gepubliceerd op 13 oktober 2023
Wet betreffende de toegang tot de genetische rijkdommen en de eerlijke en billijke verdeling van voordelen voortvloeiende uit hun gebruik en tot wijziging aan de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen
17 MEI 2023. - Wet betreffende de toegang tot de genetische rijkdommen en de eerlijke en billijke verdeling van voordelen voortvloeiende uit hun gebruik en tot wijziging aan de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Deze wet regelt aangelegenheden als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Toegang tot de genetische rijkdommen en de eerlijke en billijke verdeling van voordelen voortvloeiende uit hun gebruik Afdeling 1. - Doel en toepassingsgebied
Art. 2.Deze wet heeft als doel: 1° het bepalen van de voorwaarden voor het gebruik van de federale genetische rijkdommen en het verzekeren van een eerlijke en billijke verdeling van de voordelen die voortvloeien uit hun gebruik, in toepassing van het Protocol inzake de toegang tot genetische rijkdommen en de eerlijke en billijke verdeling van voordelen voortvloeiende uit hun gebruik bij het Verdrag inzake biologische diversiteit, opgemaakt te Nagoya (Japan) op 29 oktober 2010, en van artikel 15 van het Verdrag inzake biologische diversiteit, ondertekend in Rio de Janeiro (Brazilië) op 5 juni 1992, en diens bijlagen;2° het aanwijzen van de bevoegde instantie voor het inschrijven en verifiëren van de collecties van de federale wetenschappelijke instellingen en Sciensano in het register van collecties en het bepalen van de opdrachten van deze instantie, in toepassing van arti-kel 5 van de Nagoya-verordening.
Art. 3.§ 1. Deze wet is van toepassing op de genetische rijkdommen bekomen in situ uit de zeegebieden onder Belgische rechtsbe-voegdheid vanaf de inwerkingtreding van de wet. § 2. Deze wet is van toepassing op de genetische rijkdommen verworven door de federale wetenschappelijke instellingen en Sciensano tussen 29 december 1993 en 12 oktober 2014 voor zover deze bekomen zijn van een andere Partij bij het Verdrag en in de mate dat het gebruik van deze rijkdommen niet het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst die bestond vóór de inwerkingtreding van deze wet. Afdeling 2. - Definities
Art. 4.Voor de toepassing van deze wet, zijn de definities uit het Verdrag, het Protocol en de Nagoya-Verordening van toepassing.
Bo-vendien wordt verstaan onder: 1° "Verdrag": het Verdrag inzake biologische diversiteit, opgemaakt te Rio de Janeiro (Brazilië) op 5 juni 1992, en diens bijlagen;2° "Protocol": het Protocol inzake de toegang tot genetische rijkdommen en de eerlijke en billijke verdeling van voordelen voort-vloeiende uit hun gebruik bij het Verdrag inzake biologische diversiteit, opgemaakt te Nagoya (Japan) op 29 oktober 2010;3° "Nagoya-Verordening": Verordening (EU) nr.511/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende voor gebruikers bestemde nalevingsmaatregelen uit het Protocol van Nagoya inzake toegang tot genetische rijkdommen en de eerlijke en billijke verdeling van voordelen voortvloeiende uit hun gebruik in de Unie; 4° "federale genetische rijkdommen": genetisch materiaal van feitelijke of potentiële waarde dat a) aanwezig is in situ in de zeegebieden onder Belgische rechtsbevoegdheid of b) verworven is door de federale wetenschappelijke instellingen en Sciensano tus-sen 29 december 1993 en 12 oktober 2014;5° "federale wetenschappelijke instellingen": twee federale wetenschappelijke instellingen zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 30 oktober 1996 tot aanwijzing van de federale wetenschappelijke instellingen, namelijk het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika en het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen;6° Sciensano: openbare instelling opgericht door de wet van 25 februari 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/02/2018 pub. 21/03/2018 numac 2018011241 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet tot oprichting van