Etaamb.openjustice.be
Wet van 19 maart 2014
gepubliceerd op 16 april 2014

Wet tot wijziging van de wet van 19 december 1950 tot instelling van Orde der Dierenartsen

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2014018120
pub.
16/04/2014
prom.
19/03/2014
ELI
eli/wet/2014/03/19/2014018120/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)Senaat (fiche)
Document Qrcode

19 MAART 2014. - Wet tot wijziging van de wet van 19 december 1950Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/12/1950 pub. 09/02/2012 numac 2012000069 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van de Orde der dierenartsen sluiten tot instelling van Orde der Dierenartsen (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2.Artikel 2 van de wet van 19 december 1950Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/12/1950 pub. 09/02/2012 numac 2012000069 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van de Orde der dierenartsen sluiten tot instelling van de Orde der Dierenartsen, wordt vervangen als volgt: "

Art. 2.§ 1. De Orde van Dierenartsen bestaat uit : 1° ieder natuurlijk persoon die een diploma, certificaat of andere titel bezit die toelaat om op het grondgebied de diergeneeskunde uit te oefenen, hierna te noemen de dierenarts, die er de diergeneeskunde wil uitoefenen en die een inschrijving heeft bekomen op een van de in artikel 5 bedoelde lijsten van de dierenartsen;2° ieder diergeneeskundig rechtspersoon die een inschrijving heeft bekomen op een van de in artikel 5 bedoelde lijsten van de diergeneeskundige rechtspersonen. De diergeneeskundige rechtspersoon is de rechtspersoon die beschikt over rechtspersoonlijkheid, met een maatschappelijke zetel en bij ontstentenis ervan met een uitbatingszetel in België en die geregistreerd is bij de Kruispuntbank van Ondernemingen met een ondernemingsnummer en die aan volgende voorwaarden voldoet: 1° alle zaakvoerders, bestuurders, leden van het directiecomité zijn natuurlijke personen die ertoe gemachtigd werden het beroep van dierenarts uit te oefenen overeenkomstig artikel 4 van de wet van 28 augustus 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/08/1991 pub. 06/07/2011 numac 2011000415 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde Officieuze coördinatie in het Duits sluiten op de uitoefening van de diergeneeskunde;2° zijn doel en activiteit zijn beperkt tot het verlenen van diensten die behoren tot de uitoefening van het beroep van dierenarts en mogen hiermee niet onverenigbaar zijn;3° indien hij is opgericht in de vorm van een naamloze vennootschap of een commanditaire vennootschap op aandelen, zijn zijn aandelen op naam;4° de aandelen of deelbewijzen alsook de stemrechten zijn rechtstreeks of onrechtstreeks in het bezit van dierenartsen die de diergeneeskunde uitoefenen binnen de diergeneeskundige rechtspersoon.Nochtans kan 33 % van de aandelen en deelbewijzen in het bezit zijn van rechthebbenden van dierenartsen-vennoten, van andere dierenartsen of van diergeneeskundige rechtspersonen; 5° de diergeneeskundige rechtspersoon mag geen aandelen bezitten in andere vennootschappen of rechtspersonen waarvan het maatschappelijk doel of de activiteiten onverenigbaar kunnen zijn met de uitoefening van de diergeneeskunde. Als de rechtspersoon niet meer voldoet aan de vereiste voorwaarden om zijn inschrijving op de lijst van de Orde te behouden, beschikt hij over een termijn van zes maanden om zich in regel te stellen met die voorwaarden. Deze termijn kan verlengd worden door de bevoegde gewestelijke raad. § 2. De dierenartsen verkrijgen voorafgaand aan de effectieve uitoefening van de diergeneeskunde hun inschrijving op een van de in artikel 5 bedoelde lijsten van de dierenartsen. Ze vragen hun inschrijving aan de bevoegde gewestelijke raad in functie van hun administratieve beroepsverblijfplaats. De administratieve beroepsverblijfplaats van een natuurlijk persoon is de uitbatingszetel van zijn diergeneeskundige beroepsactiviteit in België die kan hetzelfde zijn als zijn wettelijke verblijfplaats. Alle dierenartsen die hun inschrijving op een van de lijsten van de Orde vragen, delen terzelfdertijd het adres van hun wettelijke verblijfplaats mee.

