gepubliceerd op 04 september 2003
Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Regeringen van het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, enerzijds, en de Regering van Roemenië, anderzijds, betreffende de Overname van onregelmatig binnengekomen of verblijvende personen, en met de Aanhangsels I en II, ondertekend te Boekarest op 6 juni 1995 (2)
11 APRIL 2003. - Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Regeringen van het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, enerzijds, en de Regering van Roemenië, anderzijds, betreffende de Overname van onregelmatig binnengekomen of verblijvende personen, en met de Aanhangsels I en II, ondertekend te Boekarest op 6 juni 1995 (1) (2)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 2.De Overeenkomst tussen de Regeringen van het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, enerzijds, en de Regering van Roemenië, anderzijds, betreffende de Overname van onregelmatig binnengekomen of verblijvende personen, en de Aanhangsels I en II, ondertekend te Boekarest op 6 juni 1995, zullen volkomen gevolg hebben.
Gegeven te Brussel, 11 april 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota's (1) Zitting 2002-2003 Senaat : Documenten Ontwerp van wet ingediend op 9 januari 2003, nr.2-1415/1 Verslag namens de commissie 2-1415/2 Parlementaire Handelingen Bespreking, vergadering van 12 februari 2003 Stemming, vergadering van 13 februari 2003 Kamer : Documenten Tekst overgezonden door de Senaat, nr. 50-2301/1 Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 50-2301/2 Parlementaire Handelingen Bespreking, vergadering van 27 februari 2003 Stemming, vergadering van 27 februari 2003 (2) België heeft op 29 april 2003 deze Overeenkomst bekrachtigd.De Overeenkomst is nog niet in werking getreden.
Overeenkomst tussen de Regeringen van het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, enerzijds, en de Regering van Roemenië, anderzijds, betreffende de Overname van onregelmatig binnengekomen of verblijvende personen De Regeringen van het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, die op grond van de op 11 april 1960 tussen hen gesloten Overeenkomst inzake de verlegging van de personencontrole naar de buitengrenzen van het Benelux-gebied gemeenschappelijk optreden, enerzijds, en de Regering van Roemenië, anderzijds, ERNAAR STREVEND de overname van onregelmatig binnengekomen of verblijvende personen in een geest van samenwerking en op basis van wederkerigheid te vergemakkelijken teneinde het vrije personenverkeer te vereenvoudigen, zijn het volgende overeengekomen : Artikel 1 1. De Roemeense Regering neemt op verzoek van de Belgische, Luxemburgse of Nederlandse Regering, zonder formaliteiten, de persoon over die niet of niet meer voldoet aan de op het grondgebied van België, Luxemburg of Nederland geldende voorwaarden voor binnenkomst of verblijf, voorzover vaststaat of aangenomen kan worden dat hij de Roemeense nationaliteit heeft.2. Het bezit van de Roemeense nationaliteit kan worden vastgesteld of verondersteld aan de hand van de gegevens, genoemd in Aanhangsel I van deze Overeenkomst.3. Verzoeken tot overname worden schriftelijk ingediend bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken van Roemenië en worden beantwoord binnen een termijn van ten hoogste vijf werkdagen na ontvangst van het verzoek.Het antwoord wordt schriftelijk verstrekt. Elke weigering wordt met redenen omkleed. 4. De Belgische, Luxemburgse of Nederlandse Regering neemt deze persoon onder dezelfde voorwaarden terug, indien uit een later onderzoek blijkt, dat deze op het moment van de verwijdering van het Belgische, Luxemburgse of Nederlandse grondgebied niet de Roemeense nationaliteit had.5. De Roemeense ambassade of de Roemeense consulaire vertegenwoordiging in België, Luxemburg of Nederland geeft op verzoek van de bevoegde Belgische, Luxemburgse of Nederlandse autoriteiten onverwijld de voor de teruggeleiding van de over te nemen personen benodigde reisdocumenten af. Artikel 2 1. De Belgische, Luxemburgse of Nederlandse Regering neemt op verzoek van de Roemeense Regering, zonder formaliteiten, de persoon over