Etaamb.openjustice.be
Wet van 27 januari 2022
gepubliceerd op 22 februari 2022

Wet tot wijziging van de wet van 19 april 1963 tot oprichting van een openbare instelling genaamd "Koninklijke Muntschouwburg" en tot wijziging van de wet van 22 april 1958 houdende statuut van het Nationaal Orkest van België

bron
federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister
numac
2022200769
pub.
22/02/2022
prom.
27/01/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

27 JANUARI 2022. - Wet tot wijziging van de wet van 19 april 1963 tot oprichting van een openbare instelling genaamd "Koninklijke Muntschouwburg" en tot wijziging van de wet van 22 april 1958 houdende statuut van het Nationaal Orkest van België (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : Hoofdstuk 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Hoofdstuk 2. - Wijzigingen van de wet van 19 april 1963 tot oprichting van een openbare instelling genaamd "Koninklijke Muntschouwburg"

Art. 2.In artikel 1 van de wet van 19 april 1963 tot oprichting van een openbare instelling genaamd "Koninklijke Muntschouwburg" worden de woorden ", die ressorteert onder het Ministerie van Nationale Opvoeding en Cultuur" vervangen door de woorden "die onder de minister ressorteert die bevoegd is voor de federale culturele instellingen", hierna "de minister" genoemd.".

Art. 3.In artikel 2, 2°, van dezelfde wet wordt het woord "musici," ingevoegd na de woorden "opleiding van de".

Art. 4.In artikel 14bis van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit nr. 545 van 31 maart 1987, worden de volgende wijzingen aangebracht: 1° in het derde lid worden de woorden "De bevoegde ministers van Onderwijs maken" vervangen door de woorden "De minister maakt";2° in het vierde lid worden de woorden "bevoegde ministers van Onderwijs" vervangen door het woord "minister".

Art. 5.In artikel 18, § 2, van dezelfde wet, wordt een bepaling onder 4° ingevoegd, luidende: "4° om participaties te nemen in Belgische of buitenlandse vennootschappen, verenigingen of instellingen naar publiek- of privaatrecht, of om het initiatief te nemen tot of deel te nemen aan de oprichting van dergelijke vennootschappen, verenigingen of instellingen.Een minderheidsparticipatie wordt slechts toegestaan bij koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad.".

Hoofdstuk 3. - Wijzigingen van de wet van 22 april 1958 houdende statuut van het Nationaal Orkest van België

Art. 6.In artikel 1, eerste lid, van de wet van 22 april 1958 houdende statuut van het Nationaal Orkest van België worden de woorden "publiekrechtelijk lichaam opgericht dat afhangt van het Ministerie van Openbaar Onderwijs" vervangen door de woorden "openbare instelling opgericht die onder de minister ressorteert die bevoegd is voor de federale culturele instellingen, hierna "de minister" genoemd".

Art. 7.In artikel 1bis van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit nr. 267 van 31 december 1983, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt, na het woord "opdracht: " vervangen door: "1° de uitvoering, productie of coproductie van symfonische concerten in België en in het buitenland;2° het perfectioneren van de opleiding van musici, dirigenten, technisch en administratief personeel";2° het tweede lid wordt vervangen door de volgende drie leden: "Het ontwikkelt een educatief en pedagogisch programma, dat integraal deel uitmaakt van zijn artistiek beleid. Zijn zetel is gevestigd in Brussel.

Het NOB en het Paleis voor Schone Kunsten sluiten een overeenkomst betreffende de voorwaarden van bezetting, dienstverlening en bevordering van het NOB, gevestigd op de site van het Paleis voor Schone Kunsten. De overeenkomst wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de minister.".

Art. 8.In de artikelen 3, 12, 13, 16 en 17 van dezelfde wet, worden de woorden "van Openbaar Onderwijs" telkens opgeheven.

Art. 9.Artikel 4bis van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit nr. 267 van 31 december 1983, wordt opgeheven.

Art. 10.In artikel 6, tweede lid, van dezelfde wet, worden de woorden "De artikelen 10 en 11 der wet op de rijkscomptabiliteit en de artikelen 7 tot 9 en 10 tot 13 der wet" vervangen door de woorden "De artikelen 35 tot 42 van de wet van 22 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2003 pub. 03/07/2003 numac 2003003367 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat sluiten houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat en de artikelen 7 tot 13 van de wet".

Art. 11.In artikel 18 van dezelfde wet, eerste lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 267 van 31 december 1983, en de wet van 22 december 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1989 pub. 20/03/2009 numac 2009000181 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op de bescherming van de gezinswoning sluiten, worden de woorden "op de begroting van het Ministerie van Openbaar Onderwijs," vervangen door de woorden "op de sectie van de algemene uitgavenbegroting waarop de kredieten voor de federale culturele instellingen zijn ingeschreven,".

Art. 12.In dezelfde wet wordt een artikel 19bis ingevoegd, luidende: "

Art. 19bis.Voor zover dit nodig is voor het vervullen van haar opdracht, kan de instelling door de Koning worden gemachtigd om participaties te nemen in Belgische of buitenlandse vennootschappen, verenigingen of instellingen naar publiek- of privaatrecht, of om het initiatief te nemen tot of deel te nemen aan de oprichting van dergelijke vennootschappen, verenigingen of instellingen.

Een minderheidsparticipatie wordt slechts toegestaan bij koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad.".

Art. 13.De artikelen 5 en 12 hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2017.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands Zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 27 januari 2022.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Federale Culturele Instellingen, S. WILMES Met 's Lands Zegel gezegeld : De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE _______ Nota Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : Stukken : 55 0505 Integraal verslag : 2 december 2021.

^