Etaamb.openjustice.be
Wet van 26 april 1999
gepubliceerd op 03 september 1999

Wet houdende goedkeuring van de Resolutie betreffend het vierde amendement op de statuten van het Internationaal Monetair Fonds

bron
ministerie van financien
numac
1999003290
pub.
03/09/1999
prom.
26/04/1999
ELI
eli/wet/1999/04/26/1999003290/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 APRIL 1999. - Wet houdende goedkeuring van de Resolutie betreffend het vierde amendement op de statuten van het Internationaal Monetair Fonds


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 77, eerste lid, 6°, van de Grondwet.

Art. 2.De Koning wordt gemachtigd namens België, het vierde amendement van de Statuten van het Internationaal Monetair Fonds, goedgekeurd door de Raad van Gouverneurs van het Internationaal Monetair Fonds overeenkomstig zijn resolutie nr. 52-4 van 23 september 1997, waarvan de tekst als bijlage is weergegeven, te aanvaarden.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 26 april 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, E. DERYCKE De Minister van Financiën, J.-J. VISEUR Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS

Voor de Engelse tekst, zie beeld

Bijlage (Vertaling) Resolutie nr. 52-4 Speciale eenmalige toewijzing van BTR Ontwerp van Vierde Amendemant op de Statuten van het Internationaal Monetair Fonds Overwegende dat het Interimcomité van de Raad van Gouverneurs de Raad van Bestuur uitgenodigd heeft een amendement op de statuten van het Internationaal Monetair Fonds voor te stellen, dat voorziet in een speciale eenmalige toewijzing van BTR opdat alle deelnemers in de Afdeling Bijzondere Trekkingsrechten een billijk deel van de

cumulatieve BTR-toewijzingen zouden ontvangen; en Overwegende dat de Raad van Bestuur zo'n amendement heeft voorgesteld en een verslag hieromtrent heeft voorbereid;

