gepubliceerd op 29 januari 2018
Wet houdende instemming met het Verdrag tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden voor de aanpassing van de grens tussen de Nederlandse gemeenten Eijsden-Margraten en Maastricht en de Belgische stad Wezet, en de Bijlage, gedaan te Amsterdam op 28 november 2016 (2)
10 DECEMBER 2017. - Wet houdende instemming met het Verdrag tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden voor de aanpassing van de grens tussen de Nederlandse gemeenten Eijsden-Margraten en Maastricht en de Belgische stad Wezet, en de Bijlage, gedaan te Amsterdam op 28 november 2016 (1)(2)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt:
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2.Het Verdrag tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden voor de aanpassing van de grens tussen de Nederlandse gemeenten Eijsden-Margraten en Maastricht en de Belgische stad Wezet, en de Bijlage, gedaan te Amsterdam op 28 november 2016, zullen volkomen gevolg hebben.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 10 december 2017.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, D. REYNDERS. Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota (1) Kamer van Volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be): Stukken: 54-2667 Integraal verslag: 05/10/2017 Senaat (www.senate.be) : Niet geëvoceerd door Senaat. (2) Datum van inwerkingtreding: 01/01/2018
VERDRAG TUSSEN HET KONINKRIJK BELGI" EN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN VOOR DE AANPASSING VAN DE GRENS TUSSEN DE NEDERLANDSE GEMEENTEN EIJSDEN-MARGRATEN EN MAASTRICHT EN DE BELGISCHE STAD WEZET Het Koninkrijk België, enerzijds, en het Koninkrijk der Nederlanden, anderzijds, hierna te noemen "de verdragsluitende partijen", Verwijzend naar: - Het Tractaat tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden betreffende de scheiding der wederzijdse grondgebieden, tot stand gekomen te Londen op 19 april 1839 (bijlage van het Tractaat tussen en Oostenrijk, Frankrijk, Groot-Brittannië, Pruisen en Rusland, enerzijds, en het Koninkrijk der Nederlanden, anderzijds, betreffende de scheiding van België, tot stand gekomen te Londen op 19 april 1839), gekend als het "Verdrag der XXIV artikelen van Londen van 19 april 1839"; - De Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden betreffende de grensscheiding, met Reglement voor het plaatsen van grenspalen, tot stand gekomen te Maastricht op 8 augustus 1843, hierna genoemd: "Grensregeling van 1843"; - Het Verdrag tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden tot verbetering van de verbinding tussen het Julianakanaal en het Albertkanaal, tot stand gekomen te Brussel op 24 februari 1961.
Vaststellende dat door het rechttrekken en normaliseren van de Maas en andere werkzaamheden in de Maas in de loop van de decennia 1960-1980, bij de Nederlandse gemeenten Eijsden-Margraten en Maastricht en de Belgische stad Wezet, zich door aanslibbing eilandjes hebben aangehecht aan de oevers van de Maas van zowel Nederland als België.
Overwegende dat hierdoor onduidelijk is geworden wat de gevolgen zijn voor de grens bij Eijsden-Margraten, Maastricht en Wezet in het licht van de Grensregeling van 1843.
Verlangende de grens tussen beide verdragsluitende partijen aan te passen aan de gewijzigde situatie als gevolg van het bovengenoemde rechttrekken en normaliseren van de Maas en de andere werkzaamheden in de Maas.
Gelet op het proces-verbaal van 30 augustus 2016 van de Belgisch-Nederlandse grenscommissie belast met het formuleren van een voorstel voor de afbakening van de rijksgrens tussen de Nederlandse gemeenten Eijsden-Margraten en Maastricht, en de Belgische stad Wezet.
Komen het volgende overeen:
Art. 3.De grens tussen de verdragsluitende partijen, ter plaatse waar deze wordt doorsneden door de Maas, wordt gelijktijdig met de inwerkingtreding van dit verdrag gewijzigd overeenkomstig de volgende artikelen.
Art. 4.1. De grens gelegen tussen de grenspalen 45 en 49 zal voortaan het midden van de bedding van de Maas volgen. 2. De grens verbindt meer bepaald, achtereenvolgens, en telkens over de kortste afstand, de volgende grenspunten: 45001 tot en met 45009, 46001 tot en met 46003, 47001 tot en met 47011, en 48001 tot en met 48006.3. De Belgische territoriale gebieden die aan de Nederlandse zijde van de nieuwe grens komen te liggen, worden overgedragen aan Nederland.De Nederlandse territoriale gebieden die aan de Belgische zijde van de nieuwe grens komen te liggen, worden overgedragen aan België.
