Etaamb.openjustice.be
Wet van 31 augustus 1998
gepubliceerd op 22 februari 2001

Wet houdende instemming met het verdrag inzake verstandhouding en samenwerking tussen het Koninkrijk België, de Vlaamse Gemeenschap van België, de Franse Gemeenschap van België, de Duitstalige Gemeenschap van België, het Vlaamse Gewest van België, het Waalse Gewest van België, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van België en Oekraïne, ondertekend te Brussel op 23 april 1997 (2) (3)

bron
ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking
numac
2000015182
pub.
22/02/2001
prom.
31/08/1998
ELI
eli/wet/1998/08/31/2000015182/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

31 AUGUSTUS 1998. - Wet houdende instemming met het verdrag inzake verstandhouding en samenwerking tussen het Koninkrijk België, de Vlaamse Gemeenschap van België, de Franse Gemeenschap van België, de Duitstalige Gemeenschap van België, het Vlaamse Gewest van België, het Waalse Gewest van België, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van België en Oekraïne, ondertekend te Brussel op 23 april 1997 (1) (2) (3)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.Het Verdrag inzake verstandhouding en samenwerking tussen het Koninkrijk België, de Vlaamse Gemeenschap van België, de Franse Gemeenschap van België, de Duitstalige Gemeenschap van België, het Vlaamse Gewest van België, het Waalse Gewest van België, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van België en Oekraïne, ondertekend te Brussel op 23 april 1997, zal volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 31 augustus 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, E. DERYCKE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS _______ Nota (1) Zitting 1997-1998. Senaat : Documenten. - Ontwerp van wet ingediend op 27 november 1997, nr. 1-794-1. - Verslag, nr. 1-794/2. - Tekst aangenomen door de Commissie, nr. 1-794/3.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking, vergadering van 26 maart 1998. - Stemming, vergadering van 26 maart 1998. Kamer : Documenten. - Tekst overgezonden door de Senaat, nr. 1479/1.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking, vergadering van 22 april 1998. - Stemming, vergadering van 18 april 1998.(2) Zie decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 17 juli 2000 (Belgisch Staatsblad van 11 augustus 1000), decreet van de Franse Gemeenschap van 6 april 1998 (Belgisch Staatsblad van 2 december 1998), decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 2 juli 1998 (Belgisch Staatsblad van 7 november 1998), decreet van het Waalse Gewest van 25 februari 1999 (Belgisch Staatsblad van 11 en 12 maart 1999) en ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 26 maart 1998 (Belgisch Staatsblad van 13 juni 1998).(3) Overeenkomstig de bepalingen van artikel 17 treedt dit Verdrag in werking op 10 december 2000. Verdrag inzake verstandhouding en samenwerking tussen het Koninkrijk België, de Vlaamse Gemeenschap van België, de Franse Gemeenschap van België, de Duitstalige Gemeenschap van Belgie, het Vlaamse Gewest van Belgie, het Waalse Gewest van België, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van België en Oekraïne Het Koninkrijk België, vertegenwoordigd door de Federale Regering, De Vlaamse Gemeenschap van België, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, De Franse Gemeenschap van België, vertegenwoordigd door de Franse Gemeenschapsregering, De Duitstalige Gemeenschap van België, vertegenwoordigd door de Duitstalige Gemeenschapsregering, Het Vlaamse Gewest van België, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, Het Waalse Gewest van België, vertegenwoordigd door de Waalse Regering, Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van België, vertegenwoordigd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Oekraïne, hierna te noemen de Verdragsluitende Partijen;

Vaststellend dat Oekraïne één van de opvolgerstaten van de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken is;

Overtuigd van de noodzaak hun wederzijdse betrekkingen te baseren op de beginselen van vertrouwen en de waarden van vrijheid, democratie en rechtvaardigheid die ze gemeen hebben;

Geleid door de idee aan een Verenigd Europa, continent van democratie, vrede en stabiliteit, te bouwen, en verlangende een concrete bijdrage te leveren tot dit belangrijke wordingsproces;

Zijn overeengekomen wat volgt : Artikel 1 Zich baserend op het wederzijds respect en de wil om de vriendschapsbanden en de samenwerking op alle gebieden te ontwikkelen, beslissen de Verdragsluitende Partijen aan hun bilaterale betrekkingen een nieuwe dimensie van verstandhouding en partnerschap te verlenen.