die niet of niet meer voldoet aan de op het grondgebied van Roemenië geldende voorwaarden voor binnenkomst of verblijf, voor zover vaststaat of aangenomen kan worden dat hij de Belgische, Luxemburgse of Nederlandse nationaliteit heeft.2. Het bezit van de Belgische, Luxemburgse of Nederlandse nationaliteit kan worden vastgesteld of verondersteld aan de hand van de gegevens, genoemd in Aanhangsel II van deze Overeenkomst.3. Verzoeken tot overname worden schriftelijk ingediend bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken van België of het Ministerie van Justitie van Luxemburg of Nederland, naar gelang de aard van het geval, en worden beantwoord binnen een termijn van ten hoogste vijf werkdagen na ontvangst van het verzoek.Het antwoord wordt schriftelijk verstrekt. Elke weigering wordt met redenen omkleed. 4. De Roemeense Regering neemt deze persoon onder dezelfde voorwaarden terug, indien uit een later onderzoek blijkt, dat deze op het moment van de verwijdering van het grondgebied van Roemenië niet de Belgische, Luxemburgse of Nederlandse nationaliteit had.5. De Belgische, Luxemburgse of Nederlandse ambassade of de Belgische, Luxemburgse of Nederlandse consulaire vertegenwoordiging in Roemenië geeft op verzoek van de bevoegde Roemeense autoriteiten onverwijld de voor de teruggeleiding van de over te nemen personen benodigde reisdocumenten af. Artikel 3 De kosten van verwijdering tot aan de grens van de Staat van bestemming, alsmede de kosten verbonden aan een eventuele terugwijzing, worden gedragen door de verzoekende Partij.
Artikel 4 De bepalingen van deze Overeenkomst doen geen afbreuk aan de verplichtingen, voortvloeiend uit het Verdrag van Genève van 28 juli 1951 betreffende de status van vluchtelingen, zoals gewijzigd bij het Protocol van New York van 31 januari 1967.
Artikel 5 De voor de uitvoering van deze Overeenkomst vereiste administratieve afspraken, in het bijzonder met betrekking tot 1. de overgavemodaliteiten;2. het aanwijzen van de voor de uitvoering van deze Overeenkomst verantwoordelijke overheidsorganen of -instanties;3. het vaststellen van de grensposten waar de overgave dient plaats te vinden, zullen worden vastgelegd in een diplomatieke notawisseling. Artikel 6 Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, kan de toepassing van deze Overeenkomst tot de Nederlandse Antillen en Aruba worden uitgebreid door kennisgeving van de Nederlandse Regering aan de Regering van Roemenië.
Artikel 7 1. Deze Overeenkomst wordt ondertekend en zal worden bekrachtigd of goedgekeurd door de Overeenkomstsluitende Partijen overeenkomstig hun onderscheidenlijke grondwettelijke bepalingen.2. Deze Overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum van nederlegging van de akte van de laatste bekrachtiging of goedkeuring.3. Deze Overeenkomst wordt voorlopig toegepast met ingang van de eenentwintigste dag na de datum van ondertekening. Artikel 8 1. Wijzigingen van deze Overeenkomst, overeengekomen door de Overeenkomstsluitende Partijen, treden in werking op de eerste dag van de tweede maand waarin de laatste mededeling dat aan de constitutionele vereisten voor de inwerkingtreding is voldaan, door de depositaris is ontvangen.2. Wijzigingen van de in artikel 1, tweede lid, en artikel 2, tweede lid, genoemde Aanhangselen worden schriftelijk overeengekomen tussen de bevoegde autoriteiten en treden onmiddellijk in werking. Artikel 9 1. Iedere Overeenkomstsluitende Partij kan, na overleg met de andere Overeenkomstsluitende Partij, deze Overeenkomst om ernstige redenen door middel van een aan de depositaris gerichte schriftelijke kennisgeving schorsen of opzeggen.2. De schorsing of opzegging treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op de ontvangst van de kennisgeving door de depositaris. Artikel 10 De Regering van België vervult de taken van depositaris van deze Overeenkomst. ten blijke waarvan de vertegenwoordigers van de Overeenkomstsluitende Partijen, daartoe naar behoren gemachtigd, deze Overeenkomst hebben ondertekend.
Gedaan te Boekarest, op 6 juni 1995, in de Franse, Nederlandse en Roemeense taal, zijnde de drie teksten gelijkelijk authentiek.
