Etaamb.openjustice.be
Wet van 09 december 2015
gepubliceerd op 15 september 2020

Wet houdende instemming met de Overeenkomst, gedaan te Brussel op 10 september 2013, tot wijziging en aanvulling van de Overeenkomst, ondertekend te Brussel op 12 mei 1967, tussen het Koninkrijk België en het Algemeen Hoofdkwartier van de Geallieerde Strijdkrachten in Europa inzake de bijzondere voorwaarden voor de vestiging en het functioneren van dit Hoofdkwartier op het grondgebied van het Koninkrijk België (2)(3)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2019011330
pub.
15/09/2020
prom.
09/12/2015
ELI
eli/wet/2015/12/09/2019011330/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

9 DECEMBER 2015. - Wet houdende instemming met de Overeenkomst, gedaan te Brussel op 10 september 2013, tot wijziging en aanvulling van de Overeenkomst, ondertekend te Brussel op 12 mei 1967, tussen het Koninkrijk België en het Algemeen Hoofdkwartier van de Geallieerde Strijdkrachten in Europa inzake de bijzondere voorwaarden voor de vestiging en het functioneren van dit Hoofdkwartier op het grondgebied van het Koninkrijk België (1)(2)(3)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.De Overeenkomst, gedaan te Brussel op 10 september 2013, tot wijziging en aanvulling van de Overeenkomst, ondertekend te Brussel op 12 mei 1967, tussen het Koninkrijk België en het Algemeen Hoofdkwartier van de Geallieerde Strijdkrachten in Europa inzake de bijzondere voorwaarden voor de vestiging en het functioneren van dit Hoofdkwartier op het grondgebied van het Koninkrijk België, zal volkomen gevolg hebben.

Art. 3.Deze wet heeft uitwerking met ingang van 10 september 2013.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 9 december 2015.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, D. REYNDERS De Minister van Sociale Zaken, M. DE BLOCK De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be): Stukken: 54 - 1303.

Integraal verslag: 26/10/2015. (2) Zie Decreet van de Vlaamse Gemeenschap/ het Vlaamse Gewest van 16/01/2015 (Belgisch Staatsblad van 03/02/2015), Decreet van de Franse Gemeenschap van 26/01/2017 (Belgisch Staatsblad van 08/02/2017), Decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 27/04/2020 (Belgisch Staatsblad van 03/09/2020), Decreet van het Waalse Gewest van 09/06/2016 (Belgisch Staatsblad van 17/06/2016), Ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 08/12/2016 (Belgisch Staatsblad van 28/12/2016), (3) Datum inwerkingtreding : 09/07/2020 (art.7)

OVEREENKOMST TOT WIJZIGING EN AANVULLING VAN DE OVEREENKOMST ONDERTEKEND TE BRUSSEL OP 12 MEI 1967 TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIE EN HET ALGEMEEN HOOFDKWARTIER VAN DE GEALLIEERDE STRIJDKRACHTEN IN EUROPA INZAKE DE BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE VESTIGING EN HET FUNCTIONEREN VAN DIT HOOFDKWARTIER OP HET GRONDGEBIED VAN HET KONINKRIJK BELGIE Het Koninkrijk België, vertegenwoordigd door: De Federale Regering De Vlaamse Regering De Regering van de Franse Gemeenschap De Regering van de Duitstalige Gemeenschap De Waalse Regering De Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Algemeen Hoofdkwartier van de Geallieerde Strijdkrachten in Europa (hierna te noemen "SHAPE") Gelet op het Verdrag tussen de bij het Noord-Atlantisch Verdrag aangesloten Staten betreffende de rechtspositie van hun krijgsmachten, ondertekend te London op 19 juni 1951, hierna te noemen "het Verdrag";

Gelet op het Protocol nopens de rechtspositie van internationale militaire hoofdkwartieren, ingesteld uit hoofde van het Noord-Atlantisch Verdrag, ondertekend te Parijs op 28 augustus 1952, en inzonderheid op artikel 16, paragraaf 2, waarin is bepaald dat het Protocol kan worden aangevuld bij bilaterale overeenkomst tussen de Staat van verblijf en een Algemeen Hoofdkwartier, hierna te noemen "het Protocol";

