Etaamb.openjustice.be
Wet van 13 maart 2003
gepubliceerd op 14 maart 2003

Wet houdende instemming met het Protocol houdende wijziging van de eenvormige Beneluxwet inzake tekeningen of modellen, gedaan te Brussel op 20 juni 2002 (2)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2003015046
pub.
14/03/2003
prom.
13/03/2003
ELI
eli/wet/2003/03/13/2003015046/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 MAART 2003. - Wet houdende instemming met het Protocol houdende wijziging van de eenvormige Beneluxwet inzake tekeningen of modellen, gedaan te Brussel op 20 juni 2002 (1) (2)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.Het Protocol houdende wijziging van de eenvormige Beneluxwet inzake tekeningen of modellen, gedaan te Brussel op 20 juni 2002, zal volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 13 maart 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL De Minister van Economie, Ch. PICQUE Gezien en met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN

(1) Zitting 2002-2003 (1) Senaat Documenten : Ontwerp van wet ingediend op 27 januari 2003, nr.2-1443/1.

Verslag, nr. 2-1443/2 Parlementaire Handelingen : Bespreking, vergadering van 12 februari 2003.

Stemming, vergadering van 13 februari 2003 Kamer Documenten : Tekst overgezonden door de Senaat, nr. 50-2300/1 Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 50-2300/2 Parlementaire Handelingen : Bespreking, vergadering van 27 februari 2003.

Stemming, vergadering van 27 februari 2003. (2) België heeft zijn bekrachtigingsinstrument op 14 maart 2003 neergelegd.Dit Protocol is nog niet in werking getreden.

Protocol houdende wijziging van de eenvormige Beneluxwet inzake tekeningen of modellen Het Koninkrijk België, Het Groothertogdom Luxemburg, Het Koninkrijk der Nederlanden, Bezield door de wens de eenvormige Beneluxwet inzake tekeningen of modellen te wijzigen teneinde deze aan te passen aan de tekst van de richtlijn 98/71/EG van het Parlement en de Raad van 13 oktober 1998 inzake de rechtsbescherming van modellen, een register van tekeningen- of modellengemachtigden in te stellen en een aantal bepalingen aan te vullen en te verbeteren, Zijn de volgende bepalingen overeengekomen : Artikel I De eenvormige Beneluxwet inzake tekeningen of modellen wordt gewijzigd als volgt : A. Artikel 1 wordt door de volgende bepaling vervangen : Artikel 1 1. Een tekening of model wordt beschermd voor zover de tekening of het model nieuw is en een eigen karakter heeft.2. Als tekening of model wordt beschouwd het uiterlijk van een voortbrengsel of een deel ervan.3. Het uiterlijk van een voortbrengsel wordt afgeleid uit de kenmerken van met name de lijnen, de omtrek, de kleuren, de vorm, de textuur of de materialen van het voortbrengsel zelf of de versiering ervan.4. Onder voortbrengsel wordt verstaan elk op industriële of ambachtelijke wijze vervaardigd voorwerp, met inbegrip van onder meer onderdelen die zijn bestemd om tot een samengesteld voortbrengsel te worden samengevoegd, verpakkingen, uitvoering, grafische symbolen en typografische lettertypen.Computerprogramma's worden niet als voortbrengsel aangemerkt.