De dierenartsen die wettelijk gevestigd zijn in een andere lidstaat van de Europese Unie voor het uitoefenen van de diergeneeskunde en die tijdelijk of occasioneel willen uitoefenen in België vragen hun inschrijving in het in artikel 5 bedoelde speciale register onder de voorwaarden en volgens de door de Koning vastgelegde nadere regels. § 3. De diergeneeskundige rechtspersonen verkrijgen voorafgaand aan de effectieve uitoefening hun inschrijving op een van de in artikel 5 bedoelde lijsten van de diergeneeskundige rechtspersonen. Ze vragen hun inschrijving aan de bevoegde gewestelijke raad in functie van hun maatschappelijke zetel of bij gebrek daaraan van hun uitbatingszetel in België. § 4. De bevoegde gewestelijke raad van de Orde kan een inschrijving op een van de lijsten van de Orde enkel weigeren indien de aanvrager op het ogenblik van zijn aanvraag tijdelijk of definitief het verbod in België of in het land van oorsprong opgelegd gekregen heeft om de diergeneeskunde uit te oefenen.

De aanvrager die bij zijn aanvraag blijft, kan eisen in persoon door de raad van de Orde te worden gehoord. Hij heeft het recht zich door een of meer raadslieden te doen bijstaan. De raad van de Orde wijst een met redenen omklede uitspraak. De in deze wet bepaalde regels van territoriale bevoegdheid, die met betrekking tot het taalgebruik alsmede die in zake hoger beroep en voorziening in cassatie, worden eveneens in acht genomen.".

Art. 3.In artikel 5 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de eerste zin wordt vervangen als volgt : " § 1.De lijsten van de Orde bestaan uit : - de lijst van de dierenartsen; - de lijst van de diergeneeskundige rechtspersonen; - het speciaal register. § 2. De gewestelijke raden van de Orde stellen hun lijsten op en actualiseren een lijst van de dierenartsen, een lijst van de diergeneeskundige rechtspersonen en het speciaal register. De in artikel 2, § 2, tweede lid, bedoelde dierenarts kiest de gewestelijke raad waar hij van afhangt op het moment van zijn vraag tot inschrijving in het speciaal register"; 2° in het tweede lid, waarvan de bestaande tekst § 2, tweede lid, zal vormen worden de woorden "Zij zorgen" vervangen door de woorden "De gewestelijke raden zorgen";3° de bestaande tekst van het derde lid zal § 2, derde lid, vormen;4° het vierde en het vijfde lid worden opgeheven.

Art. 4.Artikel 6 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : "

Art. 6.Onverminderd de wetgeving antidiscriminatie, is elke inmenging door de Orde op het gebied van de beroepsorganisatie verboden.".

Art. 5.In artikel 7 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt : "De gewestelijke raden zijn samengesteld uit effectieve en plaatsvervangende leden, ingeschreven op de lijst van de natuurlijke personen en verkozen door de op deze lijst ingeschreven dierenartsen."; 2° in het vijfde lid worden de woorden ", met uitzondering van de schorsing en het definitief verbod de veeartsenijkunde uit te oefenen" opgeheven;3° in het zesde lid wordt het woord ", ontzetting" ingevoegd tussen de woorden "ontslag" en "of overlijden";4° in het zesde lid worden de woorden "werkelijk lid" vervangen door de woorden "effectief lid".

Art. 6.Artikel 8 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : "

Art. 8.De effectieve en plaatsvervangende leden van de gewestelijke raden worden voor zes jaar verkozen onder de dierenartsen, die sedert ten minste vijf jaar op een van de lijsten van de Orde ingeschreven zijn.

De gewestelijke raden worden om de drie jaar met de helft vernieuwd volgens de door de Koning vastgestelde nadere regels.

De effectieve leden van de gewestelijke raden zijn niet onmiddellijk herkiesbaar voor deze raden".

Art. 7.Artikel 9 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : "

Art. 9.Elk lid van een raad van de Orde, dat behoorlijk opgeroepen, zonder wettige reden, drie achtereenvolgende vergaderingen niet bijwoont, is strafbaar met waarschuwing of berisping.

Zware inbreuken tegen wetten en reglementen betreffende de Orde van dierenartsen, tegen het procedurereglement, handelingen of uitspraken die de eerbaarheid of integriteit die de Orde moet genieten zouden kunnen aantasten, zijn handelingen die kunnen leiden tot de ontzetting uit het mandaat van effectief of plaatsvervangend lid. Deze beslissing daartoe behoort tot de bevoegdheid van de gemengde raad van beroep.

Deze wordt gevat bij beslissing van de hoge raad.".