Sciensano sluiten tot oprichting van Sciensano en erkende onder-zoeksinstelling zoals bedoeld in de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;7° "gebruik": gebruik zoals gedefinieerd in artikel 3, (5), van de Nagoya-verordening, met name "onderzoek en ontwikkeling van de genetische en/of biochemische samenstelling van genetische rijkdommen, ook middels de toepassing van biotechnologie als gedefi-nieerd in artikel 2 van het Verdrag;8° "commercieel gebruik": elk gebruik dat leidt tot: a) de indiening van een aanvraag tot goedkeuring of de toelating voor het op de markt brengen voor een product tot stand gekomen dankzij het gebruik van federale genetische rijkdommen;b) een notificatie die vereist is vóór het voor het eerst in de handel brengen in de Europese Unie van een product tot stand gekomen dankzij het gebruik van federale genetische rijkdommen;c) het voor het eerst in de handel brengen in de Europese Unie van een product tot stand gekomen dankzij het gebruik van federale genetische rijkdommen waarvoor er geen enkele goedkeuring of toelating voor het op de markt brengen noch een notificatie vereist is;d) een verkoop of een overdracht op enige andere wijze van het resultaat van het gebruik naar een natuurlijke of rechtspersoon binnen de Europese Unie teneinde deze persoon in staat te stellen om één van de in de bepalingen onder a), b) en c) opgesomde activiteiten uit te voeren;9° "niet-commercieel gebruik": elk gebruik dat leidt tot een publicatie;10° "conservator": lid van het wetenschappelijk personeel van de federale wetenschappelijke instellingen en Sciensano dat verant-woordelijk is voor het beheer van de collecties van zijn werkgever, waaronder in het bijzonder de uitleningen van materiaal uit deze collecties;11° "vertrouwelijke informatie": informatie die a) in haar geheel dan wel in de juiste samenstelling en ordening van haar bestanddelen, niet algemeen bekend is bij of gemakkelijk toegankelijk is voor personen binnen de kringen die zich gewoonlijk bezighouden met de desbetreffende soort informatie of b) handelswaarde bezit omdat zij geheim is of c) door de persoon die rechtmatig daarover beschikt, onderworpen is aan redelijke maatregelen, gezien de omstandigheden, om deze geheim te houden;12° "publicatie": wetenschappelijke en/of technische publicatie waarin de resultaten worden toegelicht van onderzoekswerkzaamheden die rechtstreeks verband houden met een of meerdere federale genetische rijkdommen en waaraan een "digital object identifier" wordt toegekend, met andere woorden een publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift of elke verwante publicatie die beschikt over een permanent referentienummer;13° "bevoegde instantie": het Directoraat-generaal Leef-milieu van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Afdeling 3. - Verplichtingen van de gebruikers
Onderafdeling 1. - Gebruik van federale genetische rijkdommen
Art. 5.§ 1. Onverminderd de gebruikelijke vereiste vergunningen, maakt de toegang tot de federale genetische rijkdommen niet het voorwerp uit van een procedure van voorafgaande toestemming van de bevoegde instantie. § 2. Het commerciële en niet-commerciële gebruik van federale genetische rijkdommen wordt genotificeerd aan de bevoegde instantie, overeenkomstig de door de Koning vastgestelde modaliteiten. § 3. In geval van niet-commercieel gebruik notificeert de gebruiker de bevoegde instantie uiterlijk één jaar na de publicatie van de resultaten van het gebruik bezorgd te worden. Deze verplichting vervalt wanneer de publicatie in een tijdschrift of depot in open access gepubliceerd wordt, overeenkomstig de verbintenis van België in het kader van de Verklaring van Brussel over Open Access. § 4. In geval van commercieel gebruik, gebeurt deze notificatie uiterlijk één maand voor de eerste van de volgende feiten zich voordoet: 1° indiening van een aanvraag tot goedkeuring of toelating voor het op de markt brengen van een product tot stand gekomen dankzij het gebruik van federale