gepubliceerd op 20 maart 2009
Wet houdende instemming met het Aanvullend Protocol bij het Verdrag inzake de strafrechtelijke bestrijding van corruptie, gedaan te Straatsburg op 15 mei 2003
16 FEBRUARI 2009. - Wet houdende instemming met het Aanvullend Protocol bij het Verdrag inzake de strafrechtelijke bestrijding van corruptie, gedaan te Straatsburg op 15 mei 2003 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 2.Het Aanvullend Protocol bij het Verdrag inzake de strafrechtelijke bestrijding van corruptie, gedaan te Straatsburg op 15 mei 2003, zal volkomen gevolg hebben.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 16 februari 2009.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, K. DE GUCHT De Minister van Justitie, S. DE CLERCK Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK Nota (1) Zitting 2007-2008. Senaat.
Documenten. - Ontwerp van wet ingediend op 23 juni 2008, nr. 4-819/1.
Zitting 2008-2009.
Senaat.
Documenten. - Verslag, nr. 4-819/2.
Parlementaire Handelingen. - Bespreking en stemming : vergadering van 6 november 2008.
Kamer van volksvertegenwoordigers.
Documenten. - Ontwerp overgezonden door de Senaat, nr. 52-1560/1. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 52-1560/2.
Parlementaire Handelingen. - Bespreking en stemming : vergadering van 27 november 2008.
Aanvullend Protocol bij het Verdrag inzake de strafrechtelijke bestrijding van corruptie De lidstaten van de Raad van Europa en de andere Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Overwegende dat het wenselijk is het Verdrag inzake de Strafrechtelijke Bestrijding van Corruptie (ETS nr. 173, hierna te noemen « het Verdrag ») aan te vullen teneinde corruptie te voorkomen en te bestrijden;
Tevens overwegende dat dit Protocol een bredere uitvoering mogelijk maakt van het Actieprogramma tegen Corruptie uit 1996.
Zijn het volgende overeengekomen : HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijvingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van dit Protocol : 1. wordt het begrip « arbiter » uitgelegd op grond van het nationale recht van de Staten die Partij zijn bij dit Protocol, maar omvat het in elk geval een persoon die uit hoofde van een arbitrageovereenkomst is verzocht een juridisch bindende uitspraak te doen in een geschil dat door de partijen bij de overeenkomst aan hem of haar is voorgelegd;2. wordt onder « arbitrageovereenkomst » verstaan elke door het nationale recht erkende overeenkomst waarbij de partijen overeenkomen een geschil ter beslechting aan een arbiter voor te leggen;3. wordt het begrip « jurylid » uitgelegd op grond van het nationale recht van de Staten die Partij zijn bij dit Protocol, maar omvat het in elk geval leken die optreden als leden van een college dat belast is met het doen van een uitspraak over de schuld van een verdachte in het kader van een strafproces;4. mag de Staat die vervolging instelt in het geval van een procedure waarbij een buitenlandse arbiter of een buitenlands jurylid betrokken is, de omschrijving van arbiter of jurylid alleen toepassen voor zover deze omschrijving verenigbaar is met zijn nationale recht. HOOFDSTUK II. - Maatregelen te nemen op nationaal niveau Artikel 2 Actieve omkoping van nationale arbiters Iedere Partij neemt de wetgevende en andere maatregelen die nodig blijken te zijn om overeenkomstig haar nationale recht als strafbaar feit aan te merken, wanneer opzettelijk gepleegd, het beloven, aanbieden of geven, rechtstreeks of onrechtstreeks, van elk onverschuldigd voordeel aan een arbiter die zijn of haar taken uitoefent volgens het nationale recht inzake arbitrage van de Partij, voor hemzelf, haarzelf of voor iemand anders, opdat hij of zij een handeling verricht of nalaat te verrichten in de uitoefening van zijn of haar taken.
Artikel 3 Passieve omkoping van nationale arbiters Iedere Partij neemt de wetgevende en andere maatregelen die nodig blijken te zijn om overeenkomstig haar nationale recht als strafbaar feit aan te merken, wanneer opzettelijk gepleegd, het vragen of ontvangen door een arbiter die zijn of haar taken uitoefent volgens het nationale recht inzake arbitrage van de Partij, rechtstreeks of onrechtstreeks, van elk onverschuldigd voordeel, voor hemzelf, haarzelf of voor iemand anders, of het aanvaarden van het aanbod of de belofte daarvan, om een handeling te verrichten of na te laten te verrichten in de uitoefening van zijn of haar taken.
Artikel 4 Omkoping van buitenlandse arboters Iedere Partij neemt de wetgevende en andere maatregelen die nodig blijken te zijn om overeenkomstig haar nationale recht als strafbaar feit aan te merken de gedragingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, wanneer daarbij een arbiter betrokken is die zijn of haar taken uitoefent volgens het nationale recht inzake arbitrage van enige andere staat.
