gepubliceerd op 11 oktober 2012
Wet houdende goedkeuring van het Verdrag nr. 150 betreffende de bestuurstaak op het gebied van de arbeid : taak, functies en organisatie, aangenomen te Genève op 26 juni 1978 door de Internationale Arbeidsconferentie tijdens haar vierenzestigste zitting (2)
23 MEI 1989. - Wet houdende goedkeuring van het Verdrag nr. 150 betreffende de bestuurstaak op het gebied van de arbeid : taak, functies en organisatie, aangenomen te Genève op 26 juni 1978 door de Internationale Arbeidsconferentie tijdens haar vierenzestigste zitting (1) (2)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 2.Het Verdrag nr. 150 betreffende de bestuurstaak op het gebied van de arbeid : taak, functies en organisatie, aangenomen te Genève op 26 juni 1978 door de Internationale Arbeidsconferentie tijdens haar vierenzestigste zitting, zal volkomen uitwerking hebben.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 23 mei 1989.
BOUDEWIJN Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, L. TINDEMANS De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, L. VAN DEN BRANDE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. WATHELET _______ Nota's (1) Zitting 1988-1989. Kamer : Documenten : Ontwerp van wet ingediend op 5 september 1988, nr. 559/1.
Verslag namens de Commissie 559/2.
Parlementaire Handelingen : Bespreking, vergadering van 19 december 1988.
Stemming, vergadering van 20 december 1988.
Senaat : Zitting 1988-1989.
Documenten : Overzending 20 december 1988.
Parlementaire Handelingen : Bespreking, vergadering van 7 maart 1989.
Stemming, vergadering van 8 maart 1989. (2) Zie decreet van de Vlaamse Gemeenschap/het Vlaamse Gewest van 19 maart 2004 (Belgisch Staatsblad van 3 mei 2004 ), decreet van de Franse Gemeenschap van 22 december 1997 (Belgisch Staatsblad van 15 augustus 1998 ), decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 22 november 2010 (Belgisch Staatsblad van 10 december 2010 - Ed.2), decreet van het Waalse Gewest van 20 juli 2011 (Belgisch Staatsblad van 8 augustus 2011 + 9 augustus 2011), ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 11 juni 1998 (Belgisch Staatsblad van 12 augustus 1998).
Verdrag nr. 150 betreffende de bestuurstaak op het gebied van de arbeid : taak, functies en organisatie, aangenomen te Genève op 26 juni 1978 door de Internationale Arbeidsconferentie tijdens haar vierenzestigste zitting De Algemene Conferentie van de Internationale Arbeidsorganisatie, Bijeengeroepen te Genève door de Raad van Beheer van het Internationaal Arbeidsbureau, en aldaar bijeengekomen in haar vierenzestigste zitting op 7 juni 1978;
In herinnering brengende de bepalingen van bestaande internationale Arbeidsverdragen en Aanbevelingen, in het bijzonder daaronder begrepen het Verdrag betreffende de arbeidsinspectie, 1947, het Verdrag betreffende de arbeidsinspectie (landbouw), 1969, en het Verdrag betreffende de dienst voor de werkgelegenheid, 1948, die vragen om uitvoering van bepaalde activiteiten met betrekking tot de bestuurstaak op het gebied van de arbeid;
Overwegende dat het gewenst is regelingen aan te nemen waarin richtlijnen worden opgesteld met betrekking tot het bestuursapparaat op het gebied van de arbeid;
In herinnering brengende de bepalingen van het Verdrag betreffende de werkgelegenheidpolitiek, 1964, en van het Verdrag betreffende de ontwikkeling van menselijke hulpbronnen, 1975; tevens in herinnering brengende de doelstelling volledige werkgelegenheid en een behoorlijke beloning van de arbeid te bewerkstelligen en de noodzaak bevestigende van programma's met betrekking tot de bestuurstaak op het gebied van de arbeid om naar deze doelstelling toe te werken en de doelstellingen van genoemde Verdragen ten uitvoer te brengen;
De noodzaak erkennende om volledig de autonomie van werknemersorganisaties te respecteren, in dit verband in herinnering brengende de bepalingen van bestaande internationale Arbeidsverdragen en Aanbevelingen die het recht garanderen van vereniging, organisatie en collectief onderhandelen, en in het bijzonder het Verdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en bescherming van het vakverenigingrecht, 1948, en het Verdrag betreffende het recht zich te organiseren en collectief te onderhandelen, 1949, die iedere inmenging van de zijde van de overheid verbieden die deze rechten zou beperken of een belemmering vormen voor de wettige toepassing ervan, en overwegende dat werkgevers- en werknemersorganisaties een belangrijke taak hebben bij het bereiken van de doelstellingen van economische, sociale en culturele vooruitgang;
