Etaamb.openjustice.be
Wet van 25 mei 1999
gepubliceerd op 23 juni 1999

Wet tot wijziging van de artikelen 97 en 117 van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument

bron
ministerie van economische zaken
numac
1999011178
pub.
23/06/1999
prom.
25/05/1999
ELI
eli/wet/1999/05/25/1999011178/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

25 MEI 1999. - Wet tot wijziging van de artikelen 97 en 117 van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebbben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.In artikel 97 van de wet van 14 juli 1991 op de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument, gewijzigd bij de wetten van 1 juni 1993 en 14 juli 1994, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het punt 12 wordt door de volgende tekst vervangen : « 12.de niet naleving van de wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen inzake reclame, met uitsluiting van deze die voorzien zijn in deze wet of genomen zijn ter uitvoering ervan; »; 2° een punt 15, luidend als volgt, wordt toegevoegd : « 15.de uitoefening van een beroepsactiviteit zonder te beschikken over het met toepassing van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap vereiste attest. ».

Art. 3.In artikel 117 van dezelfde wet, waarvan de huidige tekst § 1 zal vormen, wordt een § 2 ingevoegd, luidend als volgt : « § 2. Na kennisneming van de processen-verbaal opgemaakt op grond van artikel 113, § 1, en bij vaststelling van inbreuken op de bepalingen bedoeld in artikel 102, 6bis, kan de onderzoeksrechter, middels een met redenen omklede beschikking, de communicatietechniek-exploitanten gelasten, indien deze daartoe in staat zijn, de terbeschikkingstelling van de door de overtreder gebruikte communicatietechniek om de inbreuk te plegen, op te schorten binnen de perken en voor de duur die hij bepaalt en die één maand niet kan overschrijden.

De onderzoeksrechter kan één of meerdere keren de uitwerking van zijn beschikking verlengen; hij moet er een einde aan stellen zodra de omstandigheden, die ze rechtvaardigden, verdwenen zijn. ».

Art. 4.Deze wet treedt in werking de eerste dag van de vierde maand volgend op die gedurende welke zij in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 25 mei 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Economie, E. DI RUPO De Minister van Landbouw en Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, T. VAN PARIJS _______ Nota (1) Kamer van Volksvertegenwoordigers : Parlementaire stukken : Gewone zitting 1998-1999 Wetsontwerp, nr.2051/1;

Verslag, nr. 2051/2;

Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, nr. 2051/3.

Handelingen van de Kamer van volksvertegenwoordigers : 21 en 22 april 1999.

Senaat : Parlementaire stukken : Gewone zitting 1998-1999 Ontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers, nr. 1391/1;

Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 1391/4.

Handelingen van de Senaat : 29 en 30 april 1999.

^