B. Na artikel 1 worden artikelen 1bis en 1ter ingevoegd, die als volgt komen te luiden : Artikel 1bis 1. Een tekening of model wordt als nieuw beschouwd, indien er geen identieke tekening of identiek model voor het publiek beschikbaar is gesteld vóór de datum van depot of vóór de datum van voorrang. Tekeningen of modellen worden geacht identiek te zijn, indien de kenmerken ervan slechts in onbelangrijke details verschillen. 2. Een tekening of model wordt geacht een eigen karakter te hebben, indien de algemene indruk die deze tekening of dit model bij de geïnformeerde gebruiker wekt, verschilt van de algemene indruk die bij die gebruiker wordt gewekt door tekeningen of modellen die voor het publiek beschikbaar zijn gesteld vóór de datum van depot of vóór de datum van voorrang.Bij de beoordeling van het eigen karakter wordt rekening gehouden met de mate van vrijheid van de ontwerper bij de ontwikkeling van de tekening of het model. 3. Voor de beoordeling van de nieuwheid en het eigen karakter wordt een tekening of model geacht voor het publiek beschikbaar te zijn gesteld, indien deze tekening of dit model is gepubliceerd na inschrijving of op andere wijze, of is tentoongesteld, in de handel is gebracht of anderszins openbaar is gemaakt, tenzij deze feiten bij een normale gang van zaken redelijkerwijs niet vóór de datum van depot of vóór de datum van voorrang ter kennis konden zijn gekomen van ingewijden in de betrokken sector, die in de Europese Gemeenschap of de Europese Economische Ruimte werkzaam zijn.De tekening of het model wordt echter niet geacht voor het publiek beschikbaar te zijn gesteld, louter omdat de tekening of het model onder uitdrukkelijke of stilzwijgende voorwaarde van geheimhouding aan een derde bekendgemaakt is. 4. Voor de beoordeling van de nieuwheid en het eigen karakter wordt beschikbaarstelling voor het publiek van een tekening of model waarvoor op grond van een inschrijving aanspraak op bescherming wordt gemaakt, niet in aanmerking genomen, indien, binnen twaalf maanden voorafgaand aan de datum van depot of de datum van voorrang : a.de beschikbaarstelling is geschied door de ontwerper, zijn rechtverkrijgende of een derde op grond van door de ontwerper of diens rechtverkrijgende verstrekte informatie of genomen maatregelen, of b. de beschikbaarstelling is geschied ten gevolge van misbruik jegens de ontwerper of diens rechtverkrijgende.5. Onder het recht van voorrang wordt verstaan het recht als bedoeld in artikel 4 van het Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom.Hierop kan een beroep gedaan worden door degene die op regelmatige wijze een aanvraag om een tekening of model of een gebruiksmodel heeft ingediend in een der landen die partij zijn bij genoemd Verdrag of bij de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie.

