12 AUGUSTUS 2000. - Wet tot wijziging van artikel 1ter van de wet van 6 augustus 1931 houdende vaststelling van de onverenigbaarheden en ontzeggingen betreffende de ministers, gewezen ministers en ministers van Staat, alsmede de leden en de gewezen leden van de Wetgevende Kamers (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.Artikel 1ter van de wet van 6 augustus 1931 houdende vaststelling van de onverenigbaarheden en ontzeggingen betreffende de ministers, gewezen ministers en ministers van Staat, alsmede de leden en de gewezen leden van de Wetgevende Kamers wordt vervangen als volgt : «

Artikel 1ter.Onverminderd de overige grondwettelijke en wettelijke onverenigbaarheden, mogen de gemeenschapssenatoren niet tegelijk het ambt van burgemeester, schepen of voorzitter van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn uitoefenen. » Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Nice, 12 augustus 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Gewone zitting 1999-2000. Kamer van Volksvertegenwoordigers : Parlementaire bescheiden. - Wetsvoorstel, nr. 50-665/1. - Verslag, nr. 50-665/2. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, nr. 50-665/3.

Handelingen van de Kamer. - Bespreking en aanneming, vergaderingen van 28 en 29 juni 2000.

Senaat : Parlementaire bescheiden. - Ontwerp overgezonden door de Kamer van Volksvertegenwoordigers, nr. 2-503/1. - Verslag, nr. 2-503/2. - Tekst aangenomen door de Commissie, nr. 2-503/3. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 2-503/4.