15 MEI 2024. - Wet tot wijziging van de wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu (1)

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.In artikel 3 van de wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) In de bepaling onder 2° worden de woorden "het opstellen, het wijzigen of het herzien" vervangen door de woorden "het opstellen, het wijzigen, het herzien of het intrekken";b) In de bepaling onder 6° worden de woorden "beoordeling van de effecten" vervangen door het woord "milieueffectenbeoordeling".

Art. 3.In artikel 4 van dezelfde wet worden de woorden "beoordeling van de gevolgen voor het milieu" vervangen door het woord "milieueffectenbeoordeling".

Art. 4.Artikel 5, § 1, van dezelfde wet wordt aangevuld met een lid, luidende: "Behalve de adviezen die het krachtens onderhavige wet moet uitbrengen, kan het Comité technische richtlijnen voor de praktische uitvoering van deze wet opstellen en aan het publiek beschikbaar stellen."

Art. 5.In artikel 5, § 2, van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de bepaling onder d) wordt het woord "staatssecretaris" vervangen door het woord "minister";2° in de bepaling onder g) worden de woorden "en Vervoer" opgeheven;3° in de bepaling onder i) worden de woorden "enkel voor de adviezen met betrekking tot grensoverschrijdende effecten zoals bedoeld onder artikel 12, eerste lid," opgeheven.

Art. 6.In artikel 5 van dezelfde wet wordt een paragraaf 2/1 ingevoegd, luidende: " § 2/1. Het Comité mag in de uitoefening van zijn opdrachten elke persoon raadplegen die het nuttig acht, met inbegrip van de opsteller van het plan of het programma, gelijk welke overheid en onafhankelijke experts die competent zijn in milieuaangelegenheden die door het plan of het programma kunnen worden beïnvloed."

Art. 7.Artikel 5, § 3, van dezelfde wet wordt aangevuld met de woorden "om het in de mogelijkheid te stellen zijn opdrachten te vervullen".

Art. 8.Artikel 5 van dezelfde wet wordt aangevuld met een paragraaf 5, luidende: " § 5. Het Comité vervult zijn opdracht in alle onafhankelijkheid, objectiviteit en neutraliteit."

Art. 9.In artikel 6, § 1, van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in de bepaling onder 1° de woorden "beoordeling van de effecten voor het milieu, met inspraak van het publiek" worden vervangen door het woord "milieueffectenbeoordeling";b) in de bepaling onder 1° worden het eerste en het vierde streepje worden opgeheven;c) in de bepaling onder 1°, tweede streepje worden de woorden ", eerste lid, 2° en 3°, " ingevoegd tussen de woorden "artikel 6, § 2" en de woorden "van de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/02/2014 numac 2014000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten";d) in de bepaling onder 1°, zesde streepje worden de woorden "artikel 3, § 1" vervangen door de woorden "artikel 3, § 2";e) de bepaling onder 1° wordt aangevuld met drie streepjes, luidende: "- het marien ruimtelijk plan, voorzien in artikel 24, § 2, van de wet van 11 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/12/2022 pub. 16/12/2022 numac 2022034447 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet ter bescherming van het marien milieu en ter organisatie van de mariene ruimtelijke planning in de Belgische zeegebieden sluiten ter bescherming van het marien milieu en ter organisatie van de mariene ruimtelijke planning in de Belgische zeegebieden; - plannen en programma's ter uitvoering van artikel 6/1, § 2, eerste lid, 2° en 3°, van de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/02/2014 numac 2014000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt; - de Nationale Beleidsmaatregelen, voorzien in artikel 179, § 6, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980;"; f) in de bepaling onder 4° worden de woorden "het wijzigen of de herziening" vervangen door "het wijzigen, het herzien of het intrekken".

Art. 10.Artikel 6, § 2, van dezelfde wet wordt vervangen door wat volgt: " § 2. Overeenkomstig de bepalingen van § 3, kan een kleine wijziging van een plan of een programma bedoeld in § 1, 1°, worden vrijgesteld van de vereiste aan een milieueffectenbeoordeling te worden onderworpen indien het geen aanzienlijke effecten kan hebben op het milieu."

