Etaamb.openjustice.be
Wet van 09 december 2015
gepubliceerd op 13 september 2018

Wet houdende instemming met de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Turkije, gedaan te Ankara op 11 april 2014 (2)(3)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2018013626
pub.
13/09/2018
prom.
09/12/2015
ELI
eli/wet/2015/12/09/2018013626/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

9 DECEMBER 2015. - Wet houdende instemming met de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Turkije, gedaan te Ankara op 11 april 2014 (1)(2)(3)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.De Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Turkije, gedaan te Ankara op 11 april 2014, zal volkomen gevolg hebben.

Art. 3.De wijzigingen van de bepalingen van de artikelen 7 tot 11 van de Overeenkomst, bepaald in artikel 12 van de Overeenkomst, zullen volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 9 december 2015.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, D. REYNDERS De Minister van Sociale Zaken, M. DE BLOCK De Minister van Pensioenen, D. BACQUELAINE De Minister van zelfstandigen, W. BORSUS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota's 1)Kamer van volksvertegenwoordiger (www.dekamer.be): Stukken: nr. 54-1305.

Integraal verslag: 26/10/2015. 2) Zie Decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 08/07/2016 (Belgisch Staatsblad van 22/08/2016), Decreet van de Franse Gemeenschap van 26/01/2017 (Belgisch Staatsblad van 08/02/2017), Decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 20/02/2017 (Belgisch Staatsblad van 14/03/2017), Decreet van het Waalse Gewest van 24/05/2018 (Belgisch Staatsblad van 05/06/2018), Ordonnantie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 23/12/2016 (Belgisch Staatsblad van 02/02/2017).3) Datum inwerkingtreding: 01/09/2018 (art.56).

OVEREENKOMST BETREFFENDE DE SOCIALE ZEKERHEID TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGI" EN DE REGERING VAN DE REPUBLIEK TURKIJE HET KONINKRIJK BELGI" EN DE REPUBLIEK TURKIJE, hierna "de overeenkomstsluitende Staten" genoemd, BEZIELD met het verlangen de wederzijdse betrekkingen tussen beide Staten op het gebied van de sociale zekerheid te regelen, ZIJN de hierna volgende bepalingen overeengekomen.

TITEL I. - ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Definities 1. Voor de toepassing van deze Overeenkomst: (1) Verstaat men onder "België": het Koninkrijk België; Verstaat men onder "Turkije": de Republiek Turkije. (2) Verstaat men onder "grondgebied": voor België: het Koninkrijk België; voor Turkije: de Republiek Turkije. (3) Verstaat men onder "onderdaan": voor België: een persoon van Belgische nationaliteit; voor Turkije: een persoon van Turkse nationaliteit. (4) Verstaat men onder "wetgeving": alle wettelijke bepalingen betreffende de takken van de sociale zekerheid bedoeld in artikel 2 van deze Overeenkomst.(5) Verstaat men onder "bevoegde autoriteit": voor België: de ministers die, ieder wat hem betreft, belast zijn met de uitvoering van de wetgeving bedoeld in artikel 2, paragraaf 1, van deze Overeenkomst; voor Turkije: de ministeries belast met de uitvoering van de wetgeving bedoeld in artikel 2, paragraaf 1, van deze Overeenkomst. (6) Verstaat men onder "bevoegd orgaan": het orgaan dat ermee belast is de in artikel 2, paragraaf 1, van deze Overeenkomst bedoelde wetgevingen geheel of gedeeltelijk toe te passen en dat financieel verantwoordelijk is voor de prestaties.(7) Verstaat men onder "orgaan": de instelling, de organisatie of de autoriteit die ermee belast is de in artikel 2, paragraaf 1, van deze Overeenkomst bedoelde wetgevingen geheel of gedeeltelijk toe te passen.(8) Verstaat men onder "verzekerde persoon": iedere persoon die voldoet aan de voorwaarden die door de wetgeving van de bevoegde overeenkomstsluitende Staat zijn vereist om recht te hebben op de prestaties, rekening houdend met de bepalingen van deze Overeenkomst.(9) Verstaat men onder "gezinslid": een gezinslid overeenkomstig de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat die verantwoordelijk is voor de prestaties, of in het geval bedoeld in artikel 15 van deze Overeenkomst, overeenkomstig de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan de betrokken persoon woont.(10) Verstaat men onder "nagelaten betrekking": iedere persoon die als dusdanig wordt aangemerkt of erkend ingevolge de wetgeving krachtens dewelke de prestaties worden verleend.(11) Verstaat men onder "woonplaats": de plaats waar een persoon gewoonlijk woont.(12) Verstaat men onder "verblijfplaats": de tijdelijke verblijfplaats.(13) Verstaat men onder "verzekeringstijdvak": elke periode die als verzekeringstijdvak wordt erkend door de wetgeving onder dewelke dit tijdvak werd vervuld, alsook elke periode die door deze wetgeving als gelijkgestelde periode wordt erkend.(14) Verstaat men onder "prestatie": alle pensioenen, renten, vergoedingen en uitkeringen waarin de wetgeving van elk van de overeenkomstsluitende Staten voorziet, met inbegrip van alle aanvullingen of verhogingen die van toepassing zijn krachtens de wetgevingen bedoeld in artikel 2 van deze Overeenkomst.(15) Verstaat men onder "verstrekking": alle verstrekkingen verleend ingevolge ziekte, moederschap, een arbeidsongeval of een beroepsziekte, waarin de wetgeving van elk van de overeenkomstsluitende Staten voorziet.2. Elke term die niet is gedefinieerd in paragraaf 1 van dit artikel en die wordt gebruikt in deze Overeenkomst heeft de betekenis die daaraan wordt gegeven in de wetgeving die van toepassing is. Artikel 2 Materiële werkingssfeer 1. Deze Overeenkomst is van toepassing op de wetgevingen betreffende: in het geval van België: (1) de verstrekkingen en uitkeringen inzake ziekte en moederschap van werknemers, zeelieden ter koopvaardij en zelfstandigen;(2) de verstrekkingen en uitkeringen inzake arbeidsongevallen en beroepsziekten;(3) de rust- en overlevingspensioenen van werknemers en zelfstandigen;(4) de invaliditeitsuitkeringen van werknemers, zeelieden ter koopvaardij en zelfstandigen;(5) de gezinsbijslag van werknemers en zelfstandigen; en, enkel wat titel II betreft, op de wetgevingen betreffende: (6) de sociale zekerheid van werknemers;(7) het sociaal statuut van de zelfstandigen. in het geval van Turkije: (1) de invaliditeits-, ouderdoms- en overlevingsverzekering, de kortetermijn-verzekeringstakken en de universele gezondheidsverzekering ten aanzien van de personen die door een of meerdere werkgevers worden tewerkgesteld op basis van een arbeidsovereenkomst;(2) de invaliditeits-, ouderdoms- en overlevingsverzekering, de kortetermijn-verzekeringstakken en de universele gezondheidsverzekering ten aanzien van de zelfstandigen die voor eigen naam en rekening werken zonder gebonden te zijn door een arbeidsovereenkomst;(3) de invaliditeits-, ouderdoms- en overlevingsverzekering en de universele gezondheids-verzekering ten aanzien van de personen die tewerkgesteld zijn in de overheidsadministraties.2. Deze Overeenkomst is ook van toepassing op de wetgevingen die de in paragraaf 1 van dit artikel vermelde wetgevingen zullen wijzigen of aanvullen.3. Deze Overeenkomst is van toepassing op de wetgevingen waarbij de bestaande regelingen tot nieuwe categorieën van gerechtigden uitgebreid zullen worden, indien de overeenkomstsluitende Staat die zijn wetgeving heeft gewijzigd zich daartegen niet verzet;in geval van verzet moet dit binnen een termijn van zes maanden met ingang van de officiële bekenmaking van de bedoelde wetgevingen aan de andere overeenkomstsluitende Staat betekend worden. 4. Deze Overeenkomst is niet van toepassing op de wetgevingen tot dekking van een nieuwe tak van de sociale zekerheid, behalve indien te dien einde tussen de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten een akkoord wordt getroffen. Artikel 3 Persoonlijke werkingssfeer Behoudens andersluidende bepaling, is deze Overeenkomst van toepassing op de personen op wie de wetgeving van een van beide of van beide overeenkomstsluitende Staten van toepassing is of geweest is, alsmede op alle andere personen die afgeleide rechten ontlenen aan de voormelde personen.