Voor de Regering van het Koninkrijk België, Ambassadeur van België te Boekarest, Ignace VAN STEENBERGE. Voor de Regering van het Groothertogdom Luxemburg, Ambassadeur van Nederland te Boekarest, M.P.A. FRANK. Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, Ambassadeur van Nederland te Boekarest, M.P.A. FRANK. Voor de Regering van Roemenië, Minister van Buitenlandse Zaken, Teodor Viorel MELESCANU. Aanhangsel I De Roemeense nationaliteit kan worden vastgesteld aan de hand van een paspoort, een ander reisdocument of een door de Roemeense autoriteiten afgegeven identiteitsbewijs, indien deze documenten volledig zijn en de geldigheidsduur niet is verlopen. De Roemeense nationaliteit kan worden verondersteld aan de hand van een paspoort, een ander reisdocument of een door de Roemeense autoriteiten afgegeven identiteitsbewijs, waarvan de geldigheidsduur niet langer dan tien jaar is verlopen, een legitimatiebewijs waaruit de identiteit van de houder blijkt, een rijbewijs, een zeemansboekje, een verzekeringsbewijs, betrouwbare getuigenverklaringen van andere Roemeense staatsburgers, of aan de hand van verklaringen van betrokkene zelf.
Aanhangsel II De Belgische nationaliteit kan worden vastgesteld aan de hand van een paspoort of een identiteitsbewijs afgegeven door de Belgische autoriteiten, indien deze documenten volledig zijn en de geldigheidsduur niet is verlopen, of door middel van een uittreksel uit het register van de burgerlijke stand betreffende de verkrijging van deze nationaliteit; zij kan worden verondersteld aan de hand van een paspoort, een ander reisdocument of een door de Belgische autoriteiten afgegeven identiteitsbewijs, waarvan de geldigheidsduur niet langer dan tien jaar verlopen is; voorts aan de hand van een geldige identiteitskaart voor vreemdelingen afgegeven door de bevoegde autoriteiten in Frankrijk, Luxemburg of Zwitserland ten behoeve van Belgische onderdanen die aldaar hun vaste verblijfplaats hebben, en waaruit de Belgische nationaliteit van de houder blijkt, aan de hand van een legitimatiebewijs waaruit de identiteit van de houder blijkt, een rijbewijs, een zeemansboekje, een verzekeringsbewijs, betrouwbare getuigenverklaringen van andere Belgische staatsburgers, of aan de hand van verklaringen van betrokkene zelf.
De Luxemburgse nationaliteit kan worden vastgesteld aan de hand van een paspoort of een identiteitsbewijs afgegeven door de Luxemburgse autoriteiten, indien deze documenten volledig zijn en de geldigheidsduur niet is verlopen; zij kan worden verondersteld aan de hand van een paspoort of een identiteitskaart afgegeven door de Luxemburgse autoriteiten waarvan de geldigheidsduur niet langer dan tien jaar verlopen is; of aan de hand van een geldig identiteitsbewijs voor vreemdelingen waaruit de Luxemburgse nationaliteit van de houder blijkt, een rijbewijs, een zeemansboekje, betrouwbare getuigenverklaringen van andere Luxemburgse staatsburgers, of aan de hand van verklaringen van betrokkene zelf.
De Nederlandse nationaliteit kan worden vastgesteld aan de hand van een paspoort of een identiteitsbewijs afgegeven door de Nederlandse autoriteiten, indien deze documenten volledig zijn en de geldigheidsduur ervan niet is verlopen; zij kan worden verondersteld aan de hand van een paspoort of een identiteitskaart afgegeven door de Nederlandse autoriteiten waarvan de geldigheidsduur niet langer dan tien jaar verlopen is, voorts aan de hand van een geldig Belgisch of Luxemburgs identiteitsbewijs voor vreemdelingen, waaruit de Nederlandse nationaliteit van de houder blijkt, aan de hand van een legitimatiebewijs waaruit de identiteit van de houder blijkt, een rijbewijs, een zeemansboekje, een verzekeringsbewijs, betrouwbare getuigenverklaringen van andere Nederlandse staatsburgers, of aan de hand van verklaringen van betrokkene zelf.