Artikel 1ter 1. Een tekening die of model dat is toegepast op of verwerkt in een voortbrengsel dat een onderdeel van een samengesteld voortbrengsel vormt, wordt slechts geacht nieuw te zijn en een eigen karakter te hebben : a.voor zover het onderdeel, wanneer het in het samengestelde voortbrengsel is verwerkt, bij normaal gebruik van dit laatste zichtbaar blijft, en b. voor zover deze zichtbare kenmerken van het onderdeel als zodanig aan de voorwaarden inzake nieuwheid en eigen karakter voldoen.2. Onder samengesteld voortbrengsel wordt in deze wet verstaan een voortbrengsel dat bestaat uit meerdere onderdelen die vervangen kunnen worden, zodat het voortbrengsel uit elkaar gehaald en weer in elkaar gezet kan worden.3. Normaal gebruik in de zin van dit artikel, onder 1, houdt het gebruik door de eindgebruiker in, met uitzondering van handelingen in verband met onderhoud of reparatie. C. Artikel 2 wordt door de volgende bepaling vervangen : Artikel 2 1. Van de bescherming uit hoofde van deze wet zijn uitgesloten : a.de uiterlijke kenmerken van een voortbrengsel die uitsluitend door de technische functie worden bepaald; b. de uiterlijke kenmerken van een voortbrengsel die noodzakelijkerwijs in precies dezelfde vorm en afmetingen gereproduceerd moeten worden om het voortbrengsel waarin de tekening of het model verwerkt is of waarop het toegepast is, mechanisch met een ander voortbrengsel te kunnen verbinden of om het in, rond of tegen een ander voortbrengsel te kunnen plaatsen, zodat elk van beide voortbrengselen zijn functie kan vervullen.2. In afwijking van dit artikel, onder 1b, worden de uiterlijke kenmerken van een voortbrengsel die tot doel hebben binnen een modulair systeem de meervoudige samenvoeging of verbinding van onderling verwisselbare voortbrengselen mogelijk te maken, beschermd door een tekening- of modelrecht onder de in artikel 1, onder 1, gestelde voorwaarden. D. In artikel 3 wordt het eerste onderdeel vervangen door de volgende bepaling : 1. Onverminderd het recht van voorrang wordt het uitsluitend recht op een tekening of model verkregen door de inschrijving van het depot, verricht binnen het Beneluxgebied bij het Benelux-Bureau voor Tekeningen of Modellen (Benelux-depot), of verricht bij het Internationaal Bureau voor de bescherming van de industriële eigendom (internationaal depot). E. Artikel 4 wordt door de volgende bepaling vervangen : Artikel 4 Binnen de in artikelen 15 en 19, onder 2, gestelde grenzen wordt geen recht op een tekening of model verkregen door de inschrijving indien : a. de tekening of het model in strijd is met een oudere tekening die of ouder model dat na de datum van depot of na de datum van voorrang voor het publiek beschikbaar is gesteld en vanaf een aan deze datum voorafgaand tijdstip beschermd wordt door een uitsluitend recht dat voortvloeit uit een Gemeenschapsmodel, de inschrijving van een Beneluxdepot dan wel door een internationaal depot;b. in de tekening of het model gebruik gemaakt wordt van een ouder merk zonder toestemming van de houder van dit merk;c. in de tekening of het model gebruik gemaakt wordt van een reeds bestaand auteursrechtelijk beschermd werk zonder toestemming van de houder van dit auteursrecht;d. de tekening of het model oneigenlijk gebruik vormt van een van de in artikel 6ter van het Verdrag van Parijs genoemde zaken;e. de tekening of het model in strijd is met de goede zeden of de openbare orde van één der Beneluxlanden;f. de kenmerkende eigenschappen van de tekening of het model onvoldoende uit het depot blijken. F. Artikel 4bis komt te vervallen.

G. Artikel 5, eerste onderdeel, wordt gewijzigd als volgt : 1. De zinsnede « de datum van publikatie van het depot » wordt vervangen door de zinsnede « de datum van publicatie van de inschrijving van het depot »;2. de woorden « het Benelux-depot » worden vervangen door de woorden « het recht op het Benelux-depot »;3. de zinsnede « de nietigheid inroepen van dat depot » wordt vervangen door de zinsnede « de nietigheid inroepen van de inschrijving van dat depot ». H. Artikel 8 wordt door de volgende bepaling vervangen : Artikel 8 1. Het Benelux-depot van tekeningen of modellen geschiedt hetzij bij de nationale diensten, hetzij bij het Benelux-Bureau, met inachtneming van de vormvereisten en tegen betaling van de rechten, bepaald bij uitvoeringsreglement.Het Benelux-depot kan één of meer tekeningen of modellen bevatten (respectievelijk enkelvoudig en meervoudig depot).

Er wordt onderzocht of de overgelegde stukken aan de voor het vaststellen van een datum van depot gestelde vereisten voldoen en de datum van het depot wordt vastgesteld. Aan de deposant wordt onverwijld schriftelijk mededeling gedaan van de vastgestelde datum van depot dan wel van de gronden voor het niet toekennen van een depotdatum. 2. Indien bij het depot niet is voldaan aan de overige in het uitvoeringsreglement gestelde vereisten, wordt de deposant hiervan onverwijld schriftelijk in kennis gesteld, onder opgave van de voorschriften waaraan niet is voldaan en wordt hij in de gelegenheid gesteld daaraan alsnog te voldoen binnen een bij uitvoeringsreglement gestelde termijn.3. Het depot vervalt, indien niet binnen de gestelde termijn voldaan is aan de bepalingen van het uitvoeringsreglement.4. Wanneer het depot geschiedt bij een nationale dienst, zendt deze het Benelux-depot door aan het Benelux-Bureau, hetzij onverwijld na ontvangst van het depot, hetzij nadat is vastgesteld dat het depot voldoet aan de in dit artikel, onder 1 tot en met 3, gestelde vereisten.5. Het beroep op het recht van voorrang wordt gedaan bij het depot of door een bijzondere verklaring, af te leggen bij het Benelux-Bureau in de maand, volgende op het depot, met inachtneming van de vormvereisten en tegen betaling van de rechten, bepaald bij uitvoeringsreglement. Het ontbreken van een dergelijk beroep doet het recht van voorrang vervallen.