De Verdragsluitende Partijen brengen hun betrekkingen tot ontwikkeling op grond van wederzijds respect, gelijkheid in rechten, eerbied voor de soevereiniteit en de politieke onafhankelijkheid van het Koninkrijk België en Oekraïne, de wederzijdse gehechtheid aan de beginselen van vrijheid, democratie, voorrang voor de wet en de mensenrechten, evenals van getrouwheid aan de beginselen en verbintenissen van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa.

Deze nieuwe dimensie van verstandhouding en partnerschap, voortvloeiend uit de wil van de Verdrag-sluitende Partijen de verdeling van Europa in tegengestelde blokken ongedaan te maken en uit het besef van hun verantwoordelijkheid voor het versterken van de vrede, de veiligheid en de stabiliteit in Europa, komt tot uiting op alle gebieden van de bilaterale betrekkingen.

Artikel 2 De Verdragsluitende Partijen bevestigen hun gehechtheid aan de beginselen en doelstellingen die zijn vastgelegd in het Handvest van de Organisatie van de Verenigde Naties en dragen met alle hun ter beschikking staande middelen bij tot de versterking van het gezag, de rol en de doeltreffendheid van de Organisatie van de Verenigde Naties evenals tot het volledig doen naleven van het Handvest van de Verenigde Naties door alle Lidstaten.

De Verdragsluitende Partijen bevestigen hun gehechtheid zonder voorbehoud aan het in het Handvest van de Verenigde Naties vervatte beginsel van de vreedzame regeling van geschillen.

De Verdragsluitende Partijen verlenen hun actieve steun aan het ondernemen van doeltreffende acties op het gebied van preventieve diplomatie.

Artikel 3 De Verdragsluitende Partijen bevestigen de belangrijke rol van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) bij de totstandkoming van de stabiliteit en veiligheid in Europa en beklemtonen het fundamentele belang van de bepalingen vervat in de Slotakte van Helsinki, het Handvest van Parijs voor een nieuw Europa, het Document van Helsinki van 1992, het Document van Boedapest van 1994 en de andere documenten van de OVSE. De Verdragsluitende Partijen begunstigen de versterking van de OVSE ten einde in Europa conflicten te voorkomen en op vreedzame wijze op te lossen, de eerbiediging van de mensenrechten, de democratie en de rechtstaat te waarborgen en de economische samenwerking te bevorderen.

Zij stimuleren het zich wenden tot de mechanismen van de OVSE voor de vreedzame regeling van geschillen.

Zij beklemtonen het belang van het Veiligheidsforum van de OVSE als kader waarbinnen door middel van overleg en dialoog vooruitgang kan worden geboekt bij het verminderen van kansen op een militair conflict en het versterken van de stabiliteit in Europa.

Zij verheugen zich over de aanvaarding van een gedragscode tot regeling van de politico-militaire aspecten van de veiligheid.

Zij zullen zich inspannen om de rol van de OVSE inzake preventieve diplomatie en de vreedzame regeling van geschillen te versterken.

Artikel 4 De Verdragsluitende Partijen zijn het erover eens dat de veiligheid en de stabiliteit gegrondvest dienen te zijn op dialoog, partnerschap en samenwerking evenals op de verwezenlijking in de praktijk van het beginsel van een toereikende defensie.

Zij beklemtonen de noodzaak om het ontwapenings- en wapenbeheersingsproces op een doeltreffende wijze voort te zetten.