Gelet op de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en het Algemeen Hoofdkwartier van de Geallieerde Strijdkrachten in Europa (SHAPE) inzake de bijzondere voorwaarden voor de vestiging en het functioneren van dit Hoofdkwartier op het grondgebied van het Koninkrijk België, ondertekend te Brussel op 12 mei 1967, hierna te noemen de "Overeenkomst België-SHAPE";

Gelet op de Overeenkomst tussen de Staten die Partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag en de andere Staten die toetreden tot het Partnerschap voor de Vrede inzake het statuut van hun strijdkrachten en het Nader Aanvullend Protocol getekend te Brussel op 19 juni 1995 en 19 december 1997;

Gelet op de beleidsmaatregelen en beslissingen van de NAVO inzake partnerschappen, zoals het Partnerschap voor de Vrede dat op 10 januari 1994 in het leven werd geroepen, de versterking van de Mediterrane Dialoog die op 29 juni 2004 werd op gang gebracht, het Samenwerkingsinitiatief van Istanboel van 28 juni 2004, en andere partnerschappen die werden goedgekeurd door de Noord-Atlantische Raad, hierna te noemen de "NAR";

Gelet op de deelname, in het kader van partnerschappen en samenwerkingsprogramma's, van personeel van andere Staten dan de Staten die partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag, aan militaire activiteiten van de NAVO binnen het kader van SHAPE, zoals goedgekeurd door de NAR;

Gelet op het bestaan bij SHAPE van verbindingscellen die zijn opgericht door andere Staten dan de Staten die partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag, zoals goedgekeurd door de NAR;

Gelet op de nood aan specifieke bepalingen betreffende de rechtspositie van leden van het militair en burgerpersoneel die de krijgsmachten vergezellen van Deelnemende Staten die geen partij zijn bij het Noord-Atlantische Verdrag toegewezen aan SHAPE, na goedkeuring door de NAR;

Gelet op de hoedanigheid van SHAPE als een internationaal militair hoofdkwartier van de NAVO dat in België is gevestigd, waarvan de officiële activiteiten onderworpen zijn aan internationale verdragen en overeenkomsten alsmede aan de door de NAR vastgelegde beleidsmaatregelen;

Gelet op de verschillende reorganisaties van de NAVO en op de herschikking van haar militaire bevelstructuur;

Gelet op het feit dat het beginsel inzake Morale and Welfare Activities (MWA) door de NAR officieel erkend is als een beginsel waaraan uitvoering moet worden gegeven met het oog op officieel en uitsluitend gebruik van de internationale militaire hoofdkwartieren van de NAVO, die functioneren binnen de rechtspersoonlijkheid van de voornoemde hoofdkwartieren, op basis van het memorandum van de Raad, C-M (82) 92 van 3 december 1982 goedgekeurd door de NAR op 24 juni 1983 als PO/83/53 van 10 juni 1983 en PO(97)98 van 20 juni 1997, zoals verder uitgewerkt in het document van het Militair Comité MC 216/4 (AAP -16D) van juni 2007;

Tevens gelet op de hoedanigheid van SHAPE, als werkgever in zijn eigen installaties en met het feit dat de tewerkstellings- en arbeidsvoorwaarden van lokale werknemers geregeld zijn door de Overeenkomst België-SHAPE, artikel 11, overeenkomstig de in België van toepassing zijnde wetgeving;

Gelet op de verbintenis van SHAPE om te waarborgen dat ten minste 70 % van het totaal aantal werkuren dat wordt besteed aan de Morale and Welfare Activities (MWA) in het kader van SHAPE, uitsluitend zullen worden gepresteerd door andere werknemers dan leden van SHAPE en de personen te hunnen laste;