Besloten hebbende tot het aannemen van bepaalde voorstellen met betrekking tot de bestuurstaak op het gebied van de arbeid, taak, functies en organisatie, welk onderwerp als vierde punt op de agenda van de zitting voorkomt;
Vastgesteld hebbende dat deze voorstellen de vorm van een internationaal verdrag dienen te krijgen, aanvaardt heden, de zesentwintigste juni van het jaar negentienhonderd achtenzeventig het volgende Verdrag, dat kan worden aangehaald als Verdrag betreffende de bestuurstaak op het gebied van de arbeid, 1978 : Artikel 1 Voor de toepassing van dit Verdrag wordt verstaan onder : a) « Bestuurstaak op het gebied van de arbeid » : de activiteiten van de overheid met betrekking tot het nationaal beleid op het gebied van de arbeid.b) « Het bestuursapparaat op het gebied van de arbeid » : alle overheidslichamen die verantwoordelijk zijn voor en/of betrokken zijn bij de bestuurstaak op het gebied van de arbeid - hetzij ministeries hetzij openbare instellingen - met inbegrip van semi-overheidsorganen en regionale of plaatselijke lichamen of iedere andere vorm van gedecentraliseerd bestuur - en ieder institutioneel kader bestemd voor het coördineren van de activiteiten van dergelijke lichamen en voor het overleg met en de inspraak van werkgevers en werknemers en hun organisaties. Artikel 2 Een Lid dat dit Verdrag bekrachtigt kan, in overeenstemming met nationale wettelijke of bestuursrechtelijke voorschriften of gebruiken, bepaalde activiteiten van de bestuurstaak op het gebied van de arbeid delegeren of toevertrouwen aan niet gouvernementele organisaties, in het bijzonder aan werkgevers- en werknemersorganisaties, of - waar dit geval zich voordoet - aan de vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers.
Artikel 3 Een Lid dat dit Verdrag bekrachtigt, kan bepaalde activiteiten met betrekking tot het nationaal beleid op het gebied van de arbeid beschouwen als zaken die, overeenkomstig nationale wettelijke of bestuursrechtelijke voorschriften of gebruiken, geregeld worden via directe onderhandelingen tussen werkgevers- en werknemersorganisaties.
Artikel 4 Elk Lid dat dit Verdrag bekrachtigt, dient op aan de nationale omstandigheden aangepaste wijze op zijn grondgebied de organisatie en het doeltreffend functioneren te waarborgen van het bestuursapparaat op het gebied van de arbeid, en van een goede coördinatie van de functies en verantwoordelijkheden daarvan.
Artikel 5 1. Elk Lid dat dit Verdrag bekrachtigt, dient in overeenstemming met de nationale omstandigheden regelingen te treffen, teneinde binnen het bestuursapparaat op het gebied van de arbeid te komen tot raadpleging, samenwerking en onderhandelen tussen de overheid en de meest representatieve organisaties van werkgevers en werknemers, of - waar dat geval zich voordoet - vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers.2. Voor zover dit in overeenstemming is met nationale wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften en gebruiken dienen deze regelingen te worden gemaakt op nationaal, regionaal en plaatselijk niveau alsmede op bedrijfstakniveau. Artikel 6 1. De binnen het bestuursapparaat op het gebied van de arbeid bevoegde instanties dienen, waar dit geval zich voordoet, verantwoordelijk te zijn voor, of bij te dragen tot de voorbereiding, het beheer, de coördinatie, het toezicht op en de evaluatie van het nationaal beleid op het gebied van de arbeid, en voor zover binnen de grenzen van het overheidsapparaat vallend, het orgaan te zijn voor de voorbereiding en de tenuitvoerlegging van hiertoe strekkende wetten en regelingen.2. In het bijzonder dienen deze instanties met inachtneming van de daarop van toepassing zijnde internationale normen op het gebied van de arbeid : a) deel te nemen in de voorbereiding, het beheer, de coördinatie, het toezicht op en de evaluatie van het nationaal beleid op het gebied van de arbeid, in overeenstemming met nationale wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften en gebruiken;b) studie te maken van en te evalueren de situatie van hen, die werk hebben, van hen die geen werk hebben en van hen die onvoldoende werk hebben, met inachtneming van nationale wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften en gebruiken met betrekking tot arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden, de aandacht te vestigen op gebreken en misstanden op dit terrein en voorstellen in te dienen met betrekking tot middelen om hier verbetering in te brengen;c) hun diensten beschikbaar te stellen aan werkgevers en werknemers en hun onderscheiden organisaties, volgens de nationale wettelijke of bestuursrechtelijke voorschriften of gebruiken, teneinde op nationaal, regionaal, plaatselijk en bedrijfstakniveau doelmatig overleg en doelmatige samenwerking tussen de overheid en overheidslichamen en werkgevers- en werknemersorganisaties en tussen deze organisaties onderling te bevorderen;d) op hun verzoek technisch advies beschikbaar te stellen aan werkgevers en werknemers en hun respectieve organisaties. Artikel 7 Wanneer de nationale omstandigheden ter voldoening aan de behoeften van het grootst mogelijke aantal werknemers dit vereisen, dient elk Lid, dat dit Verdrag bekrachtigt, voor zover deze activiteiten niet reeds worden verricht, zo nodig geleidelijk de uitbreiding te bevorderen van de taken van het bestuursapparaat op het gebied van de arbeid in die zin, dat daaronder worden begrepen activiteiten, in samenwerking met andere bevoegde instanties uit te voeren, die betrekking hebben op de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden van daartoe geëigende categorieën van werknemers, die geen arbeidsovereenkomst in de zin van de wet hebben zoals : a) pachters die alleen hulp van gezins- en/of familieleden hebben, deelpachters en soortgelijke categorieën van agrarische werknemers;b) zelfstandigen, die alleen hulp van gezins- en/of familieleden hebben en die werkzaam zijn in de niet-gestructureerde sector, zoals dit in de nationale praktijk wordt begrepen;c) leden van coöperaties en bedrijven met arbeiderszelfbestuur;d) personen die werken binnen een stelsel van plaatselijke gewoonten of tradities. Artikel 8 In de mate waarin dit in overeenstemming is met nationale wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften en gebruiken, dienen de binnen het bestuursapparaat op het gebied van de arbeid bevoegde instanties mee te werken aan de voorbereiding van een nationaal beleid ten aanzien van internationale aangelegenheden op het gebied van de arbeid, deel uit te maken van de vertegenwoordiging van de Staat met betrekking tot deze aangelegenheden en mee te werken aan het voorbereiden van de in verband hiermede op nationaal niveau te treffen maatregelen.
Artikel 9 Teneinde de juiste coördinatie te waarborgen van de functies en verantwoordelijkheden binnen het bestuursapparaat op het gebied van de arbeid, dient het Ministerie van Arbeid of een ander vergelijkbaar lichaam, op een door nationale wettelijke of bestuursrechtelijke voorschriften dan wel nationaal gebruik bepaalde wijze, de mogelijkheden te hebben om na te gaan of de semi-overheidsinstellingen die verantwoordelijk zijn gesteld voor bepaalde activiteiten betreffende de bestuurstaak op het gebied van de arbeid en de regionale of plaatselijke instellingen waaraan bepaalde activiteiten betreffende de bestuurstaak op het gebied van de arbeid zijn gedelegeerd, werken in overeenstemming met nationale wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften en zich houden aan de taken die hen zijn opgedragen.
Artikel 10 1. Personeel belast met de bestuurstaak op het gebied van de arbeid dient te bestaan uit personen met voldoende geschiktheid om de activiteiten die hen zijn opgedragen uit te voeren, die toegang hebben tot een voor de verrichting van deze activiteiten noodzakelijke opleiding en die onafhankelijk zijn van ongewenste invloeden van buitenaf.2. Dit personeel dient de beschikking te hebben over de status, de materiële middelen en de financiële bronnen die nodig zijn voor de doelmatige uitvoering van zijn taken. Artikel 11 De officiële bekrachtigingen van dit Verdrag worden medegedeeld aan de Directeur-Generaal van het Internationaal Arbeidsbureau en door hem geregistreerd.
