gepubliceerd op 19 juli 2018
Wet houdende instemming met het Protocol houdende wijziging van het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom , wat betreft de oppositie en de invoering van een administratieve procedure tot nietigverklaring of vervallenverklaring van merken, gedaan te Brussel op 16 december 2014 (1)(2)
16 AUGUSTUS 2016. - Wet houdende instemming met het Protocol houdende wijziging van het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen), wat betreft de oppositie en de invoering van een administratieve procedure tot nietigverklaring of vervallenverklaring van merken, gedaan te Brussel op 16 december 2014 (1)(2)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Art. 2.Het Protocol houdende wijziging van het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen), wat betreft de oppositie en de invoering van een administratieve procedure tot nietigverklaring of vervallenverklaring van merken, gedaan te Brussel op 16 december 2014, zal volkomen gevolg hebben.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Hyères, 16 augustus 2016.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, D. REYNDERS De Minister van Economie, K. PEETERS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota's (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be): Stukken: 54-1862 integraal verslag: / (2) Datum inwerkingtreding : 01/06/2018
Protocol houdende wijziging van het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen), wat betreft de oppositie en de invoering van een administratieve procedure tot nietigverklaring of vervallenverklaring van merken Het Koninkrijk België, Het Groothertogdom Luxemburg, Het Koninkrijk der Nederlanden, Gelet op artikel 1.7, lid 2, van het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen), Gezien het op 21 mei 2014 te Brussel ondertekende Protocol houdende wijziging van het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen), Bezield door de wens het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen) op een aantal punten te wijzigen, Zijn de volgende bepalingen overeengekomen: Artikel I Het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen) wordt als volgt gewijzigd: A. In artikel 2.14, lid 1, sub a, worden de woorden "overeenkomstig de bepalingen in artikel 2.3, sub a en b" vervangen door de woorden "overeenkomstig artikel 2.3".
B. Artikel 2.16, lid 2, komt te luiden als volgt: "De oppositieprocedure wordt opgeschort: a. wanneer het oudere merk: i.nog niet is ingeschreven; ii. onverwijld is ingeschreven overeenkomstig artikel 2.8, lid 2, en het voorwerp is van een weigeringsprocedure op absolute gronden of een oppositie; iii. het voorwerp is van een vordering tot nietigverklaring of vervallenverklaring; b. wanneer het betwiste merk: i.het voorwerp is van een weigeringsprocedure op absolute gronden; ii. onverwijld is ingeschreven overeenkomstig artikel 2.8, lid 2, en het voorwerp is van een gerechtelijke vordering tot nietigverklaring of vervallenverklaring; c. op gezamenlijk verzoek van partijen; d. indien de opschorting om andere redenen passend is." C. Het kopje van artikel 2.27 komt te luiden: "Inroepen van het verval bij de rechter".
D. Het kopje van artikel 2.28 komt te luiden: "Inroepen van de nietigheid bij de rechter".
E. Er wordt in titel II een nieuw hoofdstuk 6bis toegevoegd, luidend als volgt: "Hoofdstuk 6bis. Procedure tot nietigverklaring of vervallenverklaring bij het Bureau Artikel 2.30bis. Instellen van de vordering 1. Een vordering tot nietigverklaring of vervallenverklaring van de inschrijving van een merk kan bij het Bureau worden ingediend: a.door iedere belanghebbende: i. op basis van de in artikel 2.28, lid 1, sub a, b, c, d en e genoemde gronden. Wanneer de vordering is gebaseerd op de sub b, c en d genoemde gronden, kan het Bureau oordelen dat het merk na inschrijving door gebruik onderscheidend vermogen heeft verkregen. ii. op basis van de in artikel 2.26, lid 2, genoemde gronden, binnen de grenzen van artikel 2.27, lid 2. b. door de deposant of houder van een ouder merk tegen een merk dat: i.in rangorde na het zijne komt, overeenkomstig artikel 2.3, binnen de grenzen van de artikelen 2.27, lid 4, en 2.29, of ii. verwarring kan stichten met zijn algemeen bekend merk in de zin van artikel 6bis van het Verdrag van Parijs, binnen de grenzen van artikel 2.28, lid 3, sub b. 2. De op lid 1, sub b, van dit artikel gebaseerde vordering kan tevens worden ingediend door de licentiehouder, indien hij daartoe van de merkhouder toestemming heeft verkregen.Zij kan op een of meer oudere merken berusten. 3. De vordering tot nietigverklaring of vervallenverklaring wordt pas geacht te zijn ingesteld, nadat de verschuldigde rechten zijn betaald. Artikel 2.30ter. Verloop van de procedure 1. Het Bureau behandelt de vordering tot nietigverklaring of vervallenverklaring binnen een redelijke termijn overeenkomstig de bepalingen vastgelegd in het uitvoeringsreglement en met inachtneming van het beginsel van hoor en wederhoor.2. De procedure wordt opgeschort: a.wanneer de vordering is gebaseerd op artikel 2.30bis, lid 1, sub b, en het oudere merk: i. nog niet is ingeschreven; ii. onverwijld is ingeschreven overeenkomstig artikel 2.8, lid 2, en het voorwerp is van een weigeringsprocedure op absolute gronden of een oppositie; iii. het voorwerp is van een vordering tot nietigverklaring of vervallenverklaring; b. wanneer het betwiste merk: i.nog niet is ingeschreven; ii. onverwijld is ingeschreven overeenkomstig artikel 2.8, lid 2, en het voorwerp is van een weigeringsprocedure op absolute gronden of een oppositie; iii. het voorwerp is van een gerechtelijke vordering tot nietigverklaring of vervallenverklaring; c. op gezamenlijk verzoek van partijen;d. indien de opschorting om andere redenen passend is.3. De procedure wordt afgesloten: a.wanneer verweerder niet reageert op de ingestelde vordering. In dit geval wordt hij geacht afstand te hebben gedaan van zijn rechten op de inschrijving en wordt deze doorgehaald; b. wanneer aan de vordering de grondslag is ontvallen hetzij omdat zij is ingetrokken, hetzij omdat de inschrijving waartegen de vordering is ingesteld is vervallen; c. wanneer de vordering is gebaseerd op artikel 2.30bis, lid 1, sub b, en: i. de indiener niet langer de hoedanigheid heeft om op te kunnen treden, of ii.het oudere merk niet meer geldig is, of iii. de indiener binnen de gestelde termijn geen stukken heeft overgelegd waaruit blijkt dat het recht op zijn merk niet ingevolge het ontbreken van normaal gebruik van het merk, zonder geldige reden, in de zin van dit verdrag dan wel in voorkomend geval van de Gemeenschapsmerkenverordening, vervallen kan worden verklaard.
