gepubliceerd op 18 juli 2017
Beslissing van het Comité, bedoeld in artikel 5 van de wet van 1 april 2007 betreffende de verzekering tegen schade veroorzaakt door terrorisme, betreffende de erkenning van de aanslag in Stockholm op 7 april 2017 als terrorisme
FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE
29 JUNI 2017. - Beslissing van het Comité, bedoeld in artikel 5 van de
wet van 1 april 2007Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
01/04/2007
pub.
15/05/2007
numac
2007011150
bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
Wet betreffende de verzekering tegen schade veroorzaakt door terrorisme
sluiten betreffende de verzekering tegen schade veroorzaakt door terrorisme, betreffende de erkenning van de aanslag in Stockholm (Zweden) op 7 april 2017 als terrorisme
Gelet op artikel 6, §§ 1 en 3, van de
wet van 1 april 2007Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
01/04/2007
pub.
15/05/2007
numac
2007011150
bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
Wet betreffende de verzekering tegen schade veroorzaakt door terrorisme
sluiten betreffende de verzekering tegen schade veroorzaakt door terrorisme;
Gelet op de aanvraag van Fidea NV, Beslissing : In zijn vergadering d.d. 29 juni 2017 heeft het Comité beslist dat de op 7 april 2017 in Stockholm (Zweden) gepleegde daad beantwoordt aan de definitie van terrorisme in artikel 2 van de wet van 1 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/04/2007 pub. 15/05/2007 numac 2007011150 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekering tegen schade veroorzaakt door terrorisme sluiten betreffende de verzekering tegen schade veroorzaakt door terrorisme om de hierna volgende redenen: Het betreft een clandestien georganiseerde actie: Bij de aanslag te Stockholm werd gebruik gemaakt van een kort voor de aanslag gestolen vrachtwagen waarin IED (Improvised Explosive Device) werd teruggevonden.
De daad werd gepleegd met ideologische, politieke, etnische of religieuze bedoelingen: Er zijn voldoende aanwijzingen dat de dader (inter alia) handelde met ideologische motieven en dat hij minstens geïnspireerd werd door de Islamitische Staat (IS) en zijn oproep om op eender welke manier aanslagen te plegen in het Westen.
IS heeft een religieus-politiek-ideologisch project, namelijk de creatie van een eengemaakte islamitische staat in het Midden-Oosten, die op zijn beurt de voorbode moet vormen van het herstel van het historische islamitische Kalifaat. Aanhangers en sympathisanten van IS worden vanuit die optiek overal ter wereld continu via de jihadistische sociale media gemobiliseerd om IS in Syrië en Irak te vervoegen of om terroristische aanslagen te plegen en angst te zaaien in hun respectievelijke thuisland. Sinds januari 2014, wordt het Westen door de ideologen en strategen van IS tot prioritaire vijand en doelwit gecategoriseerd.
IS wil zijn ideologie wereldwijd uitdragen en is van oordeel dat de westerse rechtsstaat amoreel, goddeloos en inferieur is aan de eigen ideologie. IS onderbouwt zijn aanspraken steeds met een zeer selectieve jihadistische en messianistische lezing van het islamitische recht en de islamitische geopenbaarde teksten.
De politieke dimensie behelst de uitbouw van een staatsstructuur gebaseerd op hun jihadistische interpretatie van de Sharia, en tevens de aanvallen tegen de landen die deelnemen aan de militaire coalitie tegen IS. Er zijn voldoende aanduidingen dat de dader zijn daad zag als deel van het IS-project.
Er werd geweld gepleegd op personen en de economische waarde van materiële goederen werd geheel of gedeeltelijk vernield: In de aanslag werd er geweld gepleegd op personen door hen te doden of te verwonden en werd de economische waarde van onder meer de bij de aanslag gebruikte vrachtwagen en een winkel (gedeeltelijk) vernield.
Het was de bedoeling om indruk te maken op het publiek, een klimaat van onveiligheid te scheppen en de overheid onder druk te zetten: De aanslag heeft, gelet op de plaats van de aanslag (een drukke winkelwandelstraat in het centrum van Stockholm) in combinatie met het aantal doden en het aantal slachtoffers met lichamelijke schade, ontegensprekelijk indruk gemaakt op het publiek en een klimaat van onveiligheid geschapen. IS wil met dergelijke aanslagen angst en verdeeldheid onder de bevolking zaaien en hoopt tevens op een polarisering bij de bevolking. Hierdoor hoopt IS dat de Zweedse overheid onder druk zal komen te staan om zich terug te trekken uit de militaire coalitie tegen IS. Overeenkomstig de gecoördineerde wetten op de Raad van State kan beroep tegen deze beslissing worden ingesteld binnen de zestig dagen na deze bekendmaking. Het verzoekschrift hiertoe dient bij ter post aangetekende zending aan de Raad van State, Wetenschapsstraat 33, te 1040 Brussel, te worden toegezonden.