Na kennisgenomen te hebben van bovengenoemd verslag van de Raad van Bestuur, besluit de Raad van Gouverneurs bijgevolg : 1. Dat de voorstellen tot wijziging (ontwerp van vierde amendement) die als bijlage bij deze Resolutie zijn gevoegd en die dienen te worden opgenomen in de statuten van het Internationaal Monetair Fonds, zijn goedgekeurd.2. Dat de Secretaris van het Fonds wordt opgedragen alle leden van het Fonds door middel van een rondschrijven, een telegram of een ander snel communicatiemiddel te vragen of zij het ontwerp van vierde amendement aanvaarden, overeenkomstig de bepalingen van artikel XXVII van de statuten.3. Dat in het rondschrijven, telegram, of ander snel communicatiemiddel dat overeenkomstig punt 2 hierboven aan alle leden wordt verzonden, zal worden vermeld dat het voorgestelde vierde amendement voor alle leden van kracht wordt op de datum waarop het Fonds, door middel van een officiële mededeling aan alle leden, verklaart dat drie vijfden van de leden die vijfentachtig procent van het totale stemmenaantal bezitten, de wijzigingen hebben aanvaard. Bijlage Ontwerp van Vierde Amendement op de Statuten van het Internationaal Monetair Fonds De Regeringen in wier naam deze Overeenkomst is getekend, komen overeen wat volgt : 1. De tekst van artikel XV, sectie 1, wordt gewijzigd en luidt als volgt : (a) Teneinde te voorzien in de behoefte -wanneer en in de mate waarin deze zich voordoet - aan een aanvulling op de bestaande reservemiddelen, is het Fonds bevoegd, overeenkomstig de bepalingen van Artikel XVIII, bijzondere trekkingsrechten toe te wijzen aan leden die deelnemer zijn in de Afdeling Bijzondere Trekkingsrechten.(b) Daarenboven wijst het Fonds bijzondere trekkingsrechten toe aan leden die deelnemers zijn in de Afdeling Bijzondere Trekkingsrechten, overeenkomstig de bepalingen van Bijlage M.2. Een nieuwe bijlage M die als volgt luidt, wordt bij de Statuten gevoegd : Bijlage M Speciale eenmalige toewijzing van bijzondere trekkingsrechten 1.Behoudens punt 4 hieronder, zal elk lid dat op 19 september 1997 deelnemer is in de Afdeling Bijzondere Trekkingsrechten, op de 30ste dag volgend op de datum waarop het vierde amendement op de Statuten van kracht wordt, een toewijzing van bijzondere trekkingsrechten ontvangen ten belope van een bedrag dat zijn netto cumulatieve toewijzing van bijzondere trekkingsrechten brengt op 29,315788813 procent van zijn quotum op datum van 19 september 1997, met dien verstande dat, voor deelnemers wier quota niet werden aangepast zoals voorgesteld in Resolutie nr. 45-2 van de Raad van Gouverneurs, de berekeningen zullen gebeuren op basis van de in die resolutie voorgestelde quota. 2. (a) Behoudens punt 4 hieronder, zal elk land dat na 19 september 1997, maar binnen drie maanden nadat het lid is geworden van het Fonds, deelnemer wordt in de Afdeling Bijzondere Trekkingsrechten, een toewijzing van bijzondere trekkingsrechten ontvangen ten belope van een bedrag dat berekend wordt overeenkomstig (b) en (c) hieronder, op de 30ste dag volgend op die van de volgende data welke het laatst valt : (i) de datum waarop het nieuwe lid deelnemer wordt in de Afdeling Bijzondere Trekkingsrechten, of (ii) de datum waarop het vierde amendement op de Statuten van kracht wordt.(b) Ten behoeve van punt (a) hierboven, ontvangt elke deelnemer een bedrag aan bijzondere trekkingsrechten dat zijn netto cumulatieve toewijzing brengt op 29,315788813 procent van zijn quotum op de datum waarop het lid deelnemer wordt in de Afdeling Bijzondere Trekkingsrechten, aangepast als volgt : (i) ten eerste, door 29,315788813 procent te vermenigvuldigen met de verhouding van de totale quota, zoals berekend krachtens punt 1 hierboven, van de deelnemers beschreven in (c) hieronder, tot de totale quota van die deelnemers op de datum waarop het lid deelnemer werd in de Afdeling Bijzondere Trekkingsrechten, en (ii) ten tweede, door het product van (i) hierboven te vermenigvuldigen met de verhouding van het totaal van de som van de netto cumulatieve toewijzingen van bijzondere trekkingsrechten ontvangen krachtens Artikel XVIII van de deelnemers beschreven in punt (c) hieronder op de datum waarop het lid deelnemer werd in de Afdeling Bijzondere Trekkingsrechten en de toewijzingen ontvangen door die deelnemers krachtens punt 1 hierboven tot het totaal van de som van de netto cumulatieve toewijzingen van bijzondere trekkingsrechten van die deelnemers ontvangen krachtens Artikel XVIII op datum van 19 september 1997 en de toewijzingen ontvangen door die deelnemers krachtens punt 1 hierboven.(c) Ten behoeve van de ingevolge punt (b) hierboven aan te brengen aanpassingen, worden als deelnemers in de Afdeling Bijzondere Trekkingsrechten beschouwd, de leden die op datum van 19 september 1997 deelnemer zijn en (i) deelnemer in de Afdeling Bijzondere Trekkingsrechten zijn gebleven sinds de datum waarop het lid deelnemer werd in de Afdeling Bijzondere Trekkingsrechten, en (ii) alle toewijzingen hebben ontvangen die door het Fonds na 19 september 1997 verricht werden.3. (a) Behoudens punt 4 hieronder, zal de Federale Republiek Joegoslavië (Servië/Montenegro), indien zij de voormalige Federale Socialistische Republiek Joegoslavië opvolgt als lid van het Fonds en als deelnemer in de Afdeling Bijzondere Trekkingsrechten overeenkomstig de bepalingen en voorwaarden van het besluit nr. 10237-(92/150) van de raad van bestuur, goedgekeurd op 14 december 1992, een toewijzing van bijzondere trekkingsrechten ontvangen ten belope van een bedrag dat berekend wordt overeenkomstig punt (b) hieronder, op de 30ste dag volgend op die van de volgende data welke het laatst valt : (i) de datum waarop de Federale Republiek Joegoslavië (Servië/Montenegro) de voormalige Federale Socialistische Republiek Joegoslavië opvolgt als lid van het Fonds en deelnemer in de Afdeling Bijzondere Trekkingsrechten overeenkomstig de bepalingen en

