Etaamb.openjustice.be
Wet van 09 juni 1999
gepubliceerd op 04 november 1999

Wet houdende instemming met het Zetelakkoord tussen het Koninkrijk België en de Liga van de Arabische Staten, ondertekend te Brussel op 16 november 1995

bron
ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking
numac
1999015185
pub.
04/11/1999
prom.
09/06/1999
ELI
eli/wet/1999/06/09/1999015185/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

9 JUNI 1999. - Wet houdende instemming met het Zetelakkoord tussen het Koninkrijk België en de Liga van de Arabische Staten, ondertekend te Brussel op 16 november 1995 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.Het Zetelakkoord tussen het Koninkrijk België en de Liga van de Arabische Staten, ondertekend te Brussel op 16 november 1995, zal volkomen uitwerking hebben.

Art. 3.Deze wet heeft uitwerking met ingang van 16 november 1995.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te 9 juni 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, E. DERYCKE De Minister van Binnenlandse Zaken, L. VAN DEN BOSSCHE De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, M. SMET De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN De Minister van Vervoer, M. DAERDEN De Minister van Justitie, T. VAN PARYS De Minister van Financiën, J.-J. VISEUR _______ Nota (1) Zitting 1997/1998. Senaat.

Documenten.

Ontwerp van wet ingediend op 22 december 1997, nr. 1-831/1.

Verslag, nr. 1-831/2.

Tekst aangenomen in vergadering en overgezonden aan de Kamer, nr. 1-831/3.

Parlementaire handelingen.

Bespreking, vergadering van 21 april 1999.

Stemming, vergadering van 22 april 1999.

Kamer Documenten.

Tekst overgezonden door de Senaat, nr. 49-2173/1.

Verslag, nr. 49-2173/2.

Parlementaire handelingen.

Bespreking, vergadering van 29 april 1999.

Stemming, vergadering van 29 april 1999.

Zetelakkoord tussen het Koninkrijk België en de Liga van de Arabische Staten Het Koninkrijk België en de liga van de Arabische Staten, hierna te noemen « de Liga », Gelet op het Handvest van de Liga van de Arabische Staten, ondertekend op 22 maart 1945, Gelet op de beslissing een Permanente Missie te installeren te Brussel, Wensende een akkoord te sluiten ten einde het stelsel van voorrechten en immuniteiten vast te stellen dat nodig is voor de uitoefening van de taken van de Liga in België, Zijn overeengekomen wat volgt : HOOFDSTUK Ier. - Voorrechten en immuniteiten van de Liga Artikel 1er De Liga heeft de ruimste handelingsbevoegdheid die aan rechtspersonen wordt toegekend. De goederen en activa die zij uitsluitend voor de uitoefening van haar officiële werkzaamheden gebruikt, genieten immuniteit van rechtsmacht, behalve voor zover de Liga er in een bijzonder geval uitdrukkelijk afstand van heeft gedaan. Voor elke maatregel van tenuitvoerlegging is een afzonderlijke verklaring van afstand van immuniteit vereist.

Artikel 2 De gebouwen die de Liga uitsluitend voor de uitoefening van haar werkzaamheden gebruikt zijn onschendbaar.

Deze gebouwen mogen slechts met de toestemming van de Liga worden betreden.

Zodanige toestemming wordt geacht te zijn verkregen in geval van brand of van een andere ramp die onmiddellijke beschermende maatregelen vereisen.

België neemt alle passende maatregelen ten einde te beletten dat de gebouwen van de Liga worden bezet of beschadigd, dat de rust van de Liga wordt verstoord of aan haar waardigheid tekort wordt gedaan.

Artikel 3 Behalve voor zover vereist in het kader van een onderzoek naar aanleiding van een ongeval dat werd veroorzaakt door een motorvoertuig toebehorend aan de liga of rijdend voor rekening daarvan, of in geval van inbreuk op de reglementering inzake het verkeer van motorvoertuigen of van ongevallen veroorzaakt door zodanig voertuig, zijn de goederen en activa van de Liga vrij van elke vorm van vordering, verbeurdverklaring, sequester en elke vorm van beslag- of dwangmaatregel, zelfs indien het maatregelen betreft in het kader van de landsverdediging of het openbaar nut.

Mocht onteigening voor zodanige doeleinden noodzakelijk zijn, dan worden alle passende maatregelen getroffen om te voorkomen dat de werkzaamheden van de Liga er door worden gehinderd en wordt onverwijld een toereikende schadeloosstelling betaald.

