FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

24 MAART 1959. - Wet betreffende de regeling inzake belastingen voor leveringen aan krijgsmachten van de bij het Noord-Atlantisch Verdrag toegetreden Staten. - Officieuze coördinatie in het Duits

De hiernavolgende tekst is de officieuze coördinatie in het Duits van de wet van 24 maart 1959 betreffende de regeling inzake belastingen voor leveringen aan krijgsmachten van de bij het Noord-Atlantisch Verdrag toegetreden Staten (Belgisch Staatsblad van 11 mei 1959), zoals ze achtereenvolgens werd gewijzigd bij : - de wet van 6 maart 1968 tot wijziging van het stelsel der met het zegel gelijkgestelde taksen en tot bekrachtiging van de koninklijke besluiten betreffende de weeldetaks (Belgisch Staatsblad van 26 april 1968); - de wet van 3 juli 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1969 pub. 02/05/2013 numac 2013000278 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde type wet prom. 03/07/1969 pub. 11/04/2016 numac 2016000216 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten tot invoering van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde (Belgisch Staatsblad van 17 juli 1969).

Deze officieuze coördinatie in het Duits is opgemaakt door de Centrale Dienst voor Duitse vertaling in Malmedy.

MINISTERIUM DER FINANZEN 24. MÄRZ 1959 - Gesetz über die Steuerregelung für Lieferungen zugunsten der Streitkräfte der Staaten, die Vertragsparteien des Nordatlantikvertrags sind Artikel 1 - Für Lieferungen aus dem belgischen Staatsgebiet zugunsten der Streitkräfte eines ausländischen Staates, der Vertragspartei des Nordatlantikvertrags ist, werden aufgrund einer Erlaubnis des Ministers der Finanzen oder des von ihm bevollmächtigten Beamten und unter den in dieser Erlaubnis festgelegten Bedingungen die gleichen Befreiungen von der Akzisensteuer [...] wie bei einer Ausfuhr gewährt.

Betreffen diese Lieferungen eingeführte Waren, die einer Zoll- oder Akzisenregelung oder einer Regelung für die vorübergehende Befreiung unterliegen, dürfen sie für die Anwendung dieser Regelungen auch als Wiederausfuhr angesehen werden.

Die in vorliegendem Artikel erwähnten Lieferungen dürfen nur Waren umfassen, die entweder für den Dienstgebrauch der Streitkräfte oder ihres zivilen Begleitpersonals oder für die Versorgung ihrer Kasinos und Kantinen bestimmt sind. [Art. 1 Abs. 1 abgeändert durch Art. 95 § 2 des G. vom 3. Juli 1969 (B.S. vom 17. Juli 1969)] [Art. 1bis - [...]] [Art. 1bis eingefügt durch Art. 3 des G. vom 6. März 1968 (B.S. vom 26. April 1968) und aufgehoben durch Art.95 § 2 des G. vom 3. Juli 1969 (B.S. vom 17. Juli 1969)] Art. 2 - Die Veräusserung von Waren durch die Streitkräfte darf nur unter den vom Minister der Finanzen oder von dem von ihm bevollmächtigten Beamten festzulegenden Bedingungen erfolgen. Der entgeltliche oder unentgeltliche Erwerb auf belgischem Staatsgebiet von Waren, die den Streitkräften gehören, wird als Einfuhr angesehen.

Einfuhrabgaben werden jedoch nicht geschuldet, wenn festgestellt wird, dass die Waren belgischer Herkunft sind.

Art. 3 - Vorliegendes Gesetz hat so lange Wirkung, wie Belgien durch das Abkommen zwischen den Staaten, die Vertragsparteien des Nordatlantikvertrags über die Rechtsstellung ihrer Truppen sind, am 19. Juni 1951 in London unterzeichnet und durch das Gesetz vom 9. Januar 1953 gebilligt, gebunden ist.