gepubliceerd op 03 september 2009
Wet houdende instemming met het Protocol nr. 2 bij de Europese Kaderovereenkomst inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale gemeenschappen of autoriteiten betreffende interterritoriale samenwerking, gedaan te Straatsburg op 5 mei 1998 (2)
24 SEPTEMBER 2006. - Wet houdende instemming met het Protocol nr. 2 bij de Europese Kaderovereenkomst inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale gemeenschappen of autoriteiten betreffende interterritoriale samenwerking, gedaan te Straatsburg op 5 mei 1998 ( 1) (2)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 2.Het Protocol nr. 2 bij de Europese Kaderovereenkomst inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale gemeenschappen of autoriteiten betreffende interterritoriale samenwerking, gedaan te Straatsburg op 5 mei 1998, zal volkomen gevolg hebben.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 24 september 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, K. DE GUCHT De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota's (1) Zitting 2005-2006. Senaat.
Documenten. - Ontwerp van wet ingediend op 16 maart 2006, nr. 3-1621/1. - Verslag, nr. 3-1621/2.
Parlementaire Handelingen. - Bespreking, vergadering van 15 juni 2006. - Stemming, vergadering van 15 juni 2006.
Kamer.
Documenten. Ontwerp overgezonden door de Senaat, nr. 51-2558/1. - Tekst aangenomen in plenaire vergaderingen aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 51-2558/2.
Parlementaire Handelingen. - Bespreking, vergadering van 13 juli 2006. - Stemming, vergadering van 13 juli 2006. (2) Zie Decreet van de Vlaamse Gemeenschap/ het Vlaamse Gewest van 21 december 2007 (Belgisch Staatsblad van 6 februari 2008 (Ed.2)), Decreet van de Franse Gemeenschap van 9 mei 2008 (Belgisch Staatsblad van 18 juni 2008 ), Decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 19 januari 2009 (Belgisch Staatsblad van 18 maart 2009 (Ed.2)), Decreet van het Waalse Gewest van 8 mei 2008 (Belgisch Staatsblad van 21 mei 2008 ), Decreet van het Waalse Gewest van 8 mei 2008 (Belgisch Staatsblad van 20 mei 2008 ), Ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest van 10 maart 2005 (Belgisch Staatsblad van 1 april 2005 ), Ordonnantie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 23 juni 2005 (Belgisch Staatsblad van 2 september 2005)
Protocol nr. 2 bij de Europese Kaderovereenkomst inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale gemeenschappen of autoriteiten betreffende interterritoriale samenwerking Aanhef De lidstaten van de Raad van Europa die dit Protocol nr. 2 bij de Europese Kaderovereenkomst inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale gemeenschappen of autoriteiten hebben ondertekend, Overwegende dat op 9 november 1995 het Aanvullend Protocol bij de Kaderovereenkomst betreffende de juridische gevolgen van de handelingen die ondernomen werden in het kader van de grensoverschrijdende samenwerking en betreffende het juridisch statuut van de samenwerkingsorganismen die eventueel opgericht werden door grensoverschrijdende samenwerkingsakkoorden, afgesloten werd;
Overwegende dat de territoriale gemeenschappen of autoriteiten, voor de efficiëntere vervulling van hun functies, meer en meer samenwerken, niet alleen met de naburige gemeenschappen van andere Staten (grensoverschrijdende samenwerking), maar ook met de niet-aangrenzende buitenlandse gemeenschappen die gemeenschappelijke belangen vertonen (interterritoriale samenwerking), en dit niet alleen in het kader van grensoverschrijdende samenwerkingsorganen en associaties van territoriale gemeenschappen of autoriteiten, maar ook op bilateraal vlak;
De Verklaring van Wenen van 1993 indachtig, waarin de Staats- en Regeringshoofden van de lidstaten de rol van de Raad van Europa erkennen bij de totstandbrenging van een verdraagzaam en welvarend Europa door middel van de grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale gemeenschappen of autoriteiten;
Opmerkend dat er, op het vlak van de interterritoriale samenwerking, geen instrument dat met de Kaderovereenkomst kan worden vergeleken, bestaat;
Aangezien aan de interterritoriale samenwerking een juridisch kader op internationaal vlak gegeven wil worden, Zijn de volgende bepalingen overeengekomen : Artikel 1 Voor de toepassing van dit Protocol wordt onder « interterritoriale samenwerking » verstaan, elk onderling afgestemd optreden met het oogmerk relaties te leggen tussen territoriale gemeenschappen of autoriteiten van twee of meer Overeenkomstsluitende Partijen, die verschillend zijn van de relaties inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen de naburige gemeenschappen, met inbegrip van het sluiten van overeenkomsten met de territoriale gemeenschappen of autoriteiten van andere Staten.