Artikel 4 Gelijke behandeling Tenzij er in deze Overeenkomst anders bepaald is, hebben de in artikel 3 van deze Overeenkomst bedoelde personen de rechten en verplichtingen voortvloeiende uit de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van deze Staat.

Artikel 5 Uitvoer van prestaties 1. Tenzij er in deze Overeenkomst anders bepaald is, mogen de uitkeringen van de ziekte- en moederschapsverzekering en de prestaties wegens invaliditeit, arbeidsongevallen en beroepsziekten, evenals die inzake rust of ouderdom en overleving, verworven ingevolge de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten, niet geschorst of ingetrokken worden, noch verminderd of gewijzigd worden op grond van het feit dat de gerechtigde verblijft of woont op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat.4. De rust- of ouderdoms- en overlevingsprestaties en de prestaties wegens arbeidsongevallen en beroepsziekten die krachtens de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten verschuldigd zijn, worden aan de onderdanen van de andere overeenkomstsluitende Staat die wonen op het grondgebied van een derde Staat uitbetaald onder dezelfde voorwaarden als gold het onderdanen van de eerste overeenkomstsluitende Staat die wonen op het grondgebied van deze derde Staat. Artikel 6 Vermindering of schorsing van de prestaties De verminderings-, schorsings- of intrekkingsclausules waarin de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat voorziet ingeval van samenloop van een prestatie met andere prestaties van sociale zekerheid of met inkomsten afkomstig van de uitoefening van een beroepsactiviteit, zijn op de rechthebbenden van toepassing, zelfs indien het gaat om prestaties die krachtens een regeling van de andere overeenkomstsluitende Staat zijn verkregen of om inkomsten afkomstig van de uitoefening van een beroepsactiviteit op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat.

Deze regel is evenwel niet van toepassing op de samenloop van gelijkaardige prestaties berekend naar verhouding van de duur van de tijdvakken vervuld in beide overeenkomstsluitende Staten.

TITEL II. - BEPALINGEN BETREFFENDE DE TOEPASSELIJKE WETGEVING Artikel 7 Algemene regels 1. Tenzij in deze Overeenkomst anders bepaald is, wordt de toepasselijke wetgeving bepaald overeenkomstig de hierna volgende bepalingen: (1) de persoon die als werknemer een beroepsactiviteit uitoefent op het grondgebied van een overeenkomstsluitende Staat is onderworpen aan de wetgeving van deze Staat, zelfs indien de werkgever of de onderneming die deze persoon tewerkstelt, woont of gevestigd is op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat;(2) de persoon die als zelfstandige een beroepsactiviteit uitoefent op het grondgebied van een overeenkomstsluitende Staat is onderworpen aan de wetgeving van deze Staat, zelfs indien die persoon zijn woonplaats heeft op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat.2. In geval van gelijktijdige uitoefening van een zelfstandige beroepsactiviteit in een van de overeenkomstsluitende Staten en een werknemersactiviteit in de andere overeenkomstsluitende Staat, wordt de activiteit uitgeoefend in de andere overeenkomstsluitende Staat, voor de vaststelling van de verplichtingen voortvloeiend uit de wetgeving betreffende het sociaal statuut van de zelfstandigen van de eerste overeenkomstsluitende Staat, gelijkgesteld met een werknemersactiviteit in de eerste overeenkomstsluitende Staat.3. De persoon die een zelfstandige beroepsactiviteit uitoefent op het grondgebied van de ene en van de andere overeenkomstsluitende Staat is enkel onderworpen aan de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan hij zijn woonplaats heeft.Voor de vaststelling van het bedrag van de inkomsten die in aanmerking moeten worden genomen voor de bijdragen verschuldigd krachtens de wetgeving van deze overeenkomstsluitende Staat, wordt rekening gehouden met de beroepsinkomsten die als zelfstandige bekomen werden op het grondgebied van beide overeenkomstsluitende Staten. 4. De persoon die tegelijkertijd op het grondgebied van beide overeenkomstsluitende Staten werknemersactiviteiten uitoefent, wordt, voor al zijn werknemersactiviteiten, enkel onderworpen aan de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan hij zijn woonplaats heeft.Voor de vaststelling van het bedrag van de inkomsten die in aanmerking moeten worden genomen voor de bijdragen verschuldigd krachtens de wetgeving van deze overeenkomstsluitende Staat, wordt rekening gehouden met de beroepsinkomsten verworven op het grondgebied van beide Staten.

Artikel 8 Werknemers of zelfstandigen in de transportsector 1. Op de persoon die een beroepsactiviteit uitoefent aan boord van een schip dat onder de vlag vaart van een overeenkomstsluitende Staat is de wetgeving van de Staat waar deze persoon zijn woonplaats heeft van toepassing.2. Voor de toepassing van paragraaf 1 van dit artikel, is de werkgever de reder in de zin van het Verdrag betreffende maritieme arbeid van de IAO van 2006 (nr.186). 3. Op de persoon die deel uitmaakt van het rijdend, varend of vliegend personeel van een onderneming die voor rekening van een derde of voor eigen rekening internationaal vervoer van passagiers of goederen per spoor, over de weg of door de lucht verricht en waarvan de zetel gevestigd is op het grondgebied van een overeenkomstsluitende Staat, is de wetgeving van deze Staat van toepassing; Heeft echter de onderneming op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat een filiaal of een permanente vertegenwoordiging, dan valt de aldaar tewerkgestelde werknemer onder de toepassing van de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat waar dat filiaal of de permanente vertegenwoordiging zich bevindt.

