschillende omslagen die bestemd zijn voor de stembureaus, alsook uit (een) omslag(en) voor het hoofdbureau.

Op iedere omslag staan ofwel de gegevens van het overeenkomstig stembureau, ofwel de gegevens van het hoofdbureau.

De omslag(en) bestemd voor het hoofdbureau bevatten per totalisatrice : 1. een verzegelde omslag met de programmadiskettes;2. een verzegelde omslag met de veiligheidselementen;3. een niet-verzegelde omslag met : a.een diskette voor de back-up, b. een diskette die resulaten zal bevatten, 4.de genummerde reservesluitingen in geval van technische bijstand bij de urnes; 5. een conformiteitsverklaring met betrekking tot de inhoud. De voorzitters van de stembureaus ontvangen de dag vóór de verkiezingen, tegen ontvangstbewijs, een verzegelde omslag van de voorzitter van het hoofdbureau.

Zij gaan na of de omslag de hierna volgende stukken bevat, en signaleren onmiddellijk elk gebrek aan de voorzitter van het hoofdbureau.

De omslag bevat : 1. een verzegelde omslag met de veiligheidselementen (enkel later te openen in aanwezigheid van het volledig samengestelde stembureau);2. een verzegelde gewatteerde omslag met de geheugendragers : 1 origineel en 1 kopie (enkel later te openen in aanwezigheid van het volledig samengestelde stembureau);3. een omslag voor de teststemmen;4. een omslag voor de geannuleerde magneetkaarten en magneetkaarten waarvan de stem ongeldig werd verklaard;5. twee lege gewatteerde omslagen die de geheugendragers zullen bevatten na het einde van de stemming;6. een ontvangstbewijs;7. een lege omslag voor het proces-verbaal;8. een lege omslag voor de aanstiplijsten;9. een lege omslag voor het formulier voor de uitbetaling van de presentiegelden;10. een lege omslag voor de aanstellingsbrieven van de getuigen. De omslagen hernomen onder de punten 3 tot en met 10 worden door de leden van het stembureau verzegeld bij de sluiting van het bureau.

Voor de « Digivote »-systemen : 1 progressieve sluiting om de urne te verzegelen;

Voor de « Jites »-systemen : 2 progressieve sluitingen om de urne te verzegelen;

De voorzitters van de hoofdbureaus verwittigen de voorzitters van de stembureaus de plaats waar de stemdiskettes en andere documenten dienen gebracht te worden na de stemming door middel van formulier R1. 2 Verrichtingen na de stemming.

De totalisatie van de stemmen gebeurt als volgt : Onmiddellijk na ontvangst van de originele geheugendragers afkomstig van het stembureau registreert de voorzitter van het hoofdbureau de drager op de geheugendrager bestemd voor het optellen van de stemmen.

De voorzitter van het stembureau ontvangt een bewijs voor de afgifte van zijn diskettes (bijlage van formulier R8).

Indien de registratie van de drie exemplaren van de geheugendrager van een stembureau onmogelijk blijkt of bij moeilijkheden met de andere geheugendragers gaat met over tot een nieuwe registratie van de magneetkaarten van het stembureau waarvoor het probleem zich stelt. Om dit te doen duidt de voorzitter van het hoofdbureau de personen aan die instaan voor het ophalen van de verzegelde stembus van het stembureau naar het hoofdbureau. Het systeem van de voorzitter zal opnieuw opgestart worden door middel van een diskette die de inrichtende macht naar het hoofdbureau zal brengen. Alle magneetkaarten zullen herlezen worden in het systeem om een nieuwe diskette te creëren die alle stemmen omvat.

De totalisatie van de stemmen geschiedt apart en voorafgaandelijk aan de automatische verdeling van de zetels.

De afkondiging door de voorzitter van het hoofdbureau van gedeeltelijke uitslagen die de lijsten hebben behaald, kan gebeuren na de registratie van ten minste 10 bureaus en nadien van 10 bijkomende stembureaus en zo verder tot alle stembureaus zijn geregistreerd. Men waakt erover dat het aantal stembureaus dat nog bekendgemaakt moet worden minstens drie bedraagt.

Wanneer de uitslagen van alle stembureaus zijn geregistreerd, drukt de voorzitter van het hoofdbureau het proces-verbaal af alsook de stemopnemingstabel, volgens de modellen vastgesteld door de Minister belast met Plaatselijke Besturen (formulier R9). Bij elke lijst wordt het stemcijfer toegevoegd.

Het formulier R9 bestaat uit 2 delen. De delen A en B worden automatisch afgedrukt in het hoofdbureau van de gemeente na lezing van de stemdiskettes en de totalisatie van de stemmen. Het gedeelte « B » wordt door middel van de geleverde software afgedrukt tijdens de fase van de toewijzing van de zetels.

Het proces-verbaal en de tabellen (formulier R9) beide ondertekend door de voorzitter, de overige leden en de getuigen van het hoofdbureau, worden in een verzegelde omslag gesloten waarop de inhoud ervan wordt vermeld.

Deze omslag alsook de omslagen met de processen-verbaal van de stembureaus worden in één verzegeld pak samengebracht, dat de voorzitter van het hoofdbureau zonder verwijl aan de voorzitter van het Rechtscollege toestuurt.

Een afschrift van dit proces-verbaal en de bijlagen worden zo snel mogelijk bezorgd aan het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

De originele geheugendragers van het stembureau die daadwerkelijk gediend hebben voor de totalisatie worden apart bewaard van de anderen en worden, tot hun verzending aan het aan het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ter beschikking gehouden voor de leden van het college van deskundigen.

De voorzitter van het hoofdbureau zendt alle geheugendragers in een verzegelde omslag aan de Minister belast met Plaatselijke Besturen of aan diens gemachtigde, zodra de verkiezing definitief geldig of ongeldig is verklaard.

De gebruikte geheugendragers worden op initiatief van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gewist, zodra de verkiezing definitief geldig of ongeldig is verklaard. De ambtenaar die daartoe door de Minister belast met Plaatselijke Besturen wordt gemachtigd, stelt schriftelijk vast dat dit is gebeurd.

Op verzoek van de voorzitter van het hoofdbureau stelt het college van burgemeester en schepenen hem het personeel en het materieel ter beschikking dat hij nodig heeft voor het volbrengen van zijn opdracht.

Hetzelfde college bepaalt de vergoeding die door de gemeente aan de aangeduide personen zal worden betaald.

VI. ZETELVERDELING - AANWIJZING VAN DE GEKOZENEN EN OPVOLGERS. Opmerking : De gemeenten beschikken voor deze procedure over een erkend informaticasysteem. 1. Algemene telling. Nadat het hoofdbureau de tabellen met de uitslagen van de opneming ontvangen heeft, gaat het onmiddellijk over tot de algemene telling in aanwezigheid van de leden van het bureau en van de getuigen (art. 53 BGKWB).

De getuigen door de kandidaten aangeduid om de verrichtingen van het hoofdbureau bij te wonen worden bij voorrang toegelaten. 2. Het stemcijfer. Het hoofdbureau stelt de stemcijfers van de verschillende lijsten vast. Het stemcijfer (of kiescijfer) van een lijst wordt vastgesteld door de optelling van het aantal stemmen uitgebracht bovenaan op de lijst of op één of meer kandidaten van die lijst (artikel 55 BGKWB).

Alleenstaande kandidaten worden geacht ieder een afzonderlijke lijst te vormen.

Wanneer één van de kandidaten is overleden, dient een onderscheid gemaakt te worden naargelang hij overleden is vóór de stemming of daarna.

Indien hij vóór de stemdag is overleden, is hij niet meer geroepen om verkozen te worden. De uitsluitend op zijn naam uitgebrachte stemmen dienen in rekening te worden gebracht voor het stemcijfer van de lijst waarop hij zich kandidaat heeft gesteld.

Men houdt geen rekening met zijn naam om de gekozenen van de lijst vast te stellen.

Indien hij de dag van de stemming of daarna overlijdt was hij wel geroepen om verkozen te worden. In dit geval worden de verkozenen van de lijst waarop zijn naam voorkomt aangeduid alsof hij nog in leven was. Wordt er vastgesteld dat de overledene verkozen is, dient de eerste opvolger de vacante plaats te bezetten. 3. Verdeling van de zetels over de lijsten. Na het stemcijfer van elke lijst te hebben vastgesteld, gaat het hoofdbureau tot de verdeling van de zetels over. De toekenning van de mandaten heeft plaats met toepassing van het beginsel van de evenredige vertegenwoordiging.

De wet vergt niet dat een lijst een bepaald aantal stemmen moet bekomen hebben om tot de verdeling van de zetels toegelaten te worden.

Het bureau mag niet uit het oog verliezen dat de alleenstaande kandidaturen worden aanzien als elk een afzonderlijke lijst uitmakende en bij volgnummer zijn aangeduid.

De regeling in de wet vastgesteld is dat elke lijst zoveel zetels moet bekomen als haar stemcijfer gelijke of grotere quotiënten dan het laatste nuttig quotiënt heeft opgeleverd (artikel 56 BGKWB). Om dat laatste nuttig quotiënt te vinden en de verrichtingen van de verdeling te doen, moet men noch veel rekenen noch lang zoeken als men te werk gaat zoals hieronder wordt aangeduid.

Ofschoon de wet voorziet dat de stemcijfers van de verschillende lijsten achtereenvolgens worden gedeeld door 1, 1,5, 2, 2,5, 3, 3,5 enz., verdient het de voorkeur de berekeningswijze te gebruiken die hierna wordt aangeduid, die mathematisch dezelfde uitslagen geeft en die het voordeel heeft dat de bewerkingen aanzienlijk vereenvoudigd worden. Zij bestaan in het delen van de stemcijfers door 2, 3, 4, enz.

Het bureau schrijft naast elkaar, op eenzelfde horizontale lijn, de stemcijfers van de tot verdeling toegelaten lijsten en onder elk cijfer, schrijft het de quotiënten van de deling der stemcijfers achtereenvolgens door 2, 3, 4, enz.

Voorbeeld :

:

Lijst 1.

Lijst 2.

Lijst 3.

Lijst 4.

Stemcijfers

840

432

360

328

Deling door

2.

420

216

180

164

3.

280

144

120

109

4.

210

108

90

82

5.

168

86

72

65

6.

140

72

60

54


Om het aantal zetels te kennen dat aan elke lijst toekomt onderlijnt het bureau dan achtereenvolgens de hoogste quotiënten tot het beloop van het aantal te begeven zetels, te beginnen met de quotiënten van de deling door 2.

Onderstaand voorbeeld, in de onderstelling dat er 9 zetels moeten begeven worden.

:

Lijst 1.

Lijst 2.

Lijst 3.

Lijst 4.

Stemcijfers

840

432

360

328

Deling door


2.

420 (1e)

216 (3e)

180 (5e)

164 (7e)

3.

280 (2e)

144 (8e)

120

109

4.

210 (4e)

108

90

82

5.

168 (6e)


6.

140 (9e)


120


Daar de toekenning van de 9 zetels bepaald wordt door de 9 hoogste quotiënten, te beginnen met het quotiënt van de deling van de stemcijfers door 2 (420, 280, 216, 210, 180, 168, 164, 144 en 140), vallen vijf zetels toe aan de lijst 1, twee zetels aan lijst 2, en één zetel aan elk van de lijsten 3 en 4.

Het laatste nuttig quotiënt (140), wordt opgeleverd door lijst 1 en kent een vijfde zetel aan deze lijst toe.

De stemcijfers van de lijsten 2, 3, 4 geven elk 2, 1 en 1 hoger(e) quotiënt(en) dan dit laatste quotiënt (140) en kennen aan deze lijsten respectievelijk 2, 1 en 1 zetel(s) toe.

Opmerkingen. 1° In beginsel hoeven de bureaus de deling niet voort te zetten tot aan de breuken, die over 't algemeen mogen weggelaten worden.Alleen wanneer het laatste nuttig quotiënt, dat de toekenning van de laatste zetel vaststelt (de 9e in bovenvermeld voorbeeld), tegelijkertijd onder twee lijsten voorkomt, kan het verschil uit de weggelaten breuk blijken; in dit geval, moet men met die breuk rekening houden.

Voorbeeld : Elf raadsleden te kiezen; twee lijsten die respectievelijk 1921 en 1441 als stemcijfer hebben.

De tabel voor de verdeling is, zo men de breuken verwaarloost :

:

Lijst 1.

Lijst 2.

Stemcijfers

1921

1441

Deling door


2.

960 (1)

720 (2)

3.

640 (3)

480 (4)

4.

480 (5)

360 (7)

5.

384 (6)

288 (9)

6.

320 (8)

240 (11)

7

274 (10)


8.

240


De eerste drie zetels gaan naar de hoogste drie quotiënten in de orde van grootte : 960 (1e zetel), 720 (2e zetel), 640 (3e zetel). Het vierde quotiënt (480) dat de toewijzing van de vierde zetel bepaalt komt voor onder de twee lijsten. De deling moet dus worden voortgezet tot de breuken : vastgesteld wordt dat het quotiënt 480,25 wordt in lijst 1 en 480,33 in lijst 2 : de vierde zetel valt dus toe aan lijst 2 en de vijfde zetel aan lijst 1. Als men de bewerking verder zet, ziet men dat de 6e zetel gaat naar quotiënt 384, de 7e naar quotiënt 360, de 8e naar quotiënt 320, de 9e naar quotiënt 288 en de 10e naar quotiënt 274. Het elfde quotiënt (240) dat de toewijzing van de laatste zetel bepaalt komt voor onder de twee lijsten. De deling moet worden voortgezet tot de breuken. Vastgesteld wordt dat het quotiënt 240,12 wordt in lijst 1 en 240,16 in lijst 2 : de elfde en laatste zetel wordt dus aan lijst 2 toegewezen.

Lijst 1 bekomt dus zes zetels (1e, 3e, 5e, 6e, 8e en 10e) en lijst 2 vijf zetels (2e, 4e, 7e, 9e en 11e) 2° Het kan gebeuren dat het laatste nuttig quotiënt volstrekt hetzelfde is voor de beide lijsten;in dit geval (artikel 168 van het Kieswetboek) wordt de laatste zetel toegekend aan de lijst die het hoogste stemcijfer heeft bekomen.

Mocht in bovenstaand voorbeeld, lijst 1 het stemcijfer 1.920 in plaats van 1.921 hebben gehad en lijst 2 het stemcijfer 1.440 in plaats van 1.441, dan zou het zevende quotiënt van lijst 1, zegge 240, volkomen gelijk geweest zijn aan het vijfde quotiënt van lijst 2. In dit geval zou de elfde zetel zijn toegewezen aan de eerste lijst daar zij het hoogste stemcijfer heeft. Lijst 1 zou dus 7 zetels en lijst 2 slechts 4 zetels bekomen.

Onnodig te zeggen dat de cijfers van deze voorbeelden uitgezocht werden ter demonstratie en dat, in de praktijk, dit samenvallen van cijfers in het laatste quotiënt voor twee lijsten, wellicht nooit zal voorkomen. Er diende nochtans aangetoond dat, eventueel daaruit geen moeilijkheden of onzekerheid kunnen voortspruiten.

De wet regelt zelfs het geval van gelijkheid van de stemcijfers van twee lijsten die evenveel recht op de laatste te begeven zetel hebben.

De voorkeur wordt in dit geval bepaald door het aantal stemmen bekomen door de twee kandidaten die er rechtstreeks belang bij hebben, en, elk op zijn lijst, in aanmerking komen om de laatste zetel te bekleden; deze wordt, naar luid van artikel 168 van het Kieswetboek, toegekend aan de lijst waarop de kandidaat voorkomt die onder de kandidaten wier verkiezing in het geding is, de meeste stemmen heeft gekregen of subsidiair, de oudste in jaren is. 3° De wet regelt het geval waarin een van de lijsten, ingevolge de evenredige vertegenwoordiging, recht mocht hebben op meer zetels dan zij kandidaten telt.De niet toegewezen zetels worden alsdan gevoegd bij die, welke aan andere lijsten toekomen, en de verdeling gebeurt bijgevolg over deze lijsten (artikel 56, vierde lid BGKWB).

Twee voorbeelden ter illustratie : a) Negen raadsleden te kiezen - Drie kandidatenlijsten. :

Lijst 1.

Lijst 2.

LIJST 3


Stemcijfers

840

432

328

Deling door


2.

420 (1)

216 (3)

164 (6)

3.

280(2)

144 (7)

109 (10)

4.

210(4)

108 (11)

82

5.

168 (5)

86

65

6.

140 (8)

72


7.

120 (9)


8.

105


9.

93


Toen het bureau de eerste negen quotiënten in de orde hunner belangrijkheid aanstipte of onderlijnde, heeft men reeds gezien dat zes zetels toekomen aan lijst 1, twee aan lijst 2, en één aan lijst 3.

Maar lijst 1 telt maar vier kandidaten : de twee zetels die zij te veel heeft, gaan over tot de andere lijsten, naargelang van de twee hoogste quotiënten, waarmede reeds werd rekening gehouden. Deze quotiënten zijn : 109 (lijst 3) en 108 (lijst 2). Lijst 2 bekomt aldus drie zetels in plaats van twee, en lijst 3 twee zetels in plaats van één. b) Zeven raadsleden te kiezen - Drie kandidatenlijsten. :

Lijst 1.

Lijst 2.

LIJST 3


Stemcijfers

240

150

180

Deling door


2.

120 (1)

75 (4)

90 (2)

3.

80 (3)

50 (7)

60 (6)

4.

60 (5)

37

45

5.

48 (8)


6.

40


Indien lijst 3, die recht heeft op twee zetels, slechts een enkele kandidaat (afzonderlijke kandidatuur) bevat, wordt het tweede mandaat, dat haar moest toekomen, toegekend aan lijst 1 omwille van haar vierde quotiënt (48).

Voor de aanvullende verdeling, nodig ingevolge het beschikbaar blijven van één of meer zetels, toekomende aan een lijst die nog niet genoeg kandidaten heeft, moet dus geen nieuwe berekening, geen omwerking, geen nieuwe inschrijving van cijfers gedaan worden. Het bureau dient maar de achtereenvolgende aanstipping van de hoogste quotiënten voort te zetten, tot al de beschikbare zetels toegekend zijn. 4. Aanwijzing van de gekozenen en de opvolgers.a. Aanwijzing van de titularissen. Wanneer het aantal van de aan elke lijst toe te kennen zetels bepaald is, heeft het bureau nog slechts de gekozenen uit te roepen. Indien het aantal kandidaten van een lijst gelijk is aan dat van de aan deze lijst toegekende zetels, zijn al de kandidaten zonder verdere formaliteit gekozen. Zijn er meer kandidaten dan zetels die aan de lijst worden toegekend, dan worden gekozen uitgeroepen, tot het beloop van het aantal van de aan de lijst toegevallen zetels, die kandidaten welke de meeste stemmen behaalden (artikel 57 BGKWB). Bij gelijk aantal stemmen is de volgorde van de lijst beslissend.

Alvorens tot deze aanduiding over te gaan worden de bovenaan de lijst uitgebrachte stemmen (volledige lijststembiljetten), die dus gunstig zijn voor de orde van de kandidaatstelling, individueel aan de kandidaten bij wijze van overdracht toegekend nadat deze stemmen met het aantal aan de lijst toekomende zetels vermenigvuldigd werden en dit product werd gedeeld door twee.

De overdracht geschiedt volgens de voordrachtsvolgorde van de kandidaten en tot beloop, voor ieder van hen, van wat nodig is om het verkiesbaarheidscijfer eigen aan de lijst te bereiken en totdat de helft van het aantal gunstige stemmen voor de volgorde van de overdracht is uitgeput.

Dit verkiesbaarheidscijfer, aan elke lijst eigen, wordt verkregen door het stemcijfer van de lijst (het totaal van de volledige en onvolledige biljetten) te vermenigvuldigen met het aantal door de lijst bekomen zetels en het produkt van die vermenigvuldiging te delen door datzelfde aantal zetels, vermeerderd met één.

Voorbeeld : Volledige stembiljetten (lijststemmen) 641 Onvolledige stembiljetten (naamstemmen) 678 Stemcijfer 1319 Getal aan de lijst toegewezen zetels 5 zetels De eerste bewerking bestaat er in het stemcijfer van de lijst (641 + 678 = 1319) te vermenigvuldigen met het aantal door de lijst bekomen zetels, dus 1.319 x 5 = 6.595.

Om het verkiesbaarheidscijfer te bekomen deelt men het aldus bekomen product door het aantal aan de lijst toegewezen zetels plus één (6.595 : 6 = 1.099,16 of 1.100 daar de decimalen, hoe klein zij ook zijn, naar boven moeten worden afgerond).

Wanneer het verkiesbaarheidscijfer is vastgesteld moet het aantal van de stemmen, die aan de voordrachtsvolgorde ten goede komen en onder de kandidaten moeten verdeeld worden, bepaald worden. Dit aantal verkrijgt men door het aantal biljetten, waarop bovenaan gestemd is (volledige lijststembiljetten) te vermenigvuldigen met het aantal aan de lijst toegewezen zetels (641 x 5 = 3205) en dit product te delen door twee (3.205 : 2 = 1.602,5 dus 1.603). Na de deling door twee wordt het bekomen cijfer met eventuele decimalen systematisch afgerond naar de hogere eenheid, ongeacht het feit de decimalen al dan niet 0,50 bereiken.

Het bureau heeft dan nog slechts de 1.603 aan de voordrachtsvolgorde ten goede komende stemmen onder de kandidaten te verdelen. Deze verdeling geschiedt door bij het aantal naamstemmen van elke kandidaat het nodig getal stemmen te voegen om het verkiesbaarheidscijfer te bereiken.

Hieronder deze verdeling voor het aangeduid voorbeeld :

Namen van de kandidaten

Naam stemmen

Stemmen toegekend bij wijze van overdracht

Totaal


Maenhout

202

+ 898

= 1.100

1e gekozene

Ducange

166

+ 705

= 871

2e gekozene

Hermand

196

. . . . .

. . . . .

4e gekozene

Jacques

176

. . . . .

. . . . .

5e gekozene

Linsach

48


Delcampo

197

. . . . .

. . . . .

3e gekozene

Tilquin

97


Van Diest

91


Robin

160


1.603


Na deze verdeling, stelt men vast dat de kandidaten Maenhout, Ducange, Delcampo, Hermand en Jacques het grootste aantal stemmen hebben bekomen en als titularissen moeten worden aangewezen.

Er dient te worden opgemerkt dat, bij gelijkheid van stemmen, de voordrachtsvolgorde op de lijst de voorrang bepaalt. b. Aanwijzing van de opvolgers. Onmiddellijk na de aanwijzing van de titularissen, gaat het bureau over tot de aanduiding van de opvolgers (artikel 58 BGKWB).