België helpt bij de installatie of herinstallatie van de Liga.

Artikel 4 Het archief van de Liga en in het algemeen alle documenten, die de Liga toebehoren of die zij of een van haar ambtenaren in bezit heeft, zijn onschendbaar, waar zij zich ook bevinden.

Artikel 5 1. De Liga mag deviezen bezitten en rekeningen hebben in alle valuta voor zover dat nodig is voor de uitoefening van de werkzaamheden die met haar doelstellingen verband houden.2. België verbindt zich ertoe de Liga de nodige machtigingen te verlenen om, met inachtneming van de voorwaarden gesteld door 's lands desbetreffende voorschriften en van de geldende internationale overeenkomsten, alle transacties te verrichten waartoe de oprichting en de werkzaamheden van de Liga aanleiding geven.Hieronder zijn ook begrepen het uitschrijven van leningen en de dienst van de leningen wanneer België machtiging heeft verleend voor de uitschrijving van deze leningen.

Artikel 6 De Liga, haar activa, inkomsten en andere goederen, die bestemd zijn voor officieel gebruik, zijn vrijgesteld van alle directe belastingen.

Inkomsten die de Liga verwerft uit een nijverheids- of handelsactiviteit die zij zelf of één van haar leden voor rekening van de Liga of van de lidstaten ervan verricht, zijn niet vrijgesteld van directe belastingen.

Artikel 7 Wanneer de Liga belangrijke aankopen van onroerende of roerende goederen verricht of belangrijke diensten laat verrichten die onontbeerlijk zijn voor de uitoefening van haar officiële werkzaamheden en wanneer in de prijs daarvan indirecte rechten of belastingen op de verkoop zijn inbegrepen, worden telkenmale dit mogelijk is passende maatregelen genomen met het oog op vrijstelling of terugbetaling van zodanige belastingen of rechten.

Artikel 8 Onverminderd de verplichtingen die voor België uit de communautaire regelgeving voortvloeien en onverminderd de toepassing van prohibitieve of restrictieve wetten en voorschriften met betrekking tot de openbare orde en veiligheid, de volksgezondheid of de openbare zedelijkheid, kan de Liga alle goederen en publicaties invoeren die bestemd zijn om in het kader van haar officiële werkzaamheden te worden gebruikt.

Artikel 9 De Liga is vrijgesteld van alle landelijke en lokale indirecte belastingen met betrekking tot goederen die in het kader van haar officiële werkzaamheden door haar zelf of in haar naam worden ingevoerd, aangekocht of uitgevoerd.

Artikel 10 De Liga is vrijgesteld van alle landelijke en lokale indirecte belastingen met betrekking tot de officiële publicaties die voor haar zijn bestemd of die zij naar het buitenland zendt.

Artikel 11 Goederen die aan de Liga toebehoren mogen in België niet worden overgedragen, tenzij dit gebeurt onder de voorwaarden die door de Belgische wetten en reglementen zijn voorgeschreven.

Artikel 12 De Liga onthoudt er zich van om vrijstelling van belastingen, heffingen of rechten te vragen die niets anders zijn dan een vergoeding voor verleende diensten van openbaar nut.

Artikel 13 België waarborgt de vrijheid van communicatie voor de Liga voor haar officiële doeleinden.

De officiële briefwisseling van de Liga is onschendbaar. HOOFDSTUK II. - Vertegenwoordigers die aan de werkzaamheden van de Liga deelnemen Artikel 14 Vertegenwoordigers van de Staten die Partij zijn bij het Handvest van de Liga van de Arabische Staten, die aan de werkzaamheden van de Liga deelnemen, hun adviseurs en technische deskundigen, alsmede de ambtenaren van de Liga die in het buitenland verblijven en aldaar hun hoofdbezigheid uitoefenen, genieten tijdens de uitoefening van hun functies de gebruikelijke voorrechten, immuniteiten of faciliteiten. HOOFDSTUK III. - Status van het Personeel Artikel 15 Het hoofd van de Permanente Missie van de Liga in België en zijn adjunct genieten de diplomatieke voorrechten en immuniteiten.