Artikel 12 1. Dit Verdrag is slechts verbindend voor die Leden van de Internationale Arbeidsorganisatie die hun bekrachtigingen door de Directeur-Generaal hebben doen registreren.2. Het treedt in werking twaalf maanden na de datum waarop de bekrachtiging van twee Leden door de Directeur-Generaal zijn geregistreerd.3. Vervolgens treedt dit Verdrag voor ieder Lid in werking twaalf maanden na de datum waarop zijn bekrachtiging is geregistreerd. Artikel 13 1. Ieder Lid dat dit Verdrag heeft bekrachtigd, kan het opzeggen na afloop van een termijn van tien jaren na de datum waarop het Verdrag in werking is getreden, door middel van een aan de Directeur-Generaal van het Internationaal Arbeidsbureau gerichte en door deze geregistreerde verklaring.De opzegging wordt eerst van kracht een jaar na de datum waarop zij is geregistreerd. 2. Ieder Lid dat dit Verdrag heeft bekrachtigd en niet binnen een jaar na afloop van de termijn van tien jaren als bedoeld in het vorige lid, gebruik maakt van de bevoegdheid tot opzegging voorzien in dit artikel is voor een nieuwe termijn van tien jaren gebonden en kan daarna dit Verdrag opzeggen na afloop van elke termijn van tien jaren op de voorwaarden voorzien in dit artikel. Artikel 14 1. De Directeur-Generaal van het Internationaal Arbeidsbureau stelt alle Leden van de Internationale Arbeidsorganisatie in kennis van de registratie van alle bekrachtigingen en opzeggingen die hem door de Leden van de Organisatie zijn medegedeeld.2. Bij de kennisgeving aan de Leden van de Organisatie van de registratie van de tweede hem medegedeelde bekrachtiging, vestigt de Directeur-Generaal de aandacht van deze Leden op de datum waarop dit Verdrag in werking treedt. Artikel 15 De Directeur-Generaal van het Internationaal Arbeidsbureau doet aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties mededeling, ter registratie overeenkomstig het bepaalde in artikel 102 van het Handvest der Verenigde Naties, van de volledige bijzonderheden omtrent alle bekrachtigingen en opzeggingen die hij overeenkomstig de voorgaande artikelen heeft geregistreerd.
Artikel 16 Telkens wanneer de Raad van Beheer van het Internationaal Arbeidsbureau zulks nodig acht, brengt deze Raad aan de Algemene Conferentie verslag uit inzake de toepassing van dit Verdrag en onderzoekt of het wenselijk is de gehele of gedeeltelijke herziening ervan op de agenda van de Conferentie te plaatsen.
Artikel 17 1. Indien de Conferentie een nieuw Verdrag aanneemt, houdende gehele of gedeeltelijke herziening van dit Verdrag, zal, tenzij het nieuwe Verdrag anders bepaalt : a) bekrachtiging door een Lid van het nieuwe Verdrag, houdende herziening, ipso jure onmiddellijke opzegging van dit Verdrag ten gevolge hebben, niettegenstaande het bepaalde in artikel 13, onder voorbehoud evenwel dat het nieuwe Verdrag, houdende herziening, in werking is getreden;b) met ingang van de datum waarop het nieuwe Verdrag, houdende herziening, in werking is getreden, zal dit Verdrag niet langer door de Leden kunnen worden bekrachtigd.2. Dit Verdrag blijft echter naar vorm en inhoud van kracht voor de Leden die het hebben bekrachtigd en die het nieuwe Verdrag, houdende herziening, niet hebben bekrachtigd. Artikel 18 De Engelse en de Franse tekst van dit Verdrag zijn gelijkelijk gezaghebbend.
Verdrag nr. 150 betreffende de bestuurstaak op het gebied van de arbeid : taak, functies en organisatie, aangenomen te Genève op 26 juni 1978
Staten
Datum authentificatie
Type instemming
Datum instemming
Datum interne inwerkingtreding
ALBANIE
Bekrachtiging
24/07/2002
24/07/2003
ALGERIJE
Bekrachtiging
26/01/1984
26/01/1985
ANDORRA
Onbepaald
ANGOLA
Onbepaald
ANTIGUA ET BARBUDA
Bekrachtiging
16/09/2002
16/09/2003
ARGENTINIE
Bekrachtiging
20/02/2004
20/02/2005
ARMENIE
Bekrachtiging
18/05/2005
18/05/2006
AUSTRALIE
Bekrachtiging
10/09/1985
10/09/1986
AZERBEIDZJAN
Onbepaald
BAHAMAS, DE
Onbepaald
BAHREIN
Onbepaald
BANGLADESH
Onbepaald
BARBADOS
Onbepaald
BELARUS
Bekrachtiging
15/09/1993
15/09/1994
BELIZE
Bekrachtiging
06/03/2000
06/03/2001
BENIN
Bekrachtiging
11/06/2001
11/06/2002
BERMUDA
Onbepaald
BHOUTAN
Onbepaald
BOLIVIA
Onbepaald
BOTSWANA
Onbepaald
BRAZILIE
Onbepaald
BRUNEI
Onbepaald
BULGARIJE
Onbepaald
BURKINA FASO
Bekrachtiging
03/04/1980
03/04/1981
BURUNDI
Onbepaald
BELGIE
Bekrachtiging
21/10/2011
21/10/2012
CAMBODJA
Bekrachtiging
23/08/1999
23/08/2000
CANADA
Onbepaald
CENTRAAL-AFRIKAANSE REPUBLIEK
Bekrachtiging
05/06/2006
05/06/2007
CHILI
Onbepaald
CHINA (VOLKSREPUBLIEK)
Bekrachtiging
07/03/2002
07/03/2003
COLOMBIA
Onbepaald
COMOREN
Onbepaald
CONGO (REPUBLIEK)
Bekrachtiging
24/06/1986
24/06/1987
CONGO (DEM. REP.)