Art. 11.In artikel 6, § 3, van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in het eerste lid worden de woorden "Op verzoek van de opsteller van het plan of het programma, bepaalt de Koning" vervangen door de woorden "De opsteller van het plan of programma bepaalt";b) in het eerste lid worden de woorden "op advies van het Comité" vervangen door de woorden "op basis van het advies van het Comité";c) in het tweede lid worden de woorden "van advies van het Comité binnen de opgelegde termijn" ingevoegd tussen de woorden "bij ontstentenis" en de woorden "wordt de procedure"; d) tussen het tweede en het derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende: "De opsteller van het plan of programma motiveert in het bijzonder zijn beslissing als deze afwijkt van het advies van het Comité."; e) het derde lid wordt vervangen door wat volgt: "De beslissing van de opsteller van het plan of het programma wordt gepubliceerd, samen met de motivatie en het advies van het Comité op de Federale Portaalsite en op de website van de opsteller van het plan of het programma.".

Art. 12.Artikel 6 van dezelfde wet wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidende: " § 4. De Koning kan bij besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad een lijst vaststellen van plannen en programma's die in elk geval dienen te worden voorgelegd ter advies aan het Comité door de opsteller van het plan of programma om te bepalen of het gaat om plannen of programma's zoals bedoeld in § 1, 2° en 3°. "

Art. 13.In artikel 8, tweede lid, van dezelfde wet worden de woorden "Zijn niet onderworpen aan de bepalingen van dit hoofdstuk" vervangen door de woorden "Dienen niet aan een milieueffectenbeoordeling te worden onderworpen".

Art. 14.Artikel 9 van dezelfde wet wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 9.Wanneer een milieueffectenbeoordeling vereist is krachtens artikel 6, laat de opsteller van het plan of programma, onder zijn verantwoordelijkheid en op eigen kosten, een milieueffectenrapport opstellen overeenkomstig bijlage II. De opsteller van het plan of programma doet beroep op een externe natuurlijke persoon of rechtspersoon om het milieueffectenrapport op te stellen, nadat hij zich ervan vergewist heeft dat deze persoon geen enkel belang heeft bij het vooropgestelde plan of programma, en dat deze persoon beschikt over de technische en wetenschappelijke competenties om het milieueffectenrapport op te stellen.

De Koning kan bij besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad criteria vastleggen om te bepalen over welke technische en wetenschappelijke competenties een externe natuurlijke persoon of rechtspersoon moet beschikken om een milieueffectenrapport te mogen opstellen."

Art. 15.In artikel 10, § 1, en in artikel 11, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden "de opsteller van het plan of programma" vervangen door de woorden "de persoon die ermee gelast is het milieueffectenrapport op te stellen overeenkomstig artikel 9, tweede lid".

Art. 16.In artikel 10, § 2, tweede lid van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de zinnen "Dit advies wordt binnen dertig dagen na ontvangst van het verzoek voorgelegd.Bij ontstentenis wordt het advies geacht gunstig te zijn." worden opgeheven; 2° de woorden "en met het stadium dat bereikt is in de besluitvormingsprocedure en met het feit dat sommige aspecten misschien beter in andere fasen van die procedure worden geëvalueerd om herhaling van de beoordeling te vermijden.Het advies van het Comité heeft ook betrekking op de vraag of de uitvoering van het plan of programma niet te verwaarlozen effect kan hebben op het milieu van een andere lidstaat van de Europese Unie of van een andere Staat die partij is van het verdrag van Espoo van 25 februari 1991 over de evaluatie van de milieueffecten in een grensoverschrijdende context" worden ingevoegd na de woorden "detailleringsniveau van het plan of programma".

Art. 17.In artikel 10, § 2, van dezelfde wet wordt tussen het tweede en derde lid een lid ingevoegd, luidende: "Het advies van het Comité wordt binnen dertig dagen na ontvangst van het verzoek voorgelegd. Bij ontstentenis wordt het Comité geacht geen opmerkingen te hebben bij het ontwerpregister."

Art. 18.In artikel 10, § 2, derde lid, van dezelfde wet wordt het woord "ze" vervangen door de woorden "het register".

Art. 19.Artikel 11 van dezelfde wet wordt aangevuld met een lid, luidende: "Relevante informatie over de milieueffecten van de plannen en programma's die op andere besluitvormingsniveaus of via andere wetgeving is verzameld, kan worden gebruikt om de in bijlage II bedoelde informatie te verstrekken."

