Etaamb.openjustice.be
Wet van 27 november 2001
gepubliceerd op 21 februari 2002

Wet houdende eindregeling van de begrotingen van de diensten van algemeen bestuur van de Staat van het jaar 1996

bron
ministerie van financien
numac
2002003659
pub.
21/02/2002
prom.
27/11/2001
ELI
eli/wet/2001/11/27/2002003659/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

27 NOVEMBER 2001. - Wet houdende eindregeling van de begrotingen van de diensten van algemeen bestuur van de Staat van het jaar 1996 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Onze Minister van Financiën is gelast in onze naam bij de Kamer der volksvertegenwoordigers het Wetsontwerp in te dienen waarvan de tekst volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 74, 3°, van de Grondwet. HOOFDSTUK I - Vastleggingen gedaan ter uitvoering van de begroting (Tabel A) § 1. Vaststelling van de vastleggingen

Art. 2.De vastleggingen van uitgaven uitgevoerd ten laste van de vastleggingskredieten van het begrotingsjaar 1996 belopen 28.896.233.173 F De ten laste van de vastleggingsmachtigingen aangerekende vastleggingen van het begrotingsjaar 1996 belopen 564.852.789 F § 2. Vaststelling van de vastleggingskredieten

Art. 3.De vastleggingskredieten beschikbaar ten behoeve van de ministeriële departementen voor de vastleggingen van het begrotings-jaar 1996 belopen in totaal 34.910.000.000 F Dit bedrag omvat : 1) oorspronkelijke vastleggingskredieten toegestaan bij de begrotingswetten 34.867.200.000 F 2) de aanpassingen van de kredieten : 42.800.000 F (netto-resultaat) 34.910.000.000 F

Art. 4.De in totaal voor het begrotingsjaar 1996 verleende vastleggingskredieten worden verminderd met de aan het eind van het begrotingsjaar beschikbare en definitief geannuleerde vastleggingskredieten : 6.013.766.827 F

Art. 5.Ingevolge de bepalingen vervat in de bovengenoemde artikelen 3 en 4 worden de definitieve vastleggingskredieten van het begrotingsjaar 1996 vastgesteld op 28.896.233.173 F Deze som is gelijk aan de ten laste van de begrotingskredieten van het begrotingsjaar 1996 geboekte vastleggingen. § 3. Vaststelling van de vastleggingsmachtigingen

Art. 6.De vastleggingsmachtigingen beschikbaar ten behoeve van de ministeriële departementen voor het begrotingsjaar 1996 belopen in totaal 750.000.000 F Dit bedrag komt overeen met de oorspronkelijke vastleggingsmachtigingen toegestaan bij de begrotingswetten.

Art. 7.De in totaal voor het begrotingsjaar 1996 verleende vastleggingsmachtigingen worden verminderd met de beschikbaar gebleven vastleggingsmachtigingen die definitief geannuleerd moeten worden : 185.147.211 F

Art. 8.Ingevolge de bepalingen vervat in bovengenoemde artikelen 6 en 7 worden de definitieve vastleggingsmachtigingen van het begrotingsjaar 1996 vastgesteld op : 564.852.789 F Deze som is gelijk aan de ten laste van de vastleggingsmachtigingen van het begrotingsjaar 1996 geboekte vastleggingen. HOOFDSTUK II. - Ontvangsten en uitgaven gedaan ter uitvoering van de begroting § 1. Vaststelling van de ontvangsten (Tabel B)

Art. 9.De op het begrotingsjaar 1996 ten behoeve van de Staat vastgestelde rechten bedragen 2.918.745.058.696 F Dit bedrag is vastgesteld als volgt : - lopende ontvangsten 1.779.692.660.095 F - kapitaalontvangsten 41.932.925.128 F - opbrengst der leningen : 1.097.119.473.473 F

Art. 10.De op hetzelfde begrotingsjaar aangerekende ontvangsten worden vastgesteld op 2.499.324.485.692 F Dit bedrag is vastgesteld als volgt : - lopende ontvangsten 1.376.652.675.176 F - kapitaalontvangsten 25.552.337.043 F - opbrengst der leningen : 1.097.119.473.473 F