Gelet op de nood aan een aantal aanvullende bepalingen inzake de werking van SHAPE op het grondgebied van het Koninkrijk België en op de noodzaak te bepalen op welke wijze uitvoering moet worden gegeven aan een aantal fiscale en sociale verplichtingen van SHAPE en van personen ten laste van de leden van SHAPE;

Gelet op het verzoek van België betreffende de opheffing van de belastingvrijstellingen in de kantines die voordien werd verleend aan personen die hun gewoon verblijf in België hebben of aan de leden van zijn eigen krijgsmacht;

Zijn het volgende overeengekomen: TITEL I. - Gelijkstellingsbepalingen Artikel 1 In de Overeenkomst België-SHAPE worden de volgende wijzigingen aangebracht: § 1. Na Artikel 1 van de Overeenkomst België-SHAPE wordt een Artikel 1bis ingelast, dat luidt als volgt: "Artikel 1bis - Personeel van door de NAR goedgekeurde Partnerschappen en Samenwerkingsprogramma's 1. Op verzoek van SHAPE, met het oog op het nader invullen of het bepalen van de rechtspositie in België van het personeel dat deel uitmaakt van de krijgsmachten en van het burgerpersoneel dat de krijgsmachten vergezelt, afkomstig zijnde uit een andere Staat dan de Staten die partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag en die met de goedkeuring van de NAR aangesteld zijn bij SHAPE in het kader van een Partnerschap of een Samenwerkingsprogramma of -overeenkomst tussen de Staten die partij zijn hij het Noord-Atlantisch Verdrag en de betreffende Staat, alsmede met het oog op het gelijkstellen van de rechtspositie van de personen ten laste van voornoemd personeel met de rechtspositie van het in de Overeenkomst omschreven personeel, kan de Belgische regering beslissen de bepalingen van de Overeenkomst, het Protocol en de Overeenkomst België-SHAPE geheel of gedeeltelijk toe te passen alsof het zou gaan om een Staat die partij is bij de Overeenkomst en het Protocol, met uitzondering van artikel VII van de Overeenkomst dat alleen van toepassing is wanneer er tussen de Zendstaat en België een bilaterale overeenkomst wordt aangegaan.2. Voornoemd personeel kan, met de goedkeuring van de NAR, binnen SHAPE `verbindingscellen' oprichten. 3. Dit personeel wordt beschouwd als leden van SHAPE." § 2. In de Overeenkomst België-SHAPE wordt in artikel 3 een derde lid ingelast, dat luidt als volgt: "3. Mits kennisgeving aan de Minister van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk België, kan SHAPE verbindingscellen oprichten met eender welke Staat die lid is van een Partnerschap of Samenwerkingsprogramma of -overeenkomst met de NAVO, goedgekeurd door de NAR. Voornoemde verbindingscellen bestaan uit maximum drie personen per Staat. Indien nodig kan de Minister van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk België op verzoek van SHAPE toelating verlenen om de personeelssterkte uit te breiden.

Hoewel het personeel van voornoemde verbindingscellen deel uitmaakt van SHAPE, wordt het niet opgenomen in de personeelssterkte van SHAPE waarvan sprake is in dit artikel, 2de lid. SHAPE moet de Belgische regering te allen tijde en op verzoek in kennis stellen van de personeelssterkte van elke verbindingscel.

Onder voorbehoud van goedkeuring van de Belgische Regering, genieten deze verbindingscellen, als een integraal onderdeel van SHAPE, de voorrechten en immuniteiten waarin de Overeenkomst, het Protocol en de Overeenkomst België-SHAPE voorzien." § 3. In Artikel 9, 1e lid, van de Overeenkomst België-SHAPE worden de woorden "met inbegrip van de verbindingscellen" toegevoegd na het woord "SHAPE." Titel II. - Bepalingen betreffende de arbeid van personen ten laste van de leden van SHAPE die door SHAPE worden tewerkgesteld in `Morale and Welfare Activities' (MWA) Artikel 2 - Fiscale bepalingen.