Wanneer een of meer kandidaten van een lijst verkozen zijn, worden alle niet verkozen kandidaten van de lijst in de volgorde van de meeste behaalde stemmen, of bij gelijk stemgetal in de orde van inschrijving op het stembiljet, tot opvolgers uitgeroepen. Een niet-verkozen kandidaat moet ten minste 1 naamstem hebben behaald om als opvolger te kunnen worden aangeduid.

Voordat die aanwijzing plaatsheeft en nadat het hoofdbureau de gemeenteraadsleden heeft aangewezen, gaat het over tot een nieuwe individuele toekenning van de helft van het aantal lijststemmen die ten gunste van de orde van voordracht zijn uitgebracht, en dit op dezelfde wijze als bij de aanwijzing van de gekozenen, maar te beginnen met de eerste van de niet-gekozen kandidaten naar de orde van voordracht.

Voor het bovenvermeld voorbeeld geschiedt deze verdeling van de aan de voordrachtsvolgorde ten goede komende lijststemmen en de aanwijzing van de opvolgers als volgt : Het aantal te verdelen stemmen (1.603) en het verkiesbaarheidscijfer (1.100) zijn dezelfde als deze die gediend hebben voor de aanwijzing van de titularissen.

Namen van de kandidaten

Naam stemmen

Stemmen toegekend bij wijze van overdracht

Totaal


Linsach

48

+ 1.052

= 1.100

1e opvolger

Tilquin

97

+ 551

= 648

2e opvolger

Van Diest

91

4e opvolger

Robin

160

3e opvolger

1.603


Er mag niet uit het oog worden verloren dat deze nieuwe verdeling volkomen onafhankelijk is van de eerste; in de onderstelling dus dat een niet tot titularis aangewezen kandidaat, bij de eerste verdeling van lijststemmen bij wijze van overdracht begunstigd werd, mag met deze stemmen, bij de tweede verdeling van de aan de voordrachtsorde ten goede komende stemmen volstrekt geen rekening worden gehouden. c. Afkondiging van de uitslagen. De uitslagen van de algemene stemmentelling en de namen van de kandidaten tot gewone of tot opvolgende gemeenteraadsleden gekozen, worden in het openbaar afgekondigd (art. 59 BGKWB).

Slechts wanneer het hoofdbureau de uitslagen van de verkiezing voorgoed heeft vastgesteld en de namen van de gekozenen heeft aangewezen, krijgt het publiek toegang tot de lokalen van het hoofdbureau om de afkondiging van de uitslagen bij te wonen.

Onmiddellijk na die afkondiging zendt de voorzitter van het hoofdbureau of de persoon die hij daartoe aanwijst aan de Regering het vervuld formulier R10.

De voorzitter van het hoofdbureau vergeet evenmin de lijsten voor de betaling van het presentiegeld uiterlijk de maandagmorgen na de stemming over te maken aan het gemeentebestuur (formulieren R4 en R4bis).

Het proces-verbaal van de verkiezing, tijdens de vergadering opgemaakt en ondertekend door de leden van het hoofdbureau en door de getuigen, de processen-verbaal van de verschillende bureaus en de andere stukken, bedoeld in het laatste lid van de artikelen 46 en 52 van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek, alsmede de akten van voordracht en van bewilliging van de kandidaten en van aanwijzing van de getuigen, worden binnen vierentwintig uur door de voorzitter van het hoofdbureau aan de Voorzitter van het Rechtscollege toegezonden (art. 60 BGKWB en 21, § 1, 6° van de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming).

Op het pak dat deze stukken bevat worden de datum van de verkiezing en de naam van de gemeente vermeld.

Een dubbel van het proces-verbaal van het hoofdbureau, door de leden voor eensluidend verklaard, wordt op de gemeentesecretariaat voor eenieder ter inzage gelegd.

Aan ieder gekozene wordt een uittreksel uit dit proces-verbaal gezonden.

De Voorzitter van het Rechtscollege houdt ter beschikking van de onderscheiden vrederechters die bevoegd zijn voor de toepassing van titel VI van het Kieswetboek, de niet ontzegelde omslagen met de kiezerslijsten waarop aantekening is gehouden van de opgekomen kiezers (art. 61 BGKWB).

Er dient tenslotte nog gewezen te worden op artikel 23ter van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek, dat stelt : « De aangiften van de verkiezingsuitgaven, ingediend overeenkomstig artikel 23 worden bewaard op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg tot de honderdeenentwintigste dag na de datum van de verkiezingen.

Indien een klacht als bedoeld bij artikel 12 van de wet van 7 juli 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van de provincieraden en de gemeenteraden en voor de rechtstreekse verkiezing van de raden voor maatschappelijk welzijn, of een bezwaar als bedoeld bij artikel 74, § 1, tweede lid, wordt ingediend binnen honderdtwintig dagen na de datum van de verkiezingen, wordt de aangifte van de verkiezingsuitgaven van de kandidaat die het voorwerp is van de klacht, op hun verzoek overgezonden aan de betrokken Procureur des Konings, aan de bestendige deputatie of aan het college bedoeld in artikel 83quinquies, § 2, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instelling, naargelang het geval.

Indien geen enkele klacht als bedoeld bij artikel 12 van dezelfde wet van 7 juli 1994, noch een bezwaar als bedoeld bij artikel 74, § 1, tweede lid, wordt ingediend binnen de in het vorige lid bepaalde termijn, kunnen de betrokken documenten door de kandidaten worden afgehaald. Documenten die niet zijn afgehaald binnen dertig dagen na het verstrijken van de voornoemde termijn, worden vernietigd ».

VII. DE PARLEMENTAIRE CONTROLE OP DE GEAUTOMATISEERDE STEMSYSTEMEN. Er is een parlementaire controle op de geautomatiseerde stemsystemen.

Het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wijst deskundigen aan, die de aangewende software bij de geautomatiseerde stemming kunnen controleren, alsmede het gebruik en het goed functioneren van de stemsystemen.

De wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming, gewijzigd door de ordonnantie van 29 juni 2006, bepaalt het volgende : - Bij van de verkiezingen van de leden van de gemeenteraden binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, wijst het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vier effectieve deskundigen en vier plaatsvervangende deskundigen aan. - Deze aanwijzingen kunnen zowel bij de volledige vernieuwing van de gemeenteraden gebeuren als bij een herverkiezing die georganiseerd wordt naar aanleiding van de vernietiging van een verkiezing, evenals bij een verkiezing ingevolge een vacature waarin niet kan worden voorzien door het aanstellen van een opvolger. - Tijdens de verkiezingen zien die deskundigen toe op het gebruik en de goede werking van alle geautomatiseerde stem- en stemopnemingssystemen. Evenals op de procedures betreffende de aanmaak, de verspreiding en het gebruik van de apparatuur, software en de elektronische informatiedragers.

Zij ontvangen van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het materieel, alsook alle gegevens, inlichtingen en informatie die nodig zijn voor het uitoefenen van controle op de geautomatiseerde stem- en stemopnemingssystemen.

Zij kunnen ondermeer de betrouwbaarheid controleren van de software in de stemmachines, de correcte overschrijving van de uitgebrachte stemmen op de magneetkaart, de correcte overschrijving door elektronische stembus van de uitgebrachte stemmen op de geheugendrager van het stembureau, de correcte registratie van de geheugendrager van het stembureau op de geheugendrager bestemd voor het optellen van de stemmen, de totalisering van de uitgebrachte stemmen, de optische lezing van de uitgebrachte stemmen en het controlesysteem van de geautomatiseerde stemming door het afdrukken van de uitgebrachte stemmen op papier. - Zij verrichten die controle vanaf de 40ste dag voor de verkiezing, op de verkiezingsdag zelf en hierna tot de indiening van hun verslag. - Uiterlijk 10 dagen na de sluiting van de stemming, en in ieder geval vóór de geldigverklaring van de verkiezingen, bezorgen de deskundigen een verslag aan de Regering en aan het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dit verslag kan aanbevelingen bevatten in verband met het materieel en de software die werden gebruikt. - De deskundigen zijn tot geheimhouding verplicht. Elke schending van die geheimhoudingsplicht wordt bestraft overeenkomstig artikel 458 van het Strafwetboek.

Hierbij dient opgemerkt te worden dat de deskundigen, die zijn aangewezen bij artikel 5bis van de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming, en de personen die belast zijn met het verlenen van technische bijstand evenwel worden toegelaten in de stembureaus op de dag van de stemming na vertoon aan de voorzitter van het stembureau van hun legitimatiekaart uitgereikt door het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

VIII. GEAUTOMATISEERDE STEMMING - VOORSTELLING VAN DE SCHERMEN. 1. Algemene procedure. De stemprocedure wordt op gedetailleerde wijze beschreven in artikel 7 van de wet van 11 april 1994 houdende de bepalingen voor de organisatie van de geautomatiseerde stemming.

In de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moet de kiezer eerst de taal kiezen waarin hij bij het uitbrengen van zijn stem wenst begeleid te worden. 2. Voorstelling van de schermen van de lijsten. Het scherm van de lijsten herneemt per kolom en per rij, de lijsten in numerieke volgorde volgens de nummers die aan deze lijsten werden toegekend.

Voorbeeld

1 ABC

4 EFG

7 IJK

2 BCD

5 FGH

BLANCO STEM

3 BGF

6 GHI


N.B. Het vakje, dat voor een blanco stem is afgebeeld, bevindt zich steeds op de laatste plaats. 3. Voorstelling van de schermen van de kandidaten De voorstelling van de schermen van de kandidaten geschiedt overeenkomstig het besluit van 19 juli 2012 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende vaststelling van de regels volgens welke de lijsten en de kandidaten op het beeldscherm van de stemcomputer worden getoond.De plaatsing in kolommen, het aantal hiervan alsook het aantal kandidaten per kolom worden bepaald door het aantal bij de verkiezing te verdelen zetels (en niet door het aantal kandidaten op elke lijst).

Dit geeft de volgende voorstelling van de kandidaten op het scherm overeenkomstig het aantal te verkiezen raadsleden in de gemeente.

Aantal te verkiezen raadsleden

Aantal kolom 1

Aantal kolom 2

Aantal kolom 3

7

7

-

-

9

9

-

-

11

11

-

-

13

13

-

-

15

15

-

-

17

9

8

-

19

10

9

-

21

11

10

-

23

12

11

-

25

13

12

-

27

14

13

-

29

15

14

-

31

16

15

-

33

11

11

11

35

12

12

11

37

13

12

12

39

13

13

13

41

14

14

13

43

15

14

14

45

15

15

15

47

16

16

15


N.B. : Bij onvolledige lijsten wordt dezelfde indeling toegepast.

Bijvoorbeeld een onvolledige lijst van 27 kandidaten in een gemeente waar er 43 raadsleden te verkiezen zijn : 2 kolommen met 15kandidaten links en 12 kandidaten rechts.

De bepalingen i.v.m. het kiezen van de naam en voornaam in punt 30 zijn van toepassing voor de registratie van de namen en de voornamen van de kandidaten.

Er wordt aan herinnerd dat het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek voorziet in de vermelding van het geslacht op de voordrachtsakten van de kandidaten, op de kiezerslijsten en op de oproepingsbrieven. Deze eis wordt niet gesteld voor het scherm dat de kandidaten van een lijst weergeeft.

De naam van de kandidaat of van de kandidate dient slechts te worden voorafgegaan door de afkorting M. of Mevr. indien deze laatste er uitdrukkelijk om verzoekt in het geval dat zijn of haar voornaam van die aard is dat er een eventuele dubbelzinnigheid zou bestaan of de kandidaat tot het mannelijke of het vrouwelijke geslacht zou behoren.

Het strekt tevens tot aanbeveling rekening te houden met het feit dat in een ruimte van twee regels per kandidaat wordt voorzien. Elke regel kan 22 karakters omvatten (tussenruimte inbegrepen).

Voor de kandidaten, waarvan een onderdeel van de naam een probleem zou oproepen, lijkt het aangewezen dat zijzelf de wijze vastleggen waarop hun identiteit op het scherm wordt afgebeeld.

MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN VAN 14 OKTOBER 2012 Onderrichtingen voor de voorzitters van de hoofdbureaus bij de gemeenteraadsverkiezingen.

Gemeenten die gebruik maken van het elektronisch stemsysteem georganiseerd door de ordonnantie van 12 juli 2012.

INHOUD I.ALGEMENE BEPALINGEN. II. ORGANISATIE VAN DE KIESBUREAUS. 1. Hoofdbureau.a. Aanwijzing van de voorzitter.b. Aanwijzing van de bijzitters en de secretaris.2. Stembureau.3. Afgifte van exemplaren van kiezerslijsten.4. Presentiegelden en reisvergoedingen voor de leden van de kiesbureaus - verzekeringspolis voor ongevallen.5. Taalgebruik.6. Portvrijdom en kiesdrukwerk.a. Portvrijdom.b. Verkiezingsdrukwerk.c. Formaat oproepingsbrieven.7. Aanwijzing van de getuigen. III. KANDIDATUREN. 1. Bericht en rol van de voorzitter.a. Bericht.b. Rol van de voorzitter.2. Akte van voordracht en akte van bewilliging.a. Akte van voordracht.b. Akte van bewilliging.3. Voorlopige afsluiting van de kandidatenlijsten.a. Getuigen.b. Onderzoek omtrent de regelmatigheid van de voordrachtsakten.c. Onderzoek omtrent de verkiesbaarheid van de kandidaten.d. Taken te vervullen na de voorlopige afsluiting.4. Definitieve afsluiting van de kandidatenlijst.a. Datum en aanwezigheden.b. Opmerkingen en bezwaren.c. Verloop.5. Opstellen van het proces-verbaal van de definitieve afsluiting.a. Wanneer geen enkele verklaring van beroep is geformuleerd.b. Bij verklaring van beroep.c. Taken uit te voeren na de definitieve afsluiting. IV. DE AANPLAKKING V. VERRICHTINGEN MET BETREKKING TOT DE ELEKTRONISCHE STEMMING. 1. Verrichtingen vóór de stemming.2. Verrichtingen na de stemming. VI. ZETELVERDELING - AANWIJZING VAN DE GEKOZENEN EN OPVOLGERS. 1. Algemene telling.2. Het stemcijfer.3. Verdeling van de zetels over de lijsten.4. Aanwijzing van de gekozenen en de opvolgers.a. Aanwijzing van de titularissen.b. Aanwijzing van de opvolgers.c. Afkondiging van de uitslagen. VII. DE PARLEMENTAIRE CONTROLE OP DE ELEKTRONISCHE STEMSYSTEMEN VIII. ELEKTRONISCHE STEMMING- VOORSTELLING VAN DE SCHERMEN 1. Algemene procedure.2. Voorstelling van de schermen van de lijsten.3. Voorstelling van de schermen van de kandidaten. I. ALGEMENE BEPALINGEN. Het beginsel van de rechtstreekse verkiezing van de leden van de gemeenteraden is vastgelegd in artikel 162, tweede lid, 1°, van de Grondwet. Overeenkomstig artikel 6, § 1, VIII, 4°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, behoort de regeling van deze verkiezingen tot de bevoegdheid van de regionale wetgever.

Artikel 7, eerste lid, van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek bepaalt dat de gewone vergadering van de kiezers voor de vernieuwing van de gemeenteraden, van rechtswege om de zes jaar plaats heeft, op de tweede zondag van oktober. Voor de komende gemeenteraadsverkiezingen is dit dus op zondag 14 oktober 2012.

Voor de uitvoering van uw opdracht dient U zich te refereren aan onder meer de volgende wettelijke bepalingen : 1° het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek (afgekort BGKWB), vastgesteld bij ordonnantie van 16 februari 2006 tot wijziging van de gemeentekieswet, gewijzigd bij de ordonnanties van 13 juli 2006, 20 juli 2006, 20 oktober 2006, 16 december 2011 en 12 juli 2012;2° het Kieswetboek, waarvan sommige bepalingen door het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek toepasselijk zijn gemaakt (afgekort KWB); 3° de ordonnantie van 12 juli 2012 houdende de organisatie van de elektronische stemming voor de gemeenteraadsverkiezingen.; 4° de wet van 7 juli 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van de provincieraden en de gemeenteraden en voor de rechtstreekse verkiezing van de raden voor maatschappelijk welzijn (Belgisch Staatsblad van 16 juli 1994), gewijzigd bij de wetten van 12 juli 1994 (Belgisch Staatsblad van 19 juli 1994), van 17 november 1994 (Belgisch Staatsblad van 23 november 1994), van 19 maart 1999 (Belgisch Staatsblad van 31 maart 1999 - 2° editie) en van 5 augustus 2006 (Belgisch Staatsblad van 21 augustus 2006). II. ORGANISATIE VAN DE KIESBUREAUS. 1. Hoofdbureau a.Aanwijzing van de voorzitter.

Wat betreft de stad Brussel, hoofdplaats van een gerechtelijk arrondissement, wordt het hoofdbureau voorgezeten door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg of, bij zijn ontstentenis, door de magistraat die hem vervangt. (art. 10, § 2 BGKWB).

In de gemeenten die hoofdplaats zijn van een gerechtelijk kanton, wordt het hoofdbureau voorgezeten door de vrederechter of, bij zijn ontstentenis, door één van zijn plaatsvervangers naar dienstouderdom.

In de andere gemeenten wordt de voorzitter van het hoofdbureau door de vrederechter uit de gemeenteraadskiezers benoemd, in de volgorde bepaald bij artikel 10, § 2, derde lid, van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek.

In de gevallen vermeld in het eerste en het tweede lid van artikel 10, § 2, wijst de voorzitter van het hoofdbureau een plaatsvervanger aan om hem op de dag van de stemming te vervangen, wanneer hij gehouden is zich naar een andere gemeente te begeven om er te stemmen (Formulier B3).

Zo de vrederechter twee kantons bedient, is hij bekleed met het voorzitterschap van de twee hoofdbureaus, maar zal hij normaliter zijn bevoegdheid voor één van deze bureaus overdragen aan de eerste in aanmerking komende plaatsvervanger.

Aan te stippen valt dat in de samengevoegde gemeenten die onder meer dan één gerechtelijk kanton ressorteren de voorzitter van het hoofdbureau moet worden aangewezen door de vrederechter tot wiens ambtsgebied de deelgemeente waar het gemeentehuis van de entiteit gelegen is behoort.

Deze aanwijzing moet plaats hebben ten minste 37 dagen voor de verkiezing (vrijdag 7 september 2012).

Inderdaad, krachtens artikel 22, eerste lid, van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek, moet de voorzitter van het hoofdbureau een bericht bekendmaken ten minste drieëndertig dagen vóór de stemming (dinsdag 11 september 2012); welnu, om dit te doen, moet hij niet alleen kennis gekregen hebben van zijn aanwijzing, maar tevens dit bericht hebben kunnen voorbereiden.

Voor de aanwijzing van de voorzitter van het hoofdbureau gebruikt de vrederechter een brief overeenkomstig formulier B1. Bij die brief voegt hij het formulier door de voorzitter van het hoofdbureau te richten aan hen die de functies van bijzitter en plaatsvervangend bijzitter in dat bureau moeten vervullen (formulier B4) en de twee uittreksels uit de lijst van de kiezers, opgemaakt per stembureau, indien hij er op dat moment reeds over beschikt (zie punt 6).

Ten minste vijfendertig dagen vóór de verkiezing (zondag 9 september 2012) zendt het college van burgemeester en schepenen tegen ontvangstbewijs of in een ter post aangetekende enveloppe twee voor echt verklaarde uittreksels uit de lijst der kiezers, opgemaakt per stemafdeling, aan de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, of, indien in de gemeente geen rechtbank is gevestigd, aan de vrederechter van het kanton (art.9 BGKWB).

Ten minste zevenentwintig dagen vóór de verkiezing (maandag 17 september 2012) zendt de vrederechter die uittreksels in een ter post aangetekende enveloppe door aan de voorzitter van het hoofdbureau, die hij voor elke gemeente van het kanton heeft aangewezen overeenkomstig artikel 10 van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek.

Tot op de dag van de verkiezing zendt het college van burgemeester en schepenen aan de voorzitter van elke stemafdeling de beslissingen die inschrijving op of schrapping van de lijst der kiezers, verlies of schorsing van het stemrecht tot gevolg hebben en de kiezers van zijn afdeling betreffen.

Het spreekt vanzelf dat wanneer de 37e dag vóór de stemming de vrederechter nog niet in het bezit is van die uittreksels, hij niettemin de voorzitters op de hoogte stelt van hun aanwijzing en hij hen de conform de kiezerslijst verklaarde uittreksels toezendt zodra ze in zijn bezit zijn en dit ten laatste de 27e dag vóór de stemming. b. Aanwijzing van de bijzitters en de secretaris. Het hoofdbureau moet ten minste zevenentwintig dagen vóór de verkiezing (maandag 17 september 2012) samengesteld zijn en bestaat uit een voorzitter, eventueel een plaatsvervangende voorzitter, vier bijzitters, vier plaatsvervangende bijzitters en een secretaris.

De voorzitter van het hoofdbureau wijst vrijelijk onder de gemeenteraadskiezers vier bijzitters en vier plaatsvervangende bijzitters aan. Hij gebruikt hiervoor het formulier B4.

Hij duidt eveneens de secretaris aan uit de kiezers van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad. Hij moet niet noodzakelijk kiezer zijn in de betrokkenen gemeente. Hij is evenwel niet stemgerechtigd. 2. Stembureau. Artikel 13 van de ordonnantie houdende de organisatie van de elektronische stemming voor de gemeenteraadsverkiezingen bepaalt de samenstelling van het stembureau.

Het stembureau bestaat uit een voorzitter, een plaatsvervangende voorzitter indien nodig, vijf bijzitters, vijf plaatsvervangende bijzitters, een secretaris en een adjunct-secretaris die ervaring doet blijken in informatica. De kandidaten mogen er geen deel van uitmaken.

De voorzitter van het hoofdbureau wijst, uiterlijk de dertigste dag vóór de verkiezing, (14 september 2012) de voorzitters van de stembureaus aan uit de kiezers van de gemeente die kunnen lezen en schrijven, in de volgorde die bepaald is in artikel 10, § 2, derde lid. De voorzitter van het hoofdbureau maakt daartoe gebruik van de overeenkomstig artikel 10ter, § 1, 1° van BGKWB door het college van burgemeester en schepenen opgestelde lijst. De voorzitter geeft dadelijk kennis van deze aanwijzingen aan de betrokkenen en aan de gemeentelijke overheden.

Hij wijst uiterlijk de twintigste dag vóór de verkiezing (24 september 2012) eveneens de bijzitters en plaatsvervangende bijzitters van de stembureaus aan.Ook deze personen worden aangewezen uit de kiezers van de gemeente die kunnen lezen en schrijven, in de volgorde die bepaald is in artikel 10, § 2, derde lid, van het BGKWB (art. 11, § 2, BGKWB). De bijzitters worden evenwel aangewezen uit de kiezers van het stembureau. De voorzitter van het hoofdbureau maakt voor deze aanwijzingen gebruik van de lijst vermeld in artikel 10ter, § 1, 2°, van het BGKWB. De voorzitter van het stembureau duidt de secretaris en de adjunct-secretaris van dit bureau aan uit de kiezers van de gemeente.