I. Artikel 9 wordt gewijzigd als volgt : 1. Het tweede onderdeel wordt door de volgende bepaling vervangen : 2.Het Benelux-Bureau schrijft onverwijld de Benelux-depots in, evenals de internationale depots die gepubliceerd zijn in het « Bulletin International des dessins ou modèles International Design Gazette » ten aanzien waarvan de deposanten verzocht hebben dat zij hun werking zullen uitstrekken over het Beneluxgebied. 2. Het derde onderdeel wordt gewijzigd als volgt : a.De tweede volzin komt te vervallen. b. De zinsnede « dat op de tekening of het model artikel 4, onder 2, van toepassing is » wordt vervangen door de zinsnede « dat op de tekening of het model artikel 4, onder e, van toepassing is ».c. De zinsnede « een rechterlijke beslissing die kracht van gewijsde heeft verkregen » wordt vervangen door de zinsnede « een rechterlijke beslissing die niet meer vatbaar is voor verzet, noch beroep, noch voor voorziening in cassatie », 3.In het vierde onderdeel komt de zinsnede « , zoals deze door het in artikel 8, onder 1) bedoelde reproductiemiddel zijn weergegeven, » te vervallen.

J. Artikel 11 wordt gewijzigd als volgt : De zinsnede « te rekenen vanaf de datum van het depot of, indien de deposant een beroep doet op artikel 4 van het Verdrag van Parijs, vanaf de datum waarop het depot, waardoor het recht van voorrang is ontstaan, werd verricht » wordt vervangen door de zinsnede « te rekenen vanaf de datum van het depot of vanaf de datum waarop het recht van voorrang is ontstaan ».

K. Artikel 12 wordt gewijzigd als volgt : 1. In het eerste onderdeel wordt de tweede volzin vervangen door de volgende bepaling : Onverminderd het bepaalde in artikel 19, onder 2, kan de gedeponeerde tekening of het gedeponeerde model noch gedurende de inschrijving, noch ter gelegenheid van de vernieuwing daarvan worden gewijzigd.2. Het tweede onderdeel wordt door de volgende bepaling vervangen : 2.De inschrijving kan voor vier achtereenvolgende termijnen van vijf jaren worden vernieuwd tot een maximale geldigheidsduur van 25 jaar.

Vernieuwing geschiedt door betaling van een bij uitvoeringsreglement vastgesteld recht. Dit recht dient betaald te worden binnen twaalf maanden voorafgaand aan het verstrijken van de geldigheidsduur van de inschrijving; het kan nog betaald worden binnen zes maanden die volgen op de datum van het verstrijken van de geldigheidsduur, indien gelijktijdig een bij uitvoeringsreglement bepaald extra recht wordt betaald. De vernieuwing heeft effect vanaf het verstrijken van de geldigheidsduur van de inschrijving. 3. Het vierde onderdeel wordt door de volgende bepaling vervangen : 4.Zes maanden voor het verstrijken van de geldigheidsduur van de eerste tot en met de vierde termijn van inschrijving herinnert het Benelux-Bureau aan de datum van dat verstrijken door verzending van een kennisgeving aan de houder van de tekening of het model, en aan de derden van wie rechten op de tekening of het model in het register zijn ingeschreven.