Art. 8.Artikel 10 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : "

Art. 10.De gewestelijke raad van de Orde verkiest in zijn schoot een voorzitter, een ondervoorzitter en een secretaris, die het bureau vormen.

Elke gewestelijke raad, het bureau van de gewestelijke raad en het onderzoekscollege zoals bepaald in artikel 13, worden bijgestaan door een magistraat van eerste aanleg, ofwel van het parket of van de zetel, effectief of ere-magistraat die door de Koning wordt aangewezen en die raadgevende stem heeft. De Koning wijst ook, onder dezelfde voorwaarden, een plaatsvervangende bijzitter aan".

Art. 9.In artikel 11 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid wordt de eerste zin vervangen als volgt : " De Koning vult de hoge raad aan door in elk van de diergeneeskundige faculteiten van de universiteiten van Gent en Luik een titelvoerend afgevaardigde en een plaatsvervangend afgevaardigde aan te wijzen."; 2° het derde lid wordt aangevuld met de volgende zinnen : "De afgevaardigde van de diergeneeskundige faculteit van de universiteit van Gent zetelt in de Nederlandstalige afdeling en de afgevaardigde van de diergeneeskundige faculteit van de universiteit van Luik zetelt in de Franstalige afdeling.De hoge raad wordt bijgestaan door de magistraten assessoren van de gewestelijke raden die een raadgevende stem hebben."; 3° in het vierde lid worden de woorden "voorzitters van Kamer" vervangen door het woord "Kamervoorzitters";4° het zesde lid, 5°, wordt vervangen als volgt : "5° De algemene bedrijvigheid van de gewestelijke raden te controleren en hun uitspraken samen te ordenen.Hij kan de gewestelijke raden gelasten een onderzoek in te stellen nopens alle zaken die tot hun bevoegdheid behoren;"; 5° het zesde lid wordt aangevuld met de bepaling onder 6°, luidende : "6° De door de gemengde raden van beroep gewezen uitspraken voor het Hof van Cassatie brengen."; 6° in het zevende lid, worden de woorden ", de gemengde raden van beroep" opgeheven.

Art. 10.In artikel 12 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 20 januari 1961 en 15 juli 1970, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "en uit drie dierenartsen door het lot aangewezen onder de leden van de gewestelijke raad der Orde wiens beslissing bestreden wordt, met uitsluiting van hen die ze gewezen hebben" vervangen door de woorden "en uit drie dierenartsen effectieve leden verkozen voor drie jaar uit de leden die tenminste vijf jaar zijn ingeschreven op de lijst van de Orde en die geen leden van de gewestelijke raad zijn.Na hun mandaat van drie jaar, zijn ze onmiddellijk opnieuw verkiesbaar voor de gemengde raad van beroep of verkiesbaar voor de gewestelijke raad"; 2° het derde lid wordt vervangen als volgt : "De gemengde raad van beroep is gelast met het geheel van de zaak.De gemengde raad van beroep kan de sanctie verzwaren zelfs als alleen de betrokken dierenarts beroep heeft aangetekend. De door de gemengde raad van beroep gewezen eindbeslissingen, kunnen door de verschijnende partij of de Hoge Raad bij het Hof van Cassatie aangevochten worden wegens overtreding van de wet of schending van de substantiële of op straffe van nietigheid voorgeschreven pleegvormen."; 3° het vierde lid wordt vervangen als volgt : "In geval van cassatie, wordt de zaak teruggewezen naar de anders samengestelde gemengde raad van beroep.Dit rechtscollege voegt zich naar de uitspraak van het Hof van Cassatie wat de rechtsvragen betreft waarover dit Hof uitspraak heeft gedaan.".

Art. 11.In artikel 13 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 26 januari 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/01/1999 pub. 18/03/1999 numac 1999016040 bron ministerie van middenstand en landbouw Wet tot wijziging van artikel 13 van de wet van 19 december 1950 tot instelling van de Orde der Dierenartsen sluiten en gewijzigd bij de wet van 10 november 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt : "Het Bureau van de gewestelijke raad ontvangt de informatie, klachten, verklaringen, vragen en wijst, in voorkomend geval, onder zijn leden of deze van de Gewestelijke Raad, een dierenarts aan die de zaken zal onderzoeken waarvoor het Bureau bevoegd is."; 2° het vierde en het vijfde lid worden vervangen door de volgende leden : "De voorzitter brengt verslag uit aan het bureau van de gewestelijke raad nadat het proces-verbaal van verzoening of niet-verzoening is opgesteld. Eens het onderzoek is afgesloten brengt de onderzoeker verslag uit aan een onderzoekscollege samengesteld uit drie leden aangewezen door de gewestelijke raad onder zijn leden. Dit college kiest in zijn schoot een voorzitter. Deze wordt bijgestaan door de in artikel 10 bedoelde magistraat en kan een griffier aanwijzen. Het college beslist hetzij tot seponeren en vraagt alsdan eventueel aan de voorzitter van de gewestelijke raad om de betrokken dierenarts vaderlijk te vermanen, hetzij dat de dierenarts verschijnt voor de gewestelijke raad en formuleert alsdan de tenlasteleggingen.

