« Corporation des Bouchers et Charcutiers de l'Arrondissement de Bruxelles », beroepsvereniging gevestigd te Brussel Artikel 7 van de wet van 31 maart 1898 Statuten - Beroepsvereningen : 1950, nr. 253 Herziening van de in het Frans gestelde statuten Bekrachtiging van de gelijkaardige in het Nederlands gestelde statuten In uitvoering van de artikelen 6 en 7 van de wet van 31 maart 1898 op de beroepsverenigingen en van de artikelen 3 en 4 van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948, genomen in uitvoering van artikel 6 van de wet van 31 maart 1898 op de beroepsverenigingen.

Artikel 1.Er wordt een beroepsvereniging opgericht onder de naam « Corporation des Bouchers et Charcutiers de l'Arrondissement de Bruxelles ». Deze zal voortaan de benaming aannemen van « Koninklijke Corporatie der Beenhouwers, Spekslagers en Traiteurs van Brussel ». Ze heeft haar zetel in het gerechtelijk arrondissement Brussel. Haar werkingsgebied strekt zich uit tot het gerechtelijk arrondissement Brussel.

Art. 2.De vereniging heeft tot doel de bescherming en de bevordering van de beroepsbelangen van haar leden, zowel de materiële als de morele.

Zij kan meer bepaald : a) de opdracht geven tot of meewerken aan de studie van alle economische, professionele en sociale problemen die van belang zijn voor de aangeslotenen die hun beroep uitoefenen;b) administratieve diensten in het leven roepen die belast zijn met de uitvoering van alle richtlijnen die nuttig kunnen zijn voor de leden;c) diensten van documentatie, van inlichtingen, van statistiek alsook van juridische en fiscale adviesverlening oprichten;d) alle handelingen uitvoeren die zij nuttig acht voor de verdediging van degenen van wie zij de bescherming en de vertegenwoordiging bij de Staat, de openbare machten en de publieke opinie verzorgt;e) de oprichting bevorderen, begunstigen of aanmoedigen van onderlinge hulpinstellingen, coöperatieve of andere vennootschappen die geschikt zijn om de materiële en morele toestand van de vleeshandel te verbeteren, zonder er evenwel rechtstreeks aan mee te werken;f) buiten de vereniging beroepsscholen en opleidingscentra oprichten, beroepspublicaties uitgeven en publiciteit voeren;g) alle handelingen uitoefenen in het raam van artikel 2 van de wet van 31 maart 1898;g) op algemene wijze alle beleidshandelingen vervullen die nodig zijn ter verwezenlijking van haar doel.

Art. 10.De vereniging wordt bestuurd door een Centraal Comité samengesteld uit een voorzitter, twee ondervoorzitters, een algemeen secretaris, een penningmeester of secretaris-penningmeester en 10 tot 20 leden. Zij worden door een daartoe speciaal opgeroepen vergadering, bij geheime stemming en bij volstrekte meerderheid van de tegenwoordige stemgerechtigde leden, voor vier jaar verkozen uit de meerderjarige leden. (Bij staking van stemmen is het oudste lid verkozen.) Ten minste drie vierde van de bestuurders moeten uit de gewone leden worden gekozen.

Art. 11.Het Centraal Comité wordt om de twee jaar voor de helft vernieuwd. De eerste reeks van uittredende leden wordt door het lot aangewezen. Uittredende leden kunnen worden herkozen. De algemene vergadering kan het mandaat te allen tijde intrekken. Overleden of ontslagnemende bestuurders worden op de eerstvolgende algemene vergadering vervangen. De aldus verkozen bestuurder beëindigt het mandaat van zijn voorganger.

Bekrachtigd bij beslissing van de Raad van State, Ve kamer, de 7e november 2007.

Voor de Hoofdgriffier van de Raad van State, M.-Chr. MALCORPS, Griffier