Deze zijn niet stemgerechtigd (art. 16 BGKWB). 3. Afgifte van exemplaren van kiezerslijsten. Op 1 augustus 2012 maakt het college van burgemeester en schepenen de lijst van de gemeenteraadskiezers op. (art. 3 BGKWB).

Elke politieke partij kan kosteloos twee afschriften van deze lijst krijgen, op papier of op elektronische drager, voor zover ze de voorwaarden van artikel 4, § 1, van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek vervult. De aanvraag moet bij aangetekend schrijven aan de burgemeester worden gericht. De partij kan enkel een afschrift van kiezerlijst bekomen wanneer deze zich schriftelijk toe verbindt een kandidatenlijst in te dienen voor de verkiezingen in de gemeente waar deze kiezerlijst aanvraagt. Ze moeten zich er ook toe verbinden om tijdens de verkiezingen en gedurende de legislatuur de beginselen van de democratie van een rechtsstaat alsmede de rechten en vrijheden ingeschreven in de Grondwet, in het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van 4 november 1950 en in het Internationaal Verdrag van 19 december 1966 inzake burgerrechten en politieke rechten, na te leven. De lijsten mogen enkel gebruikt worden voor verkiezingsdoeleinden.

De afgifte aan de hierboven vermelde personen van bijkomende afschriften geschiedt tegen betaling van de kostprijs, die door het college van burgemeester en schepenen wordt bepaald. De kostprijs van een exemplaar van de kiezerslijst is in beginsel de werkelijke kosten voor de loutere reproductie van een exemplaar van de kiezerslijst.

Indien een politieke partij geen kandidatenlijst voordraagt, kan zij van de kiezerslijst geen gebruik meer maken, op straffe van de in artikel 197bis van het Kieswetboek vastgestelde sancties.

Ieder persoon die als kandidaat voorkomt op een voordracht ingediend met het oog op de verkiezing, kan tegen betaling, van de kostprijs afschriften van de kiezerslijst krijgen, op papier of op elektronische drager, voor zover hij zijn aanvraag aangetekend heeft gedaan bij de burgemeester en hij zich er ook toe verbindt om tijdens de verkiezingen en gedurende de legislatuur de beginselen van de democratie van een rechtsstaat alsmede de rechten en vrijheden ingeschreven in de Grondwet, in het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van 4 november 1950 en in het Internationaal Verdrag van 19 december 1966 inzake burgerrechten en politieke rechten, na te leven.

Het gemeentebestuur onderzoekt, op het ogenblik van de afgifte, of de belanghebbende als kandidaat bij de verkiezing is voorgedragen.

Dienvolgens kunnen de kandidaten slechts afschriften van de kiezerslijst ontvangen na de neerlegging van hun voordracht.

Indien de aanvrager later van de kandidatenlijst wordt geschrapt, mag hij van de kiezerslijst geen gebruik meer maken, op straffe van de in artikel 197bis van het Kieswetboek vastgestelde sancties.

Het gemeentebestuur mag geen afschriften van de kiezerslijst afgeven aan andere personen dan de hierboven genoemden. De personen die deze afschriften hebben ontvangen, mogen ze op hun beurt niet meedelen aan derden.

De afgegeven afschriften van de kiezerslijst mogen slechts voor verkiezingsdoeleinden gebruikt worden, inbegrepen buiten de periode die tussen de datum van afgifte van de lijst en de datum van de verkiezing valt.

Uiterlijk op 31 augustus 2012 zendt het gemeentebestuur twee afschriften van de lijst van de gemeenteraadskiezers aan de gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad alsook aan de Regering (art. 5 BGKWB). 4. Presentiegelden en reisvergoedingen voor de leden van de kiesbureaus. Krachtens artikel 38 van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek zijn - onder andere - de volgende verkiezingsuitgaven ten laste van de gemeente : 1° het presentiegeld en de reisvergoeding waarop de leden van de kiesbureaus aanspraak kunnen maken, onder de voorwaarden bepaald door de Regering;2° de reisvergoeding van de kiezers die niet in de gemeente waar ze zijn ingeschreven als kiezer, verblijven, onder de voorwaarden bepaald door de Regering;3° de verzekeringspremies om de lichamelijke schade te dekken die voortvloeien uit ongevallen die de leden van de kiesbureaus zijn overkomen in de uitoefening van hun ambt;de Regering bepaalt de regels volgens welke deze risico's worden gedekt. Dit is het voorwerp van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 juli 2012 betreffende de verzekering zoals voorzien in artikel 38 van BGKWB. Presentiegelden.

De maximumbedragen van de presentiegelden zijn vastgesteld bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 maart 2006 tot vaststelling van het bedrag van het presentiegeld en de reisvergoeding van de leden van de kiesbureaus voor de gemeenteraadsverkiezingen (Belgisch Staatsblad van 12 april 2006).

Het maximumbedrag van het presentiegeld is als volgt : - voor de voorzitter van het hoofdbureau : 150 euro; - voor de secretaris van het hoofdbureau : 120 euro; - voor de bijzitters van het hoofdbureau : 115 euro; - voor de voorzitters van een stembureau : 90 euro; - voor de secretarissen, adjunct-secretarissen en bijzitters van een stembureau : 85 euro.

De gemeenteraad mag bovendien presentiegeld aan de leden van het hoofdbureau toekennen voor elke vergadering, die de dag van de verkiezing voorafgaat. Er mogen maximum acht voorbereidende vergaderingen in aanmerking genomen worden.

Het maximumbedrag van het presentiegeld voor elke vergadering wordt vastgesteld als volgt : - voor de voorzitter : 80 euro; - voor de secretaris : 70 euro; - voor de bijzitters : 65 euro.

De uitbetaling van de presentiegelden en de reisvergoedingen (zie hieronder) zullen ten laste genomen worden door ieder gemeentebestuur.

Ieder gemeentebestuur neemt de nodige schikkingen met Bpost of de eigen betalingsdienst en met de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau, die de lijsten voor de betaling van de presentiegelden inzamelt, voor de storting van de presentiegelden aan de leden van de verschillende gemeentelijke kiesbureaus.

Iedere voorzitter van het hoofdbureau let er op dat de lijst voor de betaling van het presentiegeld duidelijk en volledig is ingevuld om elke vertraging in de overschrijving te vermijden (formulier R4bis voor het hoofdbureau, R4 voor het stembureau : deze wordt onmiddellijk afgedrukt door de computer van de voorzitter).

Het presentiegeld kan maar worden overgeschreven als het formulier R4 door het stembureau volledig werd ingevuld en ondertekend. Dit formulier R4 wordt in dubbel opgesteld. Voor het hoofdbureau wordt een formulier R4 bis voorzien dat het mogelijk maakt om eveneens de bedragen voor de voorbereidende vergaderingen te vermelden, indien de gemeente hierin voorzien heeft, en voor de dag van de verkiezingen.

Het formulier R4 wordt op de dag van de stemming of uiterlijk de maandagmorgen na de stemming onder een afzonderlijke verzegelde enveloppe voor de betaling van het presentiegeld aan de voorzitter van het gemeentehoofdbureau bezorgd. Het dubbel van deze lijst neemt de voorzitter van het stembureau mee naar huis. De voorzitter van het gemeentehoofdbureau controleert of ieder stembureau het formulier voor de betaling van het presentiegeld heeft ingediend en stipt dit aan op een overzichtstabel in kwestie. De voorzitter van het hoofdbureau neemt contact op met de voorzitter van het stembureau wanneer deze zijn formulier terzake niet heeft bezorgd.

De voorzitters en secretarissen van de stembureaus kunnen recht hebben op presentiegeld voor deelname aan de vormingssessie georganiseerd door het hoofdbureau indien de gemeente dit heeft vastgelegd in haar reglement betreffende de presentiegelden voor de leden van de stembureaus.

Reisvergoedingen. 1° De leden van de kiesbureaus die zetelen in een gemeente waar zij niet ingeschreven zijn in het bevolkingsregister hebben recht op een kilometervergoeding van 0,15 euro per afgelegde kilometer. De verklaring van schuldvordering uit hoofde van deze verplaatsingen moet gesteld worden op het formulier F1, dat gestuurd wordt naar het adres van het desbetreffende gemeentebestuur. 2° Sommige kiezers kunnen voor hun kiesplicht een gratis treinreisbiljet (2e klasse) bekomen bij de loketten van de N.M.B.S. Het gaat om volgende kiezers : de personen die niet meer verblijven in de gemeente waar ze moeten stemmen; de loon- of weddetrekkenden die hun beroep uitoefenen in het buitenland of in een andere gemeente dan waar zij moeten stemmen; de kiesgerechtigde leden van deze laatsten die met hen samenwonen; de studenten die omwille van hun studies verblijven in een andere gemeente dan die waar ze moeten stemmen en de personen die in behandeling zijn in een verpleeg- of gezondheidsinrichting gelegen in een andere gemeente dan die waar ze moeten stemmen.

De door de N.M.B.S. uitgereikte treinbiljetten om te kunnen gaan stemmen in één van de 19 Brusselse gemeenten worden gefactureerd aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dat vervolgens de bedragen zal terugvorderen bij de betrokken gemeenten.

Op de oproepingsbrief voor de kiezer dient dus de desbetreffende N.M.B.S.-code te worden vermeld zodat de rechthebbende kiezer in een station een juist en gratis treinbiljet kan bekomen zodat hij zich kan verplaatsen van het bij zijn domicilie of verblijfplaats (student, personen in behandeling) dichtst gelegen station, of het eerste Belgische station aan de grens voor de kiezers die in het buitenland verblijven naar het dichtst bijgelegen station van de plaats waar hij moet gaan stemmen.

Het treinbiljet is geldig op de binnenlandse ritten vanaf de vrijdag die de verkiezing voorafgaat, vanaf 19u01, tot de dag van de verkiezingen, voor het beeïndigen van de nachtelijke treindienst. Het treinbiljet kan slechts voor de terugrit worden gebruikt op vertoon van de door het stembureau geldig afgestempelde oproepingsbrief, overeenkomstig artikel 37 BGKWB. Indien de hierboven onder punt 2° vermelde kiezers een ander vervoermiddel gebruiken kunnen zij de terugbetaling van hun reiskosten aanvragen bij middel van het formulier F2, dat gestuurd wordt naar het adres van het desbetreffende gemeentebestuur.

De terug te betalen som komt overeen met het tarief van de N.M.B.S. voor het vervoer van reizigers in 2e klasse op de dag van de stemming.

Verzekeringspolis.

Er wordt door het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een verzekeringspolis afgesloten om ongevallen te dekken die leden van de kiesbureaus zijn overkomen tijdens de uitoefening van hun opdracht of op de heen- of terugweg van hun hoofdverblijfplaats naar de vergaderplaats van hun bureau. Daarna zal er een gepaste terugvordering worden gedaan bij de 19 gemeenten in functie van het aantal ingeschreven kiezers. 5. Taalgebruik. Ik vestig uw aandacht op artikel 1, § 1, 5°, van de bij koninklijk besluit van 18 juli 1966 gecoördineerde wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken (Belgisch Staatsblad van 2 augustus 1966), dat stelt dat de wet toepasselijk is op de verrichtingen bij de gemeenteraadsverkiezingen.

Formulieren.

De meerderheid van de bij de verkiezingszaken te gebruiken formulieren zijn niet wettelijk vastgelegd. De modellen ervan worden bekendgemaakt als richtlijn. Het wordt de voorzitters van de hoofdbureaus aanbevolen deze formulieren zoveel mogelijk te gebruiken voor de duidelijkheid en de eenvormigheid bij de onderscheidene hoofdbureaus.

De formulieren waarnaar in deze onderrichtingen worden verwezen zijn bekendgemaakt in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad.

Op deze formulieren moet elke naam en voornaam worden voorafgegaan door de vermelding : Mevrouw (Mw.) of Mijnheer (M.).

De formulieren bestaan in het Frans en in het Nederlands in de kiesbureaus van het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad.

De bescheiden te gebruiken in de betrekkingen met particulieren (zoals de oproepingsbrieven voor de leden van de kiesbureaus) alsook de formulieren gebruikt door de burgers (bijvoorbeeld voor een kandidatuurstelling) worden opgesteld in de taal van de belanghebbende.

Kiesbureaus.

Artikel 49 van de gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, schrijft voor dat de voorzitters van de stembureaus die niet bij machte zijn de kiezers te woord te staan of voor te lichten in de talen die de gecoördineerde wetten voorschrijven te gebruiken in de betrekkingen van de plaatselijke diensten met de particulieren, een secretaris aanwijzen die hen daarin kan bijstaan. 3° Oproepingsbrieven. Volgens de vaste rechtspraak van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht moeten de oproepingsbrieven voor de kiezers, alsook trouwens de oproepingsbrieven geadresseerd aan de bijzitters van kiesbureaus, als betrekkingen met particulieren worden beschouwd in de zin van de gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken.

Daaruit volgt dat in de 19 gemeenten van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad de oproepingsbrieven uitsluitend opgesteld moeten worden in de taal (Nederlands of Frans) waarvan de betrokken particulier gebruik maakt in zijn betrekkingen met de plaatselijke overheid. 6. Portvrijdom en kiesdrukwerk.a. Portvrijdom. Het grote principe is dat de briefwisseling, verzonden in uitvoering van de kieswetten, portvrijdom geniet.

Het gaat hier om : de oproepingsbrieven verzonden aan de kiezers door het college van burgemeester en schepenen; de poststukken betreffende de schrapping en nieuwe inschrijvingen in de kiezerslijst, die uitgewisseld worden onder de gemeentebesturen, alsmede deze verstuurd door de gemeentebesturen naar de betrokken kiezers; de berichten door de gemeentebesturen verzonden aan sommige kiesgerechtigden, die als bijzitter kunnen aangewezen worden; de briefwisseling verzonden door de voorzitters van hoofdbureaus voor de aanwijzing van de bijzitters en de plaatsvervangende bijzitters; de door de gemeentebesturen verzonden afschriften van de kiezerslijst; de stukken aangaande verkiezingen, geadresseerd aan of verzonden door de voorzitters van de stembureaus; de stukken verzonden door het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in uitvoering van de kieswetgeving.

Op de zendingen moet u steeds vermelden : « Kieswet - portvrijdom « (gedrukt of geschreven), rechts bovenaan op de adreszijde waar normaal de postzegel staat. Vermeld in het adres zelf ook de hoedanigheid van de geadresseerde in verkiezingszaken (bijzitter, plaatsvervangend bijzitter, kandidaat-bijzitter).

Deze gegevens worden verder toegelicht op de website www.bpost/verkiezingen.be. Vragen hieromtrent kunnen worden gesteld via volgend e-mailadres : verkiezingen@bpost.be In 1994 werd een akkoord bereikt met DE POST opdat elke kandidaat-bijzitter ( of ander lid) van een kiesbureau, aan wie een ter post aangetekende brief wordt geadresseerd en die op zijn woonplaats afwezig is tijdens deze postbedeling, verwittigd zou worden met een kaart ( model 227 BKieswet) die in zijn brievenbus wordt gedeponeerd om deze brief af te halen op de gemeente.

Deze maatregel is bestemd om het absenteïsme te voorkomen in de stembureaus en om deze bureaus tijdig te kunnen samenstellen.

Deze maatregel is een bijkomend hulpmiddel en sluit geen enkele andere mogelijkheid uit voor de gemeenten, dit na overleg met de plaatselijke hoofdontvanger van het postkantoor. Dit betekent dat de aanwijzing van de leden van de kiesbureaus niet-aangetekend kan geschieden, indien het hoofdbureau en de gemeente dit meer opportuun achten. Verwittig de postontvanger van de gekozen maatregel. b. Verkiezingsdrukwerk. De voorwaarden inzake het verkiezingsdrukwerk zijn te bekomen op de website die speciaal voor de verkiezingen werd opgericht : www.bpost/verkiezingen.be.

Ik vestig er de aandacht op dat het laatste verkiezingsdrukwerk uiterlijk de woensdag vóór de datum van de verkiezingen moeten afgegeven worden. c. Formaat oproepingsbrieven. Teneinde te kunnen genieten van het portvrijdom dient de aanduiding « Kieswet-portvrijdom-NMBS-code... » te worden vermeld in de rechtse bovenhoek op de voorzijde van de enveloppe. Deze is in het formaat DL (of US).

Met het oog op het optimaliseren van de verwerking en de tijdige door de wet voorziene distributie van de oproepingsbrieven, raadt bpost aan de volgende voorwaarden in acht te nemen :

Afmetingen

DL (L 220 x H 110 mm), alternatief : US (L 210 x H 99) A5 formaat (L210 X H148) of groter te vermijden.

Gewicht

minimum 160 g/m2

Type papier

alle types, BEHALVE glanzend, silk, kalk, transparent, blinkend, gevernist, gelakt of gesatineerd papier, evenals elke vorm van gerecycleerd papier


Plaats adres

- evenwijdig met de grootste afmeting van de zending; - in een zone van 15 mm vanaf de rechterrand en 55 mm vanaf de bovenrand en 30 mm van de onderrand; - Het adres moet het postnummer van de plaats van de bestemming vermelden.

Deze voorwaarden zijn tevens zijn opgenomen zijn op de volgende website : http://www.bpost.be/verkiezingen-elections/site/nl/gemeente/02-nationale.html Voor wat betreft de enveloppe, raadt bpost aan de volgende voorwaarden in acht te nemen :

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De oproepingsbrief en de verklarende brochure worden in een enveloppe gestoken.

Er bestaat mogelijkheid om deze enveloppe vooraf te laten valideren.

Deze validatie dient natuurlijk te gebeuren alvorens deze enveloppen te laten drukken.

In dit geval dient er een PDF-document van het ontwerp te worden verzonden naar : customer.operations@bpost.be. Opgelet, dit e-mailadres dient enkel gebruikt te worden voor vragen tot validatie van de lay-out.

Voor alle andere vragen kan steeds contact opgenomen worden met de verkiezingscel van bpost op het nummer 02/276 65 00 (van 8.30 u tot 17.00 u) of via email op verkiezingen@bpost.be. 7. Aanwijzing van de getuigen. De kandidaten kunnen, in hun akte van bewilliging, een getuige en een plaatsvervangend getuige aanduiden om de zittingen van het hoofdbureau bij te wonen (artikel 23, § 6, BGKWB).

Vijf dagen vóór de verkiezing kunnen de kandidaten zoveel getuigen en zoveel plaatsvervangende getuigen aanwijzen als er stembureaus voor de gemeenteraadsverkiezingen zijn (art. 25 BGKWB- formulier T1).

De ontvangst van de aanwijzing van deze getuigen gebeurt bij de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau op dinsdag 9 oktober 2012 tussen 14 en 16 uur (art. 22, vierde lid en art. 25 BGKWB).

Niemand mag als getuige worden aangewezen, indien hij geen gemeenteraadskiezer is in het administratief arrondissement (art. 25 BGKWB).

De kandidaten beslissen voor iedere getuige in welk stembureau hij tijdens de hele duur van de verrichtingen zijn opdracht zal vervullen.

Zij geven hiervan zelf kennis aan de door hen aangewezen getuigen.

Deze kennisgeving wordt medeondertekend door de voorzitter van het hoofdbureau (formulier T3).

De getuigen die kiezer zijn in een andere gemeente moeten van hun hoedanigheid van gemeenteraadskiezer doen blijken door overlegging, hetzij van de oproepingsbrief voor de verkiezingen in hun gemeente, hetzij van een uittreksel uit de kiezerslijst.

De kandidaten kunnen als getuige of als plaatsvervangend getuige worden aangewezen, maar de functie van minister, staatssecretaris, parlementslid, burgemeester, schepen en OCMW-voorzitter zijn niet verenigbaar met de functie van getuige in een stembureau of hoofdbureau.

Kandidaten die tezamen zijn voorgedragen, mogen slechts één getuige en één plaatsvervangend getuige per stembureau aanwijzen.

Indien meer dan één getuige voor een zelfde bureau en voor een zelfde lijst zijn voorgedragen, weert het hoofdbureau de boventallige getuigen door middel van lotingen, waarbij deze eventueel voor andere bureaus worden aangewezen.

De voorzitter van het hoofdbureau geeft hen daarvan dadelijk bericht (formulier T4). De lotingen geschieden onmiddellijk na het verstrijken van de termijn die voor het in ontvangst nemen van de getuigenaanwijzingen is gesteld, ongeacht het aantal aanwezige leden (formulier T2).

III. KANDIDATUREN 1. Bericht en rol van de voorzitter.a. Bericht.(formulier A1) De voorzitter van het hoofdbureau is gehouden ten minste drieëndertig dagen vóór de stemming (dinsdag 11 september 2012) een bericht af te kondigen, waarin wordt vermeld (art. 22 BGKWB) : 1° Plaats, dagen en uren waarop hij de voordrachten van kandidaten zal in ontvangst nemen.Overeenkomstig artikel 22 van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek, moeten deze verplicht ontvangen worden op zaterdag 15 september 2012 of op zondag 16 september 2012 (29e en 28e dag vóór de stemdag), tussen 13 en 16 uur. 2° Dat de aanwijzing van getuigen voor de stembureaus van de gemeenten op dinsdag 9 oktober 2012, vijfde dag vóór de stemming, tussen 14 en 16 uur, zal geschieden (art.22, vierde lid BGKWB). 3° Het recht voor de kandidaten, om overeenkomstig artikel 23, § 6, van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek, in hun verklaring van bewilliging een getuige en een plaatsvervangend getuige aan te wijzen om de in de artikelen 26 tot 30 van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek bedoelde zittingen van het hoofdbureau bij te wonen. Kandidaten kunnen voor deze verrichtingen ook getuigen zijn, maar de functie van minister, staatssecretaris, parlementslid, burgemeester, schepen en OCMW-voorzitter zijn niet verenigbaar met de functie van getuige in een stembureau of hoofdbureau.

Dat bericht en de onderrichtingen die er bij gaan geven de voorwaarden op, waaronder die voordrachten en aanwijzingen moeten geschieden.

Hierbij dient te worden opgemerkt dat het woord « of » in artikel 22 van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek betekent dat de kandidaten de keuze hebben om hun voordrachtsakte ofwel op zaterdag ofwel op zondag aan de voorzitter van het hoofdbureau af te geven. De voorzitter moet evenwel op beide dagen ter beschikking van de kandidaten staan om deze akten in ontvangst te nemen.

De voordracht (formulieren C1 en C3) wordt aan de voorzitter van het hoofdbureau overhandigd tegen ontvangstbewijs door één van de drie ondertekenaars die de kandidaten daartoe hebben aangewezen in hun akte van bewilliging of door één van de twee kandidaten die daartoe zijn aangewezen door de aftredende gemeenteraadsleden.