Zij zijn van oordeel dat een vredesorde versterkt wordt door de uitvoering en de naleving van de bestaande overeenkomsten inzake kern-, conventionele, chemische, en biologische wapens. Zij zullen zich inspannen om in hun wetgevingen de nodige maatregelen te nemen teneinde zowel de transfer en het transport naar andere landen van stoffen, technologie of uitrustingen die voor de ontwikkeling van kernwapens of andere soorten massavernietigingswapens zouden kunnen gebruikt worden, als de transfer van conventionele wapens te reglementeren.

De Verdragsluitende Partijen verheugen zich over de toetreding van Oekraïne als niet-kernwapenstaat tot het Non-Proliferatieverdrag, overeenkomstig de verbintenissen die Oekraïne op 23 mei 1992 in Lissabon is aangegaan.

Het Koninkrijk België steunt de toenadering en de ontwikkeling van de samenwerking tussen Oekraïne en de Noordatlantische Verdragsorganisatie.

Artikel 5 De Verdragsluitende Partijen erkennen de belangrijke rol van de Europese Unie voor de politieke, sociale en economische ontwikkeling van Europa.

Zij gaan ervan uit dat het welslagen van de hervormingen, de overgang naar een markteconomie en de integratie van Oekraïne in de wereldeconomie, worden bevorderd door zijn toenadering tot de Europese Unie, meer bepaald door het sluiten met laatstgenoemde van passende overeenkomsten zoals het Partnerschaps- en Samenwerkings-akkoord. Het Koninkrijk België moedigt de verdere ontwikkeling van de samenwerking tussen Oekraïne en de Europese Unie aan.

De Verdragsluitende Partijen steunen de inspanningen tot samenwerking die worden geleverd in het kader van de Raad van Europa. Ze erkennen met name het belang van de programma's die de ontwikkeling van het recht en de versterking van de democratische instellingen nastreven.

Het Koninkrijk België verwelkomt de toetreding van Oekraïne als volwaardig lid tot de Raad van Europa.

Artikel 6 De Verdragsluitende Partijen breiden hun bilaterale ontmoetingen op passend niveau uit, met inbegrip van het hoogste niveau, niettegenstaande de regelmatige contacten die plaatsvinden tijdens de talrijke ontmoetingen op multilateraal niveau en in het kader van de Europese Unie. Deze ontmoetingen hebben betrekking op alle aangelegenheden van gemeenschappelijk belang.

De Verdragsluitende Partijen bevorderen het plegen van geregeld overleg omtrent actuele vraagstukken op het niveau van de Ministeries van Buitenlandse Zaken.

Ze bevorderen de ontwikkeling van interparlementaire betrekkingen alsmede de uitbreiding van contacten tussen de sociale organisaties, de plaatselijke instellingen en organismen en de burgers van beide Staten.

Artikel 7 Overeenkomstig het Document over de besprekingen van Wenen van 1992 betreffende de middelen ter versterking van het vertrouwen en de veiligheid in Europa, ontwikkelen de Verdragsluitende Partijen contacten tussen de vertegenwoordigers van hun strijdkrachten met het oog op de versterking van het wederzijdse vertrouwen, het vredesklimaat en de veiligheid in Europa.

Artikel 8 De Verdragsluitende Partijen onderstrepen het belang van een betere kennis van elkaars rechtssysteem.

Ze bevorderen de samenwerking tussen de rechtsinstellingen van beide Staten met name op het gebied van de wederzijdse rechtshulp in burgerlijke en strafzaken evenals de samenwerking tussen de openbare instellingen in de strijd tegen de georganiseerde misdaad, de diefstal van vervoermiddelen, het internationale terrorisme, de illegale handel in verdovende middelen en de smokkelhandel met inbegrip van de illegale handel in kunstvoorwerpen, wapens, explosieven en nucleair materiaal.