Art. 11.De vastgestelde rechten nog te innen bij de afsluiting van het begrotingsjaar bedragen 419.420.573.004 F Deze som wordt onderverdeeld als volgt : a) geannuleerde of in onbepaald uitstel gebrachte rechten : - lopende ontvangsten : 1.657.383.527 F - kapitaalontvangsten : 393.485 F Totaal 1.657.777.012 F b) naar het volgende begrotingsjaar overgedragen rechten : - lopende ontvangsten : 401.382.601.392 F - kapitaalontvangsten : 16.380.194.600 F Totaal 417.762.795.992 F § 2. Vaststelling van de uitgaven (Tabel C)

Art. 12.De tijdens het begrotingsjaar 1996 aangerekende verrichtingen worden vastgesteld als volgt : a) Ordonnanceringskredieten - prestaties van de vorige jaren : 1.990.389.578 F - prestaties van het lopend jaar : 29.834.961.521 F 31.825.351.099 F b) niet-gesplitste kredieten - prestaties van de vorige jaren : 47.626.771.662 F - prestaties van het lopend jaar : 1.887.635.050.752 F 1.935.261.822.414 F c) Variabele kredieten - prestaties van de vorige jaren : 438.635.123 F - prestaties van het lopend jaar : 425.754.155.179 F 426.192.790.302 F TOTAAL VAN DE UITGAVEN 2.393.279.963.815 F De ten laste van het begrotingsjaar 1996 uitgevoerde betalingen, verantwoord of geregulariseerd, belopen 2.365.331.363.076 F

Art. 13.(Tabel D) De ten laste van de begroting aangerekende betalingen waarvan bij toepassing van artikel 32 van de wet van 28 juni 1963, de verantwoording of de regularisatie naar een volgend jaar wordt verwezen, belopen 27.948.600.739 F § 3. Vaststelling van de kredieten

Art. 14.De kredieten geopend ten behoeve van de ministeriële departementen voor het begrotingsjaar 1996 belopen in totaal 2.730.980.830.381 F Dit bedrag omvat : 1° een som van kredieten toegestaan bij de begrotingswetten, samengesteld als volgt : a) oorspronkelijke begroting Ordonnanceringskredieten 38.520.800.000 F Niet-gesplitste kredieten 2.160.272.400.000 F Variabele kredieten 425.907.330.435 F b) aanpassing van de kredieten (nettoresultaat) Ordonnanceringskredieten - 1.805.900.000 F Niet-gesplitste kredieten - 34.668.700.000 F 2° overgedragen gefusioneerde kredieten Variabele kredieten 16.958.747.968 F 3° desaffectatie van bestemde ontvangsten Variabele kredieten - 238.203.428 F Kredieten van het jaar en gelijkgestelde (1°, 2° en 3° te samen) Ordonnanceringskredieten 36.714.900.000 F Niet-gesplitste kredieten 2.125.603.700.000 F Variabele kredieten 442.627.874.975 F 4° overgedragen niet-gefusioneerde kredieten Niet-gesplitste kredieten 126.034.355.406 F Totaal van de kredieten : Ordonnanceringskredieten 36.714.900.000 F Niet-gesplitste kredieten 2.251.638.055.406 F Variabele kredieten 442.627.874.975 F 2.730.980.830.381 F

Art. 15.Het bedrag van de voor het begrotingsjaar 1996 verleende kredieten wordt verminderd met : 1° naar het jaar 1997 over te dragen, kredieten, samengesteld als volgt : * te fusioneren kredieten Variabele kredieten 16.435.084.673 F * niet te fusioneren kredieten Niet-gesplitste kredieten 232.548.503.690 F Totaal : 248.983.588.363 F 2° de aan het eind van het begrotingsjaar beschikbare kredieten die te annuleren zijn : Ordonnanceringskredieten 4.904.159.885 F Niet-gesplitste kredieten 83.843.578.937 F De overdrachten en annulaties van kredieten bedragen : Ordonnanceringskredieten 4.904.159.885 F Niet-gesplitste kredieten 316.392.082.627 F Variabele kredieten 16.435.084.674 F Totaal : 337.731.327.186 F