De kandidatenlijsten kunnen door de partijen of door de indieners van de lijsten ingebracht worden via de sofware die door het Gewest ter beschikking wordt gesteld. In dit geval moeten ze over een « login » en een « password » beschikken om deze handeling uit te voeren. De informatie terzake zal worden opgenomen in de specifieke onderrichtingen. b. Rol van de Voorzitter. De voorzitter van het hoofdbureau neemt de voordrachten van de kandidaten in ontvangst. De akten van voordracht en bewilliging worden opgesteld op formulieren die ter besckikking zijn gesteld door de Regering en gepubliceerd zijn in het Belgisch Staatsblad conform artikel 23, § 8, BGKWB. Deze formulieren zijn in bijlage van het Besluit van 19 april 2012 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de voordracht en bewilliging van kandidaten bij de gemeenteraadsverkiezingen (Belgisch Staatblad van 4 mei 2012).

Het behoort de voorzitter van het hoofdbureau toe om de kiezer of kandidaat die de akte indient, te wijzen op alle gebreken die hij terzake vaststelt.

De voorzitter van het hoofdbureau mag de indieners op geen enkele wijze de geldigheid van de voordrachten verzekeren. Hij mag hen wel wijzen op onregelmatigheden of ontbrekende elementen die hij zou vaststellen bij de overhandiging. Indien kiezers of kandidaten bijvoorbeeld een lijst zouden indienen zonder daartoe gemachtigd te zijn, kan hij hun aandacht vestigen op het feit dat ze hun akte dienen te regulariseren. De voorzitter is daartoe echter niet verplicht. De voorzitter van het hoofdbureau wordt evenzo uitgenodigd om te wijzen op ontbrekend rijksregisternummer bij de indiening van de voordracht.

De voorzitter mag niet weigeren een tijdig ingediende akte van voordracht of bewilliging in ontvangst te nemen, zelfs indien deze manifeste gebreken vertoont.

De voorzitter overhandigt in elk geval een bewijs van ontvangst van de akten aan de hand van het formulier C5. Indien een afzonderlijke akte van bewilliging van kandidaatstelling wordt ingediend alvorens de akte van voordracht is ingediend, wijst de voorzitter de betrokken kandidaten erop dat hun bewilliging voortijdig is, zonder evenwel de ontvangst ervan te weigeren. Indien de kandidaten evenwel van oordeel zijn dat geen nieuwe indiening vereist is, beperkt de voorzitter zich ertoe in het ontvangstbewijs vast te stellen dat de akte is ingediend door « Mevr./Dhr. .... die verklaren voorgedragen te zijn als kandidaten voor ...., door Mevr./Dhr. ... en konsoorten ».

Enkel het regelmatig samengesteld hoofdbureau is gemachtigd om te beslissen over de geldigheid van de akten van voordracht of bewilliging van de kandidaten. In het stadium van de indiening van de kandidaturen behoort het de voorzitter van het hoofdbureau niet toe om de wettigheid van de ingediende akten na te gaan. Deze taak wordt immers verricht door het verenigd bureau op de vergadering van 17 september.

De kandidaten en kiezers die de voordrachten hebben ingediend, kunnen ter plaatse kennis nemen van deze akten en schriftelijk hun opmerkingen meedelen aan het hoofdbureau. Ze kunnen dit recht uitoefenen op de 29e, 28e en 27e dag vóór de verkiezingen, zijnde op zaterdag 15 september 2012, van 13 tot 16 uur, zondag 16 september 2012, van 13 tot 18 uur en maandag 17 september 2012, van 13 tot 16 uur. De akten mogen op geen enkele wijze gewijzigd of aangepast worden. 2. Akte van voordracht en akte van bewilliging. De Regering heeft formulieren van akten van voordracht (C1 en C3) en bewilliging (C2 en C4) vastgesteld. De akten van voordracht of bewilliging mogen in het Nederlands of in het Frans ingediend worden. a. Akte van voordracht. De akte van voordracht is ingedeeld in 6 punten : - Onverkiesbaarheid; - Letterwoord of logo; - Gegevens betreffende de kandidaten; - Taalaanhorigheid; - Handtekeningen; - De vermelding dat de niet-Belgische kandidaten van de Europese Unie bij hun akte van bewilliging een verklaring dienen te voegen (infra punt 42). 1° Onverkiesbaarheid. In het formulier van de akte van voordracht worden de redenen van niet-verkiesbaarheid herhaald.

Om te kunnen verkozen worden, moet men kiezer zijn.

Zijn niet verkiesbaar : - 1° zij die door veroordeling ontzet zijn uit het recht om gekozen te worden; - 2° de onderdanen van de lidstaten van de Europese Unie, andere dan België, die, ten gevolge van een individuele burgerrechtelijke of een strafrechterlijke beslissing in hun Staat van herkomst ontheven zijn van het recht om gekozen te worden krachtens het recht van die Staat; - 3° zij die, onverminderd de toepassing van de bepalingen vermeld in 1° en 2°, veroordeeld zijn, zelfs met uitstel, wegens één van de in de artikelen 240, 241, 243 en 245 tot 248 van het Strafwetboek omschreven misdrijven, gepleegd in de uitoefening van een gemeenteambt;deze onverkiesbaarheid eindigt twaalf jaar na de veroordeling.

Deze artikelen van het Strafwetboek voorzien gevangenisstraffen en geldboeten voor verduisteringen die zijn gepleegd door openbare ambtenaren, alsmede voor omkoping van openbare ambtenaren. - 4° zij die veroordeeld zijn wegens overtredingen bedoeld in de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme en xenofobie ingegeven daden of op grond van de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de tweede wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistisch regime is gepleegd; - 5° zij die, onverminderd de toepassing van de bepalingen in het 1° en 2°, bestuurder zijn of geweest zijn van een vereniging die, zelfs met uitstel, is veroordeeld voor een van de overtredingen bedoeld in de wet van 30 juli 1981 of de wet van 23 maart 1995; - 6° de onderdanen van een staat die geen lidstaat is van de Europese Unie.

De onverkiesbaarheid bedoeld in de punten 4° en 5° geldt voor de 6 jaar die op de opgelopen veroordeling volgen. 2° Letterwoord of logo. De voordracht vermeldt welk letterwoord, bestaande uit ten hoogste tweeëntwintig karakters, of logo boven de kandidatenlijst moet komen op het stemscherm. Een zelfde letterwoord kan worden gesteld, hetzij in een enkele nationale taal, hetzij vertaald in een andere nationale taal, hetzij in een nationale taal samen met de vertaling in een andere nationale taal (artikel 22bis van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek).

Bepaalde letterwoorden en logo's zijn verboden, andere beschermd.

De lijst van de verboden letterwoorden en logo's zal bekendgemaakt worden ten laatste in het Belgisch Staatsblad van vrijdag 31 augustus.

Deze lijst zal u meegedeeld worden als bijlage bij de kennisgeving van de beschermde letterwoorden en logo's.

U weigert ambtshalve het gebruik van ieder letterwoord met de vermelding « LB » of « burgemeester » door een lijst waarop de uittredend burgemeester van de betreffende gemeente niet voorkomt. De lijst van de uittredende burgemeesters van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad zal u meegedeeld worden als bijlage bij de kennisgeving van de beschermde letterwoorden en logo's.

Met het oog op de bescherming van de letterwoorden en logo's van de politieke partijen die hun letterwoorden of logo's hebben laten beschermen op grond van artikel 22bis van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek, zal de Regering de voorzitters van de hoofdbureaus de gemeenschappelijke volgnummers meedelen die aan de partijen die een akte tot aanvraag van bescherming voor hun letterwoord of logo hebben neergelegd, zijn toegekend, alsook de aan de verscheidene nummers voorbehouden letterwoorden of logo's, de naam, voornamen en het adres van de door de politieke partijen op het niveau van het administratief arrondissement aangewezen personen (of van hun plaatsvervangers) die alleen gemachtigd zijn de kandidatenlijsten voor echt te erkennen.

Kandidaten die gebruik willen maken van een beschermd letterwoord of logo moeten bij hun voordracht een getuigschrift voegen van de door de politieke partij op het niveau van het administratief arrondissement aangewezen persoon (of van zijn plaatsvervanger); indien dergelijk getuigschrift ontbreekt, dan weigert de voorzitter van het hoofdbureau ambtshalve het gebruik van het beschermd letterwoord of logo of gemeenschappelijk volgnummer.

De kandidatenlijsten kunnen tevens het gemeenschappelijk volgnummer dragen dat gegeven werd aan een politieke partij die vooraf haar letterwoord of logo heeft laten beschermen op gewestelijk niveau, en dit zelfs indien de op gemeentelijk niveau neergelegde lijst niet of slechts gedeeltelijk het letterwoord of logo dat op gewestelijk niveau beschermd is gebruikt. De lijst waarvan het letterwoord of logo verschilt van hetgene beschermd is op gewestelijk niveau maar die hetzelfde gemeenschappelijk volgnummer wenst te dragen die eraan werd toegekend moet bij de voordracht van de kandidaten een verklaring bijvoegen van de terbeschikkingstelling van het gemeenschappelijk volgnummer. Deze verklaring moet opgesteld zijn door de persoon die op het niveau van het administratief arrondissement aangeduid is door de politieke partij aan wie het gemeenschappelijk volgnummer is toegekend. Het is vanzelfsprekend dat de partij die een gemeenschappelijk volgnummer heeft bekomen dit enkel ter beschikking mag stellen van één enkele lijst per gemeente en er afstand van doet om een lijst neer te leggen die gebruik maakt van het letterwoord of logo dat onderwerp uitmaakt van de bescherming in de gemeenten waar zij het gemeenschappelijk volgnummer ter beschikking gesteld heeft.

De voorzitter van het hoofdbureau is ertoe gehouden elke lijst te weren die gebruik maakt van een letterwoord of logo dat gebruikt werd tijdens de vorige gemeenteraadsverkiezing in de gemeente, zelfs indien deze geen voorwerp uitmaakt van een bescherming of verbod op gewestelijk niveau, indien de lijst niet de toestemming heeft gekregen van twee derden van de tijdens de laatste gemeenteraadsverkiezing verkozen kandidaten voor de lijst die dit letterwoord of logo droeg.

Enkel de lijsten die minstens drie verkozenen hadden tijdens de laatste gemeenteraadsverkiezing vallen onder deze maatregel.

Daarenboven worden enkel de verkozenen die zich als kandidaat voordragen ( op een eender welke lijst) in aanmerking genomen voor de berekening van het nodige aantal handtekeningen. In het kort, men moet rekening houden met 2/3 van de verkozenen die opnieuw kandidaat zijn.

Bijvoorbeeld, indien de lijst tijdens de laatste gemeenteraadsverkiezing 9 verkozenen heeft behaald, maar slechts 7 van deze verkozenen opnieuw voorgedragen worden, moet men de handtekening van minstens 5 van de 7 verkozenen die opnieuw voorgedragen worden bekomen (2/3 van 7 = 4,66; het quotiënt wordt afgerond naar boven aangezien het eerste decimaal hoger of gelijk is aan 5). 3° Gegevens betreffende de kandidaten. Artikel 23, § 2, van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek stelt dat de voordrachtsakte de naam, de voornamen, de geboortedatum, het geslacht, het beroep, het identificatienummer in het register van de natuurlijke personen en de hoofdverblijfplaats van de kandidaten dient te vermelden en, in voorkomend geval, van de kiezers die hen voordragen.

Kandidaten kunnen beslissen om zich op te geven onder een andere benaming dan hun officiële identiteit (artikel 1 van het besluit van 19 april 2012 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de voordracht en bewilliging van kandidaten bij de gemeenteraadsverkiezingen).

Volgende regels moeten in acht genomen worden : - er mag slechts één voornaam worden vermeld, een samengestelde voornaam moet beschouwd worden als één enkele voornaam; - de gekozen voornaam moet, in principe vermeld zijn bij de opsomming van de voornamen in de geboorteakte. - het hoofdbureau mag evenwel, los van de voornoemde gevallen, toestaan dat een kandidaat op het stemscherm wordt vermeld met een naam of voornaam die niet voorkomt bij de opsomming van zijn naam en voornamen zoals zij vermeld worden in zijn geboorteakte of die verschilt van de naam van de echtgenoot of overleden echtgenoot.

Het staat de kandidaten vrij een andere voornaam te kiezen dan hun eerste voornaam, indien die andere voornaam, hun gebruikelijke voornaam is. Hetzelfde geldt voor zijn naam.

In dit geval kan het voorleggen door de betreffende kandidaat van een akte van bekendheid, uitgereikt door de burgemeester of een notaris, waarin wordt vastgesteld dat hij gebruikelijk wordt aangeduid met een andere naam of voornaam dan die welke vermeld worden in zijn geboorteakte, gunstig zijn voor de beslissing van het hoofdbureau.

De afkorting van een voornaam voorkomend in de geboorteakte is eveneens toegelaten (bv. Freddy voor Frederik, Jef voor Jozef). De kandidaat vermeldt zijn volledige voornaam op de kandidatenlijst en verzoekt schriftelijk om vermelding van de afgekorte voornaam op het scherm.

Er dient evenwel opgemerkt te worden dat tegen de beslissingen van het hoofdbureau wat betreft de geldigheid van de kandidaturen geen beroep mogelijk is voor zover de beslissingen geen betrekking hebben op de verkiesbaarheid van de kandidaten.

Krachtens artikel 23, § 2, derde lid, van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek, mag de identiteit van de vrouwelijke kandidaat die gehuwd of weduwe is, voorafgegaan of gevolgd worden door de naam van haar echtgenoot of overleden echtgenoot. 4° Taalaanhorigheid In de gemeenten van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest kan in de voordrachten melding worden gemaakt van de taalaanhorigheid van de kandidaten (artikel 23bis van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek). De taalaanhorigheid van de belanghebbende wordt vastgesteld door een schriftelijke verklaring ondertekend door : 1) hetzij ten minste 100 gemeenteraadskiezers die behoren tot de taalgroep waar de voordracht de belanghebbende bij indeelt;2) hetzij ten minste twee leden van de Brusselse Hoofdstedelijke Parlement, die behoren tot de taalgroep waar de voordracht de belanghebbende bij indeelt;3) hetzij ten minste twee aftredende gemeenteraadsleden, die behoren tot de taalgroep waar de voordracht de belanghebbende bij indeelt, voor zover de taalaanhorigheid van deze leden werd vastgesteld, overeenkomstig de bepalingen van dit artikel. Voor de toepassing van het eerste geval wordt de taalaanhorigheid van de gemeenteraadskiezers bepaald door de taal waarin hun identiteitskaart opgemaakt is, of, wanneer zij in twee talen is opgemaakt, door de taal van de specifieke vermeldingen die erop aangebracht zijn. 5° Handtekeningen Volgens de bepalingen van artikel 23, § 1, van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek moeten de voordrachten van kandidaten ondertekend worden hetzij door ten minste twee aftredende gemeenteraadsleden, hetzij door een bepaald aantal kiezers dat afhangt van het bevolkingscijfer van de gemeente.De kandidaten mogen behoren tot de ondertekenaars van de hen betreffende akte.

In de gemeenten van 20.000 inwoners en meer, moet de voordrachtsakte ondertekend worden door ten minste 100 gemeenteraadskiezers. In alle gemeenten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is dit het geval.

Het besluit van de Regering van 15 maart 2012 stelt per gemeente de bevolkingscijfers op 31 december 2011 vast.

In uitvoering van voormeld besluit, wordt het aantal raadsleden en schepenen in elke Brusselse gemeente vastgesteld als volgt :

Gemeenten

Aantal inwoners op 31 december 2011

Klasse

Schepenen

Raadsleden

ANDERLECHT

110.943

22

9

47

BRUSSEL

165.048

23

9

49

ELSENE

83.295

20

8

43

ETTERBEEK

45.408

16

7

35

EVERE

36.938

15

7

33

GANSHOREN

23.353

12

6

27

JETTE

48.755

16

7

35

KOEKELBERG

20.583

12

6

27

OUDERGEM

31.904

14

7

31

SCHAARBEEK

126.393

22

9

47

SINT-AGATHA-BERCHEM

22.876

12

6

27

SINT-GILLIS

48.940

16

7

35

SINT-JANS-MOLENBEEK

93.279

21

8

45

SINT-JOOST-TEN-NODE

26.902

13

6

29

SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE

51.688

17

8

37

SINT-PIETERS-WOLUWE

39.949

15

7

33

UKKEL

79.498

19

8

41

VORST

52.741

17

8

37

WATERMAAL-BOSVOORDE

24.288

12

6

27


Een kiezer mag niet meer dan één voordracht voor dezelfde verkiezing ondertekenen (art. 24, tweede lid, van het BGKWB). De kiezer die dit verbod overtreedt is strafbaar met een gevangenisstraf van acht tot vijftien dagen en met een geldboete van 130 tot 1.000 euro. Wanneer de ondertekenaars op de lijst van de kiezers van de gemeente als kiezer voorkomen, mag het bureau hun hoedanigheid van kiezer niet betwisten. 6° Het begrip lijst De bewilligende kandidaten van wie de namen voorkomen op eenzelfde voordracht, worden geacht een enkele lijst te vormen.De akte van voordracht van de kandidaten geeft de volgorde aan waarin de kandidaten worden voorgedragen. Eén enkele voordrachtsakte volstaat voor alle kandidaten die samen één enkele lijst vormen. De volgorde waarin de kandidaten gerangschikt zijn in de akte, bepaalt ook de volgorde waarin ze vermeld worden op het stemscherm. Op eenzelfde lijst mogen niet meer kandidaten voorkomen dan er raadsleden te kiezen zijn (art.23, § 9, BGKWB). Het aantal te kiezen raadsleden is bepaald in het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 15 maart 2012 houdende rangschikking van de gemeenten in uitvoering van artikel 5, eerste lid, van de nieuwe gemeentewet. Deze aantallen zijn vermeld in de tabel onder punt 5°.

Krachtens artikel 27 van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek mag een kandidaat niet voorkomen op meer dan één lijst voor eenzelfde verkiezing. De bewilligende kandidaat die deze verbodsbepaling overtreedt, is strafbaar met een gevangenisstraf van acht tot vijftien dagen en met een geldboete van 130 tot 1.000 euro. Zijn naam wordt geschrapt van alle lijsten waarop hij voorkomt. 7° Man- vrouwpariteit op de lijst Inzake pariteit dient rekening gehouden te worden met 2 regels (art.23, § 9, tweede en derde lid, BGKWB) : - Op elk van de kandidatenlijsten voor de gemeenteraadsverkiezingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, mag het verschil tussen het aantal kandidaten per geslacht niet hoger zijn dan één. - De eerste twee kandidaten op elke lijst moeten van een verschillend geslacht zijn.

De andere plaatsen op de lijst moeten ingenomen zijn door een gelijk aantal mannen en vrouwen. De verdeling tussen mannelijke en vrouwelijke kandidaten is vrij (geen verplichting om afwisselend een man en een vrouw in de lijst op te nemen), maar er dient steeds rekening gehouden te worden met de algemene regel dat op elke lijst het verschil tussen het aantal kandidaten per geslacht niet hoger mag zijn dan één.

De berekening gebeurt dus voor de lijst als geheel. Ook voor onvolledige kandidatenlijsten geldt deze algemene regel (50% vrouwen - 50% mannen), evenals de regel dat eerste twee kandidaten op de lijst niet van hetzelfde geslacht mogen zijn.

In geval van niet-naleving van de bepalingen inzake gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen op de kandidatenlijsten, weigert het hoofdbureau de lijst in haar geheel bij het voorlopig afsluiten van de kandidatenlijsten.

In dat geval is het nog mogelijk een gecorrigeerde lijst in te dienen.

In geval van een inbreuk op beide bovengenoemde punten (6° en 7° ), is de volledige akte ongeldig en dient ze geweigerd te worden. Om te oordelen of er sprake is van onregelmatigheid, dient het bureau enkel de kandidaten in aanmerking te nemen die regelmatig bewilligd hebben en eventueel rekening te houden met ambtshalve gedane schrappingen zo er meervoudige kandidaturen zijn.

In bovenvermelde gevallen dient na de voorlopige vaststelling een verbeteringsakte ingediend te worden. b. Akte van bewilliging. Voorgedragen kandidaten bewilligen hun kandidaatstelling door een gedateerde en ondertekende schriftelijke verklaring, die tegen ontvangstbewijs overhandigd wordt aan de voorzitter van het hoofdbureau binnen de gestelde termijn voor het indienen van de voordrachtsakte. 1° Letterwoord of logo. In de akte van bewilliging wordt het letterwoord of logo dat de lijst vertegenwoordigd vermeld. De kandidaten van een lijst van een partij die haar letterwoord of logo heeft laten beschermen kunnen, in hun verklaring van bewilliging, beslissen geen gebruik te maken van het gemeenschappelijk volgnummer dat is toegekend aan deze partij, niettegenstaande ze toch het letterwoord ervan gebruiken. De lijst moet uiteraard beschikken over de verklaring opgesteld door de persoon aangeduid door de partij om te verklaren dat de kandidatenlijst wel degelijk erkend is door deze partij. (art.23, § 3, BGKWB). 2° Verklaringen. In hun verklaring van bewilliging, moeten de kandidaten zich ertoe verbinden, bij de verkiezingen en gedurende hun mandaat, de democratische beginselen van een rechtsstaat en de rechten en vrijheden die zijn ingeschreven in de Grondwet, in het Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden van 4 november 1950 en in het Internationaal Verdrag inzake de Burgerrechten en Politieke Rechten van 19 december 1966, te eerbiedigen.

De kandidaten dienen zich er ook toe te verbinden de wetsbepalingen inzake de beperking en controle van de verkiezingsuitgaven na te leven en deze uitgaven schriftelijk aan te geven met het oog op de indiening van deze aangifte bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg van Brussel, binnen dertig dagen na de datum van de verkiezingen, met inachtneming van de vertrouwelijkheid van de identiteit van de particuliere schenkers (art. 23, § 7, BGKWB).

De lijstaanvoerder moet bovendien, binnen dertig dagen na de datum van de verkiezingen, de uitgaven voor de verkiezingspropaganda van de lijst aangeven. Hij verbindt er zich tevens toe de herkomst van de geldmiddelen aan te geven met inachtneming van de vertrouwelijkheid van de identiteit van de particuliere schenkers.

De hoofdgetuige van de lijst of de daartoe door de lijst gemandateerde persoon verzamelt de aangiften van de verkiezingsuitgaven van elke kandidaat en van de lijst en dient ze in, binnen dertig dagen na de datum van de verkiezingen bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg van Brussel. 3° Handtekeningen. In de akte van bewilliging is het vooral van belang dat de kandidaten ondertekenen naast hun naam.

