Etaamb.openjustice.be
Wet
gepubliceerd op 19 april 2002

Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering Interpretatieregels betreffende de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen Op voorstel van de Technische tandheelkundige raad van 10 januari 2002 en tot uitvoering van artikel 2 Interpretatieregels betreffende de verstrekkingen van de artikelen 5 en 6 van de nomenclatuur : (...)

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2002022284
pub.
19/04/2002
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU


Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering Interpretatieregels betreffende de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen Op voorstel van de Technische tandheelkundige raad van 10 januari 2002 en tot uitvoering van artikel 22, 4°bis , van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, heeft het Comité van de Verzekering voor geneeskundige verzorging op 4 maart 2002 de hiernagaande interpretatieregel vastgesteld : Interpretatieregels betreffende de verstrekkingen van de artikelen 5 en 6 van de nomenclatuur : INTERPRETATIEREGELS TANDPROTHESEN. Vraag 6 Een verzekerde, die voldoet aan de voorwaarden zoals bepaald in artikel 6, § 5, A , wenst een vroeger vervaardigde partiële prothese aan te vullen. Op welke basis moet het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming berekend worden na 1 januari 2002, datum waarop het koninklijk besluit van 13 november 2001 tot wijziging van artikel 6, § 5, A , van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen in voege treedt ? ANTWOORD De verzekeringstegemoetkoming bedraagt L 85 voor de toevoeging van de eerste tand en L 24,5 voor de toevoeging van iedere volgende tand.

De totale verzekeringstegemoetkoming voor de prothese en het bijplaatsen van tanden is echter per kaak en voor een periode van zeven jaar te rekenen vanaf de datum van de plaatsing van de oorspronkelijke prothese beperkt tot L 600.

De voornoemde interpretatieregel is van toepassing vanaf de datum van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad .

De Leidend ambtenaar, De Voorzitter, F. Praet. D. Sauer.

^