Artikel 5 Omkoping van nationale juryleden Iedere Partij neemt de wetgevende en andere maatregelen die nodig blijken te zijn om overeenkomstig haar nationale recht als strafbaar feit aan te merken de gedragingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, wanneer daarbij een persoon betrokken is die binnen haar rechtsstelsel optreedt als jurylid.
Artikel 6 Omkoping van buitenlandse juryleden Iedere Partij neemt de wetgevende en andere maatregelen die nodig blijken te zijn om overeenkomstig haar nationale recht als strafbaar feit aan te merken de gedragingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, wanneer daarbij een persoon betrokken is die binnen het rechtsstelsel van enige andere staat optreedt als jurylid. HOOFDSTUK III. - Toezicht op de tenuitvoerlegging en slotbepalingen Artikel 7 Toezicht op de tenuitvoerlegging De Groep van Staten tegen Corruptie (GRECO) draagt zorg voor het toezicht op de tenuitvoerlegging van dit Protocol door de Partijen.
Artikel 8 Verhouding tot het Verdrag 1. De Staten die Partij zijn beschouwen de bepalingen van de artikelen 2 tot en met 6 van dit Protocol als aanvullende artikelen bij het Verdrag.2. De bepalingen van het Verdrag zijn van toepassing voorzover deze verenigbaar zijn met de bepalingen van dit Protocol. Artikel 9 Verklaringen en voorbehouden 1. Indien een Partij een verklaring heeft afgelegd in overeenstemming met artikel 36 van het Verdrag, kan zij een soortgelijke verklaring afleggen ten aanzien van de artikelen 4 en 6 van dit Protocol op het tijdstip van ondertekening of bij de neerlegging van haar akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding.2. Indien een Partij een voorbehoud heeft gemaakt in overeenstemming met artikel 37, eerste lid, van het Verdrag waarin de toepassing van de delicten van passieve omkoping zoals omschreven in artikel 5 van het Verdrag wordt beperkt, kan zij ten aanzien van de artikelen 4 en 6 van dit Protocol een soortgelijk voorbehoud maken op het tijdstip van ondertekening of bij de neerlegging van haar akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding.Elk ander door een Partij gemaakt voorbehoud, in overeenstemming met artikel 37 van het Verdrag, is eveneens op dit Protocol van toepassing, tenzij die Partij anderszins verklaart op het tijdstip van ondertekening of bij de neerlegging van haar akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding. 3. Andere voorbehouden kunnen niet worden gemaakt. Artikel 10 Ondertekening en inwerkingtreding 1. Dit Protocol staat open voor ondertekening door de Staten die het Verdrag hebben ondertekend.Deze Staten kunnen hun instemming te worden gebonden tot uitdrukking brengen door : a) ondertekening zonder voorbehoud van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring;of b) ondertekening onder voorbehoud van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring, gevolgd door bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring.2. De akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring worden neergelegd bij de Secretaris-generaal van de Raad van Europa.3. Dit Protocol treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een tijdvak van drie maanden na de datum waarop vijf Staten in overeenstemming met de bepalingen van het eerste en tweede lid hun instemming door het Protocol te worden gebonden tot uitdrukking hebben gebracht, en pas nadat het Verdrag zelf in werking is getreden.4. Ten aanzien van iedere ondertekenende Staat die later zijn instemming door dit Protocol te worden gebonden tot uitdrukking brengt, treedt het Protocol in werking op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een tijdvak van drie maanden na de datum waarop deze zijn instemming tot uitdrukking heeft gebracht door het Protocol te worden gebonden in overeenstemming met de bepalingen van het eerste en tweede lid.5. Een ondertekenende Staat mag dit Protocol pas bekrachtigen, aanvaarden of goedkeuren wanneer hij gelijktijdig zijn instemming door het Verdrag te worden gebonden tot uitdrukking brengt, of dit reeds tot uitdrukking heeft gebracht. Artikel 11 Toetreding tot het Protocol 1. Een Staat of de Europese Gemeenschap die is toegetreden tot het Verdrag mag tot dit Protocol toetreden na de inwerkingtreding ervan.2. Ten aanzien van iedere Staat of de Europese Gemeenschap die toetreedt tot het Protocol, treedt het in werking op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een tijdvak van drie maanden na de datum van neerlegging van de akte van toetreding bij de Secretaris-generaal van de Raad van Europa. Artikel 12 Territoriale toepasselijkheid 1. Iedere Staat of de Europese Gemeenschap kan, op het tijdstip van de ondertekening of bij de neerlegging van zijn of haar akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding, het grondgebied of de grondgebieden waarop dit Protocol van toepassing is nader aanduiden.2. Iedere Partij kan op een later tijdstip door middel van een verklaring gericht aan de Secretaris-generaal van de Raad van Europa de toepassing van dit Protocol uitbreiden tot elk ander grondgebied dat in de verklaring wordt genoemd en voor de internationale betrekkingen van welk grondgebied hij verantwoordelijk is of namens welk grondgebied hij bevoegd is verbintenissen aan te gaan.Ten aanzien van een dergelijk grondgebied treedt dit Protocol in werking op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een tijdvak van drie maanden na de datum van ontvangst van die verklaring door de Secretaris-generaal. 3. Iedere krachtens de twee vorige leden gedane verklaring kan, met betrekking tot elk in die verklaring nader aangeduid grondgebied, worden ingetrokken door middel van een aan de Secretaris-generaal van de Raad van Europa gerichte kennisgeving.Deze intrekking wordt van kracht op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een tijdvak van drie maanden na de datum van ontvangst van de kennisgeving door de Secretaris-generaal.