Art. 5.1. De gewijzigde grenslijn en de onderscheiden overgedragen territoriale gebieden worden ter verduidelijking ingetekend op de als bijlage opgenomen kaart, die integrerend onderdeel uitmaakt van dit verdrag. 2. De coördinaten van de grenspunten vermeld onder artikel 2 staan eveneens weergegeven op de als bijlage opgenomen kaart.3. De coördinaten van de grenspunten staan weergegeven onder de volgende drie geodetische coördinatensystemen: het Belgische Lambert systeem (LB 72), het Nederlandse systeem van driehoeksmeting (RD) en het Europees Terrestrisch Referentiesysteem (ETRS).4. Indien de metingen verschillende resultaten opleveren tussen deze drie geodetische coördinatensystemen, is het Europees Terrestrisch Referentiesysteem (ETRS) doorslaggevend.
Art. 6.1. De Commissaris van de Koning in de provincie Limburg en de Gouverneur van de provincie Luik geven aan de permanente commissie belast met het onderhoud en de instandhouding van de grenspalen gelegen langs de grens tussen de Belgische provincie Luik en de Nederlandse provincie Limburg de bijzondere opdracht om over te gaan tot de eventuele herplaatsing van de grenspalen en hulpgrenspalen als zij dit overeenkomstig de gewijzigde grens nodig acht. 2. Voor de uitvoering van deze opdracht wordt de permanente commissie uitgebreid met de burgemeesters van de betrokken steden of gemeenten of hun plaatsvervangers, en tijdelijk omgevormd tot een commissie ad hoc.3. Van de door haar verrichte werkzaamheden maakt deze ad hoc commissie een proces-verbaal op in achtvoudig origineel.Deze zijn aan zowel Nederlandse als Belgische zijde bestemd voor de Minister van Buitenlandse Zaken, het bestuur dat bevoegd is voor het Kadaster, de in het eerste lid vermelde provincies en de in het tweede lid vermelde steden of gemeenten.
Art. 7.Het Koninkrijk der Nederlanden doet afstand van zijn rechten met betrekking tot het gebied dat tot Nederland behoorde en dat vanaf de inwerkingtreding van dit verdrag tot België behoort. Het Koninkrijk België doet afstand van zijn rechten met betrekking tot het gebied dat tot België behoorde en dat vanaf de inwerkingtreding van dit verdrag tot Nederland behoort.
Art. 8.Na de inwerkingtreding van dit verdrag dragen de verdragsluitende partijen elkaar de hypothecaire en kadastrale registers en bijbehorende akten, geschriften en kaarten, welke betrekking hebben op de over en weer afgestane gebieden, over. Indien het niet mogelijk is deze documenten in originele exemplaren over te dragen, gebeurt dit via gewaarmerkte afschriften of uittreksels uit deze registers. De verdragsluitende partijen letten erop dat de wederzijds bevoegde autoriteiten in onderling overleg de overdracht tot stand brengen.
Art. 9.1. Het openbaar vermogen met alle rechten, lasten en verplichtingen in de overgedragen territoriale gebieden bedoeld in artikel 2 van dit verdrag behoort toe aan de verdragsluitende partij waaraan deze gebieden zijn afgestaan. 2. De in Nederland gelegen registergoederen en de in België gelegen onroerende goederen die deel uitmaken van de overgedragen gebieden bedoeld in artikel 2 van dit verdrag, gaan in eigendom over naar de verdragsluitende partij waaraan deze gebieden zijn overgedragen.3. De op het tijdstip van de grenswijziging bestaande rechten van particulieren met betrekking tot de overgedragen gebieden bedoeld in artikel 2 van dit verdrag zullen door de verdragsluitende partij waaraan deze gebieden zijn afgestaan, worden geëerbiedigd.4. Overschrijvingen in de hypothecaire en kadastrale registers welke in verband met de in artikel 2 van dit verdrag bedoelde gebiedsoverdracht verplichtend worden opgelegd binnen een maand na de datum van inwerkingtreding van dit verdrag, zullen ambtshalve vrij van kosten, rechten en belastingen geschieden.
Art. 10.Dit verdrag treedt in werking op 1 januari van het jaar volgend op de dag van uitwisseling van de laatste kennisgeving van de verdragsluitende partijen betreffende de voltooiing van hun respectieve nationaal vereiste grondwettelijke of wettelijke procedures.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gemachtigd, dit verdrag hebben ondertekend.