In de Overeenkomst België-SHAPE wordt na artikel 11 een artikel 11bis ingelast, dat luidt als volgt: "Artikel 11bis - Fiscale bepalingen betreffende de personen ten laste van de leden van SHAPE § 1. Voor de personen die behoren tot de categorie personen ten laste van de leden van SHAPE zoals omschreven in artikel 11quater hierna: a. op wie SHAPE een beroep doet en die tewerkgesteld zijn binnen de MWA om binnen de rechtspersoonlijkheid van SHAPE inter alia mee te werken aan culturele, sportieve en vrijetijdsactiviteiten, aan de bediening in de messes en clubs.Al deze activiteiten dienen ter ondersteuning van de officiële activiteiten van SHAPE en worden door de NAR gelijk gesteld met het officiële en exclusieve gebruik van dit Hoofdkwartier, en b. die in België geen andere beroepsbezigheid/-activiteit uitoefenen en geen andere belastbare inkomsten hebben, en c.van wie het totaal jaarlijks inkomen niet meer bedraagt dan het maximuminkomen dat voor belastingvrijstelling in aanmerking komt zoals bepaald in artikel 131 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen voor het desbetreffende jaar, moet SHAPE niet de gebruikelijke bedrijfsvoorheffing inhouden op lonen en hoeft ze deze ook niet aan de Belgische Schatkist te betalen. Het enige vereiste is echter dat SHAPE in zijn hoedanigheid van werkgever jaarlijks van deze inkomsten per werknemer aangifte doet in het kader van het stelsel van de bedrijfsvoorheffing op lonen en voorafbetalingen, bij de bevoegde vertegenwoordiger van de Federale Overheidsdienst Financiën van het Koninkrijk België. De aangifte omvat een lijst met de namen van de betrokkenen en het loonbedrag dat SHAPE MWA hen het voorbije jaar heeft uitbetaald. Deze lijst gaat vergezeld door een verklaring op eer van elke persoon ten laste van een lid van SHAPE waarin hij/zij verklaart in België geen andere beroepsbezigheid/-activiteit uit te oefenen en geen ander belastbaar inkomen te hebben.

Samen met de jaarlijkse aangifte waarvan sprake is in het vorige lid, bezorgt SHAPE de bevoegde vertegenwoordiger van de Federale Overheidsdienst Financiën van het Koninkrijk België een overzicht van toegelaten bezigheden in de MWA beschouwd als uitgeoefend in het kader van het officieel gebruik van SHAPE, zoals vastgelegd in het eerste lid van deze paragraaf.