Art. 20.In artikel 12 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in het eerste lid wordt de zin "Het Comité bestudeert onder meer of de uitvoering van het plan of programma aanzienlijke effecten kan hebben op het milieu van een andere lidstaat van de Europese Unie of van een andere Staat die partij is van het verdrag van Espoo van 25 februari 1991 over de Evaluatie van de milieueffecten in een grensoverschrijdende context." opgeheven; b) tussen het eerste en het tweede lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende: "Het Comité bestudeert onder meer: 1° de kwaliteit van het milieueffectenrapport;2° de vooropgestelde te nemen maatregelen om de aanzienlijke milieueffecten van het ontwerpplan of -programma te voorkomen, te reduceren of, bij ontstentenis, te compenseren, rekening houdend met de alternatieven die redelijkerwijze kunnen worden overwogen;3° in zoverre dit niet kon worden bepaald in het advies bedoeld in artikel 10, § 2, of de uitvoering van het plan of programma aanzienlijke effecten kan hebben op het milieu van een andere lidstaat van de Europese Unie of van een andere Staat die partij is van het verdrag van Espoo van 25 februari 1991 over de evaluatie van de milieueffecten in een grensoverschrijdende context;en 4° de milieuopvolgingsmaatregelen die moeten worden genomen krachtens artikel 17." c) in het derde lid worden de woorden "aan de opsteller van het plan of programma" ingevoegd tussen de woorden "bezorgd" en de woorden "binnen zestig dagen"; d) in het derde lid wordt een zin ingevoegd tussen de woorden "het verzoek" en de woorden "Bij onstentenis" die luidt als volgt: "Een kopie van de adviezen, andere dan het advies van het Comité, wordt op digitale wijze bezorgd aan het Comité binnen dezelfde termijn."

Art. 21.In artikel 13, § 1, eerste lid, van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de woorden "bedoeld in artikel 10, § 2, en, desgevallend, van het advies van het Comité bedoeld in artikel 12" worden ingevoegd tussen de woorden "het advies van het Comité" en de woorden "bepaalt de opsteller";b) de woorden "of de wijziging, de herziening of de intrekking ervan" worden ingevoegd tussen de woorden "het in opbouw zijnde plan of programma" en de woorden "een niet te verwaarlozen effect".

Art. 22.In dezelfde wet wordt het opschrift van hoofdstuk IV vervangen als volgt: "Raadpleging van het publiek naar aanleiding van het opstellen, wijzigen, herzien en intrekken van de plannen en programma's die onderworpen zijn aan een milieueffectenbeoordeling en van de plannen en programma's betreffende het leefmilieu".

Art. 23.In artikel 14, § 1, van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het tweede lid worden de woorden "een bij het Belgisch Staatsblad gevoegd bericht" vervangen door de woorden "een bericht in het Belgisch Staatsblad, op de website van de opsteller van het plan of programma";2° in het derde lid wordt het woord "minimaal" ingevoegd tussen de woorden "de publieksraadpleging duurt" en de woorden "zestig dagen";3° in het vierde lid wordt het woord "meningen" vervangen door het woord "adviezen".

Art. 24.In artikel 16 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het derde lid wordt vervangen als volgt: "Het plan of programma zoals het werd aangenomen, de overeenkomstig lid 1 en 2 opgestelde verklaring en een overzicht van de maatregelen voorzien om de aanzienlijke gevolgen voor het milieu van de tenuitvoerlegging van het plan of programma na te gaan op basis van artikel 17 worden bekendgemaakt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad en verspreid op de Federale Portaalsite en op de website van de opsteller van het plan of programma."; 2° in het vierde lid worden de woorden "en het overzicht van de maatregelen voorzien om de aanzienlijke gevolgen voor het milieu van de tenuitvoerlegging van het plan of programma na te gaan op basis van artikel 17" ingevoegd tussen de woorden "samen met de verklaring" en de woorden "toegestuurd aan".

Art. 25.Artikel 19 van dezelfde wet wordt opgeheven.

Art. 26.Deze wet is niet van toepassing op plannen en programma's waarvoor een advies bedoeld in artikel 6, § 3, artikel 10, § 3, of artikel 12 van de wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu werd aangevraagd voor de inwerkingtreding van deze wet.

Art. 27.Deze wet treedt in werking op de eerste dag van de maand na afloop van een termijn van tien dagen te rekenen van de dag volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 15 mei 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Leefmilieu, Z. KHATTABI Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT _______ Nota (1) Kamer van Volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken. - 55-3923 Integraal verslag. - 8 mei 2024.