In deze gevallen wordt een deel van de betaalde rechten gerestitueerd. 4. Nadat het onderzoek van de vordering tot nietigverklaring of vervallenverklaring is beëindigd, neemt het Bureau zo spoedig mogelijk een beslissing.Indien de vordering gegrond bevonden wordt, haalt het Bureau de inschrijving geheel of gedeeltelijk door. In het tegengestelde geval wordt de vordering afgewezen. Van de beslissing geeft het Bureau onverwijld schriftelijk kennis aan partijen, onder vermelding van het in artikel 1.15bis genoemde rechtsmiddel tegen die beslissing. De beslissing van het Bureau wordt eerst definitief nadat ze niet meer vatbaar is voor enig rechtsmiddel. Het Bureau is geen partij bij een beroep tegen zijn beslissing. 5. De in het ongelijk gestelde partij wordt in de kosten verwezen. Deze worden vastgesteld conform het bepaalde in het uitvoeringsreglement. De kosten zijn niet verschuldigd indien de vordering gedeeltelijk toegewezen wordt. De beslissing van het Bureau tot vaststelling van de kosten vormt executoriale titel; de gedwongen tenuitvoerlegging geschiedt volgens de bepalingen die van kracht zijn in de staat van executie.
Artikel 2.30quater. Vordering tot nietigverklaring of vervallenverklaring van internationale depots 1. Tegen een internationaal depot waarvan is verzocht de bescherming uit te strekken tot het Benelux-gebied kan een vordering tot nietigverklaring of vervallenverklaring worden ingesteld bij het Bureau.De artikelen 2.30bis en 2.30ter zijn van overeenkomstige toepassing. 2. Het Bureau geeft onverwijld schriftelijk kennis aan het Internationaal Bureau van de ingediende vordering, onder vermelding van het bepaalde in de artikelen 2.30bis en 2.30ter, evenals de daarop betrekking hebbende bepalingen uit het uitvoeringsreglement." F. Artikel 4.5, lid 1, komt te luiden als volgt: "Onverminderd het bepaalde in de artikelen 2.14 en 2.30bis, is alleen de rechter bevoegd uitspraak te doen in gedingen, welke op dit verdrag zijn gegrond." Artikel II Ter uitvoering van het Verdrag betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof worden de bepalingen van dit Protocol als gemeenschappelijke rechtsregels aangewezen voor de toepassing van genoemd verdrag.
Artikel III 1. De Regering van het Koninkrijk België is depositaris van dit Protocol.De depositaris doet een voor eensluidend verklaard afschrift van dit Protocol aan elke Hoge Verdragsluitende Partij toekomen. 2. Dit Protocol wordt bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd door de Hoge Verdragsluitende Partijen.3. De Hoge Verdragsluitende Partijen leggen hun akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring neer bij de depositaris.4. De depositaris brengt de Hoge Verdragsluitende Partijen op de hoogte van de neerlegging van de akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring.5. Dit Protocol treedt in werking op de eerste dag van de derde maand volgend op de datum van neerlegging van de derde akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring en ten vroegste op datum waarop het Protocol houdende wijziging van het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen), ondertekend te Brussel op 21 mei 2014, in werking is getreden.6. De depositaris stelt de Hoge Verdragsluitende Partijen op de hoogte van de datum van inwerkingtreding van dit Protocol. Artikel IV Artikel 2.14, lid 1, sub a, zoals dit luidde voor de inwerkingtreding van het onderhavige Protocol, blijft van toepassing op opposities die voor deze inwerkingtreding zijn ingediend.
TEN BLIJKE WAARVAN, de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gemachtigd, dit Protocol hebben ondertekend.
GEDAAN te Brussel, op 16 december 2014, in één exemplaar, in de Nederlandse en in de Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.
Lijst gebonden staten
Staat
Ondertekenings datum
Type instemming
Datum instemming
Datum inwerkingtreding
het Koninkrijk België
16/12/2014
Ratificatie
01/09/2016
01/06/2018
het Groothertogdom Luxemburg
16/12/2014
Ratificatie
15/12/2016
01/06/2018
het Koninkrijk der Nederlanden
16/12/2014
Ratificatie
26/03/2018
01/06/2018