genetische rijkdommen;2° notificatie vereist voor het eerst op de markt brengen binnen de Europese Unie van een product dat tot stand is gekomen dankzij het gebruik van federale genetische rijkdommen;3° voor het eerst op de markt brengen binnen de Europese Unie van een product dat tot stand is gekomen dankzij het gebruik van federale genetische rijkdommen, waarvoor geen enkele goedkeuring of toelating voor het op de markt brengen, noch een notificatie vereist is;4° verkoop of overdracht op enige andere manier van het resultaat van het gebruik aan een natuurlijke of rechtspersoon binnen de Europese Unie om deze persoon in staat te stellen een van de in 1°, 2° en 3° opgesomde activiteiten uit te voeren. § 5. De bevoegde instantie bevestigt de ontvangst van de in paragraaf 2 bedoelde notificatie en kent een referentienummer toe, overeenkomstig de door de Koning vastgestelde modaliteiten. In geval van commercieel gebruik, wordt dit nummer, evenals de in-formatie uit de notificatie, tenzij deze door de gebruiker als vertrouwelijk werd aangegeven, onder meer met betrekking tot de benaming van de genetische rijkdommen en het gebruik ervan, meegedeeld aan het uitwisselingscentrum voor toegang en verdeling van voordelen, bedoeld in artikel 14, § 1, van het Protocol, en krijgt daardoor de status van internationaal erkend certificaat van naleving.
Onderafdeling 2. - Voorwaarden voor het delen van de voordelen voortvloeiend uit het gebruik van de federale genetische rijkdommen
Art. 6.§ 1. De gebruiker deelt de voordelen voortvloeiend uit het gebruik van de federale genetische rijkdommen overeenkomstig de vol-gende voorwaarden. § 2. In geval van niet-commercieel gebruik: 1° bestaat het delen van de voordelen uit de notificatie bedoeld in artikel 5, § 2. De gebruiker wordt vrijgesteld van deze verplichte communicatie indien de publicatie in een tijdschrift of depot met open access wordt gepubliceerd, overeenkomstig de verbintenis van België in het kader van de Verklaring van Brussel over Open Access. 2° worden de gebruikers van federale genetische rijkdommen aangemoedigd om de genetische rijkdommen gewonnen in de zee-gebieden onder de rechtsbevoegdheid van België in internationaal erkende en/of gecertificeerde collecties te bewaren. § 3. In geval van commercieel gebruik, worden de voorwaarden overeengekomen tussen de gebruiker en de bevoegde instantie, op billijke, redelijke en niet-discriminerende basis, overeenkomstig de door de Koning vastgestelde modaliteiten. De bevoegde instantie raadpleegt, zo nodig, de belanghebbenden waaronder de federale wetenschappelijke instelling of de erkende onderzoeksinstelling die de genetische rijkdom in bewaring had en/of het land van levering van de genetische rijkdom als dit geïdentificeerd is, opdat het delen van de voordelen ten goede zou komen aan de inspanningen voor het behoud van de biodiversiteit en voor het duurzaam gebruik van de bestanddelen ervan door de federale wetenschappelijke instelling, de erkende onderzoeksinstelling en/of het land van levering.
De Koning kan voorzien dat de voorwaarden voor het delen van de voordelen van monetaire en/of niet-monetaire aard zouden zijn.
Het delen van de eventuele monetaire voordelen kan worden geëist gedurende een periode van maximum vijftien jaar vanaf de noti-ficatie.
De opbrengsten uit deze monetaire voordelen wordt aangewend door middel van subsidies voor de instandhouding van de biologische diversiteit en het duurzaam gebruik van de bestanddelen ervan overeenkomstig de door de Koning vastgestelde modali-teiten.
De monetaire voordelen zijn bestemd voor het Fonds voor de grondstoffen en producten, bedoeld in de subrubriek 25-4 van de tabel bijgevoegd bij de wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen.
De Koning bepaalt de modaliteiten voor de betaling en de bestemming van de monetaire voordelen.
De voorwaarden voor het delen van de voordelen zijn enkel van toepassing wanneer het resultaat van het gebruik daadwerkelijk verhandeld wordt.
Art. 7.Een wijziging van het gebruik die niet voorzien is in de notificatie bedoeld in artikel 5, § 2, en die resulteert in een gebruik met com-mercieel doeleinde, vereist een aangepaste notificatie en aangepaste voorwaarden voor het delen van de voorwaarden, overeenkomstig artikel 6, § 3.
Art. 8.Dit hoofdstuk is niet van toepassing op de volgende federale genetische rijkdommen: 1° genetische rijkdommen die gedekt zijn door gespecialiseerde internationale instrumenten inzake toegang en verdeling van voor-delen die beantwoorden aan de doelstellingen van het Protocol, als bedoeld in artikel 14, lid 4 van het Protocol.2° genetische rijkdommen van soorten die gebruikt worden als toetsings- of referentiehulpmiddelen voor onderzoek en ontwikkeling, die geen voorwerp van het onderzoek op zich zijn, maar enkel dienen ter bevestiging of vaststelling van de gewenste kenmerken van andere producten die zijn of worden ontwikkeld. Afdeling 4. - Inschrijving van de collecties van de federale
wetenschappelijke instellingen en Sciensano in het Register van collecties en controle
Art. 9.§ 1. De bevoegde instantie onderzoekt de aanvragen voor inschrijving van een collectie van een federale wetenschappelijke instelling en van Sciensano of van een deel daarvan in het register bedoeld in artikel 5 van de Nagoya-Verordening. § 2. De bevoegde instantie gaat over tot de verificatie bedoeld in artikel 5, § 2, van de Nagoya-Verordening en de verificatie bedoeld in artikel 5, § 4, van de Nagoya-Verordening met betrekking tot de collecties of delen van collecties van een federale wetenschappelijke instelling en van Sciensano die zijn opgenomen in het register bedoeld in artikel 5 van de Nagoya-Verordening. § 3. De in paragraaf 2 bedoelde verificaties kunnen het volgende omvatten: a) controles ter plaatse;b) onderzoek van de geselecteerde documentatie van een collectie of een deel daarvan, die relevant is om de naleving van artikel 5, lid 3, van de Nagoya-Verordening aan te tonen;c) onderzoek of geselecteerde monsters van genetische rijkdommen en gerelateerde informatie van de desbetreffende collectie overeenkomstig artikel 5, lid 3, van de Nagoya-Verordening zijn gedocumenteerd;d) onderzoek of de collectiehouder in staat is aan derden consequent genetische rijkdommen te verstrekken voor gebruik ervan overeenkomstig artikel 5, lid 3, van de Nagoya-Verordening;e) gesprekken met betrokken personen, zoals de collectiehouder, personeel, externe verificateurs, en gebruikers die monsters van die collectie verkrijgen. Afdeling 5. - Verzoeningsprocedure
Art. 10.De Koning bepaalt de modaliteiten van een verzoeningsprocedure wanneer de gebruiker en de bevoegde instantie niet tot een akkoord komen over het delen van de voordelen overeenkomstig artikel 6, § 3, of op verzoek van een van de partijen. Afdeling 6. - Controle en sancties
Art. 11.§ 1. Onverminderd de bevoegdheden van de officieren van de gerechtelijke politie, controleren de daartoe door de Koning aangeduide statutaire of contractuele personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu de toepassing van de bepalingen van deze wet en diens uitvoeringsbesluiten. § 2. Bij de uitvoering van hun opdracht, zijn de in paragraaf 1 bedoelde statutaire of contractuele personeelsleden gemachtigd om te eisen dat alle informatie en documenten worden voorgelegd die zij menen nodig te hebben bij de uitvoering van hun opdracht en mogen zij overgegaan tot de nodige vaststellingen.
Alle informatie en documenten opeisen betekent dat alle in paragraaf 1 bedoelde statutaire of contractuele personeelsleden het recht hebben om daar toegang tot te hebben en dat zij daar ofwel een kopie mogen van nemen ofwel mits ontvangstbevestiging deze tijdelijk in beslag mogen nemen om ze te bestuderen en dit gedurende een door de Koning vastgestelde termijn. De tijdelijke inbeslagname wordt opgeheven in opdracht van de ambtenaar of het personeelslid dat de documenten tijdelijk in beslag heeft genomen of omwille van het verstrijken van de termijn. § 3. Behalve wanneer een waarschuwing, zoals bedoeld in artikel 14, wordt gegeven, stellen de in paragraaf 1 bedoelde statutaire of contractuele personeelsleden, de inbreuken op deze wet en diens uitvoeringsbesluiten vast waarbij processen-verbaal worden opgesteld die als authentiek worden beschouwd tot het tegendeel is bewezen. Een kopie van het proces-verbaal wordt bezorgd aan de overtreder binnen de dertig kalenderdagen volgend op de datum van vaststelling.
Art. 12.Inbreuken zijn ofwel het voorwerp van een strafrechtelijke vervolging ofwel het voorwerp van een administratieve boete, zoals bedoeld in artikel 15.
Art. 13.§ 1. Wordt bestraft met een boete van 50 tot 500 euro, diegene die niet voldoet aan de verplichte notificatie in geval van een niet-commercieel gebruik in overeenstemming met artikel 5, § 3; § 2. Wordt bestraft met een gevangenisstraf van 1 tot 3 jaar en met een boete van 25.000 tot 80.000 euro, of met een van deze straffen, diegene die niet voldoet aan: 1° de verplichte notificatie in geval van een commercieel gebruik in overeenstemming met artikel 5, § 4;2° de verplichting om voordelen te delen in toepassing van artikel 6, § 3.
Art. 14.Wanneer een inbreuk op deze wet of op een van diens uitvoeringsbesluiten wordt vastgesteld, mogen de in artikel 11, § 1, bedoelde statutaire of contractuele personeelsleden een waarschuwing richten aan de overtreder en die persoon aanmanen om deze overtreding te beëindigen.
Het originele exemplaar van de waarschuwing wordt verstuurd naar de overtreder binnen een termijn van dertig dagen na de vast-stelling van de inbreuk. De waarschuwing vermeldt: 1° de ten laste gelegde feiten en de wettelijke bepalingen die werden overtreden;2° de termijnen waarbinnen een einde moet worden gemaakt aan de inbreuk;3° dat, indien er geen gevolg wordt gegeven aan de waarschuwing, er een proces-verbaal zal worden opgesteld en dat daar gevolg zal worden aan gegeven volgens de bepalingen van artikel 16 en volgende.
Art. 15.§ 1. De in artikel 11, § 1, bedoelde statutaire of contractuele personeelsleden versturen het proces-verbaal van vaststelling van de overtreding naar de procureur des Konings alsook een afschrift ervan naar de door de Koning aangewezen ambtenaar, houder van een licentie of een master in de rechten. § 2. De procureur des Konings beslist of de overtreder al dan niet strafrechtelijk dient te worden vervolgd. Strafrechtelijke vervolgingen sluiten de toepassing van een administratieve boete uit, ook wanneer de vervolging tot vrijspraak heeft geleid.
De procureur des Konings beschikt over een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de dag van ontvangst van het pro-ces-verbaal, om van de beslissing bedoeld in het eerste lid kennis te geven aan de door de Koning aangewezen ambtenaar. Ingeval de procureur des Konings van strafvervolging afziet of verzuimt binnen de gestelde termijn van de beslissing bedoeld in het eerste lid kennis te geven, beslist de door de Koning aangewezen ambtenaar overeenkomstig de modaliteiten en voorwaarden die de Koning bepaalt, nadat de betrokkene de mogelijkheid geboden werd verweermiddelen naar voor te brengen, of wegens het misdrijf een admi-nistratieve geldboete moet worden voorgesteld. § 3. Onder voorbehoud van de toelating van verzachtende omstandigheden, mag het bedrag van de in paragraaf 2, tweede lid, be-doelde administratieve boete niet lager zijn dan de helft van het minimum van de geldboete bepaald voor de overtreden wettelijke bepaling, noch hoger dan het maximum van deze boete.
De in artikel 13 bepaalde strafrechtelijke geldboete dient verhoogd te worden met de opdeciemen overeenkomstig de wet van 5 maart 1952Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/03/1952 pub. 13/01/2010 numac 2009000850 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opdecimes op de strafrechtelijke geldboeten Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de opdeciemen op strafrechtelijke geldboeten. § 4. Bij samenloop van misdrijven worden de bedragen van de administratieve geldboeten samengevoegd, zonder dat deze samen hoger mogen zijn dan het maximumbedrag bepaald in artikel 13. § 5. De betaling van de administratieve geldboete doet de strafvordering vervallen. § 6. Blijft de betrokkene in gebreke om de administratieve geldboete vermeld in paragraaf 2, tweede lid, binnen de gestelde termijn te betalen, dan vordert de ambtenaar de betaling van de geldboete voor de bevoegde rechtbank. De bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid die van het vierde deel, boek II en boek III, zijn van toepassing. § 7. Geen administratieve geldboete kan worden opgelegd meer dan vijf jaar na het feit dat een bij deze wet bedoeld misdrijf oplevert.
De daden van onderzoek of van vervolging verricht binnen de in het eerste lid gestelde termijn stuiten de loop ervan. Met die daden begint een nieuwe termijn van gelijke duur te lopen, zelfs ten aanzien van personen die daarbij niet betrokken waren. HOOFDSTUK 3. - Wijziging aan de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen
Art. 16.De rubriek 25-4 van de tabel gevoegd bij de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen, onder de titel "Aard van de toegewezen ontvangsten", wordt aangevuld als volgt: "De monetaire voordelen bedoeld in artikel 6, § 3, van de wet van ... betreffende de toegang tot de genetische rijkdommen en de eerlijke en billijke verdeling van voordelen voortvloeiende uit hun gebruik en tot wijziging aan de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen".
Art. 17.De rubriek 25-4 van de tabel gevoegd bij de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen, onder de titel "Aard van de toegestane uitgaven", wordt aangevuld als volgt: "Financiering van personeels-, administratie- en werkingskosten, kosten voor sensibilisering, kosten voor studies en wetenschappelijk onderzoek, investeringen en toezicht en alle kosten van om het even welke aard voortvloeiend uit de toepassing en de controle van de bepalingen van de wet van ... betreffende de toegang tot de genetische rijkdommen en de eerlijke en billijke verdeling van voordelen voortvloeiende uit hun gebruik en tot wijziging aan de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotings-fondsen." "De betaling van de toegekende subsidies volgens de hierboven vermelde wet van ... ter ondersteuning van het toepassen van het Verdrag inzake biologische diversiteit, ondertekend in Rio de Janeiro (Brazilië) op 5 juni 1992, en de bijhorende bijlagen." "De inkomsten uit de monetaire voordelen bedoeld in artikel 6, § 3, van de wet van ... betreffende de toegang tot de genetische rijkdommen en de eerlijke en billijke verdeling van voordelen voortvloeiende uit hun gebruik en tot wijziging aan de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen worden uitsluitend toegekend teneinde de doelstellingen uit het Verdrag inzake de biologische diversiteit aangenomen te Rio de Janeiro op 5 juni 1992 en de projecten die in het kader van de doel-stellingen uit dit Verdrag worden ontwikkeld, te ondersteunen." HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 18.Deze wet treedt in werking op de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 22 mei 2023.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie en Werk, P.-Y. DERMAGNE De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, F. VANDENBROUCKE De Minister van Noordzee, V. VAN QUICKENBORNE De Minister van Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal, Z. KHATTABI De Staatssecretaris voor Relance en Strategische Investeringen, belast met Wetenschapsbeleid, T. DERMINE De Staatssecretaris voor Begroting en Consumentenbescherming, A. BERTRAND Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken. - 55/3278 Integraal Verslag : 3 mei 2023