Het lid of de leden van het bureau of van de raad die de onderzoeksopdracht hebben uitgevoerd of die zetelden in het onderzoekscollege, mogen niet deelnemen aan de beraadslagingen noch aan de uitspraak in tuchtzaken.".

Art. 12.Artikel 14 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : "

Art. 14.§ 1. De raad van de Orde beschikt over de volgende strafmaatregelen : waarschuwing, berisping, schorsing van het recht om de diergeneeskunde uit te oefenen, gedurende een termijn die twee jaar niet mag overschrijden en schrapping van de lijsten van de Orde, met definitief verbod de diergeneeskunde in België uit te oefenen.

De tuchtstraffen zijn ook van toepassing op diergeneeskundige rechtspersonen.

Wanneer een tuchtstraf wordt opgelegd aan een rechtspersoon, kan er een ook tuchtstraf worden opgelegd aan de natuurlijke personen die ingeschreven zijn op de lijsten van de Orde wier interventie aan de basis ligt van de feiten waarvoor de rechtspersoon een tuchtstraf kreeg.

Morele sancties, met andere woorden de waarschuwing en de berisping, worden uitgewist na vijf jaar.

Een berovende sanctie, met andere woorden, de schorsing van het recht tot uitoefening van de diergeneeskunde, kan uitgewist worden op verzoek van de betrokken dierenarts gericht tot de gemengde raad van beroep. Dit verzoek kan slechts een enkele keer worden ingediend en dit ten minste tien jaar na het beëindigen van de schorsing.

De dierenartsen die bij in kracht van gewijsde getreden beslissing een schorsing hebben opgelopen, zijn definitief ontzet uit hun recht van verkiesbaarheid behalve in het geval de sanctie werd uitgewist, en, tijdens de termijn van de schorsing, uit hun recht deel te nemen aan de verkiezingen van de raad van de Orde.

De effectieve of plaatsvervangende leden van de raden van de Orde die bij in kracht van gewijsde getreden beslissing veroordeeld werden uit hoofde van een inbreuk inzake de uitoefening van de diergeneeskunde of degenen die enige tuchtstraf hebben opgelopen, zijn van rechtswege uit hun mandaat ontzet.

De inbreuken op de sancties van schrapping en schorsing kunnen het voorwerp uitmaken van vervolging wegens onwettige uitoefening van de diergeneeskunde . § 2. De hoge raad van de Orde kan, door een administratieve beslissing, het recht om de diergeneeskunde uit te oefenen, schorsen of het behoud ervan afhankelijk maken van de aanvaarding, door de betrokkene, van de opgelegde beperkingen, wanneer, op advies van geneesheren deskundigen aangewezen door de hoge raad van de Orde van dierenartsen, vastgesteld wordt dat een dierenarts niet meer voldoet aan de vereiste fysieke of psychische geschiktheden om, zonder risico's, de uitoefening van zijn beroep voort te zetten.

Die dierenarts heeft niet de vrijheid om zich aan het onderzoek door de deskundigen te onttrekken. In dat laatste geval kan de hoge raad van de Orde, bij eenparige beslissing, het recht om de diergeneeskunde uit te oefenen, schorsen of het behoud ervan afhankelijk maken van het feit dat de betrokkene de beperkingen aanvaardt die hem of haar worden opgelegd gedurende de periode die nodig is om het advies van de deskundigen in te winnen. Die periode mag nooit meer dan drie maanden, hernieuwbaar zo vaak als nodig, bedragen.

Wanneer zijn fysieke of psychische ongeschiktheid dusdanig is dat ernstige gevolgen voor zowel mensen als dieren kunnen worden gevreesd, kan de hoge raad van de Orde, bij eenparige beslissing, het recht om de diergeneeskunde uit te oefenen, schorsen of het behoud ervan afhankelijk maken van het feit dat de betrokkene de beperkingen aanvaardt die hem of haar worden opgelegd gedurende de periode die nodig is om het advies van de deskundigen in te winnen. Die periode kan nooit meer dan twee maanden, hernieuwbaar zo vaak als nodig, bedragen.

