gepubliceerd op 05 juli 2001
Wet tot wijziging van de procedure voor de toekenning van de statuten van nationale erkentelijkheid
10 JUNI 2001. - Wet tot wijziging van de procedure voor de toekenning van de statuten van nationale erkentelijkheid (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2.Artikel 3 van de wet van 5 april 1995 tot heropening van de termijnen voor de indiening van de aanvragen met het oog op de toekenning van een statuut van nationale erkentelijkheid ten gunste van de werkweigeraars en de weggevoerden voor de verplichte tewerkstelling van de oorlog 1940-1945, wordt vervangen als volgt : «
Art. 3.De minister tot wiens bevoegdheid de oorlogsslachtoffers behoren, doet in laatste aanleg uitspraak over de aanvragen ingediend tot erkenning van de statuten als bedoeld in artikel 1, op grond van een door de dienst van de oorlogsslachtoffers behandeld dossier, onverminderd het recht op herziening waarin is voorzien bij artikel 4 van de wet van 24 juli 1952 betreffende de procedure inzake de statuten der burgerlijke weerstanders en werkweigeraars, der gedeporteerden voor de verplichte arbeidsdienst tijdens de oorlog 1940-1945, der buitenlanders politieke gevangenen en hun rechthebbenden en der weerstanders door de sluikpers. De aanvraag om herziening wordt behandeld overeenkomstig deze bepaling. Wordt de aanvraag afgewezen, dan dient die beslissing met redenen te worden omkleed. »
Art. 3.Artikel 2, § 1 van de wet van 26 januari 1999 houdende nieuwe maatregelen ten voordelen van de oorlogsslachtoffers wordt aangevuld met het volgende lid : « De minister tot wiens bevoegdheid de oorlogsslachtoffers behoren, kan evenwel in laatste aanleg uitspraak doen over de krachtens deze wet ingediende aanvragen tot erkenning van de statuten als bedoeld in artikel 3, 3°, 4°, 5°, 7°, 8°, 12°, 13°, 16° en 17°, en in de artikelen 6 en 7, op grond van een dossier dat enerzijds, wat de burgerlijke statuten betreft, werd behandeld door de dienst van de oorlogsslachtoffers en anderzijds, wat de militaire statuten betreft, door de centrale dient van de naamrol. Wordt de aanvraag afgewezen, dan dient die beslissing met redenen te worden omkleed. »
Art. 4.Deze wet is van toepassing op de aan de gang zijnde of nog in te leiden procedures, met uitzondering van de beroepsprocedures die op het ogenblik van de inwerkingtreding van de wet waren ingediend.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 10 juni 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT Met's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN
(1) Zitting 2000-2001 : Kamer van Volksvertegenwoordigers : Parlementaire bescheiden.- Wetsvoorstel, nr. 1158/1. - Amendementen, nr. 1158/2. - Verslag, nr. 1158/3.
Parlementaire Handelingen. - Bespreking en aanneming : Vergadering van 29 maart 2001.
Senaat.
Parlementaire bescheiden. - Ontwerp van wet overgezonden door de Kamer, nr. 713/1.
Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat, nr. 713/2.