Bekrachtiging
03/04/1987
03/04/1988
COSTA RICA
Bekrachtiging
25/09/1984
25/09/1985
CUBA
Bekrachtiging
29/12/1980
29/12/1981
CYPRUS
Bekrachtiging
06/07/1981
06/07/1982
DENEMARKEN
Bekrachtiging
05/06/1981
05/06/1982
DJIBOUTI
Onbepaald
DOMINICA
Bekrachtiging
26/07/2004
26/07/2005
DOMINICAANSE REPUBLIEK
Bekrachtiging
15/06/1999
15/06/2000
DUITSLAND
Bekrachtiging
26/02/1981
26/02/1982
ECUADOR
Onbepaald
EGYPTE
Bekrachtiging
05/12/1991
05/12/1992
EL SALVADOR
Bekrachtiging
02/02/2001
02/02/2002
EQUATORIAAL GUINEA
Onbepaald
ESTLAND
Onbepaald
ETHIOPIE
Onbepaald
FIJI
Onbepaald
FILIPPIJNEN
Onbepaald
FINLAND
Bekrachtiging
25/02/1980
25/02/1981
FRANKRIJK
Onbepaald
FRANS-GUYANA
Onbepaald
FRANS-POLYNESIE
Onbepaald
GABON
Bekrachtiging
11/10/1979
11/10/1980
GEORGIE
Onbepaald
GHANA
Bekrachtiging
27/05/1986
27/05/1987
GRENADA
Onbepaald
GRIEKENLAND
Bekrachtiging
31/07/1985
31/07/1986
GUAM
Onbepaald
GUATEMALA
Onbepaald
GUINEA
Bekrachtiging
08/06/1982
08/06/1983
GUINEE-BISSAU
Onbepaald
10/01/1983
10/01/1984
GUYANA
Bekrachtiging
HAITI
Onbepaald
HONDURAS
Onbepaald
HONGARIJE
Onbepaald
IERLAND
Onbepaald
IJSLAND
Onbepaald
INDIA
Onbepaald
INDONESIE
Onbepaald
IRAK
Bekrachtiging
10/07/1980
11/10/1980
IRAN
Onbepaald
ISRAEL
Bekrachtiging
07/12/1979
11/10/1980
ITALIE
Bekrachtiging
28/02/1985
28/02/1986
IVOORKUST
Onbepaald
JAMAICA
Bekrachtiging
04/06/1984
04/06/1985
JAPAN
Onbepaald
JEMEN
Onbepaald
JORDANIE
Bekrachtiging
10/07/2003
10/07/2004
KAAPVERDISCHE (EILANDEN)
Onbepaald
KAMEROEN
Onbepaald
KENIA
Onbepaald
KIRGIZISTAN
Bekrachtiging
22/12/2003
22/12/2004
KOEWEIT
Onbepaald
KOREA (NOORD)
Bekrachtiging
08/12/1997
08/12/1998
KOREA (ZUID)
Onbepaald
KROATIE
Onbepaald
LAOS
Onbepaald
LESOTHO
Bekrachtiging
14/06/2001
14/06/2002
LETLAND
Bekrachtiging
08/03/1993
08/03/1994
LIBANON
Bekrachtiging
04/04/2005
04/04/2006
LIBERIA
Bekrachtiging
02/06/2003
02/06/2004
LIBIE
Onbepaald
LIECHTENSTEIN
Onbepaald
LITOUWEN
Onbepaald
LUXEMBURG
Bekrachtiging
21/03/2001
21/03/2002
MACEDONIE (VOORMALIGE JOEGOSLAVISCHE REP.)