L. Artikel 13 wordt gewijzigd als volgt : 1. Het tweede onderdeel wordt door de volgende bepaling vervangen : 2.Het uitsluitend recht op een tekening of model kan door de houder daarvan ingeroepen worden tegen een licentiehouder die handelt in strijd met de bepalingen van de licentieovereenkomst inzake de duur daarvan, de door de inschrijving gedekte vorm waarin de tekening of het model mag worden gebruikt, de voortbrengselen waarvoor de licentie is verleend en de kwaliteit van de door de licentiehouder in het verkeer gebrachte voortbrengselen. 2. Het derde onderdeel wordt met de volgende bepaling aangevuld : Het in de vorige volzin bepaalde is van overeenkomstige toepassing op pandrechten en beslagen.3. In het vierde onderdeel worden de woorden « artikel 14, onder 3 en 4 » telkens vervangen door de woorden « artikel 14, onder 2 en 3 ». M. Artikel 14 wordt gewijzigd als volgt : 1. Het eerste onderdeel wordt door de volgende bepaling vervangen : 1.Onverminderd de toepassing van het gemene recht betreffende de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad, kan de houder van een tekening of model zich op grond van zijn uitsluitend recht verzetten tegen het gebruik van een voortbrengsel waarin de tekening of het model is verwerkt of waarop de tekening of het model is toegepast en dat hetzelfde uiterlijk vertoont als de gedeponeerde tekening of het gedeponeerde model, dan wel dat bij de geïnformeerde gebruiker geen andere algemene indruk wekt, rekening houdend met de mate van vrijheid van de ontwerper bij de ontwikkeling van de tekening of het model.