Artikel 2 1. Elke Overeenkomstsluitende Partij erkent en eerbiedigt het recht van territoriale gemeenschappen of autoriteiten binnen haar rechtsmacht, waarnaar wordt verwezen in de artikelen 1 en 2 van de Europese Kaderovereenkomst inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale gemeenschappen of autoriteiten (hierna « de Kaderovereenkomst » genoemd), om relaties in stand te houden en overeenkomsten tot interterritoriale samenwerking te sluiten op vergelijkbare beleidsterreinen, overeenkomstig de in hun regelgeving neergelegde procedures, conform het nationale recht en voor zover deze overeenkomsten in overeenstemming zijn met de internationale verplichtingen van deze overeenkomstsluitende Partij.2. Een overeenkomst inzake interterritoriale samenwerking heeft alleen betrekking op de verantwoordelijkheden van de territoriale gemeenschappen of autoriteiten die die overeenkomst hebben gesloten. Artikel 3 De Overeenkomstsluitende Partijen van dit Protocol passen, mutatis mutandis, de Overeenkomst inzake interterritoriale samenwerking toe.
Artikel 4 De Overeenkomstsluitende Partijen van dit Protocol die eveneens Overeenkomstsluitende Partijen zijn bij het Aanvullend Protocol bij de Kaderovereenkomst (hierna « het Aanvullend Protocol » genoemd), passen, mutatis mutandis, dit Protocol inzake interterritoriale samenwerking toe.
Artikel 5 In de zin van dit Protocol betekent de uitdrukking « mutatis mutandis » dat in de Kaderovereenkomst en het Aanvullend Protocol de term « grensoverschrijdende samenwerking » gelezen moet worden als « interterritoriale samenwerking » en dat de artikelen van de Kaderovereenkomst en het Aanvullend Protocol van toepassing zullen zijn, behoudens een andere bepaling hierover in dit Protocol.
Artikel 6 1. Elke Overeenkomstsluitende Partij van de Kaderovereenkomst en het Aanvullend Protocol verklaart, bij ondertekening van dit Protocol of bij nederlegging van de akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring, of zij de bepalingen van de artikelen 4 en 5 van het Aanvullend Protocol of van slechts één van deze artikelen toepast, overeenkomstig de bepalingen van artikel 4 van dit Protocol.2. Deze verklaring kan vervolgens te allen tijde worden gewijzigd door een verklaring gericht aan de Secretaris-generaal van de Raad van Europa. Artikel 7 Ten aanzien van de bepalingen van dit Protocol kunnen geen voorbehouden worden gemaakt.
Artikel 8 1. Dit Protocol staat open voor ondertekening voor de Staten die de Kaderovereenkomst hebben ondertekend;zij kunnen aangeven of zij ermee instemmen gebonden te worden door middel van : a. ondertekening zonder voorbehoud van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring;of b. ondertekening onder voorbehoud van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring, gevolgd door bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring.2. Een Lidstaat van de Raad van Europa kan dit Protocol niet ondertekenen zonder voorbehoud van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring, of een akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring nederleggen, indien deze Staat niet reeds een akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van de Kaderovereenkomst heeft nedergelegd of deze gelijktijdig nederlegt.3. De akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring wordt neergelegd bij de Secretaris-generaal van de Raad van Europa. Artikel 9 1. Dit Protocol treedt in werking drie maanden na de datum waarop vier Lidstaten van de Raad van Europa hun instemming door het Protocol te worden gebonden tot uitdrukking hebben gebracht, overeenkomstig het bepaalde in artikel 8.2. Voor iedere Lidstaat die nadien zijn instemming door dit Protocol te worden gebonden tot uitdrukking brengt, treedt het in werking drie maanden na de datum van ondertekening of nederlegging van de akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring. Artikel 10 1. Na de inwerkingtreding van dit Protocol kan iedere Staat die is toegetreden tot de Kaderovereenkomst tevens toetreden tot het Protocol.2. Toetreding geschiedt door middel van nederlegging van een akte van toetreding bij de Secretaris-generaal van de Raad van Europa en wordt drie maanden na de datum van nederlegging daarvan van kracht. Artikel 11 1. Iedere Overeenkomstsluitende Partij kan dit Protocol te allen tijd opzeggen door middel van een kennisgeving gericht aan de Secretaris-generaal van de Raad van Europa.2. De opzegging wordt van kracht zes maanden na de datum van ontvangst van de kennisgeving door de Secretaris-generaal van de Raad van Europa. Artikel 12 De Secretaris-generaal van de Raad van Europa geeft de lidstaten van de Raad van Europa en iedere Staat die tot dit Protocol is toegetreden, kennis van a. iedere verklaring door de Overeenkomstsluitende Partijen ingediend ingevolge artikel 6;b. iedere ondertekening van dit Protocol;c. de nederlegging van iedere akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding;d. iedere datum van inwerkingtreding van dit Protocol ingevolge artikel 9 of artikel 10 ervan;e. iedere andere maatregel, kennisgeving of mededeling die op dit Protocol betrekking heeft. Ten blijke waarvan de ondergetekenden, hiertoe naar behoren gemachtigd, dit Protocol hebben ondertekend.