Artikel 9 Bijzondere regels 1. De werknemer die, in dienst zijnde van een onderneming die op het grondgebied van een van de overeenkomstsluitende Staten een vestiging heeft waaronder hij normaal ressorteert, door deze onderneming gedetacheerd wordt naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat om er een werk voor haar rekening uit te voeren, blijft onder de toepassing vallen van de wetgeving van de eerste Staat, alsof hij werkzaam bleef op diens grondgebied, op voorwaarde dat de te verwachten duur van het door hem uit te voeren werk geen vierentwintig maanden overschrijdt en dat hij niet gezonden wordt ter vervanging van een andere persoon wiens detacheringsperiode is afgelopen.2. Wanneer de in paragraaf 1 van dit artikel bedoelde detachering langer duurt dan vierentwintig maanden, kunnen de bevoegde autoriteiten van beide overeenkomstsluitende Staten of de bevoegde organen aangeduid door deze bevoegde autoriteiten overeenkomen dat enkel de wetgeving van de eerste overeenkomstsluitende Staat van toepassing blijft op de werknemer.Deze verlenging mag evenwel niet worden toegekend voor een supplementaire periode van meer dan zesendertig maanden en moet worden aangevraagd vóór het einde van de aanvankelijke periode van vierentwintig maanden. 3. Paragraaf 1 van dit artikel is van toepassing wanneer een persoon, nadat hij door zijn werkgever van het grondgebied van een overeenkomstsluitende Staat naar het grondgebied van een derde land is gestuurd, door deze werkgever van het grondgebied van het derde land naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat wordt gestuurd.4. De bepalingen van dit artikel zijn ook van toepassing op de gezinsleden die de personen bedoeld in paragrafen 1 tot 3 vergezellen, tenzij ze zelf een beroepsactiviteit uitoefenen. Artikel 10 Ambtenaren 1. Op ambtenaren en het gelijkgesteld personeel van een overeenkomstsluitende Staat die worden gedetacheerd naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat om er hun activiteit uit te oefenen, is de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat die hen zendt van toepassing.2. De bepalingen van dit artikel zijn ook toepasselijk op de gezinsleden die de personen bedoeld in paragraaf 1 vergezellen, tenzij ze zelf een beroepsactiviteit uitoefenen. Artikel 11 Diplomatieke missies en consulaire posten Deze Overeenkomst heeft geen invloed op de bepalingen van de Conventie van Wenen inzake diplomatieke betrekkingen van 18 april 1961, noch op de bepalingen van de Conventie van Wenen inzake consulaire betrekkingen van 24 april 1963.

Artikel 12 Afwijkingen In het belang van bepaalde personen of categorieën van personen kunnen de bevoegde autoriteiten, na gemeenschappelijk akkoord, voorzien in afwijkingen van de bepalingen van artikelen 7 tot 11 van deze Overeenkomst.

TITEL III. - BIJZONDERE BEPALINGEN HOOFDSTUK 1. - ZIEKTE, GEZONDHEID EN MOEDERSCHAP Artikel 13 Samentelling van de verzekeringstijdvakken Voor het bepalen van het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op verstrekkingen en uitkeringen en voor het bepalen van de duur van de toekenning ervan worden de verzekeringstijdvakken vervuld onder de wetgeving van elk van de overeenkomstsluitende Staten samengeteld voor zover ze elkaar niet overlappen.

Artikel 14 Verstrekkingen in geval van verblijf op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat 1. Verzekerde personen en hun gezinsleden die krachtens de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten recht hebben op verstrekkingen en die, gelet op hun toestand, onmiddellijk geneeskundige verzorging nodig hebben tijdens een verblijf op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, genieten verstrekkingen op het grondgebied van deze laatste overeenkomstsluitende Staat.2. De gerechtigde op ziekteuitkeringen, die van het bevoegd orgaan de in artikel 22 van deze Overeenkomst bedoelde voorafgaande toestemming heeft gekregen om in de andere overeenkomstsluitende Staat te verblijven, heeft het recht om verstrekkingen te blijven genieten in deze andere overeenkomstsluitende Staat tijdens zijn verblijf, voor zover het gaat om de voortzetting van een medische behandeling die werd aangevat op het grondgebied van de bevoegde Staat.3. De verstrekkingen worden voor rekening van het bevoegd orgaan verleend door het orgaan van de verblijfplaats volgens de bepalingen die het toepast.De duur van de toekenning van de verstrekkingen wordt evenwel geregeld door de wetgeving die het bevoegd orgaan toepast. 4. Paragraaf 1 van dit artikel is niet van toepassing: (1) wanneer een verzekerde persoon of een lid van zijn gezin zich zonder de toelating van het bevoegd orgaan begeeft naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat om er een medische behandeling te krijgen;(2) behoudens in onmiskenbare spoedgevallen, op de prothesen, op de hulpmiddelen van grotere omvang of op andere belangrijke verstrekkingen waarvan de lijst na gemeen overleg door de bevoegde autoriteiten wordt opgemaakt.5. Het is het orgaan van de verblijfplaats dat de onmiddellijke behoefte aan verzorging bedoeld in paragraaf 1 van dit artikel en de onmiskenbare spoedgevallen bedoeld in paragraaf 4 punt (2) van dit artikel vaststelt. Artikel 15 Verstrekkingen voor verzekerde personen en hun gezinsleden waarvan de woonplaats zich bevindt op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat 1. Een verzekerde persoon die recht heeft op verstrekkingen krachtens de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten en die woont op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, alsook zijn gezinsleden die er eveneens wonen, genieten de verstrekkingen op het grondgebied van deze andere overeenkomstsluitende Staat.2. De gezinsleden van een verzekerde persoon die onderworpen is aan de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat, die recht hebben op verstrekkingen krachtens de wetgeving van die overeenkomstsluitende Staat en die wonen op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, genieten de verstrekkingen op het grondgebied van deze andere overeenkomstsluitende Staat.3. De verstrekkingen worden verleend voor rekening van het bevoegd orgaan door het orgaan van de woonplaats volgens de wetgeving die het toepast.De duur van de toekenning van de verstrekkingen wordt evenwel geregeld door de wetgeving die het bevoegd orgaan toepast. 4. Paragrafen 1 en 2 van dit artikel zijn niet van toepassing op de gezinsleden indien zij recht hebben op verstrekkingen krachtens de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan zij wonen. Artikel 16 Verstrekkingen voor personen in bijzondere situaties, en voor hun gezinsleden 1. De persoon die krachtens artikelen 9 tot 12 van deze Overeenkomst is onderworpen aan de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat, alsook de hem vergezellende gezinsleden, genieten verstrekkingen tijdens de hele duur van hun aanwezigheid op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat.2. De verstrekkingen worden verleend voor rekening van het bevoegd orgaan door het orgaan van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan de in paragraaf 1 bedoelde persoon zich bevindt, volgens de wetgeving die het toepast.De toekenningsduur van de verstrekkingen wordt evenwel geregeld door de wetgeving die het bevoegd orgaan toepast. 3. Paragraaf 1 van dit artikel is niet toepasselijk op de gezinsleden indien zij recht hebben op verstrekkingen krachtens de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan zij zich bevinden. Artikel 17 Verstrekkingen voor de gerechtigden op invaliditeits-, overlevings-, rust-, of ouderdomsprestaties en voor hun gezinsleden 1. De gerechtigde op invaliditeits-, overlevings-, rust-, of ouderdomsprestaties, verschuldigd krachtens de wetgevingen van beide overeenkomstsluitende Staten, geniet voor zichzelf en voor zijn gezinsleden verstrekkingen overeenkomstig de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan hij woont en ten laste van het bevoegd orgaan van deze Staat.2. De gerechtigde op invaliditeits-, overlevings-, rust- of ouderdomsprestaties, uitsluitend verschuldigd krachtens de wetgeving van een van beide overeenkomstsluitende Staten, die woont op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, geniet verstrekkingen voor zichzelf en voor zijn gezinsleden.De verstrekkingen worden verleend voor rekening van het bevoegd orgaan door het orgaan van de woonplaats volgens de wetgeving die het toepast. De duur van de toekenning van de verstrekkingen wordt evenwel geregeld door de wetgeving die het bevoegd orgaan toepast. 3. Paragraaf 2 van dit artikel is niet van toepassing op de gezinsleden indien zij recht hebben op verstrekkingen krachtens de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan zij wonen. Artikel 18 Verstrekkingen in geval van verblijf op het grondgebied van de bevoegde Staat De personen bedoeld in paragrafen 1 en 2 van artikel 15 en in paragraaf 2 van artikel 17 van deze Overeenkomst, die verblijven op het grondgebied van de bevoegde overeenkomstsluitende Staat, genieten verstrekkingen op het grondgebied van deze Staat, ten laste van deze Staat en volgens de bepalingen die het orgaan van de verblijfplaats toepast.