Onder gebruik wordt met name verstaan het vervaardigen, aanbieden, in de handel brengen, verkopen, leveren, verhuren, invoeren, uitvoeren, tentoonstellen, gebruiken of in voorraad hebben voor een van deze doeleinden. 2. Onder vernummering van de onderdelen 3, 4, 5, 6, 7 en 8 tot respectievelijk 2, 3, 4, 5, 6 en 7, komt het tweede onderdeel te vervallen.3. Het tweede onderdeel wordt gewijzigd als volgt : a.de zinsnede « behalve indien de derde met wetenschap van het depot heeft gehandeld » komt te vervallen; b. de laatste komma wordt vervangen door een punt;c. er wordt een bepaling toegevoegd, luidend als volgt : « Vanaf de datum van depot kan een redelijke vergoeding gevorderd worden van degene die met wetenschap van het depot handelingen heeft verricht als bedoeld in dit artikel, onder 1, voor zover de houder daarvoor uitsluitende rechten heeft gekregen.» 4. Het vijfde onderdeel wordt door de volgende bepaling vervangen : 5.Het uitsluitend recht op een tekening of model houdt evenwel niet in het recht zich te verzetten tegen de in dit artikel, onder 1 bedoelde handelingen die betrekking hebben op voortbrengselen die in één der Lid-Staten van de Europese Gemeenschap of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte in het verkeer zijn gebracht door de houder of met diens toestemming, of tegen handelingen als bedoeld in artikel 17. 5. Het zevende onderdeel komt te vervallen. N. Na artikel 14bis wordt artikel 14ter ingevoegd, luidend als volgt : Artikel 14ter 1. Het uitsluitend recht op een tekening of model houdt niet in het recht zich te verzetten tegen : a.handelingen in de particuliere sfeer en voor niet-commerciële doeleinden; b. handelingen voor experimentele doeleinden;c. handelingen bestaande in reproductie ter illustratie of ten behoeve van onderwijs, mits deze handelingen verenigbaar zijn met de eerlijke handelsgebruiken, zij niet zonder noodzaak afbreuk doen aan de normale exploitatie van de tekening of het model, en de bron wordt vermeld.2. Het uitsluitend recht op een tekening of model houdt evenmin het recht in zich te verzetten tegen : a.de uitrusting van in een ander land geregistreerde vaartuigen en luchtvaartuigen die zich tijdelijk binnen het Beneluxgebied bevinden; b. de invoer in het Beneluxgebied van vervangingsonderdelen en toebehoren ter reparatie van dergelijke vervoermiddelen;c. reparaties aan dergelijke vervoermiddelen.3. Het uitsluitend recht op een tekening of model dat een onderdeel vormt van een samengesteld voortbrengsel houdt niet het recht in zich te verzetten tegen het gebruik van de tekening of het model voor reparatie van dit samengestelde voortbrengsel met de bedoeling het zijn oorspronkelijke uiterlijk terug te geven. O. Artikel 15 wordt door de volgende bepaling vervangen : Artikel 15 1. Iedere belanghebbende met inbegrip van het openbaar ministerie kan de nietigheid inroepen van de inschrijving van een tekening of model indien : a.de tekening of het model geen tekening of model is in de zin van artikel 1, onder 2 en 3; b. de tekening of het model niet voldoet aan de voorwaarden gesteld in artikel 1, onder 1, en de artikelen 1bis en 1ter , c.de tekening of het model onder de toepassing van artikel 2 valt; d. door die inschrijving krachtens artikel 4, onder e of f geen recht op een tekening of model wordt verkregen.2. Enkel de deposant of houder van een uitsluitend recht op een tekening of model dat voortvloeit uit een inschrijving van een Gemeenschapsmodel, een Beneluxinschrijving, of een internationaal depot, kan de nietigheid inroepen van de inschrijving van een met zijn recht strijdig jonger depot van een tekening of model, indien krachtens artikel 4, onder a, door de inschrijving geen recht op de tekening of het model wordt verkregen.3. Enkel de houder van een ouder merkrecht of de houder van een ouder auteursrecht kan de nietigheid van de inschrijving van het Beneluxdepot of de voor het Beneluxgebied uit het internationaal depot van die tekening of dat model voortvloeiende rechten inroepen, indien krachtens artikel 4, onder b, respectievelijk c, geen recht op de tekening of het model wordt verkregen.4. Enkel de belanghebbende kan de nietigheid van de inschrijving van de tekening of het model inroepen, indien krachtens artikel 4, onder d, geen recht op de tekening of het model wordt verkregen.5. Enkel de ontwerper van een tekening of model als bedoeld in artikel 5, onder 1, kan onder de voorwaarden genoemd in dat artikel de nietigheid inroepen van de inschrijving van een depot van de tekening of het model, dat zonder zijn toestemming is verricht door een derde.6. De inschrijving van het depot van een tekening of model kan ook na verval of afstand nietig worden verklaard.7. Wordt het geding tot nietigverklaring door het openbaar ministerie aanhangig gemaakt, dan zijn alleen de rechter te Brussel, te 's-Gravenhage of te Luxemburg bevoegd.Het aanhangig maken van het geding door het openbaar ministerie schorst ieder ander op dezelfde grondslag ingesteld geding.

P. Artikel 16 wordt door de volgende bepaling vervangen : Artikel 16 1. Alleen de rechter is bevoegd uitspraak te doen in gedingen, welke op deze wet zijn gegrond.2. De niet-ontvankelijkheid die voortvloeit uit het ontbreken van de inschrijving van een depot van een tekening of model, wordt opgeheven door inschrijving of vernieuwing van de inschrijving van de tekening of het model tijdens het geding.3. De rechter spreekt ambtshalve de doorhaling uit van de nietig verklaarde inschrijvingen. Q. Artikel 17 wordt gewijzigd als volgt : 1. Het eerste onderdeel wordt door de volgende bepaling vervangen : 1.Een recht van voorgebruik wordt toegekend aan de derde die, vóór de datum van het depot van een tekening of model of vóór de datum van voorrang, binnen het Beneluxgebied voortbrengselen heeft vervaardigd die hetzelfde uiterlijk vertonen als de gedeponeerde tekening of het gedeponeerde model, dan wel bij de geïnformeerde gebruiker geen andere algemene indruk wekken. 2. In het vierde onderdeel wordt de zinsnede « niettegenstaande de uit het depot voortvloeiende rechten » vervangen door de zinsnede « niettegenstaande het uit de inschrijving voortvloeiende recht ». R. In artikel 18 wordt aan het eerste onderdeel, na de een na laatste volzin, de volgende bepaling toegevoegd : Het in de vorige volzin bepaalde ten aanzien van de doorhaling is van overeenkomstige toepassing in het geval een pandrecht of een beslag is ingeschreven.