Ze herinneren eraan dat deze materies reeds het voorwerp geweest zijn van tal van multilaterale overeenkomsten die gesloten werden binnen de Organisatie van de Verenigde Naties, de Raad van Europa en de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht. Deze overeenkomsten die vrij algemeen werden bekrachtigd, zullen bij voorrang door de Verdragsluitende Partijen worden bestudeerd uit het oogpunt van hun toekomstige betrekkingen.

Artikel 9 De Verdragsluitende Partijen zijn het eens over het belang van het probleem van de illegale immigratie, over de noodzaak maatregelen te nemen teneinde deze te ontmoedigen en over de plicht van elke Staat om zijn onderdanen opnieuw tot zijn grondgebied toe te laten.

Zij scharen zich volkomen achter de aanbevelingen die door de op 15 en 16 februari 1993 in Boedapest gehouden Ministeriële Conferentie aanvaard werden met het oog op het tegengaan van ongecontroleerde immigratiestromen. Zij zullen zich tevens inspannen voor een spoedige en volledige toepassing van deze aanbevelingen.

Artikel 10 De Verdragsluitende Partijen verbinden zich ertoe de nodige voorwaarden te scheppen voor een doelmatige ontwikkeling van de economische betrekkingen. Het Koninkrijk België en Oekraïne streven ernaar de voorwaarden waaronder ondernemingen van de partnerstaat activiteiten mogen uitoefenen op haar grondgebied te verbeteren, met name wat de aanmoediging en de bescherming van investeringen betreft, het vermijden van dubbele belasting en de ontwikkeling van rechtstreekse contacten tussen ondernemingen en financiële instellingen van beide Staten.

De Verdragsluitende Partijen verbinden zich ertoe zo spoedig mogelijk overeenstemming te bereiken over de regeling van de door elke Partij opgeworpen geschillen van financiële en materiële aard inzake goederen en belangen van natuurlijke en rechtspersonen van beide Staten.

De Verdragsluitende Partijen aanvaarden het beginsel dat een oplossing voor deze geschillen zo spoedig mogelijk dient gevonden te worden.

Binnen dit kader sluiten zij het beginsel van de arbitrage niet uit, voor zover dit niet in strijd is met hun respectievelijke wetgeving.

De Verdragsluitende Partijen zullen in de toekomstige technische akkoorden de domeinen vastleggen die het voorwerp van arbitrage kunnen uitmaken.

De Verdragsluitende Partijen achten de samenwerking op het gebied van de opleiding van stafleden en technici van uitzonderlijk belang daar waar het gaat om het beantwoorden aan de noden van de ontwikkeling van de nationale economieën.

De Verdragsluitende Partijen bevorderen een omvangrijke uitwisseling van economische, wetenschappelijke en technische informatie, evenals de toegang tot zodanige informatie voor hun zakenmensen en wetenschapslui.

Artikel 11 In het kader van hun samenwerking op commercieel, economisch en financieel gebied, streven de Verdragsluitende Partijen naar een betere uitwisseling, in het bijzonder in de volgende sectoren : - energie; - vervoer en communicatie; - extractieve bedrijven (steenkool, ijzererts, en niet-ijzerhoudende metalen); - zware kapitaalgoederen, gereedschapsmachines en machinebouw; - chemie en farmaceutica; - landbouw en landbouwindustrie; - scheepsbouw; - lichte industrie; en op andere terreinen van gemeenschappelijk belang.

Een Gemengde Commissie, samengesteld uit de door de Verdragsluitende Partijen aangeduide hoge vertegenwoordigers, zal opgericht worden ten einde te waken over de uitvoering van dit artikel. De Commissie zal als taak hebben de door ieder van de Verdragsluitende Partijen voorgestelde programma's, alsook de voorstellen die de bevordering van de samenwerking tussen Hen tot doel hebben, te onderzoeken. De Gemengde Commissie kan de vertegenwoordigers van de instellingen en ondernemingen die geïnteresseerd zijn in de deelneming aan haar werkzaamheden, uitnodigen.

