Etaamb.openjustice.be
Wet van 10 juni 2014
gepubliceerd op 14 mei 2018

Wet houdende instemming met het Akkoord tussen het Koninkrijk België en de Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur inzake de vestiging in België van een Project Office van het "International Oceanographic Data and Information Exchange" programma, gedaan te Parijs op 18 juli 2005 (2)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2014015218
pub.
14/05/2018
prom.
10/06/2014
ELI
eli/wet/2014/06/10/2014015218/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)Senaat (fiche)
Document Qrcode

10 JUNI 2014. - Wet houdende instemming met het Akkoord tussen het Koninkrijk België en de Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur inzake de vestiging in België van een Project Office van het "International Oceanographic Data and Information Exchange" programma, gedaan te Parijs op 18 juli 2005 (1) (2)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.Het Akkoord tussen het Koninkrijk België en de Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur inzake de vestiging in België van een Project Office van het « International Oceanographic Data and Information Exchange » programma, gedaan te Parijs op 18 juli 2005, zal volkomen gevolg hebben.

Art. 3.Deze wet heeft uitwerking met ingang van 18 juli 2005.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 10 juni 2014.

FILIP Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken, D. REYNDERS De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, J. MILQUET De Vice-Eerste Minister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, L. ONKELINX De Minister van Justitie, A. TURTELBOOM De Minister van Financiën, K. GEENS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM _______ Nota's (1) Senaat (www.senate.be) : Stukken : 5-2754 Handelingen van de Senaat : 03/04/2014 Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : Stukken : 53-3534 Integraal verslag : 23/04/2014. (2) Inwerkingtreding : 23/04/2018 (art.8)

AKKOORD Akkoord tussen het Koninkrijk België en de Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur inzake de vestiging in België van een Project Office van het « International Oceanographic Data and Information Exchange » programma HET KONINKRIJK BELGIE, hierna genoemd « België » en DE ORGANISATIE VAN DE VERENIGDE NATIES VOOR ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR, hierna genoemd « UNESCO » GEZIEN het Verdrag tot oprichting van de organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, aangenomen te Londen op 16 november 1945, met aanpassingen;

GEZIEN de oprichting door resolutie 2.31, aangenomen door de Algemene Conferentie van UNESCO tijdens haar 11de zitting (november-december 1960), van een Intergouvernementele Oceanografische Commissie, als orgaan met functionele autonomie binnen het kader van UNESCO (hierna genoemd « IOC »);

GEZIEN de oprichting door resolutie I-9 van de IOC in 1961, krachtens de artikelen 2 en 3 van haar Statuten, van het programma « International Oceanographic Data and Information Exchange » (hierna genoemd « IODE »);

OVERWEGENDE dat de IOC te Oostende een Project Office van het programma IODE wenst te openen (hierna genoemd « Bureau »);

GEZIEN het Verdrag van de Verenigde Naties nopens voorrechten en immuniteiten van de gespecialiseerde organisaties van 21 november 1947, met inbegrip van zijn Annex IV (hierna « het Verdrag »);

OVERWEGENDE dat het van belang is te voorzien in bijzondere bepalingen, aanvullend bij de bepalingen van het Verdrag, met betrekking tot de voorrechten en immuniteiten waarvan het Bureau op Belgisch grondgebied kan genieten;

WENSENDE daartoe een Akkoord te sluiten ter aanvulling van het Verdrag;