Artikel 19 Bijdragen ten laste van de gerechtigde op invaliditeits-, overlevings-, rust- of ouderdomsprestaties 1. Het bevoegd orgaan van een overeenkomstsluitende Staat dat een wetgeving toepast die voorziet in de inhouding van bijdragen ter dekking van prestaties bij ziekte en moederschap, kan deze bijdragen, welke worden berekend overeenkomstig de door dit orgaan toegepaste wetgeving, slechts heffen en innen voor zover de kosten voor de verstrekkingen die moeten worden verleend krachtens artikel 17 van deze Overeenkomst, worden gedragen door het bevoegd orgaan van genoemde overeenkomstsluitende Staat.2. Wanneer de gerechtigde op een invaliditeits-, overlevings-, rust- of ouderdomsprestatie, in het in artikel 17 paragraaf 2 bedoelde geval, krachtens de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat waar hij woont, bijdragen verschuldigd is voor het verkrijgen van prestaties bij ziekte en moederschap, zijn deze niet invorderbaar uit hoofde van zijn woonplaats aldaar. Artikel 20 Terugbetaling van de verstrekkingen 1. Het daadwerkelijke bedrag van de krachtens de bepalingen van artikelen 14, 15, 16 en 17, paragraaf 2 van deze Overeenkomst verleende verstrekkingen wordt door het bevoegd orgaan terugbetaald aan het orgaan dat deze verstrekkingen heeft verleend, volgens de modaliteiten voorzien in de administratieve schikking.2. De bevoegde autoriteiten kunnen na gemeen overleg beslissen geheel of gedeeltelijk af te wijken van de bepalingen van paragraaf 1 van dit artikel. Artikel 21 Tenlasteneming van verstrekkingen 1. Wanneer een verzekerde persoon of een lid van zijn gezin aanspraak kan maken op verstrekkingen krachtens de wetgeving van één enkele overeenkomstsluitende Staat, zijn deze verstrekkingen uitsluitend ten laste van het orgaan van die overeenkomstsluitende Staat.2. Wanneer een verzekerde persoon of een lid van zijn gezin aanspraak kan maken op verstrekkingen krachtens beide betrokken wetgevingen, gelden de volgende regels: - deze verstrekkingen zijn uitsluitend ten laste van het orgaan van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan ze verleend zijn; - de verstrekkingen verleend op het grondgebied van een andere staat dan een van beide overeenkomstsluitende Staten, zijn uitsluitend ten laste van het orgaan van de woonplaats, op voorwaarde dat de wetgeving van die Staat daarin voorziet.

Artikel 22 Uitkeringen bij ziekte 1. Een verzekerde persoon die voldoet aan de voorwaarden die bij de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten gesteld zijn om recht te hebben op uitkeringen, eventueel rekening houdend met de bepalingen van artikel 13 van deze Overeenkomst, heeft recht op deze uitkeringen ook al bevindt hij zich op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat.De uitkeringen worden rechtstreeks verstrekt door het bevoegd orgaan waaronder de rechthebbende ressorteert. De rechthebbende op uitkeringen van de ziekte- en moederschapsverzekering mag verblijven op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat mits het bevoegd orgaan zijn voorafgaande toestemming heeft gegeven. 2. De rechthebbende op uitkeringen krachtens de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat kan deze uitkeringen verder genieten wanneer hij zijn woonplaats overbrengt naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat.Voor de verandering van woonplaats kan een voorafgaande toelating door het bevoegd orgaan worden geëist.