In het formulier van voordrachtsakte wordt het rijksregisternummer van de kandidaten vermeld. Dit nummer is vereist voor de elektronische schermopmaak. Indien dit nummer ontbreekt, moet de voorzitter van het hoofdbureau de indiener hierop wijzen en hem vragen dit nummer toe te voegen. 4° Indieners. Indien de kandidaten worden voorgedragen door kiezers, dan worden in de akte van bewilliging drie ondertekenaars aangewezen die gemachtigd zijn om de akte van voordracht te overhandigen aan de voorzitter van het hoofdbureau. Indien de kandidaten voorgedragen werden door ten minste twee uittredende gemeenteraadsleden, wordt de voordracht ingediend door één van de twee kandidaten die daartoe zijn aangewezen door voornoemde gemeenteraadsleden. 5° Getuigen. De kandidaten kunnen in de akte van bewilliging een getuige-titularis en een plaatsvervangend getuige aanwijzen om te deel te nemen aan de zittingen van het hoofdbureau tijdens de verrichtingen bedoeld in de artikelen 26 tot 30 van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek. Indien bepaalde kandidaten in afzonderlijke verklaringen van bewilliging verschillende personen hebben aangewezen, komen alleen de aanwijzingen ondertekend door de eerste kandidaat in de volgorde van de voordracht in aanmerking. De getuigen hebben het recht hun opmerkingen in de processen-verbaal te doen opnemen (infra). 6° Verklaring van Europese vreemdelingen. De niet-Belgische kandidaten van de Europese Unie voegen bij de akte van bewilliging van hun kandidaatstelling een individuele geschreven en ondertekende verklaring waarin ze hun nationaliteit en het adres van hun hoofdverblijfplaats vermelden en waarin ze verklaren : 1) dat zij in een lokale basisoverheid van een andere lidstaat van de Europese Unie geen ambt of mandaat uitoefenen dat gelijkwaardig is aan dat van gemeenteraadslid, schepen of burgemeester;2) dat zij in een andere lidstaat van de Europese Unie geen functies uitoefenen die gelijkwaardig zijn met die welke worden bedoeld in artikel 71, eerste lid, 1° tot 8°, van de nieuwe gemeentewet;3) dat zij op de datum van de verkiezing niet ontheven of geschorst zijn van het verkiesbaarheidsrecht in hun Staat van herkomst. In geval van twijfel over de verkiesbaarheid van de kandidaat, meer bepaald na kennisname van zijn verklaring, kan de voorzitter van het hoofdbureau eisen dat deze kandidaat een attest van de bevoegde overheden van zijn Staat van herkomst indient waarin verklaard wordt dat hij, op de datum van de verkiezing, niet ontheven of geschorst is van het verkiesbaarheidsrecht in deze Staat, of dat deze overheden daarvan niets bekend is. 3. Voorlopige afsluiting van de kandidatenlijsten. Op maandag 17 september 2012, 27e dag vóór de stemming om 16 uur, vergadert het hoofdbureau voor de eerste maal in elke gemeente, op bijeenroeping van zijn voorzitter, om uitspraak te doen over de voordracht van kandidaten.

Het bureau onderzoekt achtereenvolgens de regelmatigheid van de voordrachtsakte en de verkiesbaarheid van de kandidaten. a. Getuigen. De getuigen, aangeduid op grond van artikel 23, § 6, van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek worden op deze vergadering toegelaten.

Het bureau mag slechts één effectief en één plaatsvervangend getuige voor iedere lijst en voor elke alleenstaande kandidaat toelaten en mochten kandidaten, in afzonderlijke bewilligingsakten, verschillende personen aangewezen hebben, zo worden alleen in aanmerking genomen de aanwijzingen, ondertekend door de kandidaat die in de orde van voordracht de eerste staat.

De kandidaten kunnen als getuige of als plaatsvervangend getuige worden aangewezen maar de ambten van minister, staatssecretaris, parlementslid, burgemeester, schepen en OCMW-voorzitter zijn onverenigbaar met een functie als getuige (art. 25 BGKWB).

De getuige, die kiezer is in een andere gemeente van het administratief arrondissement, moet zijn hoedanigheid van gemeenteraadskiezer laten blijken door het overleggen van een uittreksel uit de kiezerslijst; normaliter is hij nog niet in het bezit van de oproepingsbrief voor de verkiezingen in zijn gemeente, stuk dat anders volstaat.

Er dient te worden opgemerkt dat, de getuigen, die toegelaten zijn om in het hoofdbureau te zetelen, enkel op de zittingen van dit bureau mogen aanwezig zijn bij de verrichtingen, bedoeld in de artikelen 26 tot 30 van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek en dat het hun dienvolgens verboden is tussen te komen in de verrichtingen van de voorzitter, ten einde de uitvoering der beslissingen van het bureau te verzekeren. b. Onderzoek omtrent de regelmatigheid van de voordrachtsakten. Het hoofdbureau moet de voordrachtsakten bij de voorlopige afsluiting grondig onderzoeken. Het bezit daarvoor immers al de nodige gegevens en de kandidaten mogen na de voorlopige afsluiting, verbeterings- of aanvullingsakten indienen. De artikelen 26 tot 26septies van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek zijn van toepassing, alsook de artikelen 125, tweede en derde lid, en 125bis, 125ter en 125quater van het Kieswetboek, mits de aanpassingen die bepaald zijn in artikel 26octies van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek De bepalingen van de artikelen 26 tot 26septies zijn als volgt :

Art. 26.§ 1. De kandidaten en de kiezers die de voordrachten van kandidaten hebben ingeleverd, mogen ter plaatse inzage nemen van alle ingediende voordrachten en schriftelijk hun opmerkingen aan het hoofdbureau meedelen.

Dit recht kan uitgeoefend worden gedurende de termijn bepaald voor de inlevering van de voordrachten en gedurende twee uren na het verstrijken van die termijn. Het kan ook nog uitgeoefend worden de zevenentwintigste dag vóór de stemming, van 13 tot 16 uur.

Na het verstrijken van deze termijn sluit het hoofdbureau de kandidatenlijsten voorlopig af. § 2. Met uitzondering van de leeftijdsvereiste, die moet vervuld zijn op de datum van de verkiezing, moet aan de verkiesbaarheidsvereisten voldaan zijn vanaf de dag waarop de lijst van de gemeenteraadskiezers wordt opgemaakt met toepassing van de artikelen 3, 6 of 77, tweede lid.

Het hoofdbureau wijst de kandidaten af die niet de hoedanigheid van kiezer bezitten. Het wijst ook niet-Belgische kandidaten van de Europese Unie af die bij hun akte van bewilliging niet de verklaring en, in voorkomend geval, evenmin het bewijs gevoegd hebben die bedoeld zijn in artikel 23, § 4, eerste en tweede lid.

Het hoofdbureau wijst eveneens de lijsten af die niet hebben voldaan aan de bepalingen van artikel 23, § 9 alsook de lijsten waarvan de letterwoorden en logo's niet voldoen aan de bepalingen van artikel 22bis.

Wanneer vastgesteld wordt dat de voorwaarden gesteld in artikel 23bis, § 2, niet vervuld zijn, gaat het hoofdbureau over tot het weglaten van de vermelding van de taalaanhorigheid.

Art. 26bis.Wanneer het hoofdbureau de voordracht van bepaalde kandidaten onregelmatig verklaart, worden de redenen van die beslissing in het proces-verbaal opgenomen en onmiddellijk wordt een uittreksel hieruit, met de woordelijke opgave van de aangevoerde redenen, bij aangetekende brief toegezonden aan de kiezer of de kandidaat die de akte waarop de afgewezen kandidaten voorkomen heeft ingeleverd.

Is de inlevering door twee of drie ondertekenaars gedaan dan wordt de brief gericht aan de indiener, die als eerste is aangewezen in de voordrachtsakte als het gaat over een voordracht van kandidaten door uittredende gemeenteraadsleden, of aan degene die als eerste is aangewezen in de akte van bewilliging als het gaat over een voordracht van kandidaten door kiezers.

Wanneer de onverkiesbaarheid van een kandidaat als reden is aangevoerd, wordt het uittreksel uit het proces-verbaal op dezelfde wijze ook aan die kandidaat gestuurd.

Art. 26ter.Zij die de aanvaarde of afgewezen lijsten hebben ingeleverd of, bij hun ontstentenis, een van de erop voorkomende kandidaten kunnen de zesentwintigste dag vóór de stemming, tussen 13 en 15 uur, op de plaats aangewezen voor het inleveren van de voordrachten, bij de voorzitter van het hoofdbureau tegen ontvangbewijs een met redenen omkleed bezwaarschrift tegen de aanvaarding van bepaalde kandidaturen indienen.

De voorzitter van het hoofdbureau geeft aan de kiezer of de kandidaat die de betwiste voordracht heeft ingeleverd, onmiddellijk bij aangetekende brief kennis van het bezwaar, onder vermelding van de aangevoerde redenen. Is de inlevering door twee of drie ondertekenaars gedaan dan wordt de brief gericht aan de indiener, die als eerste is aangewezen in de voordrachtsakte als het gaat over een voordracht van kandidaten door uittredende gemeenteraadsleden, of aan degene die als eerste is aangewezen in de akte van bewilliging als het gaat over een voordracht van kandidaten door kiezers.

Wanneer de verkiesbaarheid van een kandidaat wordt betwist, wordt ook hij op dezelfde wijze daarover rechtstreeks ingelicht.

Art. 26quater.Indien het hoofdbureau bij het voorlopig afsluiten van de kandidatenlijst bepaalde kandidaten wegens onverkiesbaarheid afgewezen heeft of indien een bezwaarschrift, gegrond op de onverkiesbaarheid van een kandidaat, overeenkomstig artikel 26ter is ingediend, verzoekt de voorzitter van het hoofdbureau schriftelijk het gemeentebestuur van de woonplaats van de kandidaat hem terstond per aangetekende expresbrief toe te zenden een voor eensluidend verklaard afschrift van of uittreksel uit alle stukken die dat bestuur in zijn bezit heeft en die omtrent de verkiesbaarheid van de kandidaat nadere aanwijzingen kunnen verschaffen.

Indien de kandidaat zijn woonplaats niet sedert ten minste vijftien dagen in de gemeente heeft en zijn de stukken waaruit onverkiesbaarheid kan blijken, nog niet bij het gemeentebestuur ingekomen, dan zendt deze laatste de schriftelijke uitnodiging van de voorzitter van het hoofdbureau door aan het gemeentebestuur van de vorige woonplaats.

De voorzitter kan, indien hij het dienstig acht, andere onderzoekingen instellen zowel over de verkiesbaarheid van de betrokken kandidaten als over de andere aangevoerde onregelmatigheden.

Alle stukken die ter uitvoering van dit artikel worden aangevraagd, worden kosteloos afgegeven.

Art. 26quinquies.Zij die de aanvaarde of afgewezen lijsten hebben ingeleverd, of, bij hun ontstentenis, een van de erop voorkomende kandidaten kunnen de vierentwintigste dag vóór de stemming, tussen 14 en 16 uur, op de plaats aangewezen voor het inleveren van de voordrachten, bij de voorzitter van het hoofdbureau tegen ontvangbewijs een memorie indienen tot betwisting van de onregelmatigheden waarmee bij het voorlopig afsluiten van de kandidatenlijst rekening is gehouden of die de dag na die afsluiting ingeroepen zijn. Wanneer de onregelmatigheid gelegen is in onverkiesbaarheid van een kandidaat, kan een memorie worden ingediend met inachtneming van dezelfde regels.

De in het vorige lid bedoelde personen kunnen in voorkomend geval een verbeterings- of aanvullingsakte indienen.

De verbeterings- of aanvullingsakte is alleen dan ontvankelijk wanneer de voordracht ofwel een of meer op de voordracht voorkomende kandidaten afgewezen zijn om een van de volgende redenen : gemis van het vereist aantal regelmatige handtekeningen van voordragende kiezers; te groot aantal kandidaten; gemis van regelmatige bewilliging; 4° geen of onvoldoende vermelding van de naam, de voornamen, de geboortedatum, het beroep, de hoofdverblijfplaats van de kandidaten of van de tot inlevering van de akte gemachtigde kiezers;5° niet-nakoming van de regels omtrent de rangschikking van de kandidaten of de schikking van hun namen;6° niet-nakoming van de regels omtrent de evenwichtige samenstelling van de kandidatenlijsten, bedoeld in artikel 23, § 9, van dit wetboek;7° niet-nakoming van de regels omtrent het letterwoord of logo bedoeld in artikel 22bis. Behalve in het geval bedoeld onder 6° van het voorgaande lid, mag de verbeterings- of aanvullingsakte geen naam van een nieuwe kandidaat bevatten. Behalve in het geval voorzien in 6 ° van het voorgaande lid, mag ze de in de afgewezen akte aangenomen volgorde van voordracht niet wijzigen.

Vermindering van een te groot aantal kandidaat-titularissen of opvolgers is slechts mogelijk, wanneer uit een schriftelijke verklaring van een kandidaat blijkt dat hij zijn bewilligingsakte intrekt.

De nieuwe kandidaten voorgedragen overeenkomstig het derde lid, 6°, moeten de hun aangeboden kandidatuur in een schriftelijke verklaring bewilligen.

De geldige handtekeningen van de voordragende kiezers en van de bewilligende kandidaten, almede de regelmatige vermeldingen in de afgewezen voordracht, blijven van kracht, indien de verbeterings- of aanvullingsakte aanvaard wordt.

Art. 26sexies.Het hoofdbureau vergadert de vierentwintigste dag vóór de stemming te 16 uur.

In voorkomend geval, onderzoekt het de stukken die de voorzitter overeenkomstig de artikelen 26ter, 26quater en 26quinquies van deze ordonnantie ontvangen heeft, en beslist erover na de betrokkenen te hebben gehoord indien zij het verlangen. Het verbetert de kandidatenlijst, indien daartoe grond bestaat, en sluit ze daarna definitief af.

Tot deze vergadering worden enkel toegelaten zij die de lijsten hebben ingeleverd of, bij hun ontstentenis, de kandidaten die een stuk als bepaald bij de artikelen 26ter en 26quinquies hebben overhandigd, alsmede de getuigen door de kandidaten van die lijsten krachtens artikel 23, § 6, van dit wetboek aangewezen.

Indien de verkiesbaarheid van een kandidaat wordt betwist, mogen ook die kandidaat en de indiener van het bezwaar, hetzij persoonlijk, hetzij bij gemachtigde, de vergadering bijwonen. Hun aanwezigheid, hetzij persoonlijk, hetzij bij gemachtigde, is een vereiste voor de ontvankelijkheid van het beroep waarvan sprake is in artikel 26septies van dit wetboek..

Art. 26septies.Wanneer het hoofdbureau een kandidatuur verwerpt wegens onverkiesbaarheid van de kandidaat, wordt hiervan in het proces-verbaal melding gemaakt en, indien de afgewezen kandidaat aanwezig of vertegenwoordigd is, verzoekt de voorzitter de kandidaat of zijn gemachtigde desverlangd op het proces-verbaal een verklaring van beroep te ondertekenen.

Wanneer een bezwaar, gegrond op de onverkiesbaarheid van een kandidaat, afgewezen wordt, dient dezelfde procedure te worden toegepast en de indiener van het bezwaar of zijn gemachtigde wordt verzocht een verklaring van beroep te ondertekenen, indien hij het verlangt.

De aangepaste bepalingen, ingevolge artikel 26octies van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek, van de artikelen 125, derde en vierde lid en de artikelen 125bis, ter en quater zijn als volgt : Art. 125, derde en vierde lid, van Kieswetboek gewijzigd door artikel 26octies van BGKWB. De zaak ingeval wordt van beroep zonder dagvaarding of oproeping voor de eerste Kamer van het hof van beroep van het rechtsgebied gebracht op de twintigste dag vóór de verkiezing, om 10 uur 's morgens, zelfs indien die dag een feestdag is.

Beslissingen van het hoofdbureau die geen betrekking hebben op de verkiesbaarheid van kandidaten, zijn niet vatbaar voor beroep met uitzondering van de beslissingen genomen op grond van artikel 119ter.

Art. 125bis.De drieëntwintigste dag vóór de verkiezing houdt de voorzitter van het hof van beroep zich, tussen 11 en 13 uur, in zijn kabinet ter beschikking van de voorzitters der hoofdbureaus van zijn rechtsgebied, om er uit hun handen te ontvangen een uitgifte van de processen-verbaal houdende de verklaringen van beroep, alsmede alle stukken betreffende de geschillen waarvan de hoofdbureaus kennis hebben gehad.

Bijgestaan door zijn griffier, maakt hij van deze overhandiging akte op.

Art. 125ter.De voorzitter van het hof van beroep brengt de zaak op de rol van een terechtzitting van de eerste kamer van dit hof, die moet plaatshebben op de twintigste dag vóór de verkiezing te 10 uur s morgens, zelfs indien die dag een feestdag is.

De eerste kamer van het hof onderzoekt de zaken van verkiesbaarheid met voorrang boven alle andere.

Ter openbare terechtzitting doet de voorzitter voorlezing van de stukken van het dossier. Hij verleent vervolgens het woord aan de eiser in beroep en eventueel aan de verweerder; dezen mogen zich laten vertegenwoordigen en bijstaan door een raadsman.

Het hof, het advies van de procureur-generaal gehoord, beslist staande de vergadering bij een arrest, dat ter openbare terechtzitting wordt voorgelezen; dit arrest wordt niet betekend aan de betrokkene, maar neergelegd ter griffie van het hof, waar hij er kosteloos inzage van kan nemen.

Het beschikkend gedeelte van het arrest wordt door de zorg van het openbaar ministerie telegrafisch ter kennis van de voorzitter van het betrokken hoofdbureau gebracht ter plaatse door deze aangewezen.

Het dossier van het hof wordt, met een uitgifte van het arrest, binnen acht dagen toegezonden aan de griffier van de vergadering die belast is met het onderzoek van de geloofsbrieven der gekozenen.

Art. 125quater.Tegen de arresten bedoeld in artikel 125ter staat geen rechtsmiddel open. 1° KIESVOORWAARDEN VOOR BELGEN (art.1, § 1, van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek).

Om als Belgische kiezer zijn stem uit te brengen moeten vier voorwaarden vervult zijn : Belg zijn.

De wijze waarop de Belgische nationaliteit werd bekomen speelt geen rol.

De volle leeftijd van 18 jaar hebben bereikt.

Ingeschreven zijn in het bevolkingsregister van een gemeente.

Zich niet bevinden in één van de gevallen van uitsluiting of schorsing, die bepaald worden in de artikelen 6 en 7 van het Kieswetboek.

Van het kiesrecht zijn definitief uitgesloten en tot de stemming mogen niet worden toegelaten zij die levenslang ontzet zijn van de uitoefening van het kiesrecht door veroordeling.

In de uitoefening van het kiesrecht zijn geschorst : de gerechtelijk onbekwaamverklaarden en de personen die onder het statuut van verlengde minderjarigheid zijn geplaatst (artikel 489-515 burgerlijk Wetboek) personen die voor een bepaalde duur ontzet zijn van de uitoefening van het kliesrecht door veroordeling. personen die ter beschikking van de regering werden gesteld onder de vorm van internering voor zolang deze terbeschikkingstelling van de regering duurt.

De voorwaarden 1 en 3 moeten vervuld zijn op de dag dat de kiezerslijst wordt afgesloten (= 1 augustus 2012).

De voorwaarden 2 en 4 moeten vervuld zijn op de dag van de stemming. 2° KIESVOORWAARDEN BETREFFENDE HET STEMRECHT VAN DE NIET-BELGISCHE BURGERS VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN (art. 1bis van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek) Om als Europese burger aan de gemeenteraadsverkiezingen deel te nemen, moet deze aan vijf voorwaarden voldoen : a. Nationaliteit Om te mogen stemmen, moet deze kiezer de nationaliteit hebben van één van de volgende 26 landen : Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Groot-Brittannië, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Zweden, Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije,Tsjechië, Bulgarije en Roemenië. Wie één van deze 26 nationaliteiten bezit, maar daarnaast ook de Belgische wordt beschouwd als Belg en neemt dus deel aan alle Belgische verkiezingen. b. Inschrijving in de registers Daarnaast moet deze kiezer ingeschreven zijn in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar deze persoon in België verblijft.Deze voorwaarden moet ten laatste op 31 juli 2012 vervuld zijn.

De ambtenaren van de Europese Unie en hun gezin worden krachtens een protocolakkoord tussen België en de Europese Unie vermeld en niet ingeschreven in het bevolkingsregister. Voor deze ambtenaren en hun gezin wordt deze vermelding in het bevolkingsregister van de Belgische gemeente waar ze hun hoofdverblijf hebben gelijkgesteld met een inschrijving. c. Zich niet bevinden in één van de gevallen van uitsluiting of schorsing van het stemrecht d.Leeftijd Verder moet deze kiezer, om te mogen stemmen, minstens achttien jaar zijn op 14 oktober 2012, de dag van de verkiezingen. e. Inschrijving op de kiezerslijst Tot slot moet men ingeschreven zijn op de kiezerslijst van de gemeente. De aanvraag tot inschrijving op de kiezerslijst voor de gemeenteraadsverkiezingen dient ook te gebeuren wanneer de Europese burger reeds is opgenomen op de kiezerslijst voor de verkiezing van het Europese Parlement.

De aanvraag tot inschrijving moet ingediend worden bij het gemeentebestuur uiterlijk op 31 juli 2012. Het formulier terzake kan gratis aangevraagd worden bij de gemeente of gedownload worden op de verkiezingswebsite : http://brusselverkiezingen2012.irisnet.be/.

De aanvraag tot inschrijving op de kiezerslijst voor de gemeenteraadsverkiezingen kan niet geschieden tussen 1 augustus 2012 (= datum waarop de kiezerslijst wordt opgesteld) en 14 oktober 2012 (= dag van de stemming). Na deze laatste datum kan terug een aanvraag worden gedaan voor deelname aan de volgende gemeenteraadsverkiezingen in oktober 2018.

In België geldt de stemplicht. Zodra deze kiezer is ingeschreven op de kiezerslijst, is deze dus wettelijk verplicht om op 14 oktober 2012 te gaan stemmen.

Het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, zoals gewijzigd werd door het Verdrag betreffende de Europese Unie, het zogenaamde « Verdrag van Maastricht », erkent in zin artikel 8 B, § 1, voor elke burger van de Unie die in een lidstaat verblijft waarvan hij geen onderdaan is, het actief en passief stemrecht voor gemeenteraadsverkiezingen in de lidstaat waar hij verblijft, onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van die Staat.

Krachtens deze bepaling heeft de Ministerraad van de Europese Unie op 19 december 1994 een richtlijn genomen tot bepaling van die modaliteiten (richtlijn nr. 94/80/EG, bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen nr. L 368/38 van 31 december 1994).

De voormelde richtlijn werd in de Belgische wetgeving omgezet bij de wet van 27 januari 1999 tot wijziging van de wet van 19 oktober 1921 tot regeling van de provincieraadsverkiezingen, van de nieuwe Gemeentewet en van de Gemeentekieswet, en tot uitvoering van de richtlijn van de Raad van de Europese Unie nr. 94/80/EG van 19 december 1994 (Belgisch Staatsblad van 30 januari 1999).

