gepubliceerd op 18 augustus 2009
Wet tot wijziging van artikel 119 van het Gerechtelijk wetboek en van artikel 57bis van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade
31 JULI 2009. - Wet tot wijziging van artikel 119 van het Gerechtelijk wetboek en van artikel 57bis van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt. HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet. HOOFDSTUK II. - Bepalingen tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek
Art. 2.Artikel 119 van het Gerechtelijk Wetboek wordt aangevuld met een lid, luidende : « Indien vervolging wordt ingesteld tegen tenminste één persoon ten aanzien van wie, met toepassing van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade, een beslissing tot uithandengeving is genomen in het kader van een niet-correctionaliseerbare misdaad, moet het Hof van Assisen, om rechtsgeldig samengesteld te zijn, twee magistraten tellen die de opleiding hebben genoten die georganiseerd wordt in het kader van de in artikel 259sexies, § 1, 1°, derde lid, bedoelde voortgezette opleiding van de magistraten, die vereist is voor de uitoefening van het ambt van rechter in de jeugdrechtbank. » HOOFDSTUK III. - Bepaling tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade
Art. 3.In artikel 57bis, § 1, eerste lid, van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade, ingevoegd bij de wet van 13 juni 2006 en gedeeltelijk vernietigd bij arrest nr. 49/2008 van het Grondwettelijk Hof, worden de woorden « ofwel, indien de betrokkene ervan wordt verdacht een niet-correctionaliseerbare misdaad te hebben gepleegd, het gerecht dat krachtens het gemeen recht bevoegd is, als daartoe grond bestaat » vervangen door de woorden « ofwel, indien de betrokkene ervan wordt verdacht een niet-correctionaliseerbare misdaad te hebben gepleegd, een hof van assisen dat samengesteld is overeenkomstig de bepalingen van artikel 119, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, als daartoe grond bestaat ».
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Trapani, 31 juli 2009.
ALBERT Van Koningswege : De Minster van Justitie, S. DE CLERCK Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK _______ Nota's (1) 2007-2008-2009 : Kamer van volksvertegenwoordigers. Stukken. - Doc. 52-1149. - Nr. 1 : Wetsvoorstel van de heer Baeselen cs. - Nr. 2 : Amendementen. - Nr. 3 : Verslag. - Nr. 4 : Tekst aangenomen door de commissie. - Nr. 5 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat.
Zie ook : Integraal verslag 12 februari 2009.
Senaat.
Stukken. - 4-1175. - Nr. 1 : Ontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers. - Nr. 2 : Verslag. - Nr. 3 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de koning ter bekrachtiging voorgelegd.
Zie ook : Handelingen van de Senaat 15 en 16 juli 2009.