De voorwaarden en regels betreffende de jaarlijkse aangifte worden vastgelegd door de Minister van Financiën van het Koninkrijk België, na raadpleging van SHAPE. § 2. Op voorwaarde dat SHAPE de voornoemde vereiste aangifte heeft gedaan, moeten de personen ten laste van leden van SHAPE waarvan sprake in dit artikel, eerste lid en die voldoen aan de aldaar beschreven voorwaarden, geen individuele belastingaangifte indienen voor het belastingjaar volgend op het kalenderjaar waarin het loon werd uitbetaald of toegekend." Artikel 3 - Bepalingen inzake de sociale zekerheid 1. In de Overeenkomst België-SHAPE wordt na artikel 11bis, een artikel 11ter ingelast, dat luidt als volgt: "Artikel 11ter.- Bepalingen inzake de sociale zekerheid met betrekking tot personen ten laste van de leden van SHAPE § 1. SHAPE en de personen ten laste van de leden van SHAPE zoals omschreven in Artikel 11quater hierna, die door SHAPE zijn tewerkgesteld in het kader van SHAPE Morale and Welfare Activities (MWA), zijn niet onderworpen aan de toepassing van de Belgische wetgeving inzake sociale zekerheid, op voorwaarde dat de personen ten laste van de leden van SHAPE aan alle volgende voorwaarden voldoen: a. ze zijn tewerkgesteld in gebieden die te maken hebben met cultuur, sport, vrijetijdsbesteding, helpen bij de bediening in messes en clubs, met dien verstande dat al deze activiteiten plaatshebben binnen de rechtspersoonlijkheid van SHAPE en beschouwd als uitgeoefend in het kader van het officieel en uitsluitend gebruik van SHAPE.Daarnaast moeten al deze activiteiten vermeld staan op de lijst waarvan sprake is in § 2. van dit artikel; b. Hun totaal jaarlijks inkomen ligt lager dan het maximuminkomen dat voor belastingvrijstelling in aanmerking komt zoals vastgelegd in het Wetboek van de Inkomstenbelastingen voor het desbetreffende jaar, c.Hun totaal jaarlijks inkomen wordt door de sociale zekerheid beschouwd als de som van het eventuele beroepsinkomen en, in voorkomend geval, de sociale uitkeringen ter vervanging van een beroepsinkomen en het loon voor hun werk voor activiteiten in het kader van de SHAPE MWA gedurende het betreffende jaar; d. Ze genieten de sociale zekerheid waarin voorzien wordt door SHAPE via een privé verzekeringscontract of door de Zendstaat, zoals vastgelegd in de Overeenkomst;e. SHAPE doet bij de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid van het Koninkrijk België aangifte van deze personen voordat ze worden tewerkgesteld tijdens het kalenderjaar.Een standaardformulier van aangifte is gevoegd als bijlage bij deze Overeenkomst; f. Ze staan vermeld op de jaarlijkse lijst met de namen van de betrokkenen waarvan sprake is in artikel 11bis hiervoor waarvan een kopij door SHAPE via de Belgische nationale militaire vertegenwoordiger naar de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid van het Koninkrijk België zal verzonden worden;g. Ze zijn op grond van een door SHAPE aangegaan verzekeringscontract verzekerd tegen ongevallen die zich kunnen voordoen ingevolge de in dit lid bedoelde activiteiten. § 2. De voorwaarden en nadere regels betreffende de Belgische lijst van de SHAPE Morale and Welfare Activities waarvan sprake in § 1. van dit artikel worden bepaald door de Minister van Sociale Zekerheid van het Koninkrijk België, na overleg met SHAPE." Artikel 4 - Omschrijving Personen ten laste van de leden van SHAPE In de Overeenkomst België-SHAPE wordt na artikel 11ter, een artikel 11quater ingelast, dat luidt als volgt: "

Artikel 11quater.- Omschrijving Personen ten laste van de leden van SHAPE Enkel voor de toepassing van Artikel 11bis en Artikel 11ter, dient onder "personen ten laste van de leden van SHAPE" te worden verstaan: a. de echtgenote (echtgenoot) of wettelijke partner van een lid van SHAPE;en b. de kinderen van een lid van SHAPE of van de echtgenote (echtgenoot) of wettelijke partner, en c.de rechtstreekse bloedverwant in opgaande lijn van een lid van SHAPE of van de echtgenote (echtgenoot) of de wettelijke partner; op voorwaarde dat deze personen deel uitmaken van het gezin van het lid van SHAPE, onder hetzelfde dak wonen, van het lid van SHAPE afhankelijk zijn voor hun levensonderhoud en naar behoren in België zijn ingeschreven conform de van toepassing zijnde wet- en regelgeving." TITEL III. - De kantines van SHAPE Artikel 5 § 1. Lid 4 van artikel 9 van de Overeenkomst België-SHAPE wordt gewijzigd als volgt: "4. Op basis van artikel XI, 4e lid van de Overeenkomst, kan SHAPE in zijn installaties kantines oprichten, waar de leden van zijn krijgsmachten alsmede de leden van het burgerpersoneel, met uitsluiting van onderdanen van België of van personen die er hun gewone verblijfplaats hebben, zich kunnen belastingvrij bevoorraden.