De uitvoeringsbesluiten en de omzendbrief van 25 mei 1999 in kwestie zijn gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 3 juni 1999. Het model van het inschrijvingsformulier is vastgesteld bij ministerieel besluit van 13 januari 2006 (Belgisch Staatsblad van 20 januari 2006). 3° KIESVOORWAARDEN BETREFFENDE HET STEMRECHT VAN DE BURGERS VAN ANDERE LANDEN DAN VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN (art.1ter van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek) a. Inschrijving in de registers De kiezer moet ingeschreven zijn in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar deze persoon in België verblijft.Deze voorwaarden moet ten laatste op 31 juli 2012 vervuld zijn. b. Leeftijd Verder moet deze kiezer, om te mogen stemmen, minstens achttien jaar zijn op 14oktober 2012, de dag van de verkiezingen.c. Zich niet bevinden in één van de gevallen van uitsluiting of schorsing van het stemrecht.d. Inschrijving op de kiezerslijst Ingeschreven zijn op de kiezerslijst van de gemeente. De aanvraag tot inschrijving moet ingediend worden bij het gemeentebestuur uiterlijk op 31 juli 2012. Het formulier kan gratis aangevraagd worden bij de gemeente of gedownload worden op de verkiezingswebsite : http://brusselverkiezingen2012.irisnet.be/.

De aanvraag tot inschrijving op de kiezerslijst voor de gemeenteraadsverkiezingen kan niet geschieden tussen 1 augustus 2012 (= datum waarop de kiezerslijst wordt opgesteld) en 14 oktober 2012 (= dag van de stemming). Na deze laatste datum kan terug een aanvraag worden gedaan voor deelname aan de volgende gemeenteraadsverkiezingen in oktober 2018. e. Bijkomende voorwaarde Gedurende een ononderbroken periode van minstens 5 jaar voorafgaand aan de indiening van zijn aanvraag zijn hoofdverblijfplaats in België hebben gehad, gedekt door een wettelijke verblijfsvergunning. In België geldt de stemplicht. Zodra deze kiezer is ingeschreven op de kiezerslijst, is deze dus wettelijk verplicht om op 14 oktober 2012 te gaan stemmen. 4° VERKIESBAARHEIDSVOORWAARDEN VOOR BELGEN EN EUROPESE BURGERS (art. 65 Brussels Gemeentelijk Kieswetboek) Om tot gemeenteraadslid verkozen te kunnen worden en blijven, moet men kiezer zijn en de kiesbevoegdheidsvoorwaarden behouden.

Niet verkiesbaar zijn : - 1° zij die door veroordeling ontzet zijn uit het recht om gekozen te worden; - 2° de onderdanen van de lidstaten van de Europese Unie, andere dan België, die, ten gevolge van een individuele burgerrechtelijke of een strafrechterlijke beslissing in hun Staat van herkomst ontheven zijn van het recht om gekozen te worden krachtens het recht van die Staat; - 3° zij die, onverminderd de toepassing van de bepalingen vermeld in 1° en 2°, veroordeeld zijn, zelfs met uitstel, wegens één van de in de artikelen 240, 241, 243 en 245 tot 248 van het Strafwetboek omschreven misdrijven, gepleegd in de uitoefening van een gemeenteambt;deze onverkiesbaarheid eindigt twaalf jaar na de veroordeling.

Deze artikelen van het Strafwetboek voorzien gevangenisstraffen en geldboeten voor verduisteringen die zijn gepleegd door openbare ambtenaren, alsmede voor omkoping van openbare ambtenaren. - 4° zij die veroordeeld zijn wegens overtredingen bedoeld in de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme en xenofobie ingegeven daden of op grond van de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de tweede wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistisch regime is gepleegd; - 5° zij die, onverminderd de toepassing van de bepalingen in het 1° en 2°, bestuurder zijn of geweest zijn van een vereniging die, zelfs met uitstel, is veroordeeld voor een van de overtredingen bedoeld in de wet van 30 juli 1981 of de wet van 23 maart 1995; - 6° de onderdanen van een staat die geen lidstaat is van de Europese Unie.

Op te merken valt dat de punten 4° en 5° nieuw zijn. De onverkiesbaarheid bedoeld in deze punten geldt voor de 6 jaar die op de opgelopen veroordeling volgen.

Ondertekening.

Het bureau gaat ondermeer na, of op de voordrachtsakten het door de wet voorgeschreven aantal handtekeningen voorkomt. Er moet worden opgemerkt dat de kandidaten mogen voorkomen onder de ondertekenaars van hun lijst.

Zo de opmerking gemaakt wordt dat valse handtekeningen op de voordrachtslijsten werden aangebracht, stelt de voorzitter dadelijk een onderzoek in om zich persoonlijk te vergewissen van de gegrondheid van het bezwaar. Hij deelt de uitslagen van zijn onderzoek mee wanneer het bureau de lijst voorgoed afsluit.

Men mag het kiezerschap van de ondertekenaars niet betwisten wanneer deze vastgesteld zijn door de gemeente waar ze ingeschreven zijn door het aanbrengen van het gemeentezegel op de voordrachtsakte. (art. 23, § 1, vierde en vijfde lid BGKWB).

Ontvankelijkheid van de voordrachtsakten.

Het bureau moet soms uitspraak doen over de ontvankelijkheid van de voordrachten, die mogelijks werden ingediend door niet daartoe gemachtigde ondertekenaars.

Volgende regelen zijn hier van toepassing : Indien het feit, dat de indiening door een niet-gemachtigde ondertekenaar wordt gedaan, van die aard is dat bij het hoofdbureau twijfel ontstaat omtrent de authenticiteit van de akte zelf, de echtheid van de gestelde handtekeningen en de inzichten door de ondertekenaars uitgedrukt, heeft dit bureau het recht en de plicht de voordracht te weren.

Indien, integendeel, ondanks het gemis van een geschreven machtiging vanwege de kandidaten het vaststaat dat aan de kiezer(s) die de akte indienen, deze taak werd opgedragen en indien daarenboven de blijkbare regelmatigheid van het stuk geen twijfel laat bestaan omtrent de uitgedrukte inzichten van de voordragende kiezers en de bewilligende kandidaten, dan ware het ongepast met overdreven strengheid op te treden en aldus het kiezerskorps te beroven van het recht om zijn voorkeur uit te drukken.

Alhoewel de wet aan deze formaliteit een groot belang hecht, is deze niet op straf van nietigverklaring voorgeschreven.

Het blijkt dat over het algemeen een door ten minste drie, maar niet-gemachtigde ondertekenaars ingediende akte als geldig mag worden beschouwd, vooral indien de voorzitter mocht hebben verzuimd de aandacht van de indieners op dit punt te vestigen of indien men niet over voldoende tijd beschikt om de akte in orde te brengen.

Een kiezer mag niet meer dan één voordracht voor dezelfde verkiezing ondertekenen. De kiezer die dit verbod overtreedt is strafbaar met een gevangenisstraf van acht tot vijftien dagen en met een geldboete van 130 tot 1.000 euro (art. 24, tweede lid, BGKWB).

Bewilliging Het bureau onderzoekt zorgvuldig of de kandidaten hun kandidatuurstelling hebben bewilligd bij een schriftelijke en ondertekende verklaring.

Als de voordrachten van kandidaten aan de voorzitters van het hoofdbureau ter hand zijn gesteld, kan een kandidaat zijn kandidatuur slechts intrekken met de instemming van degenen die de voordrachten hebben ondertekend en van al zijn medekandidaten.

De bewilliging van de verschillende kandidaten van een zelfde lijst mag bij afzonderlijke en onderscheidene akte worden gedaan. (formulier C2 of C4).

De bewilligende kandidaten, wiens namen op een zelfde voordrachtsakte staan, worden beschouwd als één enkele lijst uitmakende, zelfs wanneer elk van deze kandidaten zijn bewilliging afzonderlijk mocht genotificeerd hebben.

Een kandidaat mag niet voorkomen op meer dan één lijst voor eenzelfde verkiezing. De bewilligende kandidaat die deze verbodsbepaling overtreedt, is strafbaar met een gevangenisstraf van acht tot vijftien dagen en met een geldboete van 130 tot 1.000 euro. Zijn naam wordt geschrapt van alle lijsten waarop hij voorkomt (art. 27 BGKWB).

Het spreekt vanzelf dat, zo de op twee lijsten voorgedragen kandidaat slechts in één der twee voordrachten bewilligd heeft, hij alleen afgevoerd wordt van de lijst, waarvoor hij niet in zijn voordracht heeft bewilligd.

In hun verklaring van bewilliging verbinden de kandidaten zich ertoe de wetsbepalingen inzake de beperking en controle van de verkiezingsuitgaven na te leven en deze uitgaven aan te geven.

De lijstaanvoerder moet bovendien binnen dertig dagen na de datum van de verkiezingen, de uitgaven voor de verkiezingspropaganda van de lijst aangeven. Hij verbind ter zich tevens toe de herkomst van de geldmiddelen aan te geven en daarbij de identiteit van de natuurlijkepersonen die gifte van 125 Euro en meer hebben gedaan te registreren.

De hoofdgetuige van de lijst of de daartoe door de lijst gemandateerde persoon verzamelt de aangiften van de verkiezingsuitgaven van elke kandidaat en van de lijst en dient ze in, binnen dertig dagen na de datum van de verkiezingen, bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg van Brussel (zie art. 23, § 7, vierde lid, BGKWB). c. Onderzoek omtrent de verkiesbaarheid van de kandidaten. Algemene beschouwingen.

Het hoofdbureau moet al de voorwaarden van verkiesbaarheid onderzoeken en de kandidaten afwijzen die niet de hoedanigheid van kiezer bezitten of niet in het bevolkingsregister van de gemeente zijn ingeschreven op 1 augustus 2012, (datum waarop de lijst van de gemeenteraadskiezers wordt opgemaakt) evenals degene die op de dag van de verkiezing de volle leeftijd van 18 jaar niet bereikt zullen hebben of van het kiesrecht uitgesloten dan wel in de uitoefening ervan geschorst zullen zijn (artikel 26, § 2, 2° lid, en artikel 65 BGKWB). Het hoofdbureau wijst eveneens de lijsten af die niet hebben voldaan aan de bepalingen inzake een evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen (art. 23, § 9, BGKWB).

Het hoofdbureau wijst dus de kandidaten af die niet de hoedanigheid van kiezer bezitten. Het wijst ook de niet-Belgische kandidaten van de Europese Unie af die bij hun akte van bewilliging niet de verklaring en, in voorkomend geval, evenmin het bewijs gevoegd hebben die bedoeld zijn in artikel 23, § 4, van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek.

De nieuwe kandidaten voorgedragen overeenkomstig artikel 26quinquies van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek moeten de hun aangeboden kandidatuur in een schriftelijke verklaring bewilligen (verbetering van de voordrachtsakte om het evenwicht tussen mannen en vrouwen te bereiken).

De kandidaat moet, in geen enkel geval, zijn verkiesbaarheid voor het bureau bewijzen. Om de kandidaat te weren moet, integendeel, het bureau in het bezit zijn van de bewijzen van de onverkiesbaarheid van de betrokkene. Indien dit bewijs niet is bijgebracht, stelt het bureau dit vast en behoudt de kandidaat op de lijst. Indien naderhand bij de instanties die over de geldigheid van de verkiezing uitspraak doen nieuwe elementen ingebracht worden, mogen deze de nodige gevolgtrekkingen maken.

In rechte kan het bureau ambtshalve en zonder tussenkomst van de andere kandidaten een kandidaat wegens onverkiesbaarheid, weren. In feite echter zal het bureau slechts ingevolge een betwisting optreden, hetzij omdat, bij gebreke hiervan, het niet werd gewaarschuwd, hetzij omdat het bewijs van de onverkiesbaarheid niet zal bijgebracht zijn.

Evenwel zal het bureau met op betwisting wachten om een kandidaat te schrappen indien het vaststelt dat deze de vereiste leeftijd niet heeft bereikt.

De wet heeft nochtans aan de voorzitter van het hoofdbureau een zekere taak betreffende de bewijslast toevertrouwd. Inderdaad luidens artikel 26quater van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek moet, indien bij het voorlopig afsluiten van de kandidatenlijst het hoofdbureau sommige kandidaten wegens onverkiesbaarheid geweerd heeft of indien een bezwaar steunend op onverkiesbaarheid werd ingediend, de voorzitter van het hoofdbureau het betrokken gemeentebestuur om toezending vragen van een gewaarmerkt afschrift van of uittreksel uit alle documenten die het in zijn bezit heeft en die nadere aanwijzingen kunnen verschaffen omtrent de verkiesbaarheid van de kandidaten. Deze taak maakt voor hem een formele verplichting uit. Artikel 26ter van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek voorziet echter in het indienen van een gemotiveerd bezwaar; vage beweringen kunnen niet volstaan om de voorzitter ertoe te verplichten de hiervoor bedoelde onderzoekingen te verrichten. Afgezien van de bovenvermelde verplichtingen heeft de voorzitter evenwel het recht tot andere onderzoekingen over te gaan.

Er zij opgemerkt dat het hier om een recht gaat en niet om een formele verplichting. Wanneer men met een geval van onwaardigheid te doen heeft, is de voorzitter er evenwel moreel toe verplicht alle bijkomende onderzoekingen te verrichten die mochten nodig blijken.

Hierboven werd er de aandacht op gevestigd dat reeds bij de voorlopige afsluiting de materiële regelmatigheid van de voordrachtsakten grondig wordt onderzocht en hierover uitspraak wordt gedaan.

Ofschoon het hoofdbureau in rechte bevoegd is een kandidaat wegens onverkiesbaarheid af te wijzen, bij de voorlopige afsluiting van de lijsten, zal het dikwijls onmogelijk zijn zich op dit ogenblik reeds uit te spreken op dit vlak bij gebrek aan voldoende beoordelingsgegevens; de wet plaatst immers de onderzoeken die terzake moeten uitgevoerd worden na de voorlopige afsluiting van de lijsten.

In elk geval is het, behoudens in een klaarblijkend en algemeen bekend geval, geraden, elke beslissing omtrent de verkiesbaarheid uit te stellen tot aan de definitieve afsluiting van de kandidatenlijst.

Verblijfsvoorwaarde.

Bijzondere aandacht moet gevestigd worden op de voorwaarde van verkiesbaarheid krachtens artikel 65 van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek.

De verblijfsvoorwaarde voorgeschreven door dit artikel wordt bepaald door de inschrijving voor hoofdverblijf in het bevolkingsregister van de gemeente. In het bijzonder dient de voorzitter van het hoofdbureau zich ervan te vergewissen dat de inschrijving in het bevolkingsregister niet fictief is, namelijk dat de betreffende kandidaat geen hoofdverblijf, in de zin van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende het houden van de bevolkingsregisters (Belgisch Staatsblad van 15 augustus 1992), bezit in een andere gemeente dan die waar hij zich kandidaat stelt. Desgevallend dient de bevolkingsdienst van de gemeente waar hij ingeschreven is geraadpleegd te worden door de voorzitter van het hoofdbureau. Het vermoeden van het hoofdverblijf volgend uit de inschrijving in de bevolkingsregisters van de gemeente, kan worden weerlegd met alle rechtsmiddelen.

Ik herinner eraan dat de verblijfsvoorwaarde moet vervuld zijn op 1 augustus 2012.

Verval van kiesrecht.

Het is aangewezen voorzichtig te zijn om te besluiten tot de onverkiesbaarheid bij toepassing van artikel 65 BGKWB. De uitsluiting en de schorsing van het kiesrecht worden geregeld door de artikelen 6 en 7 van het Kieswetboek, zoals gewijzigd door de wet van 14 april 2009 (Belgisch Staatsblad van 15 april 2009) :

Art. 6.Van het kiesrecht zijn definitief uitgesloten en tot de stemming mogen niet worden toegelaten zij die levenslang ontzet zijn van de uitoefening van het kiesrecht door veroordeling.

Art. 7.In de uitoefening van het kiesrecht worden geschorst en tot de stemming mogen niet worden toegelaten zolang die onbekwaamheid duurt : 1° de gerechtelijk onbekwaamverklaarden, de afgezonderde krankzinnigen, de personen onder statuut van verlengde minderjarigheid met toepassing van de Wet van 29 juni 1973, en zijn die geïnterneerd zijn met toepassing van de bepalingen van de hoofdstukken I tot VI van de Wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen en gewoontemisdadigers, vervangen door artikel 1 van de Wet van 1 juli 1964. De kiesonbekwaamheid houdt op terzelfdertijd als de gerechtelijke onbekwaamheid, de verlengde minderjarigheid of met de definitieve invrijheidsstelling van de geïnterneerde. 2° zij die voor een bepaalde duur ontzet zijn van de uitoefening van het kiesrecht door veroordeling. 3° zij die ter beschikking van de Regering zijn gesteld met toepassing van artikel 380bis, 3°, van het Strafw.etboek of met toepassing van de artikelen 22 en 23 van de wet van 9 april1930 tot bescherming van de maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers, vervangen door artikel 1 van de wet van 1 juli 1964.

De kiesonbekwaamheid van de onder 3° bedoelde personen houdt op wanneer de terbeschikkingstelling van de Regering een einde neemt.

Opstellen van het proces-verbaal.

Voor het opstellen van het proces-verbaal wordt gebruik gemaakt van formulier C6. Met het gebruik van elektronische encodering van de kandidaturen wordt dit formulier direct opgesteld door de software.

Dit proces-verbaal voorziet tal van hypotheses en het spreekt vanzelf dat al de vermeldingen betreffende de niet verwezenlijkte veronderstellingen zorgvuldig moeten doorgehaald worden. Het is eveneens vanzelfsprekend dat de vermeldingen op dat formulier enkel als aanwijzing dienen en geenszins de hoofdbureaus binden.

Aan te stippen valt dat in artikel 26bis van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek is bepaald dat, zo het hoofdbureau de voordracht van sommige kandidaten voor onregelmatig verklaart, de gronden van die beslissing in het proces-verbaal moeten worden aangetekend. Die bepaling moet worden toegepast welke ook de onregelmatigheid zij, dus, eveneens en vooral wanneer een kandidaat wegens onverkiesbaarheid geweerd werd.

Men zal opmerken dat, volgens het formulier, de kandidatenlijst in bijlage wordt opgemaakt. Hierdoor is het mogelijk is dat één der exemplaren van het formulier met het proces-verbaal aan het Hof van Beroep moet gezonden worden, en dat men alsdan kan vermijden dat de lijst van de kandidaten nutteloos dient te worden overgeschreven.

Het proces-verbaal van de voorlopige afsluiting moet ondertekend worden door de leden van het bureau en door al de aanwezige getuigen. d. Taken te vervullen na de voorlopige afsluiting. Kennisgeving van de beslissingen van het hoofdbureau.

Wanneer het hoofdbureau de voordracht van sommige kandidaten onregelmatig verklaart, moet de voorzitter deze beslissing betekenen aan de kiezer of de kandidaat die de akte heeft voorgedragen, en dit op dezelfde dag van de voorlopige afsluiting.

Wanneer het bureau beslist dat een kandidaat niet verkiesbaar is, moet de betekening aan de verwijderde kandidaat op dezelfde wijze geschieden.

Deze betekening geschiedt door een bij de post aangetekende brief.

Het formulier C9 mag hiervoor worden gebruikt.

Bezwaren tegen de aanneming van sommige kandidaturen.

Afgezien van het recht waarover de kandidaten en de voordragende kiezers beschikken om schriftelijk aan het hoofdbureau hun opmerkingen aangaande de ingediende lijsten te doen geworden (recht bepaald bij artikel 26, § 1, van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek en dat tot maandag 17 september 2012, zevenentwintigste dag vóór de stemming tot 16 u, mag uitgeoefend worden) moet rekening gehouden worden met wat volgt : a) de wetgever voorziet in de uitoefening van een bezwaarrecht tegen de aanneming van sommige kandidaten (art.26ter BGKWB).

Van dit recht wordt gebruik gemaakt op dinsdag 18 september 2012, de zesentwintigste dag voor de verkiezing van, 13 tot 15 uur. Over dit recht beschikken alle lijstindieners of, bij hun ontstentenis, één van de kandidaten die er op voorkomen. De voorzitter geeft bij indiening van een bezwaar een ontvangstbewijs af (formulier C11).

Gedurende die termijn moet de voorzitter zich ter beschikking houden van de bezwaarindieners. Hij dient de bezwaren onmiddellijk te betekenen aan de indienende kiezer of, in voorkomend geval, aan deze van de indieners die als eerste in de bestreden voordrachtsakte of bewilligingsakte staat vermeld. Hij moet het bezwaar eveneens betekenen aan de kandidaat, wiens kandidatuur wegens onverkiesbaarheid betwist wordt (formulier C10). b) Artikel 26quater van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek bepaalt dat, indien bij de voorlopige afsluiting, het hoofdbureau sommige kandidaten ambtshalve wegens onverkiesbaarheid geweerd heeft, of indien, gemotiveerde bezwaren wegens onverkiesbaarheid zijn ingediend, de voorzitter het gemeentebestuur verzoekt hem terstond een gewaarmerkt afschrift van of uittreksel uit alle documenten, die het in zijn bezit heeft en die nadere aanwijzingen kunnen verschaffen omtrent de verkiesbaarheid van de betrokken kandidaat, toe te zenden. Als de stukken, waaruit de onverkiesbaarheid kan blijken, nog niet bij de gemeente zijn toegekomen, dan vraagt deze telefonisch of per fax de bewuste stukken aan bij het gemeentebestuur van de vorige woonplaats.

Het spreekt vanzelf dat, indien bepaalde stukken zijn bedoeld, het nuttig is hiervan uitdrukkelijk melding te maken.

Er dient te worden opgemerkt dat zo de wet aan de voorzitter voorschrijft zich tot het gemeentebestuur te wenden, zij hem eveneens het recht geeft zich tot andere besturen te wenden, meer bepaald tot de griffies en parketten ten einde alle documenten te bekomen die voor de oplossing van het geschil dienstig kunnen zijn. Daaruit vloeit ook voort dat de betrokken instanties tot plicht hebben onmiddellijk en kosteloos aan het verzoek van de voorzitter te voldoen.

De voorzitter zal ambtshalve die stukken vragen, die hem tijdig door de betrokken kandidaat zijn aangeduid als zijnde nuttig voor zijn verdediging.

Wanneer de voorzitter ambtshalve inlichtingen inwint omtrent de verkiesbaarheid van een kandidaat, is het aangewezen dat hij zo spoedig mogelijk deze kandidaat ervan verwittigt om hem in de mogelijkheid te stellen zijn verdediging voor te bereiden en op de zitting van de definitieve afsluiting der kandidatenlijsten aanwezig te zijn.