Onbepaald
MADAGASCAR
Onbepaald
MALAWI
Bekrachtiging
19/11/1999
19/11/2000
MALDIVEN
Onbepaald
MALEISIE
Onbepaald
MALI
Bekrachtiging
23/01/2008
23/01/2009
MALTA
Onbepaald
MAROKKO
Bekrachtiging
03/04/2009
03/04/2010
MARTINIQUE
Onbepaald
MAURITANIE
Onbepaald
MAURITIUS
Bekrachtiging
05/04/2004
05/04/2005
MEXICO
Bekrachtiging
10/02/1982
10/02/1983
MOLDAVIE
Bekrachtiging
10/11/2006
10/11/2007
MONACO
Onbepaald
MONGOLIE
Onbepaald
MOZAMBIQUE
Onbepaald
MYANMAR (BURMA)
Onbepaald
28/06/1996
28/06/1997
NAMIBIE
Bekrachtiging
08/08/1980
11/10/1980
NEDERLAND
Bekrachtiging
NEPAL
Onbepaald
NICARAGUA
Onbepaald
NIEUW-CALEDONIE
Onbepaald
NIEUW-ZEELAND
Onbepaald
NIGER
Onbepaald
NIGERIA
Onbepaald
NOORWEGEN
Bekrachtiging
19/03/1980
11/10/1980
OEKRAINE
Bekrachtiging
10/11/2004
10/11/2005
OMAN
Onbepaald
OOSTENRIJK
Onbepaald
PAKISTAN
Onbepaald
PANAMA
Onbepaald
PAPOEA-NIEUW-GUINEA
Onbepaald
PARAGUAY
Onbepaald
PERU
Onbepaald
POLEN
Onbepaald
PORTUGAL
Bekrachtiging
09/01/1981
09/01/1982
QATAR
Onbepaald
REUNION
Onbepaald
ROEMENIE
Bekrachtiging
04/11/2008
04/11/2009
RUSLAND
Bekrachtiging
02/07/1998
02/07/1999
RWANDA
Onbepaald
SAINT-VINCENT ET GRENADE
Onbepaald
SAINT-PIERRE ET MIQUELON
Onbepaald
SALOMOM EILANDEN
Onbepaald
SAN MARINO
Bekrachtiging
19/04/1988
19/04/1989
SAO TOME EN PRINCIPE
Onbepaald
SAUDI-ARABIE
Onbepaald
SENEGAL
Onbepaald
SEYCHELLEN
Bekrachtiging
23/11/1999
23/11/2000
SIERRA LEONE
Onbepaald
SINGAPORE
Onbepaald
SLOVAKIJE
Onbepaald
SOMALIE
Onbepaald
SPANJE
Bekrachtiging
03/03/1982
03/03/1983
SRI LANKA
Onbepaald
ST. LUCIA
Onbepaald
SUDAN
Onbepaald
SURINAME
Bekrachtiging
29/09/1981
29/09/1982
SWAZILAND
Onbepaald
SYRIE
Onbepaald
TANZANIA
Onbepaald
THAILAND
Onbepaald
TOGO
Bekrachtiging
30/03/2012
30/03/2013
TONGA
Onbepaald
TRINIDAD EN TOBAGO
Bekrachtiging
17/08/2007
17/08/2008
TSJAAD
Onbepaald
TSJECHISCHE REP. Bekrachtiging
09/10/2000
09/10/2001
TUNESIE
Bekrachtiging
23/05/1988
23/05/1989
TURKIJE
Onbepaald
UGANDA
Onbepaald
URUGUAY
Bekrachtiging
19/06/1989
19/06/1990
VENEZUELA
Bekrachtiging
17/08/1983
17/08/1984
VERENIGD KONINKRIJK
Bekrachtiging
19/03/1980
11/10/1980
VERENIGDE ARABISCHE EMIRATEN
Onbepaald
VERENIGDE STATEN
Bekrachtiging
03/03/1995
03/03/1996
VIETNAM
Onbepaald
WEST-SAMOA
Onbepaald
ZAMBIA
Bekrachtiging
19/08/1980
11/10/1980
ZIMBABWE
Bekrachtiging
27/08/1998
27/08/1999
ZUID-AFRIKA
Onbepaald
ZWEDEN
Bekrachtiging
11/06/1979
11/10/1980
ZWITSERLAND
Bekrachtiging
03/03/1981
03/03/1982