gepubliceerd op 25 mei 2012
Wet tot behoud van pensioenrechten van personeelsleden van hogescholen bij hun integratie in universiteiten
22 APRIL 2012. - Wet tot behoud van pensioenrechten van personeelsleden van hogescholen bij hun integratie in universiteiten (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2.Artikel 77, eerste lid, van de wet van 20 juli 1991 houdende sociale en diverse bepalingen, wordt aangevuld met de bepaling onder 3°, luidende : « 3° op de in 1° en 2° bedoelde personeelsleden die bij of krachtens decreet met behoud van hun rechtspositieregeling, met inbegrip van alle toekomstige wijzigingen, vanuit een hogeschool zijn overgedragen naar een universiteit en in zoverre ze niet overgenomen zijn met toepassing van de rechtspositieregeling van de universiteit. »
Art. 3.Artikel 80 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 3 februari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/02/2003 pub. 13/03/2003 numac 2003022221 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse wijzigingen aan de wetgeving betreffende de pensioenen van de openbare sector sluiten, wordt aangevuld met een § 3, luidende : « § 3. De diensten die bij een universiteit worden verricht door de personeelsleden bedoeld in artikel 77, eerste lid, 3°, worden geacht verricht te zijn in de weddetoelageregeling, zolang de betrokkenen hun rechtspositieregeling van de hogeschool behouden. »
Art. 4.In artikel 7 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 juli 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt : « § 1.De toepassing van de wet wordt beperkt tot de regeling voor verplichte verzekering tegen ziekte en invaliditeit, tot de regeling voor rust- en overlevingspensioenen voor werknemers en tot de regeling betreffende de arbeidsvoorziening en de werkloosheid voor werknemers wat betreft de private personen die een instelling voor niet-universitair onderwijs inrichten alsmede de leden van het personeel dat zij tewerkstellen en die de weddetoelage ten laste van een Gemeenschap of van andere publiekrechtelijke personen ontvangen.
De toepassing van de wet wordt echter beperkt tot de regeling voor verplichte verzekering tegen ziekte en invaliditeit, sector van de geneeskundige verzorging, wanneer het genot van de weddetoelage aanspraak doet ontstaan op een pensioen ten laste van de Schatkist of wanneer belanghebbenden inzake pensioen op dezelfde wijze behandeld worden als de stagiairs van het Gemeenschapsonderwijs. »; 2° paragraaf 2, opgeheven bij het koninklijk besluit van 9 juli 1984, wordt hersteld als volgt : « § 2.De toepassing van de wet wordt beperkt tot de regeling voor verplichte verzekering tegen ziekte en invaliditeit, sector van de geneeskundige verzorging voor de vastbenoemde of daarmee gelijkgestelde personeelsleden die bij of krachtens een decreet met behoud van hun rechtspositieregeling, met inbegrip van alle toekomstige wijzigingen, vanuit een hogeschool overgedragen zijn aan een universiteit.
De in het eerste lid vermelde beperking geldt niet voor personeelsleden die door een universiteit overgenomen zijn met toepassing van de rechtspositieregeling van de universiteit. »
Art. 5.De Koning kan de bepaling gewijzigd door artikel 4 opheffen, aanvullen, wijzigen of vervangen.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 22 april 2012.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Pensioenen, V. VAN QUICKENBORNE De Vice-Eerste Minister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, Mevr. L. ONKELINX Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM _______ Nota (1) Doc.Senaat nr. 5-1513/1.