Art. 16.(Tabel E) Tot dekking van de uitgaven van het begrotingsjaar 1996 gedaan boven of buiten de kredieten uitgetrokken voor de dienst van de begrotingen, worden aanvullende kredieten toegekend als volgt : Ordonnanceringskredieten 14.610.984 F Niet-gesplitste kredieten 15.849.635 F Totaal : 30.460.619 F

Art. 17.Ten gevolge van de bepalingen vervat in de artikelen 14, 15 en 16 worden de definitieve kredieten van het begrotingsjaar 1996 vastgesteld als volgt : Ordonnanceringskredieten 31.825.351.099 F Niet-gesplitste kredieten 1.935.261.822.414 F Variabele kredieten 426.192.790.302 F Totaal 2.393.279.963.815 F § 4. Vaststelling van het resultaat van de begroting van het begrotingsjaar 1996 (Tabel F)

Art. 18.Het resultaat van de begroting van het begrotingsjaar 1996 wordt definitief vastgesteld als volgt : Totaal van de ontvangsten 2.499.324.485.692 F Totaal van de uitgaven 2.393.279.963.815 F Overschot voor het jaar 1996 106.044.521.877 F Dit bedrag komt in mindering van het gecumuleerd tekort dat bestond bij het afsluiten van het begrotingsjaar 1995 : 2.417.626.424.556 F 2.311.581.902.679 F En daar een bedrag van 9.240.900.000 F in rekening moet gebracht worden, sluit het begrotingsjaar 1996 af met een gecumuleerd tekort van : 2.320.822.802.679 F Dit laatste bedrag zal naar de rekening van het begrotingsjaar 1997 worden overgedragen. HOOFDSTUK III. - Ontvangsten en uitgaven gedaan in uitvoering van de begroting van de terugbetalings- en toewijzingsfondsen en van de begrotingen van de Staatsdiensten met afzonderlijk beheer (Tabel G) § 1. Terugbetalings- en toewijzingsfondsen

Art. 19.De eindregeling van de begroting van de terugbetalings- en toewijzingsfondsen wordt voor het jaar 1996 vastgesteld als volgt : 1. Ontvangsten 1.341.071.644.013 F 2. Uitgaven 1.339.466.671.801 F De verantwoording of regularisatie van een gedeelte van die uitgaven, groot 243.600.926 F wordt, bij toepassing van artikel 32 van de wet van 28 juni 1963 naar een volgend jaar verwezen. 3. Ontvangstenexcedent : 1.604.972.212 F Dit ontvangstenexcedent komt in meerdering van het overschot vastgesteld bij het afsluiten van het voorgaande begrotingsjaar, zijnde : 3.789.933.040 F Het aldus bekomen eindresultaat, zijnde : 5.394.905.252 F wordt overgedragen naar de rekening van het begrotingsjaar 1997. § 2. Staatsdiensten met afzonderlijk beheer

Art. 20.De eindregeling van de begrotingen van de staatsdiensten met afzonderlijk beheer wordt voor het jaar 1996 vastgesteld als volgt : 1. Ontvangsten 13.102.968.375 F 2. Uitgaven 13.068.881.982 F De verantwoording of regularisatie van een gedeelte van die uitgaven, groot 12.244.512.223 F wordt, bij toepassing van artikel 32 van de wet van 28 juni 1963 naar een volgend jaar verwezen. 3. Ontvangstenexcedent : 34.086.393 F Dit ontvangstenexcedent komt in meerdering van het overschot vastgesteld bij het afsluiten van het voorgaande begrotingsjaar, zijnde : 3.452.112.872 F Het aldus bekomen eindresultaat, zijnde : 3.486.199.265 F wordt overgedragen naar de rekening van het begrotingsjaar 1997.

Gegeven te Brussel, 27 november 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Zitting 2000-2001. Kamer van volksvertegenwoordigers Stukken : 50-1393/1 : Wetsvoorstel (zonder commissieverslag). 50-1393/2 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd.

Integraal verslag : 8 november 2001.

TABELLEN Voor de raadpleging van de tabellen, zie beeld

^