gepubliceerd op 12 februari 2007
Wet tot wijziging van het Strafwetboek met het oog op het strenger bestraffen van geweld tegen bepaalde categorieën van personen
20 DECEMBER 2006. - Wet tot wijziging van het Strafwetboek met het oog op het strenger bestraffen van geweld tegen bepaalde categorieën van personen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2.In het Strafwetboek wordt een artikel 279bis ingevoegd, luidende : «
Art. 279bis.Wanneer de slagen worden toegebracht zonder het oogmerk om te doden, en toch de dood veroorzaken, wordt de schuldige gestraft met opsluiting van zeven jaar tot tien jaar.
Hij wordt gestraft met opsluiting van twaalf jaar tot vijftien jaar indien hij die gewelddaden met voorbedachten rade pleegt. ».
Art. 3.Artikel 281 van het hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met het volgende lid : « De schuldige wordt gestraft met gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en met geldboete van honderd euro tot vijfhonderd euro indien hij met voorbedachten rade heeft gehandeld. ».
Art. 4.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 281bis ingevoegd, luidende : «
Art. 281bis.Indien de slagen, hetzij een ongeneeslijk lijkende ziekte, hetzij een blijvende ongeschiktheid tot het verrichten van persoonlijke arbeid, hetzij het volledig verlies van het gebruik van een orgaan, hetzij een zware verminking ten gevolge hebben, is de straf gevangenisstraf van vier jaar tot vijf jaar en een geldboete van tweehonderd euro tot vijfhonderd euro.
De straf is opsluiting van zeven jaar tot tien jaar in geval de schuldige heeft gehandeld met voorbedachten rade. ».
Art. 5.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 281ter ingevoegd, luidende : «
Art. 281ter.Wanneer de slagen worden toegebracht zonder het oogmerk om te doden, en toch de dood veroorzaken, wordt de schuldige gestraft met opsluiting van zeven jaar tot tien jaar.
Hij wordt gestraft met opsluiting van twaalf jaar tot vijftien jaar indien hij die gewelddaden met voorbedachten rade pleegt. ».
Art. 6.In boek II, titel VIII, hoofdstuk I, afdeling II van hetzelfde Wetboek, wordt een artikel 410bis ingevoegd, luidende : «
Art. 410bis.Indien de schuldige, in de gevallen omschreven in de artikelen 398 tot 405, de misdaad of het wanbedrijf pleegt tegen een chauffeur, een begeleider, een controleur of een loketbediende van een uitbater van een netwerk voor openbaar vervoer, een postbode, een brandweerman, een lid van de civiele bescherming, een ambulancier, een arts, een apotheker, een kinesitherapeut, een verpleegkundige, een lid van het personeel aangesteld voor het onthaal in de spoeddiensten van de verzorgingsinstellingen, een maatschappelijk werker of een psycholoog van een openbare dienst, in de uitoefening van hun bediening, wordt de minimumstraf bedoeld in die artikelen verdubbeld in geval van gevangenisstraf en met twee jaar verhoogd in geval van opsluiting.
Hetzelfde geldt wanneer de schuldige, die als leerling of student is ingeschreven in een onderwijsinstelling of er was ingeschreven tijdens de zes maanden die aan de feiten zijn voorafgegaan, of die vader, moeder of familielid van die leerling of student is, of enige andere persoon is die gezag heeft over die leerling of student of hem onder zijn bewaring heeft, de misdaad of het wanbedrijf heeft gepleegd tegen een lid van het personeel of van de directie van de onderwijsinstelling, tegen de personen die de opvang van leerlingen verzorgen in een medisch-pedagogisch Instituut dat door een gemeenschap wordt ingericht of gesubsidieerd, of tegen een externe actor die door de gemeenschapsoverheden belast is met het voorkomen en het oplossen van geweld op school, in de uitoefening van hun bediening. ».
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 20 december 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX Met's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Zitting 2004-2005. Kamer van volksvertegenwoordigers.
Parlementaire stukken. - Wetsontwerp, nr. 51-1843/001.
Zitting 2005-2006.
Kamer van volksvertegenwoordigers.
Parlementaire stukken. - Amendementen, nr. 51- 1843/002. - Amendement, nr. 51-1843/003. - Amendement, nr. 51-1843/004. - Amendementen, nr. 51- 1843/005. - Amendementen, nr. 51- 1843/006. - Verslag namens commissie, nr. 51-1843/007. - Tekst aangenomen door de commissie, nr. 51-1843/008. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, nr. 51-1843/009.
Parlementaire Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 6 juli 2006.
Zitting 2006-2007.
Senaat : Parlementaire stukken. - Ontwerp geëvoceerd door de Senaat, nr. 3-1791/1. - Amendementen, nr. 3-1791/2. - Verslag namens commissie, nr. 3-1791/3. - Beslissing om niet te amenderen, nr. 3-1791/4.
Parlementaire Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 7 december 2006.