GEDAAN in twee exemplaren te Amsterdam, op 28 november 2016, in de Nederlandse en de Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BIJ HET VERDRAG TUSSEN HET KONINKRIJK BELGI" EN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN VOOR DE AANPASSING VAN DE GRENS TUSSEN DE NEDERLANDSE GEMEENTEN EIJSDEN-MARGRATEN EN MAASTRICHT EN DE BELGISCHE STAD WEZET I. ALGEMEEN DEEL Deze Gemeenschappelijke Verklaring vormt een overeenstemming tussen Partijen als vermeld in artikel 31, tweede lid, onder a, van het Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht (23 mei 1969, Trb. 1972, 51, en BS 25 december 1993) en wordt door Partijen beschouwd als een primair middel van interpretatie.
De documenten die de voorbereidende werkzaamheden en de omstandigheden waaronder dit Verdrag werd gesloten weergeven, zoals het Proces-Verbaal van 30 augustus 2016 van de Belgisch-Nederlandse grenscommissie belast met het formuleren van een voorstel voor de afbakening van de rijksgrens tussen de Nederlandse gemeenten Eijsden-Margraten en Maastricht en de Belgische stad Wezet, kunnen als beleidsvoorbereidende documenten van niet-juridische aard, in geval van noodzaak, aanvullende middelen van uitleg vormen, in de zin van artikel 32 van het Weens Verdragenverdrag.
Voorgeschiedenis en inhoud Verdrag Het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden ondertekenden op 24 februari 1961 het Verdrag tot verbetering van de verbinding tussen het Albertkanaal en het Julianakanaal. Daarin werd overeengekomen om de Maas recht te trekken en te normaliseren ter verbetering van de scheepvaart. De vereiste waterbouwkundige werkzaamheden werden in de daarop volgende jaren uitgevoerd (in de loop van de decennia 1960-1980). Als gevolg daarvan hebben zich eilandjes vastgehecht aan de oevers van de Maas van zowel België als Nederland.
Dit heeft tot moeilijkheden geleid bij de handhaving van de openbare orde (drugshandel en problemen van zedelijke aard) omdat onvoldoende duidelijk was welke staat bevoegd rechtsmacht kan uitoefenen op de aangehechte eilandjes.
Het is daarom wenselijk de grens, zoals vastgesteld in de op 8 augustus 1843 te Maastricht tot stand gekomen Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België betreffende de grensscheiding, met Reglement voor het plaatsen van grenspalen ("Grensregeling van 1843") aan te passen.
Aangezien de bedding van de rivier verlegd werd zoals hierboven gesteld door het normaliseren in 1961, is de bruikbaarheid van het in de genoemde "Grensregeling van 1843" neergelegde thalwegbeginsel (dit is de lijn die de diepste punten in de rivier verbindt) komen te vervallen (zie artikel 11, paragraaf 5, van de "Grensregeling van 1843"), en heeft het de voorkeur uit te gaan van het middellijnbeginsel (dit is het midden van de bedding van de genormaliseerde rivier).
Het toepassen van het middellijnbeginsel zorgt ervoor dat de Maas weer een grensrivier wordt op de plaatsen waar dit oorspronkelijk was voorzien in de "Grensregeling van 1843", namelijk ter hoogte van de stad Wezet in België en de gemeenten Eijsden-Margraten en Maastricht in Nederland. De beide Maasoevers zullen op die plaatsen opnieuw volledig tot het territorium van Nederland dan wel België behoren.
Verder leidt de bouw van een nieuwe (vierde) sluis bij Ternaaien, die werd ingehuldigd op 13 november 2015, tot onduidelijkheid. Volgens de "Grensregeling van 1843" ligt genoemde vierde sluis op Belgisch grondgebied, maar de uitloper van de voorhaven op Nederlands grondgebied. Echter, op basis van het middellijnbeginsel, komt de genoemde vierde sluis evenals de voorhaven geheel op Belgisch grondgebied te liggen.
Op grond van artikel VI van het op 19 april 1839 te Londen tot stand gekomen Tractaat tussen het Koninkrijk der Nederlanden, enerzijds, en Oostenrijk, Frankrijk, Groot-Brittannië, Pruisen en Rusland, anderzijds, betreffende de scheiding van België, en op grond van het Tractaat tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België betreffende de scheiding der wederzijdse grondgebieden ("Verdrag der XXIV artikelen van Londen van 19 april 1839"), dat een bijlage vormt bij het eerstgenoemde Tractaat, moeten wijzigingen van de grens worden voorbereid door commissarissen van beide landen. De bevindingen van de daartoe aangestelde commissarissen zijn vastgesteld bij een proces-verbaal van 30 augustus 2016.
Het genoemde proces-verbaal is de basis voor het onderhavige verdrag waarin de genoemde grenswijziging is opgenomen. De grens tussen België en Nederland zal tussen de grenspalen 45 en 49 in het midden van de Maas komen te liggen, dit in afwijking van het thalwegbeginsel. De bij het proces-verbaal gevoegde kaart geeft de precieze coördinaten weer van de gewijzigde grens.