S. Artikel 19 wordt door de volgende bepaling vervangen : Artikel 19 1. Behoudens het bepaalde in dit artikel, onder 2, hebben de nietigverklaring, de vrijwillige doorhaling en de afstand steeds betrekking op de gehele tekening of het gehele model.2. Wanneer de inschrijving van het depot van een tekening of model op grond van artikel 4, onder b, c, d of e of artikel 15, onder 1b of c, nietig kan worden verklaard, kan het depot worden gehandhaafd in gewijzigde vorm, indien de tekening of het model in die vorm aan de beschermingsvoorwaarden voldoet en de identiteit ervan behouden blijft.3. De handhaving bedoeld in dit artikel, onder 2, kan erin bestaan dat een verklaring van de houder dat hij gedeeltelijk afziet van aanspraken op het recht, of een rechterlijke beslissing waarbij het recht gedeeltelijk nietig is verklaard en die niet meer vatbaar is voor verzet noch voor hoger beroep noch voor voorziening in cassatie, wordt ingeschreven. T. Artikel 20 wordt gewijzigd als volgt : 1. In de aanhef van het eerste onderdeel worden de woorden « de krachtens de voorgaande artikelen opgedragen taak » vervangen door de woorden « de krachtens de andere artikelen opgedragen taak ».2. In het eerste onderdeel, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, wordt een onderdeel e toegevoegd, luidend als volgt : e.het aan eenieder op verzoek verstrekken van inlichtingen uit het register van tekeningen- of modellengemachtigden alsmede omtrent de bij of krachtens deze wet gegeven voorschriften ten aanzien van de registratie van tekeningen- of modellengemachtigden. 3. Na onderdeel 2 wordt een derde onderdeel toegevoegd, luidend : 3.De in dit artikel, onder 1b, bedoelde inschrijvingen en andere gegevens kunnen op elektronische wijze worden uitgegeven.

