13 MAART 2003. - Wet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Duitstalige Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschap betreffende het gesloten centrum voor voorlopige plaatsing van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 77, eerste lid, 10°, van de Grondwet.

Art. 2.Instemming wordt betuigd met het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Duitstalige Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschap betreffende het gesloten centrum voor voorlopige plaatsing van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd, ondertekend te Brussel op 30 april 2002, gevoegd bij deze wet.

Art. 3.Deze wet treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Belgisch Staatsblad .

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bedendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 13 maart 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. WERWILGHEN _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers. Parlementaire stukken : 50-1865/ (2002-2003) : Nr. 1. Wetsontwerp.

Nr. 2. Verslag.

Nr. 3. Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat.

Zie ook : Integraal verslag : 16 en 17 oktober 2002.

Senaat.

Parlementaire stukken : 2-1323-2002-2003 : Nr. 1. Ontwerp overgezonden door de Kamer.

Nr. 2. Verslag namens de commissie.

Nr. 3. Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd.

Handelingen van de Senaat : 27 februari 2003.