Sinds januari 2014 hebben de in België en Nederland bevoegde autoriteiten overleg gepleegd om tot formele afspraken te komen betreffende enkele specifieke gevolgen van een grenswijziging, op het vlak van natuurbescherming, en tevens ruimtelijke ordening en waterbeheer. Dit werd verwezenlijkt met een memorandum van overeenstemming dat op 23 juni 2016 te Wezet werd ondertekend.
II. ARTIKELSGEWIJZE BESPREKING
Artikel 1.De grenscorrectie betreft uitsluitend het grensgebied langs de Maas. De precieze invulling van deze grenscorrectie staat beschreven in de artikelen die volgen.
Art. 2.In de plaats van het thalwegbeginsel, dat werd aanvaard in 1843, komt het middellijnbeginsel. De grens zal voortaan lopen langs het midden van de bedding van de genormaliseerde rivier de Maas.
Er wordt gepreciseerd dat dit nieuwe principe van toepassing zal zijn in het gedeelte van de Maas dat loopt tussen de op het land gelegen grenspalen 45 en 49.
In de rivier zelf gaat het om de kortste afstand tussen grenspunten 45001 tot en met 45009, 46001 tot en met 46003, 47001 tot en met 47011, en 48001 tot en met 48006.
Het toepassen van het middellijnbeginsel zorgt ervoor dat de Maas weer een grensrivier wordt op de plaatsen waar dit oorspronkelijk was voorzien in 1843, namelijk ter hoogte van de stad Wezet in België en de gemeenten Eijsden-Margraten en Maastricht in Nederland. De beide Maasoevers zullen op die plaatsen opnieuw volledig tot het territorium van Nederland dan wel België behoren.
Art. 3.In de bijlage bij dit verdrag is een kaart opgenomen die de nieuwe grenslijn en de krachtens dit verdrag overgedragen gebieden grafisch weergeeft.
Deze kaart geeft ook de coördinaten weer van de onder artikel 2 vermelde grenspunten. Deze coördinaten staan weergegeven op basis van drie geodetische coördinatensystemen, waarvan twee nationaal en één Europees. Als de metingen verschillende resultaten opleveren, zal het Europese systeem beslissend zijn.
Art. 4.Het is mogelijk dat de grenspalen op het land dienen te worden herplaatst om in overeenstemming te zijn met de nieuwe grens.
Hiervoor zal een bijzonder en tijdelijk mandaat worden gegeven aan de permanente grenspalencommissie die op 15 september 2016 werd opgericht door de Commissaris van de Koning in de Provincie Limburg (Nederland) en de Gouverneur van de Provincie Luik (België).
Deze grenspalencommissie werd opgericht naar het voorbeeld van de permanente grenspalencommissie die in 1978 werd opgericht door de Commissaris van de Koningin in de Provincie Limburg (Nederland) en de Gouverneur van de Provincie Limburg (België).
Het herplaatsen van grenspalen vereist een bijzonder mandaat, waarbij de permanente commissie tijdelijk wordt omgevormd naar een ad-hoc commissie, waarin ook de burgemeesters van de stad Wezet en de gemeenten Eijsden-Margraten en/of Maastricht zullen deelnemen.
Art. 5.Met de grenscorrectie vindt een wederzijdse overdracht van grondgebied en de daartoe behorende rechten tussen Nederland en België plaats.
Art. 6.Omdat voorzien is in de onderlinge overdracht van grondgebied en de daartoe behorende rechten, is het ook noodzakelijk om bepaalde officiële documenten onderling over te dragen.
Bij voorkeur worden originele documenten overgedragen, of desnoods gewaarmerkte afschriften. De overige modaliteiten van overdracht moeten onderling nog worden afgesproken door de bevoegde autoriteiten van beide landen.
Art. 7.Dit artikel regelt enkele gevolgen van de overdracht van de territoriale gebieden, vermeld in artikel 2, derde lid.
Het eerste lid beschrijft de overdracht van publieke soevereine rechten die op het grondgebied van de verdragsluitende partijen rusten.
Het tweede lid verwijst naar de overdracht van Nederlandse registergoederen en Belgische onroerende goederen.
Het derde lid bepaalt dat de bestaande rechten van particuliere personen blijvend dienen te worden gerespecteerd.
Het vierde lid bepaalt dat de noodzakelijke overschrijvingen in de hypothecaire en kadastrale gegevens binnen een maand na de datum van inwerkingtreding van het verdrag en kosteloos gebeurt.
Art. 8.Dit artikel regelt het tijdstip van inwerkingtreding van het verdrag.
GEDAAN in twee exemplaren te Amsterdam op 28 november 2016, in de Nederlandse en de Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld