gepubliceerd op 28 mei 2003
Wet tot wijziging van de wet van 29 mei 2000 houdende oprichting van een centraal bestand van berichten van beslag, delegatie, overdracht en collectieve schuldenregeling, alsook tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek
27 MAART 2003. - Wet tot wijziging van de wet van 29 mei 2000 houdende oprichting van een centraal bestand van berichten van beslag, delegatie, overdracht en collectieve schuldenregeling, alsook tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2.In artikel 2 van de wet van 29 mei 2000 houdende oprichting van een centraal bestand van berichten van beslag, delegatie, overdracht en collectieve schuldenregeling, alsook tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in artikel 1389bis , tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, worden de woorden « door de algemene raad van de Nationale Orde van advocaten » vervangen door de woorden « door de « Ordre des barreaux francophones et germanophones »;b) in artikel 1390, § 1, eerste lid, inleidende zin worden de woorden « of wanneer een bevel voorafgaand aan het uitvoerend beslag op roerend goed wordt betekend » ingevoegd tussen de woorden « Wanneer een bevel voorafgaand aan uitvoerend beslag op onroerend goed wordt overgeschreven » en de woorden « of wanneer beslag op roerende of onroerende goederen wordt gelegd »;c) in artikel 1390, § 1, eerste lid, 3°, worden de woorden « het bevel of » ingevoegd tussen de woorden « datum waarop » en de woorden « het beslag heeft plaatsgevonden »;d) artikel 1390, § 1, wordt aangevuld met het volgende lid : « Het eerste lid is niet van toepassing op het beslag op zeeschepen en binnenschepen.»; e) artikel 1390, § 2, wordt aangevuld met het volgende lid : « Een bericht van bevel of beslag geldt in alle omstandigheden als bericht van verzet.»; f) in artikel 1390septies, derde lid, worden de woorden « te rekenen van de gebeurtenis die ertoe aanleiding heeft gegeven » vervangen door de woorden « te rekenen van de verzending van het bericht »;g) 1390septies, derde lid wordt aangevuld als volgt : « Schuldeisers zijn in alle omstandigheden en op straffe van schadevergoeding, indien daartoe grond bestaat, ertoe gehouden uiterlijk binnen drie werkdagen na ontvangst van het totale verschuldigde bedrag in hoofdsom, rente en kosten te doen overgaan tot schrapping van het bericht van verzet, delegatie, overdracht, bevel of beslag, voor zover wat het bericht van beslag betreft geen bericht van verzet van een andere schuldeiser, in het bezit van een uitvoerbare titel krachtens dewelke bevel tot betalen is betekend, in het bestand van berichten is vermeld.Zolang het bericht van beslag niet kan geschrapt worden dient binnen voormelde termijn van drie werkdagen de betaling van het totale verschuldigde bedrag in hoofdsom, rente en kosten in het bestand van berichten gemelde te worden. »; h) artikel 1390septies, vierde lid wordt vervangen als volgt : « Wanneer het bestand van berichten het verzet vermeldt van een andere schuldeiser in het bezit van een uitvoerbare titel, krachtens dewelke bevel tot betalen is betekend, dan kunnen de opheffing van het beslag en de schrapping van het desbetreffende beslagbericht niet plaatsvinden zonder diens toestemming, behalve wanneer zij bevolen werden bij gerechtelijke beslissing.Wanneer de opheffing van een beslag en de schrapping van het belagbericht niet kunnen plaatshebben ingevolge het gebrek aan toestemming van een andere schuldeiser in het bezit van een uitvoerbare titel, krachtens dewelke bevel tot betalen is betekend, vult de beslagleggende schuldeiser die voldoening bekwam zijn medding van betaling aan met de mededeling dat het beslagbericht blijft gelden ten gunste van andere schuldeisers in het bezit van een uitvoerbare titel, krachtens dewelke bevel tot betalen is betekend, behoudens andersluidende gerechtelijke beslissing. De verzetdoende schuldeiser in het bezit van een uitvoerbare titel krachtens dewelke bevel tot betalen is betekend, kan tevens de hernieuwing vragen van het beslagbericht. »
Art. 3.In artikel 9 van dezelfde wet wordt artikel 1514, tweede lid, ereste zin, aangevuld met de woorden « enkel wat betreft gerevindiceerde goederen ».
Art. 4.Artikel 10 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : «
Art. 10.- Artikel 1524 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt : «
Art. 1524.- Elke verzetdoende schuldeiser in het bezit van een uitvoerbare titel, krachtens dewelke bevel tot betalen is betekend, kan zich door tussenkomst van een door hem aangezonchte gerechtsdeurwaarder een gewaarmerkt afschrift doen overleggen van een eerder gelegd, niet opgeheven, in rechte niet aangevochten beslag. Dit gewaarmerkt afschrift wordt afgeleverd door de gerechtsdeurwaarder die het beslag gelegd heeft overeenkomstig de hierna vermelde vormvoorschriften.
De in het eerste lid vermelde schuldeiser kan de roerende goederen en zaken vergelijken met het hem overgelegd beslag en de zaken de die werden overgeslagen bij uitbreiding in beslag nemen. Heeft de verkoop niet plaats op de vastgestelde dag, dan kan de beslaglegger bij vergelijking en uitbreiding, zonder enige vordering tot indeplaatsstelling, doen overgaan tot verkoop door tussenkomst van de door hem aangezochte gerechtsdeurwaarder.
De in het eerste lid vermelde schuldeiser kan eveneens en zonder enige vordering tot indeplaatsstelling, de uitvoering van zijn titel doen vervolgen door tussenkomst van een door hem aangezochte gerechtsdeurwaarder op basis van een gewaarmerkt afschrift van het eerder gelegd, niet opgeheven, in rechte niet aangevochten beslag, voorzover beslag niet ouder is dan drie jaar.
Het proces-verbaal van beslag bj vergelijking en uitbreiding wordt aangezegd aan het bestans van berichten in de form van een bericht van beslag bedoeld in artikel 1390, § 1.
Het beslag en in voorkomend geval de beslagen bij vergelijking en uitbreiding hebben gevolg tot op het ogenblijk waarin de opheffing ervan wordt toegesstaan door alle schuldeisers die beslag hebben gelegd of verzet hebben gedaan op grond van een uitvoerbare titel, krachtens dewelke reeds bevel tot betalen is betekend, met dien verstande dat de rechter zo nodig de betwistingen beslecht.
De schuldeiser bedoeld in het derde lid moet in de eerste akte van verkoopdagstelling op basis van een gewamerkt afschrift van het eerder gelegd beslag, op straffe van nietgheid duidelijk meedelen aan de schuldenaar dat de vervolging geschiedt op basis van het eerder gelegd, nietopgeheven, in rechte niet aangevochten beslag en is gehouden het hem daartoe overgezonden gewaarmerkt afschrift op straffe van nietigheid mee te betekenen. Tussen het betekenen van deze eerste akte van verkoopdagstelling op basis van een gewaarmerkt afschrift van het eerder gelegd beslag en de verkoop datum dient een termijn van minstens één maand te verlopen. De instrumenterende gerechtsdeurwaarder zendt in dit geval op eigen verantwoordelijkheid aan het bestand van berichten binnen drie werkdagen volgend op de handeling, overeenkomstig artikel 1390, § 1, een bericht van gemeengemaakt beslag. Dergelijk beslagbericht vermeldt naast de datum van het eerdere beslag, de identiteit van de eerdere beslagleggende schuldeiser en de identiteit van de gerechtsdeurwaarder die het heeft gelegd.
De gerechtsdeurwaarders die beslag hebben gelegd zijn verplicht een register met volgnummer aan te leggen van de gewaarmerkte afschriften die zij afleveren aan de schuldeisers bedoeld in het derde lid. Deze kunnen dit gewaarmerkt afschrift enkel aanwenden ter uitvoering van de titel waarvoor het is aangevraagd. »
Art. 5.Elke bepaling van deze wet treedt in werking op dezelfde dataum als de door deze wet gewijzigde bepalingen van de wet van 29 mei 2000 houdende oprichting van een centraal bestand van berichten van beslag, delegatie, overdracht en collectieve schuldenregeling, alsook tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 27 maart 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Zitting 2001-2002. Kamer van volksvertegenwoordigers.
Parlementaire stukken. - Wetsvoorstel nr. 50-1731/001 - Amendementen nrs. 50-1731/002 - Amendement nr. 50-1731/003 - Verslag door Mevr. F. Talhaoui nr. 50-1731/004.
Zitting 2002-2003.
Tekst aangenomen door de commissie nr. 50-1731/005 - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat nr. 50/1731/006.
Integraal verslag : 30 januari 2003.
Senaat.
Parlementaire stukken. - Ontwerp geëvoceerd door de Senaat nr. 2-1447/1 - Amendementen nr. 2-1447/2 - Verslag door Mevr. Leduc nr. 1447/4 - Beslissing om niet te amenderen nr. 2-1447/5.