Bezwaren tegen de onregelmatigheden die weerhouden werden bij de voorlopige afsluiting of die ingeroepen werden daags na deze afsluiting in de gemotiveerde verklaringen.

De wetgever geeft aan de lijstindieners en de kandidaten het recht om de door het bureau bij de voorlopige afsluiting van de lijsten in aanmerking genomen, of de in de bezwaren van de daarop volgende dag ingeroepen onregelmatigheden te betwisten (art. 26quinquies BGKWB).

Dit recht wordt uitgeoefend donderdag 20 september 2012, de vierentwintigste dag vóór de stemming, van 14 tot 16 uur, door het indienen van een memorie in handen van de voorzitter.

Anderzijds mogen dezelfde personen op dezelfde manier een verbeterings- of aanvullingsakte indienen om de in artikel 26quinquies van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek gespecifieerde onregelmatigheden te verhelpen.

De verbeterings- of aanvullingsakte is slechts ontvankelijk indien de voordracht ofwel één of meer op de voordracht voorkomende kandidaten afgewezen zijn om één van de volgende redenen : gemis van het vereist aantal regelmatige handtekeningen van voordragende kiezers; te groot aantal kandidaten; gemis van regelmatige bewilliging; geen of onvoldoende vermelding van de naam, de voornamen, de geboortedatum, het beroep, de woonplaats en het volledig adres van de kandidaten of van de tot inlevering van de akte gemachtigde kiezers, afwezigheid van identificatienummer in Rijkregister; niet-nakoming van de regels omtrent de rangschikking van de kandidaten of de schikking van hun namen; niet-nakoming van de regels omtrent de evenwichtige samenstelling van de kandidatenlijsten qua geslacht; niet nakoming van de regels omtrent het letterwoord of logo bedoeld in artikel 22bis.

De verbeterings- of aanvullingsakte mag noch de naam van een nieuwe kandidaat bevatten, noch de in de afgewezen akte aangenomen volgorde van de voordracht wijzigen.Enkel in geval 6 kunnen wel nieuwe kandidaten worden voorgedragen, mits de nodige bewilligingen, en de volgorde kan worden gewijzigd.

Vermindering van een te groot aantal kandidaten is slechts mogelijk, wanneer uit een schriftelijke verklaring van een kandidaat blijkt dat hij zijn bewilligingsakte intrekt.

De geldige handtekeningen van de voordragende kiezers en van de bewilligende kandidaten, alsmede de regelmatige vermeldingen in de afgewezen voordracht, blijven van kracht, indien de verbeterings- of aanvullingsakte aanvaard wordt. 4. Definitieve afsluiting van de kandidatenlijst.a. Datum en aanwezigheden. Donderdag, 20 september 2012, de vierentwintigste dag vóór de stemming, om 16 uur, vergadert het bureau om de kandidatenlijst definitief af te sluiten (art. 26sexies BGKWB).

Worden op deze vergadering toegelaten : de getuigen en de indieners van de lijsten, en slechts bij hun ontstentenis de personen die de zesentwintigste dag vóór de stemming een bezwaar, of die de vierentwintigste dag vóór de stemming een memorie of een verbeterings- of aanvullingsakte hebben ingediend.

Daarenboven mogen, bij betwisting van de verkiesbaarheid van een kandidaat, de kandidaat zelf en de indiener van het bezwaar op de vergadering aanwezig zijn. Beiden mogen zich door een gemachtigde laten vervangen. Ofschoon geen enkele vorm is voorgeschreven, spreekt het vanzelf dat een geschreven volmacht dient te worden geëist. b. Opmerkingen en bezwaren. Zowel ten aanzien van zijn toelating tot de vergadering voor de definitieve afsluiting van de lijst als van het recht op later beroep, is het belangrijk te onderzoeken of de persoon die, vóór de voorlopige afsluiting, geschreven »opmerkingen » omtrent de verkiesbaarheid van een kandidaat heeft ingediend bij toepassing van artikel 26 van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek, al dan niet kan worden gelijkgesteld met degene die na de voorlopige afsluiting een met redenen omkleed bezwaarschrift heeft ingediend bij toepassing van artikel 26ter van hetzelfde wetboek, wijl de wet het woord « indiener van het bezwaar » gebruikt.

De gelijkstelling « opmerkingen » - « bezwaren » lijkt niet billijk wanneer de persoon wiens opmerkingen bij de voorlopige afsluiting verworpen zijn, de gelegenheid heeft gehad ze opnieuw bij wijze van bezwaar naar voren te brengen of te laten naar voren brengen na de voorlopige afsluiting; indien hij zulks niet gedaan heeft, draagt hij er alleen de schuld van. Daarentegen zou hij, wiens schriftelijke opmerkingen bij voorlopige afsluiting werden aangenomen maar daarna, bij de definitieve afsluiting, van de hand gewezen, zich benadeeld kunnen achten omdat hij niet van het « bezwaarrecht » heeft kunnen gebruik maken en alzo niet in de gelegenheid is geweest zijn beroepsrecht uit te oefenen.

Om die moeilijkheid te vermijden, wordt het bureau verzocht, enerzijds, aan hen die « opmerkingen » maken - om het even of deze al dan niet worden aangenomen - aan te raden die opmerkingen in de vorm van « bezwaren » na de voorlopige afsluiting te hernieuwen (cfr. artikel 26ter van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek) en, anderzijds van het recht om een kandidaat, reeds bij de voorlopige afsluiting wegens onverkiesbaarheid te weren, slechts op omzichtige wijze gebruik te maken.

Indien hij, die schriftelijke « opmerkingen » vóór de voorlopige afsluiting heeft gemaakt, doch geen « bezwaar » na die afsluiting heeft ingediend, toch aandringt om op de vergadering te mogen aanwezig zijn en, naderhand, om beroep te mogen instellen, lijkt het wenselijk dat het bureau hem dit toestaat en aan het Hof de zorg overlaat om uitspraak te doen. c. Verloop. Bij de opening van de vergadering inzake de definitieve afsluiting geeft de voorzitter kennis van alle stukken die hij na de voorlopige afsluiting ontvangen of bijeengebracht heeft. Het bureau sluit de kandidatenlijst definitief af, na de belanghebbenden gehoord te hebben. Indien het bureau daarbij een kandidaat, wegens onverkiesbaarheid weert of een bezwaar, waarbij onverkiesbaarheid aangevoerd wordt, van de hand wijst, vraagt de voorzitter aan de kandidaat of de reclamant (eventueel aan hun gemachtigde), of ze al dan niet tegen de beslissing van het bureau hoger beroep wensen in te stellen. Er wordt opgemerkt dat de aanwezigheid, persoonlijk of bij gemachtigde, vereist is, voor de ontvankelijkheid van het beroep.

Luidt het antwoord op de gestelde vraag bevestigend, dan verzoekt de voorzitter de belanghebbende op het proces-verbaal zelf een verklaring tot het instellen van beroep te ondertekenen. 5. Opstellen van het proces-verbaal van de definitieve afsluiting. Voor het opstellen van het proces-verbaal en de verrichtingen na de eigenlijke definitieve afsluiting, wordt een onderscheid gemaakt naargelang er al dan niet verklaringen tot het instellen van beroep werden geformuleerd (formulier C7 : geen beroep of formulier C8 : beroep).

Hier dient te worden aangestipt dat de beslissingen van het hoofdbureau die geen betrekking hebben op de verkiesbaarheid van de kandidaten, niet vatbaar zijn voor beroep, met uitzondering van de beslissingen genomen op grond van artikel 23, § 7, eerste lid, van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek (verklaring beperking verkiezingsuitgaven). (art. 26septies van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek). a. Indien geen enkele verklaring van beroep geformuleerd is. Voor het opstellen van het proces-verbaal wordt gebruik gemaakt van formulier C7. Het is aanbevolen dat formulier vooraf met aandacht te bestuderen. In geval van elektronische encodering, wordt het proces-verbaal opgemaakt door de software.

Verschillende mogelijkheden zijn erin voorzien en de niet dienende vermeldingen moeten zorgvuldig worden doorgehaald.

Er wordt opgemerkt dat de leden van het bureau en de getuigen voor de eerste maal hun handtekening moeten plaatsen onderaan deel A van bovengenoemd formulier, d.w.z. het deel dat betrekking heeft op de eigenlijke definitieve afsluiting. b. Bij verklaring van beroep. Indien tijdens de vergadering een kandidaat of een reclamant de wens uit een verklaring van beroep te doen, wordt formulier C8 gebruikt om van deze verklaring akte te nemen en om het proces-verbaal van de definitieve afsluiting op te stellen.

Er zij opgemerkt dat alleen deel A van formulier C8 daartoe wordt gebruikt.

Het proces-verbaal wordt in duplo opgesteld en elk exemplaar wordt door de leden van het bureau en door de getuigen ondertekend. Elk exemplaar bevat de verklaringen van beroep, ondertekend door de appelanten.

Het nummer waaraan de beslissing van het Hof, de daaropvolgende maandag per fax moet worden medegedeeld, wordt met de grootste zorg op ieder exemplaar vermeld.

De verrichtingen van de vergadering (vierentwintigste dag vóór de stemming) eindigen bij het opstellen van het proces-verbaal en die dag wordt er tot geen enkele loting noch andere beslissing betreffende de vaststelling van het stemscherm overgegaan (artikel 30ter BGKWB).

De voorzitter van het hoofdbureau moet zich persoonlijk, de drieëntwintigste dag vóór deze van de stemming, namelijk vrijdag 21 september 2012 tussen 11 en 13 uur, naar het kabinet van de voorzitter van het Hof van Beroep begeven, om hem een exemplaar van het proces-verbaal bevattende de verklaring van beroep (formulier C8, of het proces-verbaal gemaakt door het elektronisch systeem voor encodering van kandidaatstellingen), alsmede alle stukken betreffende het geschil, te overhandigen (artikel 125bis KWB).

Het is vereist bij het dossier, bestemd voor het Hof van Beroep, een door de voorzitter en de secretaris voor gelijkluidend verklaard afschrift van het proces-verbaal van de voorlopige afsluiting (formulier C6 of het proces-verbaal gemaakt door de software) te voegen. Het is niet nodig er ook een afschrift van de bijlage van formulier C6 (nl. de kandidatenlijst) bij te voegen.

Het hoofdbureau vergadert opnieuw maandag 24 september 2012, de twintigste dag vóór de stemming, om 18 uur, ten einde de verrichtingen voort te zetten. Zodra het kennis gekregen heeft van de fax, waarbij de beslissing van het Hof wordt betekend, wordt deel B van het formulier C8 ingevuld (artikel 30ter BGKWB). c. Taken uit te voeren na de definitieve afsluiting. Vervolgens wordt er te werk gegaan zoals aangeduid in deel B van formulier C8 (in geval van gebruik van een elektronisch encoderingssysteem wordt het proces-verbaal door de software opgesteld).

Vanaf dinsdag 25 september 2012, negentiende dag vóór de stemming, deelt de voorzitter van het hoofdbureau de officiële kandidatenlijst mee aan de kandidaten en aan de kiezers die hen hebben voorgedragen, indien zij het vragen.

In al de gemeenten gaat het bureau tot de loting over met het oog op de toekenning van een volgnummer aan de lijsten, die geen regionaal nummer hebben bekomen, en maakt het stemscherm op.

IV. AANPLAKKING. Het bureau geeft opdracht tot de aanplakking van de kandidatenlijsten onder de vorm van een stembiljet (art. 29 BGKWB).

De aanplakking vermeldt in hoofdletters met zwarte inkt, de namen, de voornamen, het beroep en de woonplaats van de kandidaten. Zij vermeldt eveneens de onderrichting voor de kiezer, vastgesteld bij besluit van de Regering van 19 juli 2012 tot vaststelling van het model van de onderrichtingen voor de kiezer voor de gemeenteraadsverkiezingen in uitvoering van artikel 34 van het BGKWB. V. VERRICHTINGEN MET BETREKKING TOT DE ELEKTRONISCHE STEMMING. 1. Verrichtingen vóór de stemming. Het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest maakt de verkiezingssofware over aan de gemeentelijke hoofdbureaus en de stembureaus. U dient hierbij op onderstaande wijze te handelen.

Zodra de kandidatenlijsten definitief zijn opgemaakt, of ingeval van beroep zodra het bureau kennis heeft genomen van de beslissing van het Hof van Beroep, stuurt de voorzitter van het hoofdbureau deze lijsten en het hun toegekende nummer aan de door de Minister belast met plaatselijke besturen aangewezen ambtenaar met behulp van de software voor het beheer van de indiening van de kandidaatstellingen.

De stukken waarin de gezamenlijke volgnummers en letterwoorden van de voorgedragen lijsten en de kandidatenlijsten voorkomen, zoals de sofware ze op het beeldscherm zal doen verschijnen, worden ter goedkeuring voorgelegd aan de voorzitter van het hoofdbureau. Elke voorzitter valideert de documenten na in voorkomend geval de nodige inhoudelijke verbeteringen te hebben laten aanbrengen en stuurt de gevalideerde documenten terug naar voormelde ambtenaar. De manier waarop de lijsten op het beeldscherm getoond worden is vastgelegd door het besluit van 19 juli 2012 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende vaststelling van de regels volgens welke de lijsten en de kandidaten op het beeldscherm van de stemcomputer worden getoond.

De door de Regering gemachtigde ambtenaar laat de geheugendragers, die voor de optelling van de stemmen zijn bestemd, opmaken voor de gemeentelijke hoofdbureaus alsook de geheugendragers die voor de stembureaus zijn bestemd.

Minstens drie dagen vóór de verkiezing ontvangen de voorzitters van het hoofdbureau van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het geheel van de geheugendragers, de veiligheidselementen en de sluitingen.

Dit geheel bestaat uit verschillende enveloppen die bestemd zijn voor de stembureaus, alsook uit (een) enveloppe(n) voor het hoofdbureau.

Op iedere enveloppe staan ofwel de gegevens van het overeenkomstig stembureau, ofwel de gegevens van het hoofdbureau.

De enveloppe(n) bestemd voor het hoofdbureau bevatten per totalisatiemachine : 1. een verzegelde enveloppe met de gegevensdragers (USB-sleutel);2. een verzegelde enveloppe met de veiligheidselementen;3. de genummerde reservesluitingen in geval van technische bijstand bij de stembussen of de stemcomputers;4. een inventaris van de inhoud. De voorzitters van de stembureaus ontvangen de dag vóór de verkiezingen, tegen ontvangstbewijs, een verzegelde tas van de voorzitter van het hoofdbureau.

Zij dienen te controleren of de tas de hierna vermelde stukken bevat, en onmiddellijk elk gebrek signaleren aan de voorzitter van het hoofdbureau.

De tas zal bevatten : 1. een verzegelde enveloppe met de veiligheidselementen (enkel later te openen in aanwezigheid van het volledig samengestelde stembureau);2. een verzegelde gewatteerde enveloppe met de geheugendragers (enkel later te openen in aanwezigheid van het volledig samengestelde stembureau);3. een lege, gewatteerde, te verzegelen enveloppe voor de gegevensdragers na de stemming;4. progressieve sluitingen om de stembus en de stemcomputers te verzegelen;5. een enveloppe voor de teststemmen;6. een enveloppe voor de geannuleerde stembiljetten;7. een enveloppe voor de stembiljetten waarvan de stem ongeldig werd verklaard;8. een ontvangstbewijs;9. een lege enveloppe voor het proces-verbaal;10. een lege enveloppe voor de aanstiplijsten;11. een lege enveloppe voor het formulier voor de uitbetaling van de presentiegelden.12. een lege enveloppe voor de aanstellingsbrieven van de getuigen De enveloppen vermeld in de punten 5 tot 7 en de punten 9 tot 12 worden door de leden van het stembureau verzegeld bij de sluiting van het bureau. De voorzitters van de hoofdbureaus verwittigen de voorzitters van de stembureaus de plaats waar de gegevensdragers en andere documenten dienen gebracht te worden na de stemming, door middel van formulier R1. 2. Verrichtingen na de stemming. De totalisatie van de stemmen gebeurt als volgt : Onmiddellijk na ontvangst van de originele gegevensdragers afkomstig van het stembureau registreert de voorzitter van het hoofdbureau één van de gegevensdragers op de totalisatiemachine. De voorzitter van het stembureau ontvangt een bewijs voor de afgifte van zijn diskettes (bijlage van formulier R8bis).

Indien de registratie van de eerste gegevensdrager van een stembureau onmogelijk blijkt en indien ook de registratie van de tweede gegevensdrager onmogelijk blijkt, vraagt de voorzitter van het hoofdbureau aan het gemeentebestuur om een stembus een voorzitterscomputer te laten overbrengen teneinde te kunnen overgaan tot het scannen van alle stembiljetten van het stembureau in kwestie en om zo de falende gegevensdragers weer samen te stellen.

De afkondiging door de voorzitter van het hoofdbureau van gedeeltelijke uitslagen die de lijsten hebben behaald, kan gebeuren na de registratie van ten minste 10 bureaus en nadien van 10 bijkomende stembureaus en zo verder tot alle stembureaus zijn geregistreerd. Men waakt erover dat het aantal stembureaus dat nog bekendgemaakt moet worden minstens drie bedraagt.

Wanneer de uitslagen van alle stembureaus zijn geregistreerd, drukt de voorzitter van het hoofdbureau het proces-verbaal af alsook de stemopnemingstabel.

De totalisatie van de stemmen geschiedt apart en voorafgaandelijk aan de automatische verdeling van de zetels. Het proces-verbaal van de totalisatie wordt afgedrukt en ondertekend door de leden van het hoofdbureau dat overgaat tot de verdeling van de zetels door middel van andere software dan deze gebruikt voor de totalisatie. Het tweede deel van het proces-verbaal wordt dus afgedrukt en ondertekend door alle leden van het bureau.

Samenvattend : eerst wordt deel A automatisch afgedrukt in het gemeentelijk hoofdbureau na lezing van alle gegevensdragers en de totalisatie van de stemmen. Vervolgens wordt deel B afgedrukt tijdens de fase van de toewijzing van de zetels door middel van de geleverde software.

Het proces-verbaal en de tabellen met de verdeling van de zetels,beide ondertekend door de voorzitter, de overige leden en de getuigen van het hoofdbureau, worden in een verzegelde enveloppe gesloten waarop de inhoud ervan wordt vermeld.

Deze enveloppe met het proces-verbaal van het hoofdbureau, de processen-verbaal van de stembureaus, de tassen met de stembiljetten van de verschillende stembureaus, alsook enveloppen met de geannuleerde stembiljetten, de stembiljetten waarvan de stem ongeldig werd verklaard, de stembiljetten met de teststemmen, de aanstiplijst voor de kiezers, de aanstellingsbrieven van de getuigen, de voordrachtsakten en akten van bewilliging van de kandidaten dienen te worden verzonden aan de voorzitter van het Rechtscollege. De voorzitter van het hoofdbureau zendt eveneens de gegevensdragers van de stembureaus in een verzegelde enveloppe naar de voorzitter van het Rechtscollege.

VI. ZETELVERDELING - AANWIJZING VAN DE GEKOZENEN EN OPVOLGERS. Opmerking : De gemeenten beschikken over een software, erkend voor deze procedure. . Het stemcijfer.

Het hoofdbureau stelt de stemcijfers van de verschillende lijsten vast. Het stemcijfer (of kiescijfer) van een lijst wordt vastgesteld door de optelling van het aantal stemmen uitgebracht bovenaan op de lijst of op één of meer kandidaten van die lijst (artikel 55 BGKWB).

Alleenstaande kandidaten worden geacht ieder een afzonderlijke lijst te vormen.

Wanneer één van de kandidaten is overleden, dient een onderscheid gemaakt te worden naargelang hij overleden is vóór de stemming of daarna.

Indien hij vóór de stemdag is overleden, is hij niet meer geroepen om verkozen te worden. De uitsluitend op zijn naam uitgebrachte stemmen dienen in rekening te worden gebracht voor het stemcijfer van de lijst waarop hij zich kandidaat heeft gesteld.

Men houdt geen rekening met zijn naam om de gekozenen van de lijst vast te stellen.

Indien hij de dag van de stemming of daarna overlijdt was hij wel geroepen om verkozen te worden. In dit geval worden de verkozenen van de lijst waarop zijn naam voorkomt aangeduid alsof hij nog in leven was. Wordt er vastgesteld dat de overledene verkozen is, dient de eerste opvolger de vacante plaats te bezetten. 3. Verdeling van de zetels over de lijsten. Na het stemcijfer van elke lijst te hebben vastgesteld, gaat het hoofdbureau tot de verdeling van de zetels over. De toekenning van de mandaten heeft plaats met toepassing van het beginsel van de evenredige vertegenwoordiging.

De wet vergt niet dat een lijst een bepaald aantal stemmen moet bekomen hebben om tot de verdeling van de zetels toegelaten te worden.

Het bureau mag niet uit het oog verliezen dat de alleenstaande kandidaturen worden aanzien als elk een afzonderlijke lijst uitmakende en bij volgnummer zijn aangeduid.

De regeling in de wet vastgesteld is dat elke lijst zoveel zetels moet bekomen als haar stemcijfer gelijke of grotere quotiënten dan het laatste nuttig quotiënt heeft opgeleverd (artikel 56 BGKWB). Om dat laatste nuttig quotiënt te vinden en de verrichtingen van de verdeling te doen, moet men noch veel rekenen noch lang zoeken als men te werk gaat zoals hieronder wordt aangeduid.

Ofschoon de wet voorziet dat de stemcijfers van de verschillende lijsten achtereenvolgens worden gedeeld door 1, 1,5, 2, 2,5, 3, 3,5 enz., verdient het de voorkeur de berekeningswijze te gebruiken die hierna wordt aangeduid, die mathematisch dezelfde uitslagen geeft en die het voordeel heeft dat de bewerkingen aanzienlijk vereenvoudigd worden. Zij bestaan in het delen van de stemcijfers door 2, 3, 4, enz.

Het bureau schrijft naast elkaar, op eenzelfde horizontale lijn, de stemcijfers van de tot verdeling toegelaten lijsten en onder elk cijfer, schrijft het de quotiënten van de deling der stemcijfers achtereenvolgens door 2, 3, 4, enz.

Voorbeeld :

:

Lijst 1.

Lijst 2.

Lijst 3.

Lijst 4.

Stemcijfers

840

432

360

328

Deling door

2.

420

216

180

164

3.

280

144

120

109

4.

210

108

90

82

5.

168

86

72

65

6.

140

72

60

54


Om het aantal zetels te kennen dat aan elke lijst toekomt onderlijnt het bureau dan achtereenvolgens de hoogste quotiënten tot het beloop van het aantal te begeven zetels, te beginnen met de quotiënten van de deling door 2.

Onderstaand voorbeeld, in de onderstelling dat er 9 zetels moeten begeven worden.

:

Lijst 1.

Lijst 2.