Artikel 16 1. Alle ambtenaren van de Liga : a) genieten vrijstelling van iedere belasting op de salarissen, emolumenten en vergoedingen welke hun door de Liga worden uitgekeerd en zulks met ingang van de dag waarop deze inkomsten aan een belasting ten bate van de Liga zijn onderworpen. België behoudt zich de mogelijkheid voor deze salarissen, emolumenten en vergoedingen in aanmerking te nemen bij de berekening van de belasting die wordt geheven op de belastbare inkomsten die uit andere bronnen verkregen zijn. b) genieten met betrekking tot de monetaire of wisselvoorschriften de faciliteiten die aan de ambtenaren van internationale organisaties worden toegekend.2. De ambtenaren van de Liga die niet de in artikel 15 bedoelde voorrechten en immuniteiten hebben genieten : a) ook na het beëindigen van hun functie, immuniteit van rechtsmacht met betrekking tot handelingen, waaronder begrepen hun gesproken en geschreven woorden, door hen in de uitoefening van hun officiële functie gesteld;b) onschendbaarheid van al hun officiële papieren en documenten;3. De ambtenaren van de Liga, evenals de gezinsleden te hunnen laste, zijn vrijgesteld van maatregelen die de immigratie beperken en van formaliteiten inzake vreemdelingenregistratie.4. De Liga meldt de aankomst en het vertrek van haar ambtenaren aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken.De Liga deelt eveneens onderstaande gegevens mee omtrent zijn ambtenaren : 1. naam en voornaam 2.plaats en datum van geboorte 3. geslacht 4.nationaliteit 5. hoofdverblijfplaats (gemeente, straat en nummer) 6.burgerlijke staat 7. samenstelling van het gezin Van wijzigingen aan deze gegevens wordt maandelijks mededeling gedaan. De ambtenaren en de gezinsleden te hunnen laste hebben recht op een speciale identiteitskaart.

Artikel 17 De bepalingen van artikel 16.1 a) zijn niet van toepassing op de pensioenen en renten die de Liga aan haar gewezen ambtenaren in België of aan hun rechthebbenden uitkeert, en evenmin op de salarissen, emolumenten en vergoedingen die de Liga aan haar plaatselijke medewerkers uitbetaalt.

Artikel 18 De ambtenaren van de Liga die in België geen andere op gewin gerichte activiteit uitoefenen dan die welke hun functie bij de Liga meebrengt, alsmede de gezinsleden te hunnen laste die in België geen op gewin gerichte privé-bezigheid hebben, vallen niet onder de Belgische wetgeving inzake de tewerkstelling van vreemde arbeidskrachten en de uitoefening door vreemdelingen van een zelfstandige beroepsactiviteit.

Artikel 19 1. Op het vlak van de sociale zekerheid hebben de personeelsleden van de Liga in België die geen Belgische onderdanen zijn noch in het land duurzaam verblijfhouden en die er geen andere eigen winstgevende activiteit uitoefenen dan die welke door hun officiële taak is vereist, de mogelijkheid voor toepassing van de Belgische wetgeving te opteren.2. Dit optierecht kan slechts eenmaal worden uitgeoefend en wel binnen drie maanden na kun ambtsaanvaarding in België.3. Ten aanzien van de personen die voor het Belgisch stelsel hebben geopteerd, past de Liga de Belgische wetgeving inzake sociale zekerheid toe.4. Ten aanzien van de personen die het Belgische stelsel hebben verzaakt, heeft de Liga de plicht ervoor te waken dat die personen werkelijk door een doeltreffend stelsel van sociale zekerheid worden gedekt, overigens kan België van de Liga de terugbetaling vorderen van alle kosten die uit enige vorm van sociale bijstand zijn voortgevloeid. Artikel 20 1. Onverminderd de verplichtingheid welke voor België uit de bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap voortvloeien en onverminderd de toepassing van de wetten en voorschriften, hebben de ambtenaren van de Liga het recht, binnen twaalf maanden volgend op het tijdstip waarop zij hun functië in België voor het eerst opnemen, meubelen en een motorvoertuig voor persoonlijk gebruik vrij van belasting op de toegevoegde waarde in te voeren of alhier aan te kopen.2. De Minister van Financiën van de Belgische Regering bepaalt het kader en de voorwaarden voor de toepassing van dit artikel. Artikel 21 België is er niet toe gehouden de in dit Akkoord vastgelegde voordelen, voorrechten en immuniteiten, behalve die waarin artikel 16.1. a) voorziet, aan eigen onderdanen of permanente verblijfhouders toe te kennen.

Zij genieten evenwel immuniteit van rechtsmacht met betrekking tot handelingen, waaronder begrepen hun gesproken en geschreven woorden, die door hen in de uitoefening van hun functie worden gesteld. HOOFDSTUK IV. - Algemene bepalingen Artikel 22 De voorrechten en immuniteiten worden aan de ambtenaren uitsluitend in het belang van de Liga en niet in hun persoonlijk voordeel toegekend.