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN : ARTIKEL 1 1. De directeur van het Bureau geniet de voorrechten en immuniteiten toegekend aan de leden van het diplomatiek personeel van de diplomatieke zendingen.De echtgeno(o)t(e) en de inwonende minderjarige kinderen, ten laste van de directeur, genieten het statuut dat wordt toegekend aan de echtgeno(o)t(e) en de minderjarige kinderen, ten laste van het diplomatiek personeel. 2. Onverminderd het bepaalde in artikel VI, afdeling 19 van het Verdrag, is het bepaalde in het eerste lid niet van toepassing op Belgische onderdanen. ARTIKEL 2 1. Alle ambtenaren van UNESCO, aangesteld bij het Bureau, genieten vrijstelling van elke belasting op de salarissen, emolumenten en vergoedingen welke hen door UNESCO worden uitgekeerd.2. Met « ambtenaren » wordt bedoeld alle personen die onderworpen zijn aan de statutaire regels van UNESCO en die voor een periode van tenminste een jaar een betrekking bekleden gelet op de opdracht van deze Organisatie.3. De belastingvrijstellingen vermeld in § 1 van dit artikel gelden niet voor de pensioenen of renten die UNESCO in België uitkeert aan zijn gewezen ambtenaren en zijn gewezen plaatselijk aangeworven medewerkers of aan hun rechthebbenden. ARTIKEL 3 1. Onverminderd de verplichtingen die voor België voortvloeien uit de bepalingen van de verdragen betreffende de Europese Unie en uit de toepassing van de wetten en voorschriften, hebben de ambtenaren van UNESCO, aangesteld bij het Bureau, het recht, binnen de twaalf maanden volgend op het tijdstip waarop zij hun functie in België voor het eerst opnemen, meubelen en een motorvoertuig voor persoonlijk gebruik vrij van rechten bij invoer en van belasting over de toegevoegde waarde in te voeren of aan te kopen.2. De minister van Financiën van de Belgische regering bepaalt de perken en de voorwaarden voor de toepassing van dit artikel.3. België is er niet toe gehouden de in § 1 van dit artikel vermelde voordelen aan eigen onderdanen of permanente verblijfshouders toe te kennen. ARTIKEL 4 Het Bureau en zijn personeel dienen zich te houden aan de Belgische wetten en voorschriften, met name op het gebied van de verzekering van de burgerlijke aansprakelijkheid voor het verkeer met motorrijtuigen.

Het Bureau zorgt voor een aangepaste burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering voor wat de in België gebruikte voertuigen betreft.

ARTIKEL 5 De Belgische regering vergemakkelijkt, binnen het kader van de Belgische en internationale wetgeving terzake, de toegang tot België, het verblijf op zijn grondgebied en het vertrek uit het land van personen die voor officiële doeleinden door het Bureau worden uitgenodigd.

ARTIKEL 6 1. België en UNESCO geven uiting aan hun gemeenschappelijk voornemen in te staan voor een hoog niveau van sociale bescherming voor de personen die door hen worden verzekerd.2. De ambtenaren van UNESCO, aangesteld bij het Bureau, die in België geen andere winstgevende activiteit uitoefenen dan die welke is vereist door hun functie, kiezen voor aansluiting bij hetzij de sociale zekerheidsstelsels die van toepassing zijn op de ambtenaren van de hoofdzetel van UNESCO overeenkomstig de voorschriften van deze stelsels, hetzij het Belgische stelsel van sociale zekerheid voor werknemers.3. UNESCO verbindt zich ertoe zijn ambtenaren die een functie uitoefenen in België en die aangesloten zijn bij de sociale zekerheidsstelsels aangeboden door UNESCO voordelen te garanderen die evenwaardig zijn aan deze waarin het Belgische sociale zekerheidsstelsel voorziet, en daarbij de garanties te eerbiedigen die in België erkend worden met betrekking tot de vrije keuze van een geneesheer, de therapeutische vrijheid van zorgverstrekkers en het medisch geheim. 4. De personen, aangeworven door het Bureau, die geen ambtenaar zijn in de zin van artikel 2.2, zullen worden aangesloten bij het Belgische sociale zekerheidsstelsel. 5. België kan van UNESCO de terugbetaling verkrijgen van de kosten veroorzaakt door elke bijstand van sociale aard die het mocht hebben verleend aan ambtenaren van UNESCO, aangesteld bij het Bureau, die aangesloten zijn bij de sociale zekerheidsstelsels die op de ambtenaren van UNESCO van toepassing zijn. ARTIKEL 7 De bepalingen van dit Akkoord doen geen afbreuk aan de bepalingen van het Verdrag.

ARTIKEL 8 Elke Partij brengt de andere Partij ervan in kennis dat is voldaan aan de vereiste procedures voor de inwerkingtreding van dit Akkoord.

TEN BLIJKE WAARVAN, de gevolmachtigden van de Partijen dit Akkoord hebben ondertekend.

GEDAAN te Parijs, op 18 juli 2005, in drievoud, in de Franse, de Engelse, en de Nederlandse taal, zijnde de drie teksten gelijkelijk rechtsgeldig.

^