Artikel 13 Opzegging 1. Iedere Partij kan dit Protocol te allen tijde opzeggen door middel van een kennisgeving gericht aan de Secretaris-generaal van de Raad van Europa.2. Deze opzegging wordt van kracht op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een tijdvak van drie maanden na de datum van ontvangst van de kennisgeving door de Secretaris-generaal.3. Opzegging van het Verdrag heeft automatisch opzegging van dit Protocol ten gevolge. Artikel 14 Kennisgeving De Secretaris-generaal van de Raad van Europa stelt de lidstaten van de Raad van Europa en iedere Staat, of de Europese Gemeenschap, die tot dit Protocol is toegetreden, in kennis van : a) iedere ondertekening van dit Protocol;b) de neerlegging van iedere akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding;c) iedere datum van inwerkingtreding van dit Protocol in overeenstemming met de artikelen 10, 11 en 12;d) iedere verklaring of ieder voorbehoud ingevolge de artikelen 9 en 12;e) iedere andere handeling, kennisgeving of mededeling met betrekking tot dit Protocol. Ten blijke waarvan de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, dit Protocol hebben ondertekend.
Gedaan te Straatsburg, op 15 mei 2003, in de Engelse en de Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek, in een enkel exemplaar dat zal worden neergelegd in het archief van de Raad van Europa. De Secretaris-generaal van de Raad van Europa zal voor eensluidend gewaarmerkte afschriften doen toekomen aan iedere ondertekenende en toetredende Partij.
Aanvullend Protocol bij het Verdrag inzake de strafrechtelijke bestrijding van corruptie, gedaan te Straatsburg op 15 mei 2003
Staten
Datum Authentificatie
Type instemming
Datum instemming
Datum interne inwerkingtreding
ALBANIE
15/05/2003
Bekrachtiging
15/11/2004
01/03/2005
ARMENIE
15/05/2003
Bekrachtiging
09/01/2006
01/05/2006
BULGARIJE
15/05/2003
Bekrachtiging
04/02/2004
01/02/2005
BELGIE
07/03/2005
Bekrachtiging
26/02/2009
01/06/2009
CYPRUS
15/05/2003
Bekrachtiging
21/11/2006
01/03/2007
DENEMARKEN
15/05/2003
Bekrachtiging
16/11/2005
01/03/2006
DUITSLAND
15/05/2003
Onbepaald
FRANKRIJK
15/05/2003
Bekrachtiging
25/04/2008
01/08/2008
GRIEKENLAND
15/05/2003
Bekrachtiging
10/07/2007
01/11/2007
HONGARIJE
15/05/2003
Onbepaald
IERLAND
15/05/2003
Bekrachtiging
11/07/2005
01/11/2005
IJSLAND
15/05/2003
Onbepaald
ITALIE
15/05/2003
Onbepaald
KROATIE
17/09/2003
Bekrachtiging
10/05/2005
01/09/2005
LETLAND
07/04/2005
Bekrachtiging
27/07/2006
01/11/2006
LUXEMBURG
11/06/2003
Bekrachtiging
13/07/2005
01/11/2005
MACEDONIE (VOORMALIGE JOEGOSLAVISCHE REP.)
15/05/2003
Bekrachtiging
14/11/2005
01/03/2006
MALTA
15/05/2003
Onbepaald
MOLDAVI"
15/05/2003
Bekrachtiging
22/08/2007
01/12/2007
MONTENEGRO
20/02/2008
Bekrachtiging
17/03/2008
01/07/2008
NEDERLAND
26/02/2004
Bekrachtiging
16/11/2005
01/03/2006
NOORWEGEN
02/03/2004
Bekrachtiging
02/03/2004
01/02/2005
OEKRAINE
15/05/2003
Onbepaald
PORTUGAL
15/05/2003
Onbepaald
ROEMENIE
09/10/2003
Bekrachtiging
29/11/2004
01/03/2005
SAN MARINO
15/05/2003
Onbepaald
SERVI"
09/01/2008
Bekrachtiging
09/01/2008
01/05/2008
SLOVAKIJE
12/01/2005
Bekrachtiging
07/04/2005
01/08/2005
SLOVENIE
09/03/2004
Bekrachtiging
11/10/2004
01/02/2005
VERENIGD KONINKRIJK
15/05/2003
Bekrachtiging
09/12/2003
01/02/2005
ZWEDEN
15/05/2003
Bekrachtiging
25/06/2004
01/02/2005
ZWITSERLAND
03/06/2004
Bekrachtiging
31/03/2006
01/07/2006
Inwerkingtreding voor België : 1 juni 2009.