De Secretaris-Generaal van de Liga heeft het recht en de plicht de immuniteit op te heffen in alle gevallen waarin de immuniteit de rechtsgang belemmert en de opheffing ervan de belangen van de Liga niet schaadt.

Artikel 23 België behoudt zich het recht voor alle nuttige voorzorgsmaatregelen te treffen die 's lands veiligheid vereist.

Artikel 24 De in artikel 16 bedoelde personen genieten geen immuniteit van rechtsmacht in geval van inbreuken op de reglementering inzake het verkeer van motorvoertuigen of schade veroorzaakt door een motorvoertuig.

Artikel 25 De Liga en de ambtenaren van de Liga dienen zich te richten naar alle verplichtingen die opgelegd worden in de Belgische wetten en voorschriften met betrekking tot de burgerrechtelijke aansprakelijkheidsverzekering in verband met het gebruik van motorvoertuigen.

Artikel 26 De ambtenaren van de Liga werken te allen tijde samen met de bevoegde Belgische autoriteiten ten einde een goede rechts-bedeling te bevorderen, de naleving van de politievoorschriften te verzekeren, alsmede ieder misbruik van de in dit Akkoord bedoelde voorrechten, immuniteiten en faciliteiten aanleiding zouden kunnen geven, te voorkomen.

Artikel 27 Vóór de 1e maart van elk jaar doet de Liga aan alle begunstigden een fiche toekomen waarop behalve hun naam en adres het bedrag van de salarissen, emolumenten, vergoedingen, pensioenen of renten staan aangegeven die zij hun in het voorbije jaar heeft uitbetaald. De fiche dient eveneens het bedrag te vermelden van de belasting die ten bate van de Liga op de salarissen, emolumenten en vergoedingen wordt geheven.

Vóór voorvermelde datum doet de Liga een dubbel van de fiches aan de bevoegde Belgische fiscale administratie toekomen.

Artikel 28 De Liga, de ambtenaren en de lokale medewerkers dienen de Belgische wetten en voorschriften in acht te nemen.

Artikel 29 België is door de werkzaamheden van de Liga op zijn grondgebied niet internationaal aansprakelijk voor enig handelen of verzuim van de Liga of van enige handeling die de ambtenaren in het kader van hun functie hebben gesteld of hebben nagelaten.

Artikel 30 1. Elk meningsverschil betreffende de toepassing of interpretatie van dit Akkoord, dat niet door directe onderhandelingen tussen de Partijen kon worden geregeld, kan door elk van beide Partijen worden voorgelegd aan een uit drie leden bestaand Scheidsgerecht.2. De Belgische regering en de Liga wijzen voor het Scheidsgerecht elk één lid aan.3. De aldus aangewezen leden kiezen hun voorzitter.4. Indien er tussen de leden geen eensgezindheid bestaat omtrent de keuze van de Voorzitter, wordt deze op verzoek van de leden van het Scheidsgerecht aangewezen door de Voorzitter van het Internationaal Gerechtshof.5. Een zaak wordt bij het Scheidsgerecht aanhangig gemaakt doordat een der Partijen een daartoe strekkend verzoekschrift indient.6. Het Scheidsgerecht stelt zijn eigen procedure vast. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen Artikel 31 Elk van beide Partijen steld de andere Partij ervan in kennis dat aan de in haar wetgeving vereiste procedures voor de inwerkingtreding van dit Akkoord is voldaan.

Het Akkoord blijft van kracht hetzij voor de geldigheidsduur van het Handvest van de Liga van de Arabische Staten, hetzij tot na het verstrijken van een termijn van één jaar te rekenen vanaf de datum waarop één der Partijen de andere in kennis heeft gesteld van haar voornemen het Akkoord te beëindigen.

Ten blijke waarvan de onderscheiden gevolmachtigen van de Liga en van België dit Akkoord hebben ondertekend.

Gedaan te Brussel, op 16 november 1995, in tweevoud, in de Franse, de Nederlandse en de Arabisch taal, zijnde de drie teksten gelijkelijk rechtsgeldig.

Voor het Koninkrijk België : E. DERYCKE, Minister van Buitenlandse Zaken Voor de Liga van de Arabische Staten : B. BEN BARKA, Hoofd van de Permanente Missie

Overeenkomstig zijn artikel 31, is dit Akkoord in werking getreden op 17 augustus 1999 (internationale inwerkingtreding).

^