Etaamb.openjustice.be
Wet
gepubliceerd op 13 november 1999

Wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten Bij ministerieel besluit van 4 mei 1999, wordt de vergunning tot het organiseren van een interne bewakingsdienst ten voorlopige tite Balaes, Michel Broeders, Linda Claus, Paul Delfosse, Luc Ehlen, Maurice Fassin, Jean(...)

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
1999000552
pub.
13/11/1999
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN


Wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten Bij ministerieel besluit van 4 mei 1999, wordt de vergunning tot het organiseren van een interne bewakingsdienst ten voorlopige titel verleend aan de nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, kortweg N.M.B.S., waarvan de zetel gevestigd is te 1060 Brussel, Frankrijkstraat 85, in afwachting van een definitief advies van de Minister van Justitie en onder de opschortende voorwaarde dat verantwoordelijken van de N.M.B.S. aan de Algemene Rijkspolitie een organigram overmaken waaruit blijkt dat elk lid van het leidinggevend personeel voldoet aan de voorwaarden inzake beroepsopleiding of -ervaring, voorzien in artikel 5, eerste lid, 5° van de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, op de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten, of, onder de ontbindende voorwaarde dat de verantwoordelijken van de N.M.B.S. aan de Algemene Rijkspolitie het bewijs leveren dat : Balaes, Michel Broeders, Linda Claus, Paul Delfosse, Luc Ehlen, Maurice Fassin, Jean Imbrechts, Jean Laurent, Michel Mayens, Dirk Quevy, Yvon Roekens, Pascale Schatteman, Paul Tondeleir, Jean-Pierre Vanderkimpen, Hendrik Van Der Mueren, Sabina Verdonck, Wim Verlinden, Josephus uiterlijk op 1 maart 2000 de opleiding bepaald in het artikel 5, eerste lid, 5° van de voornoemde wet van 10 april 1990, in een opleidingsinstelling erkend door de Minister van Binnenlandse Zaken hebben gevolgd en hiervoor zijn geslaagd.

De vergunning wordt verleend ten voorlopige titel.

Dit besluit ten voorlopige titel zal, nadat de Minister van Justitie een definitief advies heeft uitgebracht, vervangen worden door een definitief besluit.

De in § 1 van dit artikel bedoelde vergunning draagt het nummer 18.1007.02 en heeft betrekking op de uitoefening van activiteiten bestaande in de blijvende of tijdelijke levering aan derden van diensten van : - toezicht op en bescherming van roerende of onroerende goederen.

Deze bewakingsactiviteiten worden uitgeoefend zonder wapens.

Behoudens in de treinstellen zelf, kunnen de bewakingsactiviteiten van toezicht op en bescherming van roerende of onroerende goederen die als risicovol beschouwd worden, worden uitgevoerd met hond, mits de volgende voorwaarden nageleefd worden : 1° de hond dient te allen tijde aan de leiband te worden gehouden;2° indien andere personen dan de bewaker-hondeleider geacht worden aanwezig te zijn, dient de hond tevens voorzien te zijn van een muilkorf. Bij ministerieel besluit van 17 mei 1999, wordt de vergunning tot het exploiteren van een interne bewakingsdienst verleend aan de v.z.w.

A.Z.H.Hart, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd te 3300 Tienen, Kliniekstraat 45.

De in artikel 1 bedoelde vergunning heeft betrekking op de activiteiten van toezicht op en bescherming van roerende of onroerende goederen.

Deze activiteiten worden zonder wapen en zonder hond uitgevoerd.

De vergunning draagt het nummer 18.1008.04 en wordt verleend voor een termijn van vijf jaar.

^