Gedaan te Straatsburg, de vijfde mei 1998, in de Engelse en Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek, in een enkel exemplaar dat zal worden nedergelegd in het archief van de Raad van Europa. De Secretaris-generaal van de Raad van Europa doet een gewaarmerkt afschrift toekomen aan iedere Lidstaat van de Raad van Europa en aan iedere Staat die is uitgenodigd tot dit Protocol toe te treden.
Protocol nr 2 bij de Europese Kaderovereenkomst inzake grensoverschrijdende samenwerking van collectiviteiten of territoriale overheden met betrekking tot de interterritoriale samenwerking, gedaan te Straatsburg op 5 mei 1998
Staten/Organisatie
Datum Authentificatie
Type instemming
Datum instemming
Datum interne inwerkingtreding
ALBANIE
07/05/1999
Bekrachtiging
11/12/2001
12/03/2002
ANDORRA
Onbepaald
ARMENIE
03/04/2002
Bekrachtiging
31/10/2003
01/02/2004
AZERBEIDZJAN
05/01/2004
Bekrachtiging
30/03/2004
01/07/2004
BOSNIE EN HERZEGOVINA
30/04/2004
Bekrachtiging
07/10/2008
08/01/2009
BULGARIJE
02/12/2004
Bekrachtiging
30/06/2005
01/10/2005
België
02/03/2004
Bekrachtiging
12/06/2009
13/09/2009
CYPRUS
Onbepaald
DENEMARKEN
Onbepaald
DUITSLAND
02/10/2001
Bekrachtiging
02/10/2001
03/01/2002
ESTLAND
Onbepaald
FINLAND
Onbepaald
FRANKRIJK
20/05/1998
Bekrachtiging
07/05/2007
08/08/2007
GEORGIE
02/11/2005
Onbepaald
GRIEKENLAND
Onbepaald
HONGARIJE
Onbepaald
IERLAND
Onbepaald
IJSLAND
15/06/1999
Onbepaald
ITALIE
Onbepaald
KROATIE
Onbepaald
LETLAND
Onbepaald
LIECHTENSTEIN
Onbepaald
LITOUWEN
30/03/2001
Bekrachtiging
26/11/2002
27/02/2003
LUXEMBURG
05/05/1998
Bekrachtiging
02/07/1999
01/02/2001
MACEDONIE
Onbepaald
(VOORMALIGE JOEGOSLAVISCHE REP.)
MALTA
Onbepaald
MOLDAVIE
27/06/2001
Bekrachtiging
27/06/2001
28/09/2001
MONACO
18/09/2007
Bekrachtiging
18/09/2007
19/12/2007
MONTENEGRO
Onbepaald
NEDERLAND
04/03/1999
Bekrachtiging
11/08/1999
01/02/2001
NOORWEGEN
Onbepaald
OEKRAINE
03/11/1998
Bekrachtiging
04/11/2004
05/02/2005
OOSTENRIJK
19/10/2005
Bekrachtiging
22/09/2006
23/12/2006
POLEN
Onbepaald
PORTUGAL
05/05/1998
Onbepaald
ROEMENIE
05/05/1998
Onbepaald
RUSLAND
04/10/2006
Bekrachtiging
27/11/2008
28/02/2009
SAN MARINO
Onbepaald
SERVIE
Onbepaald
SLOVAKIJE
01/02/2000
Bekrachtiging
31/10/2000
01/02/2001
SLOVENIE
20/10/1998
Bekrachtiging
17/09/2003
18/12/2003
SPANJE
Onbepaald
TSJECHISCHE REP. Onbepaald
TURKIJE
Onbepaald
VERENIGD KONINKRIJK
Onbepaald
ZWEDEN
05/05/1998
Bekrachtiging
05/05/1998
01/02/2001
ZWITSERLAND
29/11/2001
Bekrachtiging
26/02/2003
27/05/2003
VERKLARING « Het Koninkrijk België verklaart dat het de bepalingen van de artikelen 4 en 5 van het Protocol zal toepassen, overeenkomstig artikel 6, paragraaf 1 van het Protocol nr. 2 ».