Nochtans behoudt de Belgische Regering, overeenkomstig voornoemd artikel XI, lid 4, zich het recht voor de aard en de hoeveelheid van de goederen te bepalen, waarmee de belanghebbenden zich aldus zullen kunnen bevoorraden." § 2. In artikel 9 wordt een nieuw lid 5bis ingelast, dat luidt als volgt: "5bis. De leden van de krijgsmachten alsmede de leden van het burgerpersoneel, met uitsluiting van de onderdanen van België of personen die er gewoon verblijf hebben, kunnen in de kantines, de diensten voor de lokale gemeenschap, die noodzakelijk zijn voor de goede werking van SHAPE, belastingvrij aankopen. De Belgische Regering behoudt zich evenwel het recht voor de aard en de hoeveelheid van deze diensten te bepalen." § 3. In artikel 9 wordt een nieuw lid 5ter ingelast, dat luidt als volgt: "5ter. SHAPE wordt in de Belgische economie niet als een commerciële operator beschouwd en de goederen en diensten die door SHAPE in de kantines binnen zijn installaties aan leden van de krijgsmachten en aan het burgerpersoneel worden verkocht, zijn vrijgesteld van elke vorm van belasting.

Wanneer een concessionaris van SHAPE die in de kantines binnen de installaties van SHAPE goederen en diensten verkoopt, verricht deze handelsactiviteiten in de Belgische economie, is dus niet vrijgesteld van belastingen en valt onder de toepassing van de Belgische wetgeving.

De Belgische Regering behoudt zich het recht voor de aard en de hoeveelheid van de goederen en diensten te bepalen, die SHAPE of een concessionaris van SHAPE in deze kantines aan leden van de krijgsmachten of aan het burgerpersoneel mogen verkopen." § 4. In artikel 9, lid 8 van de Overeenkomst België-SHAPE, worden de woorden "en diensten" ingelast na de zinsnede "De in de kantines gekochte produkten". § 4. a) De Overeenkomst België-SHAPE, artikel 9, lid 10, wordt als volgt gewijzigd: "10. De Belgische Regering bepaalt, na raadpleging van SHAPE, de toepassingsprocedures voor de leden 4, 5, 5bis, 5ter, 6 en 7 alsmede de aard en de hoeveelheid van de goederen en diensten die mogen worden verkocht en aangekocht." § 4. b) De Overeenkomst België-SHAPE, artikel 9, lid 10 wordt aangevuld als volgt: "Het Koninkrijk België is niet verplicht om aan zijn eigen onderdanen of de personen die er gewoon verblijf hebben, de belastingvoordelen toe te kennen waarin artikel 9 § 4, § 5bis en § 5ter van de Overeenkomst België-SHAPE voorziet." TITEL IV. - Aanvullende bepaling Artikel 6 In artikel 21 van de Overeenkomst België-SHAPE wordt een tweede lid ingelast, dat luidt als volgt: "Deze Overeenkomst is evenwel automatisch van toepassing op alle internationale militaire hoofdkwartieren die, bij besluit van de Noord-Atlantische Raad, in België gevestigd zijn en aan SHAPE ondergeschikt zijn en die onder de rechtspersoonlijkheid van SHAPE vallen en op dewelke het Protocol van toepassing is, bij besluit van de Noord-Atlantische Raad, op basis van artikel 14.1 van het Protocol." TITEL V. - Slotbepalingen Artikel 7 - Inwerkingtreding § 1. Onverminderd lid 2 hierna, treedt deze Overeenkomst in werking op de dag dat de bekrachtiging ervan door het Koninkrijk België aan SHAPE wordt meegedeeld, met uitwerking op de datum van ondertekening. § 2. De fiscale status en privileges die op basis van artikel 9, lid 4 van de Overeenkomst België-SHAPE, worden toegekend aan onderdanen van het Koninkrijk België of aan personen die er gewoon verblijf hebben, tewerkgesteld bij SHAPE op datum van de ondertekening, worden per 1 januari 2017 opgeheven.

TEN BLIJKE WAARVAN de daarvoor naar behoren gemachtigde ondergetekenden, deze Overeenkomst hebben ondertekend.

Gedaan te Brussel op 10 september 2013, in tweevoud, in de Nederlandse, de Franse en de Engelse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^