Deze toelating kan evenwel enkel geweigerd worden op grond van behoorlijk vastgestelde medische redenen. HOOFDSTUK 2. - ARBEIDSONGEVALLEN EN BEROEPSZIEKTEN Artikel 23 Verstrekkingen verleend op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat 1. De verzekerde persoon die ingevolge een arbeidsongeval of een beroepsziekte recht heeft op verstrekkingen krachtens de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat, geniet verstrekkingen indien hij verblijft of woont op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat.2. De verstrekkingen worden ten laste van het bevoegd orgaan verleend door het orgaan van de verblijf- of woonplaats volgens de wetgeving die het toepast, waarbij de duur van de toekenning van de verstrekkingen evenwel geregeld is bij de wetgeving die het bevoegd orgaan toepast. Artikel 24 Terugbetaling van de verstrekkingen 1. Het daadwerkelijke bedrag van de krachtens de bepalingen van artikel 23 van deze Overeenkomst verleende verstrekkingen wordt door het bevoegd orgaan terugbetaald aan het orgaan dat deze verstrekkingen heeft verleend, volgens de modaliteiten voorzien in de administratieve schikking.2. De bevoegde autoriteiten kunnen onderling overeenkomen om af te wijken van de bepalingen van paragraaf 1 van dit artikel. Artikel 25 In aanmerking nemen van vroeger overkomen arbeidsongevallen en beroepsziekten Indien de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat bepaalt dat de vroeger overkomen arbeidsongevallen of beroepsziekten in aanmerking worden genomen om de graad van arbeidsongeschiktheid te bepalen, worden de vroeger overkomen arbeidsongevallen en beroepsziekten onder de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Staat beschouwd als zijnde overkomen onder de wetgeving van eerstgenoemde overeenkomstsluitende Staat.

Artikel 26 Vaststelling van de beroepsziekte 1. Wanneer de door een beroepsziekte getroffen persoon onder de wetgeving van beide overeenkomstsluitende Staten een beroepsbezigheid heeft uitgeoefend als gevolg waarvan deze ziekte zich kan voordoen, worden de prestaties waarop de getroffene of zijn nagelaten betrekkingen aanspraak kunnen maken uitsluitend toegekend krachtens de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan deze bezigheid laatstelijk werd uitgeoefend en onder voorbehoud dat belanghebbende voldoet aan de bij deze wetgeving gestelde eisen, eventueel rekening houdend met de bepalingen van paragraaf 2 van dit artikel.2. Indien de toekenning van prestaties wegens een beroepsziekte krachtens de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat afhankelijk wordt gesteld van de voorwaarde dat de bewuste ziekte medisch voor het eerst op zijn grondgebied werd vastgesteld, wordt geacht aan deze voorwaarde te zijn voldaan wanneer deze ziekte voor het eerst werd vastgesteld op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat.3. Indien de toekenning van prestaties wegens een beroepsziekte krachtens de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat afhankelijk wordt gesteld van de voorwaarde dat een activiteit als gevolg waarvan deze ziekte zich kan voordoen gedurende een bepaalde tijd werd uitgeoefend, houdt het bevoegd orgaan van die Staat in de nodige mate rekening met de tijdvakken tijdens dewelke een dergelijke activiteit werd uitgeoefend onder de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Staat, alsof deze activiteit werd uitgeoefend onder de wetgeving van de eerste Staat. Artikel 27 Verergering van de beroepsziekte Wanneer, bij verergering van een beroepsziekte, de verzekerde persoon die schadeloosstelling voor een beroepsziekte geniet of genoten heeft krachtens de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten, voor een gelijkaardige beroepsziekte rechten op prestaties doet gelden krachtens de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Staat, zijn de volgende regels van toepassing: (1) indien de verzekerde persoon op het grondgebied van deze andere Staat geen beroep heeft uitgeoefend waardoor de beroepsziekte kon worden veroorzaakt of verergeren, is het bevoegd orgaan van de eerste Staat ertoe gehouden de last van de prestaties op zich te nemen, rekening houdend met de verergering, overeenkomstig de wetgeving die het toepast;(2) indien de verzekerde persoon op het grondgebied van deze andere Staat dergelijk beroep heeft uitgeoefend, is het bevoegd orgaan van de eerste Staat ertoe gehouden de last van de prestaties op zich te nemen, zonder rekening te houden met de verergering, overeenkomstig de wetgeving die het toepast.Het bevoegd orgaan van de tweede Staat kent de persoon een prestatie toe, waarvan het bedrag wordt vastgesteld overeenkomstig de wetgeving van deze Staat en dat gelijk is aan het verschil tussen het bedrag van de na de verergering verschuldigde prestatie en het bedrag van de prestatie die vóór de verergering verschuldigd zou zijn geweest. HOOFDSTUK 3. - RUST OF OUDERDOM, OVERLEVING EN INVALIDITEIT A - PRESTATIES INZAKE RUST OF OUDERDOM EN OVERLEVING Artikel 28 Samentelling van de verzekeringstijdvakken 1. Onder voorbehoud van de bepalingen van paragraaf 2 van dit artikel worden, voor het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op prestaties, de verzekeringstijdvakken en de gelijkgestelde tijdvakken, vervuld overeenkomstig de wetgeving betreffende de prestaties inzake rust of ouderdom en overleving van een van de overeenkomstsluitende Staten, in de nodige mate samengeteld met de verzekeringstijdvakken vervuld onder de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Staat, op voorwaarde dat zij elkaar niet overlappen.2. Wanneer de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten de toekenning van bepaalde prestaties afhankelijk stelt van de voorwaarde dat de verzekeringstijdvakken in een bepaald beroep werden vervuld, worden, voor het genieten van deze prestaties, slechts de verzekeringstijdvakken of gelijkgestelde tijdvakken samengeteld die in hetzelfde beroep in de andere overeenkomstsluitende Staat werden vervuld of als gelijkwaardig erkend zijn.3. Wanneer de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat de toekenning van bepaalde prestaties afhankelijk stelt van de voorwaarde dat de verzekeringstijdvakken in een bepaald beroep werden vervuld en wanneer deze tijdvakken geen recht op deze prestaties hebben kunnen geven, worden deze tijdvakken beschouwd als geldig voor de vaststelling van de prestaties waarin de algemene werknemersregeling voorziet.4. Wanneer, ondanks de toepassing van paragraaf 1 van dit artikel, de persoon de voorwaarden om het recht op prestaties te openen niet vervult, worden ook de verzekeringstijdvakken samengeteld die vervuld zijn onder de wetgeving van een derde Staat waarmee de beide overeenkomstsluitende Staten elk afzonderlijk een overeenkomst betreffende de sociale zekerheid hebben gesloten die voorziet in de samentelling van de verzekeringstijdvakken, op voorwaarde dat zij niet overlappen met verzekeringstijdvakken die vervuld zijn onder de wetgeving van de ene of de andere overeenkomstsluitende Staat. Artikel 29 Berekening van de prestaties inzake rust of ouderdom en overleving 1. Wanneer de verzekerde persoon voldoet aan de voorwaarden die bij de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat zijn vereist om recht te hebben op de prestaties zonder te moeten overgaan tot de samentelling, berekent het bevoegd orgaan van die overeenkomstsluitende Staat het recht op de prestatie rechtstreeks op basis van de in die overeenkomstsluitende Staat vervulde verzekeringstijdvakken en enkel ingevolge de wetgeving van die Staat. Dit orgaan berekent ook het bedrag van de prestatie dat zou bekomen worden na toepassing van de regels voorzien in paragraaf 2, punten (1) en (2). Er wordt enkel rekening gehouden met het hoogste bedrag. 2. Indien een verzekerde persoon aanspraak kan maken op een prestatie krachtens de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten, waarvan het recht enkel is ontstaan ingevolge de samentelling van de verzekeringstijdvakken vervuld overeenkomstig artikel 28 van deze Overeenkomst, zijn de volgende regels van toepassing: (1) het bevoegd orgaan van deze overeenkomstsluitende Staat berekent het theoretische bedrag van de prestatie dat verschuldigd zou zijn indien alle verzekeringstijdvakken vervuld krachtens de wetgevingen van de beide overeenkomstsluitende Staten enkel zouden vervuld zijn geweest overeenkomstig de wetgeving die het toepast;(2) het orgaan van deze overeenkomstsluitende Staat berekent vervolgens het verschuldigde bedrag, op basis van het bedrag bedoeld in punt (1), naar verhouding van de duur van de verzekeringstijdvakken enkel vervuld overeenkomstig zijn wetgeving tot de duur van alle verzekeringstijdvakken samengeteld krachtens punt (1). B - INVALIDITEITSPRESTATIES Artikel 30 Samentelling van de verzekeringstijdvakken 1. Voor het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op invaliditeitsprestaties zijn de bepalingen van artikel 28 van deze Overeenkomst naar analogie toepasselijk.2. Het recht op de invaliditeitsprestatie wordt toegekend aan de persoon die, op de datum van aanvang van de invaliditeit, onderworpen was aan de wetgeving van een van beide overeenkomstsluitende Staten betreffende de invaliditeitsprestaties of die gerechtigd was op een invaliditeitsprestatie krachtens deze wetgeving en die vroeger verzekeringstijdvakken krachtens de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Staat heeft vervuld. Artikel 31 Berekening van de invaliditeitsprestaties 1. Indien het recht op invaliditeitsprestaties ontstaat enkel door samentelling van de verzekeringstijdvakken vervuld onder de wetgeving van beide overeenkomstsluitende Staten, overeenkomstig artikel 30 van deze Overeenkomst, wordt het bedrag van de verschuldigde prestatie vastgesteld volgens de modaliteiten bepaald bij artikel 29, paragraaf 2, van deze Overeenkomst.2. Onverminderd de bepalingen van artikel 6 van deze Overeenkomst, kent het Belgisch bevoegd orgaan een supplement toe, voor zover: (1) het recht op de Belgische invaliditeitsprestaties ontstaat zonder dat een beroep moet worden gedaan op de bepalingen van artikel 30 van deze Overeenkomst;(2) en het bedrag opgeleverd door de samentelling van de prestaties van beide overeenkomstsluitende Staten berekend volgens paragraaf 1 van dit artikel kleiner is dan het bedrag van de prestatie verschuldigd op basis van enkel de Belgische wetgeving. Dit supplement is gelijk aan het verschil tussen het bedrag bedoeld in punt (2) en het bedrag verschuldigd krachtens enkel de Belgische wetgeving.

Artikel 32 Invaliditeitsprestaties tijdens een verblijf in de andere overeenkomstsluitende Staat De rechthebbende op een invaliditeitsprestatie van de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat blijft deze prestatie verder genieten tijdens een verblijf in de andere overeenkomstsluitende Staat wanneer dit verblijf vooraf werd toegestaan door het bevoegd orgaan van de eerste overeenkomstsluitende Staat. Deze toelating kan evenwel enkel worden geweigerd wanneer het verblijf plaatsheeft in de periode tijdens dewelke, krachtens de wetgeving van de eerste overeenkomstsluitende Staat, het bevoegd orgaan van deze overeenkomstsluitende Staat de invaliditeitstoestand moet evalueren of herzien.

C - GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN Artikel 33 Eventuele nieuwe berekening van de prestaties 1. Indien wegens de verhoging van de kosten voor levensonderhoud, de variatie van het loonpeil of om andere aanpassingsredenen de prestaties inzake invaliditeit, overleving, rust of ouderdom van een overeenkomstsluitende Staat worden gewijzigd met een bepaald percentage of bedrag, moet de andere overeenkomstsluitende Staat niet overgaan tot een nieuwe berekening van de prestaties inzake invaliditeit, overleving, rust of ouderdom.2. In geval van verandering van de wijze van vaststelling of van de berekeningsregels van de prestaties inzake invaliditeit, overleving, rust of ouderdom van een overeenkomstsluitende Staat, worden de prestaties van de andere overeenkomstsluitende Staat opnieuw berekend overeenkomstig artikel 29 of 31 van deze Overeenkomst. Artikel 34 Verzekeringstijdvakken van minder dan een jaar Wanneer, niettegenstaande de bepalingen van artikelen 28 en 30 van deze Overeenkomst, de verzekeringstijdvakken vervuld onder de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat in hun geheel geen jaar bereiken en wanneer, enkel rekening houdend met die tijdvakken, geen enkel recht is verworven krachtens die wetgeving, is het bevoegd orgaan van die overeenkomstsluitende Staat niet gehouden om prestaties inzake invaliditeit, overleving, rust of ouderdom toe te kennen op basis van die tijdvakken. HOOFDSTUK 4. - GEZINSBIJSLAG Artikel 35 Definitie Onder "gezinsbijslag" verstaat men: de periodieke uitkeringen zoals vermeld in de administratieve schikking voorzien in artikel 41 van deze Overeenkomst. In die schikking bepalen de bevoegde autoriteiten: a) de categorieën rechtgevende kinderen;b) de toekenningsvoorwaarden en de bedragen van de gezinsbijslag, evenals de tijdvakken waarvoor de gezinsbijslag wordt toegekend. Artikel 36 Samentelling van de verzekeringstijdvakken Wanneer de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op prestaties afhankelijk stelt van de vervulling van verzekeringstijdvakken, houdt het orgaan dat deze wetgeving toepast te dien einde rekening, in de mate dat het nodig is, voor de samentelling, met de verzekeringstijdvakken vervuld onder de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Staat alsof het verzekeringstijdvakken betrof die vervuld zijn onder de wetgeving van eerstgenoemde overeenkomstsluitende Staat, op voorwaarde dat ze elkaar niet overlappen.

Artikel 37 Kinderen die op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat wonen Onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 40 van deze Overeenkomst, hebben personen op wie de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten van toepassing is, voor de kinderen die wonen op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, recht op de gezinsbijslag van de eerstgenoemde overeenkomstsluitende Staat.