Lijst 3.

Lijst 4.

Stemcijfers

840

432

360

328

Deling door


2.

420 (1e)

216 (3e)

180 (5e)

164 (7e)

3.

280 (2e)

144 (8e)

120

109

4.

210 (4e)

108

90

82

5.

168 (6e)


6.

140 (9e)


120


Daar de toekenning van de 9 zetels bepaald wordt door de 9 hoogste quotiënten, te beginnen met het quotiënt van de deling van de stemcijfers door 2 (420, 280, 216, 210, 180, 168, 164, 144 en 140), vallen vijf zetels toe aan de lijst 1, twee zetels aan lijst 2, en één zetel aan elk van de lijsten 3 en 4.

Het laatste nuttig quotiënt (140), wordt opgeleverd door lijst 1 en kent een vijfde zetel aan deze lijst toe.

De stemcijfers van de lijsten 2, 3, 4 geven elk 2, 1 en 1 hoger(e) quotiënt(en) dan dit laatste quotiënt (140) en kennen aan deze lijsten respectievelijk 2, 1 en 1 zetel(s) toe.

Opmerkingen. 1° In beginsel hoeven de bureaus de deling niet voort te zetten tot aan de breuken, die over 't algemeen mogen weggelaten worden.Alleen wanneer het laatste nuttig quotiënt, dat de toekenning van de laatste zetel vaststelt (de 9e in bovenvermeld voorbeeld), tegelijkertijd onder twee lijsten voorkomt, kan het verschil uit de weggelaten breuk blijken; in dit geval, moet men met die breuk rekening houden.

Voorbeeld : Elf raadsleden te kiezen; twee lijsten die respectievelijk 1921 en 1441 als stemcijfer hebben.

De tabel voor de verdeling is, zo men de breuken verwaarloost :

:

Lijst 1.

Lijst 2.

Stemcijfers

1921

1441

Deling door


2.

960 (1)

720 (2)

3.

640 (3)

480 (4)

4.

480 (5)

360 (7)

5.

384 (6)

288 (9)

6.

320 (8)

240 (11)

7

274 (10)


8.

240


De eerste drie zetels gaan naar de hoogste drie quotiënten in de orde van grootte : 960 (1e zetel), 720 (2e zetel), 640 (3e zetel). Het vierde quotiënt (480) dat de toewijzing van de vierde zetel bepaalt komt voor onder de twee lijsten. De deling moet dus worden voortgezet tot de breuken : vastgesteld wordt dat het quotiënt 480,25 wordt in lijst 1 en 480,33 in lijst 2 : de vierde zetel valt dus toe aan lijst 2 en de vijfde zetel aan lijst 1. Als men de bewerking verder zet, ziet men dat de 6e zetel gaat naar quotiënt 384, de 7e naar quotiënt 360, de 8e naar quotiënt 320, de 9e naar quotiënt 288 en de 10e naar quotiënt 274. Het elfde quotiënt (240) dat de toewijzing van de laatste zetel bepaalt komt voor onder de twee lijsten. De deling moet worden voortgezet tot de breuken. Vastgesteld wordt dat het quotiënt 240,12 wordt in lijst 1 en 240,16 in lijst 2 : de elfde en laatste zetel wordt dus aan lijst 2 toegewezen.

Lijst 1 bekomt dus zes zetels (1e, 3e, 5e, 6e, 8e en 10e) en lijst 2 vijf zetels (2e, 4e, 7e, 9e en 11e) 2° Het kan gebeuren dat het laatste nuttig quotiënt volstrekt hetzelfde is voor de beide lijsten;in dit geval (artikel 168 van het Kieswetboek) wordt de laatste zetel toegekend aan de lijst die het hoogste stemcijfer heeft bekomen.

Mocht in bovenstaand voorbeeld, lijst 1 het stemcijfer 1.920 in plaats van 1.921 hebben gehad en lijst 2 het stemcijfer 1.440 in plaats van 1.441, dan zou het zevende quotiënt van lijst 1, zegge 240, volkomen gelijk geweest zijn aan het vijfde quotiënt van lijst 2. In dit geval zou de elfde zetel zijn toegewezen aan de eerste lijst daar zij het hoogste stemcijfer heeft. Lijst 1 zou dus 7 zetels en lijst 2 slechts 4 zetels bekomen.

Onnodig te zeggen dat de cijfers van deze voorbeelden uitgezocht werden ter demonstratie en dat, in de praktijk, dit samenvallen van cijfers in het laatste quotiënt voor twee lijsten, wellicht nooit zal voorkomen. Er diende nochtans aangetoond dat, eventueel daaruit geen moeilijkheden of onzekerheid kunnen voortspruiten.

De wet regelt zelfs het geval van gelijkheid van de stemcijfers van twee lijsten die evenveel recht op de laatste te begeven zetel hebben.

De voorkeur wordt in dit geval bepaald door het aantal stemmen bekomen door de twee kandidaten die er rechtstreeks belang bij hebben, en, elk op zijn lijst, in aanmerking komen om de laatste zetel te bekleden; deze wordt, naar luid van artikel 168 van het Kieswetboek, toegekend aan de lijst waarop de kandidaat voorkomt die onder de kandidaten wier verkiezing in het geding is, de meeste stemmen heeft gekregen of subsidiair, de oudste in jaren is. 3° De wet regelt het geval waarin een van de lijsten, ingevolge de evenredige vertegenwoordiging, recht mocht hebben op meer zetels dan zij kandidaten telt.De niet toegewezen zetels worden alsdan gevoegd bij die, welke aan andere lijsten toekomen, en de verdeling gebeurt bijgevolg over deze lijsten (artikel 56, vierde lid, BGKWB).

Twee voorbeelden ter illustratie : a) Negen raadsleden te kiezen - Drie kandidatenlijsten. :

Lijst 1.

Lijst 2.

Lijst 3.

Stemcijfers

840

432

328

Deling door


2.

420 (1)

216 (3)

164 (6)

3.

280 (2)

144 (7)

109 (10)

4.

210(4)

108 (11)

82

5.

168 (5)

86

65

6.

140 (8)

72


7.

120 (9)


8.

105


9.

93


Toen het bureau de eerste negen quotiënten in de orde hunner belangrijkheid aanstipte of onderlijnde, heeft men reeds gezien dat zes zetels toekomen aan lijst 1, twee aan lijst 2, en één aan lijst 3.

Maar lijst 1 telt maar vier kandidaten : de twee zetels die zij te veel heeft, gaan over tot de andere lijsten, naargelang van de twee hoogste quotiënten, waarmede reeds werd rekening gehouden. Deze quotiënten zijn : 109 (lijst 3) en 108 (lijst 2). Lijst 2 bekomt aldus drie zetels in plaats van twee, en lijst 3 twee zetels in plaats van één. b) Zeven raadsleden te kiezen - Drie kandidatenlijsten. :

Lijst 1.

Lijst 2.

LIJST 3


Stemcijfers

240

150

180

Deling door


2.

120 (1)

75 (4)

90 (2)

3.

80(3)

50 (7)

60 (6)

4.

60 (5)

37

45

5.

48 (8)


6.

40


Indien lijst 3, die recht heeft op twee zetels, slechts een enkele kandidaat (afzonderlijke kandidatuur) bevat, wordt het tweede mandaat, dat haar moest toekomen, toegekend aan lijst 1 omwille van haar vierde quotiënt (48).

Voor de aanvullende verdeling, nodig ingevolge het beschikbaar blijven van één of meer zetels, toekomende aan een lijst die nog niet genoeg kandidaten heeft, moet dus geen nieuwe berekening, geen omwerking, geen nieuwe inschrijving van cijfers gedaan worden. Het bureau dient maar de achtereenvolgende aanstipping van de hoogste quotiënten voort te zetten, tot al de beschikbare zetels toegekend zijn. 4. Aanwijzing van de gekozenen en de opvolgers.a. Aanwijzing van de titularissen. Wanneer het aantal van de aan elke lijst toe te kennen zetels bepaald is, heeft het bureau nog slechts de gekozenen uit te roepen. Indien het aantal kandidaten van een lijst gelijk is aan dat van de aan deze lijst toegekende zetels, zijn al de kandidaten zonder verdere formaliteit gekozen. Zijn er meer kandidaten dan zetels die aan de lijst worden toegekend, dan worden gekozen uitgeroepen, tot het beloop van het aantal van de aan de lijst toegevallen zetels, die kandidaten welke de meeste stemmen behaalden (artikel 57 BGKWB). Bij gelijk aantal stemmen is de volgorde van de lijst beslissend.

Alvorens tot deze aanduiding over te gaan worden de bovenaan de lijst uitgebrachte stemmen (volledige lijststembiljetten), die dus gunstig zijn voor de orde van de kandidaatstelling, individueel aan de kandidaten bij wijze van overdracht toegekend nadat deze stemmen met het aantal aan de lijst toekomende zetels vermenigvuldigd werden en dit product werd gedeeld door twee.

De overdracht geschiedt volgens de voordrachtsvolgorde van de kandidaten en tot beloop, voor ieder van hen, van wat nodig is om het verkiesbaarheidscijfer eigen aan de lijst te bereiken en totdat de helft van het aantal gunstige stemmen voor de volgorde van de overdracht is uitgeput.

Dit verkiesbaarheidscijfer, aan elke lijst eigen, wordt verkregen door het stemcijfer van de lijst (het totaal van de volledige en onvolledige biljetten) te vermenigvuldigen met het aantal door de lijst bekomen zetels en het produkt van die vermenigvuldiging te delen door datzelfde aantal zetels, vermeerderd met één.

Voorbeeld : Volledige stembiljetten (lijststemmen) 641 Onvolledige stembiljetten (naamstemmen) 678 Stemcijfer 1319 Getal aan de lijst toegewezen zetels 5 zetels De eerste bewerking bestaat er in het stemcijfer van de lijst (641 + 678 = 1319) te vermenigvuldigen met het aantal door de lijst bekomen zetels, dus 1.319 x 5 = 6.595.

Om het verkiesbaarheidscijfer te bekomen deelt men het aldus bekomen product door het aantal aan de lijst toegewezen zetels plus één (6.595 : 6 = 1.099,16 of 1.100 daar de decimalen, hoe klein zij ook zijn, naar boven moeten worden afgerond).

Wanneer het verkiesbaarheidscijfer is vastgesteld moet het aantal van de stemmen, die aan de voordrachtsvolgorde ten goede komen en onder de kandidaten moeten verdeeld worden, bepaald worden. Dit aantal verkrijgt men door het aantal biljetten, waarop bovenaan gestemd is (volledige lijststembiljetten) te vermenigvuldigen met het aantal aan de lijst toegewezen zetels (641 x 5 = 3205) en dit product te delen door twee (3.205 : 2 = 1.602,5 dus 1.603). Na de deling door twee wordt het bekomen cijfer met eventuele decimalen systematisch afgerond naar de hogere eenheid, ongeacht het feit de decimalen al dan niet 0,50 bereiken.

Het bureau heeft dan nog slechts de 1.603 aan de voordrachtsvolgorde ten goede komende stemmen onder de kandidaten te verdelen. Deze verdeling geschiedt door bij het aantal naamstemmen van elke kandidaat het nodig getal stemmen te voegen om het verkiesbaarheidscijfer te bereiken.

Hieronder deze verdeling voor het aangeduid voorbeeld :

Namen van de kandidaten

Naam stemmen

Stemmen toegekend bij wijze van overdracht

Totaal


Maenhout

202

+ 898

= 1.100

1e gekozene

Ducange

166

+ 705

= 871

2e gekozene

Hermand

196

. . . . .

. . . . .

4e gekozene

Jacques

176

. . . . .

. . . . .

5e gekozene

Linsach

48


Delcampo

197

. . . . .

. . . . .

3e gekozene

Tilquin

97


Van Diest

91


Robin

160


1.603


Na deze verdeling, stelt men vast dat de kandidaten Maenhout, Ducange, Delcampo, Hermand en Jacques het grootste aantal stemmen hebben bekomen en als titularissen moeten worden aangewezen.

Er dient te worden opgemerkt dat, bij gelijkheid van stemmen, de voordrachtsvolgorde op de lijst de voorrang bepaalt. b. Aanwijzing van de opvolgers. Onmiddellijk na de aanwijzing van de titularissen, gaat het bureau over tot de aanduiding van de opvolgers (artikel 58 BGKWB).

Wanneer een of meer kandidaten van een lijst verkozen zijn, worden alle niet verkozen kandidaten van de lijst in de volgorde van de meeste behaalde stemmen, of bij gelijk stemgetal in de orde van inschrijving op het stembiljet, tot opvolgers uitgeroepen. Een niet-verkozen kandidaat moet ten minste 1 naamstem hebben behaald om als opvolger te kunnen worden aangeduid.

Voordat die aanwijzing plaatsheeft en nadat het hoofdbureau de gemeenteraadsleden heeft aangewezen, gaat het over tot een nieuwe individuele toekenning van de helft van het aantal lijststemmen die ten gunste van de orde van voordracht zijn uitgebracht, en dit op dezelfde wijze als bij de aanwijzing van de gekozenen, maar te beginnen met de eerste van de niet-gekozen kandidaten naar de orde van voordracht.

Voor het bovenvermeld voorbeeld geschiedt deze verdeling van de aan de voordrachtsvolgorde ten goede komende lijststemmen en de aanwijzing van de opvolgers als volgt : Het aantal te verdelen stemmen (1.603) en het verkiesbaarheidscijfer (1.100) zijn dezelfde als deze die gediend hebben voor de aanwijzing van de titularissen.

Namen van de kandidaten

Naam stemmen

Stemmen toegekend bij wijze van overdracht

Totaal


Linsach

48

+ 1.052

= 1.100

1e opvolger

Tilquin

97

+ 551

= 648

2e opvolger

Van Diest

91

4e opvolger

Robin

160

3e opvolger

1.603


Er mag niet uit het oog worden verloren dat deze nieuwe verdeling volkomen onafhankelijk is van de eerste; in de onderstelling dus dat een niet tot titularis aangewezen kandidaat, bij de eerste verdeling van lijststemmen bij wijze van overdracht begunstigd werd, mag met deze stemmen, bij de tweede verdeling van de aan de voordrachtsorde ten goede komende stemmen volstrekt geen rekening worden gehouden. c. Afkondiging van de uitslagen. De uitslagen van de algemene stemmentelling en de namen van de kandidaten tot gewone of tot opvolgende gemeenteraadsleden gekozen, worden in het openbaar afgekondigd (art. 59 BGKWB).

Slechts wanneer het hoofdbureau de uitslagen van de verkiezing voorgoed heeft vastgesteld en de namen van de gekozenen heeft aangewezen, krijgt het publiek toegang tot de lokalen van het hoofdbureau om de afkondiging van de uitslagen bij te wonen.

Onmiddellijk na die afkondiging zendt de voorzitter van het hoofdbureau of de persoon die hij daartoe aanwijst aan de Regering het vervuld formulier R10.

De voorzitter van het hoofdbureau vergeet evenmin de lijsten voor de betaling van het presentiegeld uiterlijk de maandagmorgen na de stemming over te maken aan het gemeentebestuur (formulieren R4 en R4bis).

Het proces-verbaal van de verkiezing, tijdens de vergadering opgemaakt en ondertekend door de leden van het hoofdbureau en door de getuigen, de processen-verbaal van de verschillende bureaus en de andere stukken, bedoeld in het laatste lid van de artikelen 46 en 52 van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek, alsmede de akten van voordracht en van bewilliging van de kandidaten en van aanwijzing van de getuigen, worden binnen vierentwintig uur door de voorzitter van het hoofdbureau aan de Voorzitter van het Rechtscollege toegezonden (art. 60 BGKWB en 21, § 1, 6° van de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming).

Op het pak dat deze stukken bevat worden de datum van de verkiezing en de naam van de gemeente vermeld.

Een dubbel van het proces-verbaal van het hoofdbureau, door de leden voor eensluidend verklaard, wordt op de gemeentesecretariaat voor eenieder ter inzage gelegd.

Aan ieder gekozene wordt een uittreksel uit dit proces-verbaal gezonden.

De Voorzitter van het Rechtscollege houdt ter beschikking van de onderscheiden vrederechters die bevoegd zijn voor de toepassing van titel VI van het Kieswetboek, de niet ontzegelde enveloppen met de kiezerslijsten waarop aantekening is gehouden van de opgekomen kiezers (art. 61 BGKWB).

Er dient tenslotte nog gewezen te worden op artikel 23ter van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek, dat stelt : « De aangiften van de verkiezingsuitgaven, ingediend overeenkomstig artikel 23 worden bewaard op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg tot de honderdeenentwintigste dag na de datum van de verkiezingen.

Indien een klacht als bedoeld bij artikel 12 van de wet van 7 juli 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van de provincieraden en de gemeenteraden en voor de rechtstreekse verkiezing van de raden voor maatschappelijk welzijn, of een bezwaar als bedoeld bij artikel 74, § 1, tweede lid, wordt ingediend binnen honderdtwintig dagen na de datum van de verkiezingen, wordt de aangifte van de verkiezingsuitgaven van de kandidaat die het voorwerp is van de klacht, op hun verzoek overgezonden aan de betrokken Procureur des Konings, aan de bestendige deputatie of aan het college bedoeld in artikel 83quinquies, § 2, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instelling, naargelang het geval.

Indien geen enkele klacht als bedoeld bij artikel 12 van dezelfde wet van 7 juli 1994, noch een bezwaar als bedoeld bij artikel 74, § 1, tweede lid, wordt ingediend binnen de in het vorige lid bepaalde termijn, kunnen de betrokken documenten door de kandidaten worden afgehaald. Documenten die niet zijn afgehaald binnen dertig dagen na het verstrijken van de voornoemde termijn, worden vernietigd ».

VII. DE PARLEMENTAIRE CONTROLE OP DE ELEKTRONISCHE STEMSYSTEMEN. Er is een parlementaire controle op de elektronische stemsystemen met papieren bewijsstuk. Het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wijst deskundigen aan die toezien op het gebruik, de goede werking en de integriteit van de elektronische processen in verband met de stemming en de totalisatie, alsook op de procedures voor de aanmaak, de verspreiding en het gebruik van de apparatuur, de software en de gegevensdragers.

De ordonnantie van 12 juli 2012 houdende de organisatie van de elektronische stemming voor de gemeenteraadsverkiezingen voorziet dat de deskundigen van het ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de toelatingen, alsook alle gegevens, inlichtingen en informatie die nodig zijn om die opdracht uit te voeren, ontvangen.

Zij kunnen in het bijzonder de betrouwbaarheid controleren van de software in de stemmachines, de correcte overschrijving van de uitgebrachte stemmen op de gescande stembiljetten via de barcode en het leesbaar gedeelte, de correcte overschrijving van de uitgebrachte stemmen door de elektronische stembus, de correcte registratie van de gegevensdrager van het stembureau op de gegevensdrager bestemd voor de totalisatie van de stemmen, de totalisatie van de stemmen en elke controle doen betreffende de elektronische stemming die ze nuttig achten.

Zij verrichten die controle vanaf de 40ste dag voor de verkiezing, op de verkiezingsdag zelf en hierna tot de indiening van hun verslag.

Uiterlijk 10 dagen na de sluiting van de stemming, en in ieder geval vóór de geldigverklaring van de verkiezingen, bezorgen de deskundigen een verslag aan de Regering en aan het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dit verslag kan aanbevelingen bevatten in verband met het materieel en de software die werden gebruikt.

De deskundigen zijn tot geheimhouding verplicht. Elke schending van die geheimhoudingsplicht wordt bestraft overeenkomstig artikel 458 van het Strafwetboek.

Hierbij dient opgemerkt te worden dat de deskundigen en de personen die belast zijn met het verlenen van technische bijstand evenwel worden toegelaten in de stembureaus op de dag van de stemming na vertoon aan de voorzitter van het stembureau van hun legitimatiekaart uitgereikt door het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

VIII. ELEKTRONISCHE STEMMING - VOORSTELLING VAN DE SCHERMEN. 1. Algemene procedure. De stemprocedure wordt op gedetailleerde wijze beschreven in de artikelen 14 en 15 van de ordonnantie van 12 juli 2012 houdende de organisatie van de elektronische stemming voor de gemeenteraadsverkiezingen 7 van de wet van 11 april 1994 houdende de bepalingen voor de organisatie van de geautomatiseerde stemming.

In de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moet de kiezer eerst de taal kiezen waarin hij bij het uitbrengen van zijn stem wenst begeleid te worden. 2. Voorstelling van de schermen van de lijsten. Het scherm van de lijsten herneemt per kolom en per rij, de lijsten in numerieke volgorde volgens de nummers die aan deze lijsten werden toegekend.

Voorbeeld

1 ABC

4 EFG

7 IJK

2 BCD

5 FGH

BLANCO STEM

3 BGF

6 GHI


N.B. Het vakje, dat voor een blanco stem is afgebeeld, bevindt zich steeds op de laatste plaats.

Het scherm dat de verschillende aan de kiezers aangeboden lijsten toont, is ingedeeld overeenkomstig bijlage 3 van het besluit van 19 juli 2012 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende vaststelling van de regels volgens welke de lijsten en de kandidaten op het beeldscherm van de stemcomputer worden getoond. 3. Voorstelling van de schermen van de kandidaten De voorstelling van de schermen van de kandidaten geschiedt overeenkomstig bijlage 4 van het besluit van 19 juli 2012 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende vaststelling van de regels volgens welke de lijsten en de kandidaten op het beeldscherm van de stemcomputer worden getoond.De plaatsing in kolommen, het aantal hiervan alsook het aantal kandidaten per kolom worden bepaald door het aantal bij de verkiezing te verdelen zetels (en niet door het aantal kandidaten op elke lijst).

De bepalingen i.v.m. het kiezen van de naam en voornaam in punt 30 zijn van toepassing voor de registratie van de namen en de voornamen van de kandidaten.

Er wordt aan herinnerd dat het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek voorziet in de vermelding van het geslacht op de voordrachtsakten van de kandidaten, op de kiezerslijsten en op de oproepingsbrieven. Deze eis wordt niet gesteld voor het scherm dat de kandidaten van een lijst weergeeft.

De naam van de kandidaat of van de kandidate dient slechts te worden voorafgegaan door de afkorting M. of Mevr. indien deze laatste er uitdrukkelijk om verzoekt in het geval dat zijn of haar voornaam van die aard is dat er een eventuele dubbelzinnigheid zou bestaan of de kandidaat tot het mannelijke of het vrouwelijke geslacht zou behoren.

Het strekt tevens tot aanbeveling rekening te houden met het feit dat in een ruimte van twee regels per kandidaat wordt voorzien. Elke regel kan 22 karakters omvatten (tussenruimte inbegrepen).

Voor de kandidaten, waarvan een onderdeel van de naam een probleem zou oproepen, lijkt het aangewezen dat zijzelf de wijze vastleggen waarop hun identiteit op het scherm wordt afgebeeld.

^