De schorsing of het voorwaardelijke behoud van het recht om de diergeneeskunde uit te oefenen, neemt een einde zodra de hoge raad van de Orde een definitieve uitspraak heeft gedaan.

De in deze paragraaf vermelde administratieve beslissingen zijn niet van toepassing op de diergeneeskundige rechtspersoon".

Art. 13.In artikel 15, tweede lid, van dezelfde wet, worden de woorden "de artikelen 44 tot en met 47 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering" vervangen door de woorden "het Gerechtelijk Wetboek".

Art. 14.In artikel 16 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, wordt het woord "gewestelijke" tussen de woorden "van de" en "raad" ingevoegd;2° het derde lid wordt vervangen als volgt : "De hoge raad van de Orde kan enkel geldig beraadslagen indien twee derden van zijn leden, voorgezeten door de magistraat aangewezen als voorzitter overeenkomstig artikel 11, aanwezig zijn";3° in het vierde lid wordt het woord "getroffen" vervangen door het woord "genomen".

Art. 15.In artikel 17, eerste lid, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 1 maart 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/2007 pub. 30/08/2007 numac 2007000775 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van artikel 9 van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren. - Duitse vertaling type wet prom. 01/03/2007 pub. 14/03/2007 numac 2007200604 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten, wordt het woord "gewestelijke" tussen de woorden "van de" en "raad" ingevoegd.

Art. 16.In artikel 20, eerste lid, van dezelfde wet, wordt het woord "gewestelijke" tussen de woorden "van de" en "raden" ingevoegd.

Art. 17.In artikel 21 van dezelfde wet worden de woorden "De leden van de raden der Orde, van de hoge raad en van de gemengde raden van beroep zijn" vervangen door de woorden " Onverminderd de toepassing van de in artikel 458 van het Strafwetboek voorziene strafbepalingen, zijn de leden van de gewestelijke raden van de Orde, van de hoge raad en van de gemengde raden van beroep".

Art. 18.Artikel 22 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : "

Art. 22.Alleen de hoge raad treedt in rechte op. Hij kan zich laten vertegenwoordigen door een van zijn leden.".

Art. 19.In artikel 23 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt : "De hoge raad en de gewestelijke raden mogen, in eigendom of anders, geen gebouwen bezitten dan die welke voor hun werking nodig zijn."; 2° het derde lid wordt vervangen als volgt : "De hoge raad van de Orde stelt het bedrag van de bijdragen van de dierenartsen en de diergeneeskundige rechtspersonen vast die nodig zijn voor de werking van de organen van de Orde.De gewestelijke raden innen de bijdragen van de op hun respectievelijke lijsten ingeschreven leden."

Art. 20.Artikel 24 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : "

Art. 24.De Koning bepaalt na raadpleging van de Hoge Raad van de Orde van Dierenartsen : - het aantal effectieve en plaatsvervangende leden die voor elke raad van de Orde dienen aangewezen te worden; - de voorwaarden en de nadere regels van de verkiezingen : de vormen en termijnen van beroep tegen de verkiezingen, alsmede de overheid die gelast wordt uitspraak te doen over deze beroepen".

Art. 21.In de artikelen 1, 3, 4, 5, 7, derde lid, 11, 16, 20 en 21 van dezelfde wet, wordt het woord "der" telkens vervangen door de woorden "van de".

Art. 22.In de artikelen 5, 11, 16 en 18 van dezelfde wet, worden de woorden "veeartsenijkundig" en "veeartsenijkunde" telkens respectievelijk vervangen door de woorden "diergeneeskundig" en "diergeneeskunde".

Art. 23.In de artikelen 11 en 12 van dezelfde wet, wordt het woord "regelen" telkens vervangen door het woord "regels".

Art. 24.In de artikelen 11, 12 en 19 van dezelfde wet, wordt het woord "verbreking" telkens vervangen door het woord "cassatie".

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 19 mars 2014.

FILIP Van Koningswege : De minister van Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX De minister van Landbouw, Mevr. S. LARUELLE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken : 53-186 - 3266 Integraal verslag : 13 februari 2014 Senaat (www.senate.be) Stukken : 5-2491 Handelingen van de Senaat : 11 maart 2014

^