Artikel 38 Kinderbijslag voor de rechthebbenden op prestaties inzake rust of ouderdom, overleving, invaliditeit, een arbeidsongeval of een beroepsziekte 1. Onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 40 van deze Overeenkomst, heeft de rechthebbende op prestaties inzake rust of ouderdom, overleving, invaliditeit, een arbeidsongeval of een beroepsziekte verschuldigd krachtens de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat, voor de kinderen die wonen op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat dan die waar deze rechthebbende woont, recht op de gezinsbijslag waarin de wetgeving van de eerste overeenkomstsluitende Staat voorziet.2. Onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 40 van deze Overeenkomst, heeft de rechthebbende op prestaties inzake rust of ouderdom, overleving, invaliditeit, een arbeidsongeval of een beroepsziekte verschuldigd krachtens de wetgevingen van beide overeenkomstsluitende Staten, voor de kinderen die wonen op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat dan die waar deze rechthebbende woont, recht op de gezinsbijslag van de overeenkomstsluitende Staat waar de rechthebbende op prestaties woont. Artikel 39 Gezinsbijslag voor wezen Onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 40 van deze Overeenkomst, heeft de wees van een overleden persoon die onderworpen was aan de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat en die woont op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, recht op de gezinsbijslag van de overeenkomstsluitende Staat aan de wetgeving waarvan de overledene laatstelijk en onder de bij deze wetgeving bedoelde voorwaarden onderworpen was.

Artikel 40 Samenloop Wanneer een recht op gezinsbijslag is ontstaan in beide overeenkomstsluitende Staten, wordt de Staat waar het kind woont beschouwd als zijnde de bevoegde Staat die de last van de gezinsbijslag heeft.

TITEL IV. - DIVERSE BEPALINGEN Artikel 41 Verantwoordelijkheden van de bevoegde autoriteiten De bevoegde autoriteiten: (1) nemen bij administratieve schikking de nodige maatregelen voor de toepassing van deze Overeenkomst en duiden de verbindingsorganen, de bevoegde organen en de organen van de woonplaats en van de verblijfplaats aan;(2) leggen de procedures van administratieve samenwerking vast evenals de betalingsmodaliteiten voor de kosten voor geneeskundige, administratieve en andere getuigschriften die noodzakelijk zijn voor de toepassing van deze Overeenkomst;(3) verstrekken elkaar rechtstreeks alle inlichtingen met betrekking tot de ter uitvoering van deze Overeenkomst getroffen maatregelen;(4) verstrekken elkaar zo spoedig mogelijk en rechtstreeks alle wijzigingen van hun wetgeving die van aard zijn invloed te hebben op de toepassing van deze Overeenkomst. Artikel 42 Administratieve samenwerking 1. Voor de toepassing van deze Overeenkomst bieden de bevoegde autoriteiten, de verbindingsorganen en de bevoegde organen van elk van beide overeenkomstsluitende Staten elkaar hun bemiddeling aan, als gold het de toepassing van hun eigen wetgeving.Deze onderlinge bemiddeling is in principe kosteloos. De bevoegde autoriteiten kunnen evenwel overeenkomen bepaalde kosten te vergoeden. 2. De medische onderzoeken van personen die op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat wonen of verblijven, worden uitgevoerd door het orgaan van de verblijf- of woonplaats, op verzoek van het bevoegd orgaan en te zijnen laste.De kosten van deze medische onderzoeken worden niet vergoed indien de onderzoeken werden uitgevoerd in het belang van beide overeenkomstsluitende Staten. 3. In geval van vergoeding, worden de kosten bedoeld in paragrafen 1 en 2 van dit artikel terugbetaald volgens de modaliteitenvastgelegd bij de administratieve schikking bedoeld in artikel 41 van deze Overeenkomst.4. Voor de toepassing van deze Overeenkomst zijn de bevoegde autoriteiten, de verbindingsorganen en de bevoegde organen van de overeenkomstsluitende Staten ertoe gemachtigd rechtstreeks met elkaar alsmede met enig welke persoon te corresponderen, welke ook diens woonplaats is.Het corresponderen mag geschieden in een van de officiële talen van de overeenkomstsluitende Staten.

Artikel 43 Uitwisseling van persoonlijke gegevens 1. Voor zover ze kennis ervan hebben, zijn de organen van beide overeenkomstsluitende Staten gemachtigd om voor de toepassing van deze Overeenkomst persoonlijke gegevens uit te wisselen, met inbegrip van gegevens met betrekking tot het inkomen van de personen die het orgaan van een overeenkomstsluitende Staat nodig heeft voor de toepassing van een socialezekerheidswetgeving.2. Bij het meedelen van persoonlijke gegevens door het orgaan van een overeenkomstsluitende Staat, dient de wetgeving inzake bescherming van gegevens van deze overeenkomstsluitende Staat te worden nageleefd.3. Op de bewaring, de verwerking of de verspreiding van persoonlijke gegevens door het orgaan van de overeenkomstsluitende Staat waaraan ze worden meegedeeld, is de wetgeving inzake de bescherming van gegevens van deze overeenkomstsluitende Staat van toepassing.4. De gegevens bedoeld in dit artikel mogen voor geen andere doelen worden gebruikt dan voor de uitvoering van de socialezekerheidswetgevingen. Artikel 44 Taksen en vrijstelling van geldigverklaring 1. Het voordeel van de vrijstellingen of verminderingen van taksen, zegel-, griffie- of registratierechten, bepaald bij de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten voor de stukken of documenten die bij toepassing van de wetgeving van deze Staat moeten voorgelegd worden, wordt verruimd tot gelijkaardige voor de toepassing van de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Staat voor te leggen stukken en documenten.2. Alle voor de toepassing van deze Overeenkomst voor te leggen akten en documenten worden vrijgesteld van het geldigverklaringsvisum van de diplomatieke of consulaire overheden. Artikel 45 Aanvragen, verklaringen en beroepsschriften 1. Aanvragen, verklaringen of beroepsschriften die, krachtens de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat, binnen een bepaalde termijn hadden moeten ingediend worden bij een autoriteit, orgaan of rechtscollege van deze Staat, zijn ontvankelijk indien zij binnen dezelfde termijn worden ingediend bij een autoriteit, orgaan of rechtscollege van de andere overeenkomstsluitende Staat.In dit geval laat de/het aldus aangezochte autoriteit, orgaan of rechtscollege deze aanvragen, verklaringen of beroepsschriften onverwijld geworden aan de autoriteit, het orgaan of het rechtscollege van de eerste overeenkomstsluitende Staat, ofwel rechtstreeks ofwel door toedoen van de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten. De datum waarop deze aanvragen, verklaringen of beroepsschriften werden ingediend bij een autoriteit, een orgaan of een rechtscollege van de andere overeenkomstsluitende Staat wordt beschouwd als datum van indiening bij de/het ten deze bevoegde autoriteit, orgaan of rechtscollege van de eerste overeenkomstsluitende Staat. 2. De aanvraag van prestaties ingediend bij het bevoegd orgaan van een overeenkomstsluitende Staat wordt, voor overeenstemmende prestaties, beschouwd als zijnde ingediend bij het bevoegd orgaan van de andere overeenkomstsluitende Staat.3. Een aanvraag of een document mag niet van de hand gewezen worden omdat het opgesteld is in een officiële taal van de andere overeenkomstsluitende Staat. Artikel 46 Uitbetaling van de prestaties 1. De uitbetalingsorganen van prestaties ingevolge deze overeenkomst kunnen er zich geldig van kwijten in de munt van hun Staat.2. Financiële overdrachten ingevolge de toepassing van deze Overeenkomst worden verricht overeenkomstig de tussen beide overeenkomsteluitende Staten ter zake van kracht zijnde akkoorden.3. De wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat inzake controle op de wisseloperaties mag geen belemmering zijn voor de vrije overdracht van geldbedragen die het gevolg zijn van de toepassing van deze Overeenkomst. Artikel 47 Bijleggen van geschillen Geschillen over de interpretatie en de toepassing van deze Overeenkomst zullen worden geregeld door onderhandeling tussen de bevoegde autoriteiten.

