Etaamb.openjustice.be
Wet van 14 april 2013
gepubliceerd op 02 maart 2016

Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Albanië inzake de overbrenging van gevonniste personen, ondertekend te Brussel op 29 juli 2010 (2)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2013015116
pub.
02/03/2016
prom.
14/04/2013
ELI
eli/wet/2013/04/14/2013015116/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)Senaat (fiche)
Document Qrcode

14 APRIL 2013. - Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Albanië inzake de overbrenging van gevonniste personen, ondertekend te Brussel op 29 juli 2010 (1) (2)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.De Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Albanië inzake de overbrenging van gevonniste personen, ondertekend te Brussel op 29 juli 2010, zal volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 14 april 2013.

ALBERT Van Koningswege : De vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken, D. REYNDERS. De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM _______ Nota's (1) Zitting 2012-2013. Senaat.

Documenten : Ontwerp van wet ingediend op 20 november 2012, nr. 5-1845/1.

Verslag, nr. 5-1845/2.

Parlementaire Handelingen Bespreking, vergadering van 24 januari 2013.

Stemming, vergadering van 24 januari 2013.

Kamer Documenten Ontwerp overgezonden door de Senaat, nr. 53-2616/1.

Verslag namens de commissie nr. 53-2616/2.

Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 53-2616/3.

Parlementaire Handelingen Bespreking, vergadering van 7 maart 2013.

Stemming, vergadering van 7 maart 2013. (2) Datum inwerkingtreding : 01/12/2013. Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Albanië inzake de overbrenging van gevonniste personen Het Koninkrijk België en de Republiek Albanië Ernaar strevend de vriendschappelijke betrekkingen en de samenwerking tussen beide Staten, inzonderheid de gerechtelijke samenwerking tussen beiden te bevorderen, Ernaar strevend in gemeen overleg de aangelegenheden betreffende de overbrenging van gevonniste personen te regelen met eerbied voor de universeel erkende fundamentele mensenrechtenbeginselen, Ernaar strevend gevonniste personen de mogelijkheid te bieden hun vrijheidsberovende straf te ondergaan in het land waarvan zij onderdaan zijn, teneinde hun resocialisatie te vergemakkelijken, Vastbesloten elkaar, in aanvulling op de regels en voorwaarden bepaald in het op 21 maart 1983 te Straatsburg ondertekende Europees Verdrag inzake de overbrenging van gevonniste personen, de ruimst mogelijke samenwerking te verlenen betreffende de overbrenging van personen veroordeeld tot vrijheidsberovende straffen, Zijn overeengekomen als volgt : Artikel 1 Algemene bepaling De termen en uitdrukkingen gebruikt in deze Overeenkomst moeten worden uitgelegd in de zin van het Europees Verdrag inzake de overbrenging van gevonniste personen, ondertekend te Straatsburg op 21 maart 1983.

Artikel 2 Gevonniste persoon voor wie een bevel tot uitzetting of uitwijzing geldt 1. Op verzoek van de staat van veroordeling kan de staat van tenuitvoerlegging, onder voorbehoud van de toepassing van de bepalingen van dit artikel, instemmen met de overbrenging van een gevonniste persoon zonder diens toestemming wanneer de tegen hem uitgesproken veroordeling of een als gevolg van die veroordeling genomen administratieve beslissing een uitzettings- of verwijderingsmaatregel bevat, dan wel enige andere maatregel waardoor die persoon na zijn invrijheidstelling niet langer op het grondgebied van de staat van veroordeling mag verblijven.2. De staat van tenuitvoerlegging stemt pas in, voor de toepassing van lid 1, nadat hij het standpunt van de gevonniste persoon in overweging heeft genomen.3. Voor de toepassing van dit artikel verstrekt de staat van veroordeling de staat van tenuitvoerlegging : a) een verklaring met het standpunt van de gevonniste persoon over de voorgenomen overbrenging, en b) een afschrift van de uitzettings- of verwijderingsmaatregel of enige andere maatregel waardoor de gevonniste persoon na zijn invrijheidstelling niet langer op het grondgebied van de staat van veroordeling mag verblijven.4. Een met toepassing van dit artikel overgebrachte persoon wordt niet vervolgd, berecht of gedetineerd met het oog op de tenuitvoerlegging van een straf of een veiligheidsmaatregel, noch onderworpen aan enige andere beperking van zijn individuele vrijheid wegens een ander aan zijn overbrenging voorafgaand feit dan dat welk aan de uitvoerbare veroordeling ten grondslag ligt, behalve in de volgende gevallen : a) de staat van veroordeling stemt ermee in : hiertoe wordt een verzoek ingediend, vergezeld van de relevante stukken en van een gerechtelijk proces-verbaal met vermelding van de verklaringen van de gevonniste persoon;de instemming wordt verleend wanneer het strafbaar feit waarvoor zij wordt gevraagd, zelf zou leiden tot uitlevering krachtens het recht van de staat van veroordeling of wanneer louter wegens de strafmaat geen uitlevering mogelijk zou zijn; b) de gevonniste persoon heeft, ondanks de mogelijkheid daartoe, het grondgebied van de staat van tenuitvoerlegging binnen 45 dagen na zijn definitieve vrijlating niet verlaten of is teruggekeerd na het te hebben verlaten.5. Onverminderd de bepalingen van lid vier van dit artikel kan de staat van tenuitvoerlegging overeenkomstig zijn recht de nodige maatregelen nemen, met inbegrip van een verstekprocedure, met het oog op de stuiting van de verjaring. Artikel 3 Toepassing in de tijd Deze Overeenkomst is van toepassing op de tenuitvoerlegging van veroordelingen die hetzij voor, hetzij na de inwerkingtreding ervan zijn uitgesproken.

Artikel 4 Slotbepalingen 1. Elke Overeenkomstsluitende Partij geeft aan de andere Partij kennis van de vervulling van de luidens haar grondwet vereiste procedures betreffende de inwerkingtreding van deze Overeenkomst.Deze Overeenkomst gaat in de eerste dag van de tweede maand die volgt op de laatste kennisgeving. 2. Deze Overeenkomst is gesloten voor onbeperkte duur.3. Elke Overeenkomstsluitende Partij kan de Overeenkomst te allen tijde opzeggen, welke opzegging van kracht wordt een jaar na het tijdstip waarop de andere Overeenkomstsluitende Partij de kennisgeving van de opzegging heeft ontvangen. Ten blijke waarvan, de daartoe gemachtigde vertegenwoordigers van beide Staten deze Overeenkomst hebben ondertekend en eraan hun zegel hebben gehecht.

Gedaan te Brussel, op 29 juli 2010, in twee exemplaren, in de Franse, de Nederlandse, de Albanese en de Engelse taal, de vier teksten zijnde gelijkelijk authentiek. In geval van verschil in interpretatie is de Engelse tekst doorslaggevend.

^