U. Hoofdstuk II, getiteld « Tekeningen of modellen met een duidelijk kunstzinnig karakter » wordt gewijzigd als volgt : 1. De titel van hoofdstuk II wordt vervangen door de titel « Samenloop met het auteursrecht ».2. De artikelen 21 en 24 komen te vervallen.3. In artikel 22 wordt het woord « kunstwerk » vervangen door « werk ».4. In de artikelen 22 en 23 komt de zinsnede « met een duidelijk kunstzinnig karakter » te vervallen. V. Na hoofdstuk IV wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidend als volgt : Hoofdstuk V Bepalingen inzake het register van tekeningen- of modellengemachtigden Artikel 31 1. Het Benelux-Bureau houdt, overeenkomstig de bepalingen van het uitvoeringsreglement, een register van tekeningen- of modellengemachtigden in stand, waaruit kan worden afgeleid wie ingevolge deze wet aan de eisen van vakbekwaamheid van tekeningen- of modellengemachtigde voldoet.Het register is voor iedereen kosteloos ter inzage. 2. In het register van tekeningen- of modellengemachtigden kan op verzoek worden ingeschreven iedereen die : a.beschikt over een door de Raad van Bestuur van het Benelux-Bureau erkend diploma of soortgelijk bewijsstuk, dan wel b. beschikt over een door de directeur van het Benelux-Bureau afgegeven getuigschrift waaruit blijkt dat met goed gevolg een proeve van bekwaamheid is afgelegd, dan wel c.beschikt over een door de directeur van het Benelux-Bureau verleende ontheffing van de plicht om een document als bedoeld onder a of b voor te leggen. 3. De Raad van Bestuur van het Benelux-Bureau erkent een diploma als bedoeld in dit artikel, onder 2a, indien hij oordeelt dat het door de organisatie die het diploma verstrekt af te nemen examen leidt tot voldoende kennis van de eenvormige wet en van de belangrijkste internationale regelingen met betrekking tot het tekeningen- of modellenrecht, evenals tot voldoende vaardigheid om deze te kunnen toepassen. Artikel 32 1. In geval van een weigering tot inschrijving of verlening van ontheffing of een doorhaling van een inschrijving in het register, dan wel een weigering tot erkenning of een intrekking van de erkenning van een diploma kan een belanghebbende zich binnen twee maanden na een dergelijke weigering, doorhaling of intrekking bij verzoekschrift wenden tot het Hof van Beroep te Brussel, het Gerechtshof te 's Gravenhage of het Cour d'appel te Luxemburg teneinde een bevel tot inschrijving in het register of een erkenning van een diploma te verkrijgen.2. In het kader van deze procedure kan het Benelux-Bureau vertegenwoordigd worden door de directeur of een door hem gemachtigd personeelslid.3. Tegen de beslissing van de appèlrechter staat voorziening in cassatie open, deze heeft opschortende werking. Artikel 33 Het is anderen dan degenen die in het in artikel 31, onder 1, bedoelde register zijn ingeschreven, verboden zichzelf in het economisch verkeer aan te duiden alsof zij in bedoeld register zouden zijn ingeschreven.

Artikel II Artikel 4 en artikel 15, zoals deze luiden na het tijdstip van inwerkingtreding van dit Protocol zullen niet van toepassing zijn op rechten die voortvloeien uit een voor dat tijdstip verricht depot van een tekening of model of van het voor genoemd tijdstip voor het Beneluxgebied uit een internationaal depot voortvloeiend recht; op rechten die voortvloeien uit vóór dat tijdstip verrichte depots blijven artikel 4 en artikel 15 van toepassing, zoals deze luidden vóór de inwerkingtreding van dit Protocol.

Artikel III Bij inwerkingtreding van dit protocol heeft artikel 12, onder 2, terugwerkende kracht tot 28 oktober 2001.

Artikel IV Artikel 14, onder 1, is niet van toepassing op handelingen die worden verricht door degene die daarmee vóór het tijdstip van inwerkingtreding van dit Protocol was begonnen, indien de houder van de tekening of het model zich niet kan verzetten tegen deze handelingen krachtens de tekst van artikel 14 zoals deze luidde vóór het tijdstip van inwerkingtreding van dit protocol.

Artikel V Artikel 14ter , onder 3, is niet van toepassing op tekeningen of modellen die zijn gedeponeerd vóór het tijdstip van inwerkingtreding van dit Protocol.

Artikel VI Ter uitvoering van artikel 1, onder 2, van het Verdrag betreffende de instelling en het statuut van het Benelux-Gerechtshof worden de bepalingen van dit Protocol als gemeenschappelijke rechtsregels aangewezen voor de toepassing van de hoofdstukken III en IV van genoemd verdrag.

Artikel VII Dit protocol zal worden bekrachtigd. De akten van bekrachtiging zullen worden neergelegd bij de Regering van het Koninkrijk België.

Artikel VIII Onder voorbehoud van het bepaalde in de volgende alinea, treedt dit Protocol in werking op de eerste dag van de derde maand volgende op de nederlegging van de derde akte van bekrachtiging.

Artikel I, onder V, treedt in werking op een bij uitvoeringsreglement te bepalen datum, waarbij voor de verschillende bepalingen een verschillende datum bepaald kan worden.

Ten blijke waarvan de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gemachtigd, dit Protocol hebben ondertekend.

Gedaan te Brussel, op 20 juni 2002, in drievoud, in de Nederlandse en in de Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.

^