voorwaarden van het besluit van de raad van bestuur nr. 10237-(92/150), of (ii) de datum waarop het vierde amendement op de Statuten van kracht wordt. (b) Ten behoeve van punt (a) hierboven ontvangt de Federale Republiek Joegoslavië (Servië/Montenegro) een bedrag aan bijzondere trekkingsrechten dat haar netto cumulatieve toewijziging brengt op 29,315788813 procent van het haar krachtens paragraaf 3 (c) van het Besluit van de Raad van Bestuur nr.10237-(92/150) voorgestelde quotum, aangepast overeenkomstig punt 2 (b) (ii) en (c) hierboven, op de datum waarop de Federale Republiek Joegoslavië (Servië/Montenegro) voldoet aan de voorwaarden voor een toewijzing krachtens punt (a) hierboven. 4. Het Fonds zal geen bijzondere trekkingsrechten toewijzen krachtens deze Bijlage aan de deelnemers die vóór de datum van de toewijzing het Fonds schriftelijk hebben meegedeeld dat zij geen toewijzing wensen te ontvangen.5. (a) Indien op het ogenblik dat een toewijzing aan een deelnemer wordt verricht ingevolge punt 1, 2 of hierboven, de deelnemer achterstallige verplichtingen heeft tegenover het Fonds, zullen de aldus toegewezen bijzondere trekkingsrechten worden gedeponeerd en gehouden op een geblokkeerde rekening bij de Afdeling Bijzondere Trekkingsrechten, en worden vrijgemaakt ten gunste van de deelnemer nadat die al zijn achterstallige verplichtingen tegenover het Fonds heeft voldaan.(b) Bijzondere trekkingsrechten die op een geblokkeerde rekening worden gehouden zijn niet beschikbaar voor enig gebruik en komen niet in aanmerking voor welke berekeningen ook van bijzondere trekkingsrechten krachtens de Statuten, met uitzondering van de berekeningen ingevolge deze Bijlage.Indien aan een deelnemer toegewezen bijzondere trekkingsrechten worden gehouden op een geblokkeerde rekening op het ogenblik dat de deelnemer zijn deelname in de Afdeling Bijzondere Trekkingsrechten beëindigt of wanneer besloten werd de Afdeling Bijzondere Trekkingsrechten op te heffen, zullen die bijzondere trekkingsrechten worden ingetrokken. (c) Ten behoeve van deze paragraaf bestaan achterstallige verplichtingen tegenover het Fonds uit achterstallige terugkopen en lasten in de Algemene Middelenrekening, achterstallige hoofdsom en rente op leningen in de Bijzondere Aanwendingsrekening, achterstallen bestaande uit lasten en bijdragen in de Afdeling Bijzondere Trekkingsrechten, en achterstallige schulden aan het Fonds als gevolmachtigde.(d) Behalve voor de bepalingen van deze paragraaf blijven het principe van de scheiding tussen de Algemene Afdeling en de Afdeling Bijzondere Trekkingsrechten en het onvoorwaardelijke karakter van de bijzondere trekkingsrechten als reservemiddelen, gehandhaafd.».

^