gepubliceerd op 16 mei 2003
Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de adoptie betreft
13 MAART 2003. - Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de adoptie betreft (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 2.Artikel 596 van het Gerechtelijk Wetboek wordt vervangen als volgt : «
Art. 596.De vrederechter is bevoegd inzake voogdij zoals in boek I van het Burgerlijk Wetboek is voorgeschreven. »
Art. 3.In artikel 628 van het Gerechtelijk Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 12 mei en 30 juni 1971, 14 juli 1976, 22 december 1977, 24 juli 1978, 7 november 1988, 6 en 12 juli 1989, 12 en 13 juni en 18 juli 1991, 5 juli en 23 november 1998, 7 mei 1999 en 1 maart 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° 17°, ingevoegd bij de wet van 23 november 1998, wordt 18°;2° het artikel wordt aangevuld als volgt : « 19° de rechter van de woonplaats of van de gewone verblijfplaats van de adoptant, van de adoptanten of van een van hen, in geval van een verzoek houdende vaststelling van de geschiktheid om te adopteren;20° de rechter van de woonplaats of van de gewone verblijfplaats van het kind, in geval van een verzoek tot vaststelling van de adopteerbaarheid;21° de rechter van de woonplaats of van de gewone verblijfplaats van de adoptant, van de adoptanten of van een van hen, in geval van een verzoek tot adoptie;bij gebreke daarvan, de rechter van de woonplaats of van de gewone verblijfplaats van de geadopteerde; bij gebreke daarvan, de rechter van de plaats waar de adoptant of de adoptanten keuze van woonplaats doen; 22° de rechter van de woonplaats of van de gewone verblijfplaats van de verweerder of van een van de verweerders in geval van een verzoek tot herroeping van een gewone adoptie of tot herziening van een adoptie;bij gebreke daarvan, de rechter te Brussel. »
Art. 4.Deze wet treedt in werking op een door de Koning te bepalen datum.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 13 maart 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN Gezien en met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Gewone zitting 2001-2002. Kamer van volksvertegenwoordigers.
Parlementaire stukken. - Wetsontwerp van 17 juli 2001, 2-1367 - nr. 1.
Gewone zitting 2002-2003.
Kamer van volksvertegenwoordigers.
Parlementaire stukken. - Amendementen, 2-1367 - nr. 2. - Verslag van 13 januari 2003 door de heren Verherstraeten en Van Hoorebeke en Mevrn. Herzet en Lalieux, 2-1367 - nr. 3. - Tekst aangenomen door de commissie, 2-1367 - nr. 4. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, 2-1367 - nr. 5.
Parlementaire Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 15 en 16 januari 2003.
Senaat.
Parlementaire stukken. - Ontwerp overgezonden door de Senaat, 2-1429 - nr. 1. - Verslag van 25 februari 2003 van Mevrn. Taelman en de T'Serclaes, 2-1429 - nr. 2. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachting voorgelegd, 2-1429 nr. 3.
Parlementaire Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 27 februari 2003.