Artikel 12 De Verdragsluitende Partijen stellen zich tot doel de samenwerking op humanitair gebied te ontwikkelen door een fundamenteel belang te hechten aan de naleving van de democratie en de universeel erkende normen op het gebied van de mensenrechten, ten einde de werkzaamheden van liefdadigheidsorganisaties te vergemakkelijken.

In voorkomend geval bevorderen zij het sluiten van administratieve overeenkomsten met de plaatselijke overheden ten einde het optreden in noodsituaties te vergemakkelijken.

Het Koninkrijk België en Oekraïne nemen de verplichting op zich samen te werken ten einde opheldering te verkrijgen omtrent het lot van hun onderdanen die op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij vermist werden.

Artikel 13 De Verdragsluitende Partijen zijn het eens over het belang van de verbintenissen van de OVSE op het vlak van de vrijheid van verplaatsing en van reizen van al hun staatsburgers op hun respectievelijke grondgebieden.

Zij zullen onderzoeken welke maatregelen dienen genomen te worden teneinde deze verbintenissen vaste vorm te geven met eerbiediging van hun nationale wetgevingen en de internationale akkoorden die reeds elk van de Verdragsluitende Partijen op dit vlak bindt.

Artikel 14 De Verdragsluitende Partijen maken werk van de samenwerking op het gebied van het fundamenteel en toegepast wetenschappelijk onderzoek en moedigen het leggen van rechtstreekse contacten tussen wetenschapslui en wetenschappelijke en onderzoeksinstellingen, met het oog op het gemeenschappelijk gebruik van hun verworven kennis, aan.

Artikel 15 De Verdragsluitende Partijen beschouwen cultuur, kunst, onderwijs en informatie, sport, en uitwisselingsprogramma's voor jongeren als bevoorrechte terreinen voor samenwerking.

De Verdragsluitende Partijen zijn de mening toegedaan dat hun samenwerking in bedoelde gebieden bijdraagt tot de totstandkoming van een gemeenschappelijke Europese culturele ruimte.

Artikel 16 De Verdragsluitende Partijen zullen, zich bewust zijnd van het universeel karakter van de problemen inzake milieubescherming, de mogelijkheden onderzoeken om binnen dit domein op de meest doeltreffende manier samen te werken, meer bepaald betreffende het ongedaan maken van de gevolgen van het ongeluk in Tsjernobyl en de nucleaire veiligheid in het algemeen.

De Verdragsluitende Partijen bevorderen de coördinatie van de acties en de ontwikkeling van de samenwerking ter zake op Europees en internationaal niveau.

Artikel 17 Elk van de Verdragsluitende Partijen stelt de andere Partij ervan in kennis dat aan de in haar wetgeving vereiste procedures voor de inwerkingtreding van dit Verdrag is voldaan.

Dit Verdrag treedt in werking dertig dagen na ontvangst van de laatste kennisgeving.

Dit Verdrag wordt voor een periode van vijf jaar gesloten. Het wordt telkens stilzwijgend verlengd met periodes van twee jaar, tenzij één van de Verdragsluitende Partijen de andere schriftelijk zes maanden vóór het einde van de lopende geldigheidsperiode kennis geeft van haar beslissing het Verdrag op te zeggen.

Ten blijke waarvan de onderscheiden gevolmachtigden dit Verdrag hebben ondertekend.

Gedaan te Brussel op 23 april 1997, in tweevoud, in de Franse, de Nederlandse, de Duitse en de Oekraïense taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

Voor het Koninkrijk België, Voor de Vlaamse Gemeenschap van België, Voor de Franse Gemeenschap van België, Voor de Duitstalige Gemeenschap van België, Voor het Vlaamse Gewest van België, Voor het Waalse Gewest van België, Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van België, Voor Oekraïne.

^