Artikel 48 Uitvoeringsprocedures 1. De uitvoerbare beslissingen van de autoriteit of het orgaan van een van de overeenkomstsluitende Staten met betrekking tot de invordering van sociale zekerheidsbijdragen, worden erkend op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat.2. De erkenning kan slechts worden geweigerd wanneer ze ingaat tegen de wettelijke beginselen of de openbare orde van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan de beslissing dient te worden uitgevoerd.3. De procedure voor de uitvoering van beslissingen waartegen niet meer in beroep kan worden gegaan, moet in overeenstemming zijn met de wetgeving die de uitvoering van dergelijke beslissingen regelt van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan de uitvoering plaatsvindt.4. De verschuldigde bijdragen hebben in het kader van een procedure inzake uitvoering, faillissement of gedwongen vereffening op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, dezelfde voorrang als vorderingen van dezelfde aard op het grondgebied van die overeenkomstsluitende Staat.5. De vorderingen die het voorwerp moeten zijn van een terugvordering worden op dezelfde manier behandeld als vorderingen van dezelfde aard van een orgaan dat zich bevindt op het grondgebied van de overeenkomstsluitende Staat waarop de terugvordering wordt uitgevoerd. Artikel 49 Terugvordering van onverschuldigd uitbetaalde bedragen Het orgaan van een overeenkomstsluitende Staat dat aan een prestatiegerechtigde een som heeft uitgekeerd waarop hij geen recht heeft, kan, binnen de voorwaarden en grenzen als bepaald bij de wetgeving die het toepast, het orgaan van de andere overeenkomstsluitende Staat dat de prestaties ten gunste van deze gerechtigde uitkeert, erom verzoeken deze som in te houden op de bedragen die het deze gerechtigde stort. Het orgaan van de andere overeenkomstsluitende Staat verricht de inhouding binnen de voorwaarden en grenzen waarin een dergelijke schuldvergelijking toegelaten is bij de wetgeving die het toepast, als gold het sommen die het zelf had uitgekeerd, en maakt het aldus ingehouden bedrag over aan het orgaan van de eerste overeenkomstsluitende Staat dat de vordering heeft.

Artikel 50 Verhaal van organen tegen derde personen Wanneer een persoon prestaties geniet krachtens de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten, naar aanleiding van schade welke voortvloeit uit in de andere overeenkomstsluitende Staat voorgevallen feiten, worden de eventuele rechten welke het orgaan dat de prestaties is verschuldigd heeft ten opzichte van een derde die verplicht is de schade te vergoeden, als volgt geregeld: a) wanneer het orgaan dat de prestaties verschuldigd is, krachtens de wetgeving die het toepast, in de rechten treedt welke de rechthebbende ten opzichte van die derde heeft, erkent de andere overeenkomstsluitende Staat die subrogatie;b) wanneer het orgaan dat de prestaties verschuldigd is een rechtstreeks recht ten opzichte van die derde heeft, erkent de andere Staat dat recht. Artikel 51 Samenwerking inzake fraudebestrijding Naast de toepassing van de algemene principes inzake administratieve samenwerking, zullen de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten in een administratieve schikking regels overeenkomen volgens welke ze hun medewerking verlenen aan de bestrijding van grensoverschrijdende fraude inzake socialezekerheidsbijdragen en -prestaties, in het bijzonder wat de datum van overlijden, de werkelijke woonplaats, de raming van het inkomen, de berekening van de bijdragen en de samenloop van prestaties van de verzekerde personen betreft, alsmede wat de datum van overlijden en de werkelijke woonplaats van de gezinsleden betreft.

TITEL V. - OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN Artikel 52 Gebeurtenissen voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Overeenkomst 1. Deze Overeenkomst doet geen enkel recht ontstaan op prestaties voor een tijdvak dat aan haar inwerkingtreding voorafgaat.2. Onder voorbehoud van de bepaling van paragraaf 1 van dit artikel, is deze Overeenkomst eveneens van toepassing op gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan vóór zij van kracht werd.3. Ieder verzekeringstijdvak dat onder de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten werd vervuld vóór de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst wordt in aanmerking genomen voor het vaststellen van het recht op een overeenkomstig de bepalingen van deze Overeenkomst verkregen prestatie.4. Deze Overeenkomst is niet van toepassing op rechten die werden vastgesteld door de uitbetaling van een forfaitaire uitkering of door terugbetaling van bijdragen. Artikel 53 Herziening, verjaring, verval 1. Elke prestatie die niet werd vereffend of die werd geschorst wegens de nationaliteit van de belanghebbende of wegens diens woonplaats op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat dan die waar het uitbetalingsorgaan zich bevindt, wordt, op verzoek van de belanghebbende, vereffend of hervat met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst.2. De rechten van de belanghebbenden die vóór de inwerkingtreding van deze Overeenkomst de vaststelling van een prestatie of een rente hebben verkregen, worden op hun verzoek herzien, rekening houdend met de bepalingen van deze Overeenkomst.In geen geval mag dergelijke herziening als gevolg hebben dat de vroegere rechten van de betrokkenen verminderd worden. 3. Ingeval het verzoek bedoeld in paragraaf 1 of 2 van dit artikel wordt ingediend binnen een termijn van twee jaar ingaand op de datum dat deze Overeenkomst van kracht wordt, zijn de overeenkomstig de bepalingen van deze Overeenkomst verkregen rechten verworven met ingang van deze datum, zonder dat de wetgeving van de ene of van de andere overeenkomstsluitende Staat betreffende het verval of de verjaring van rechten, tegen de belanghebbenden mag worden ingeroepen.4. Ingeval het verzoek bedoeld in paragraaf 1 of 2 van dit artikel wordt ingediend na het verstrijken van een termijn van twee jaar ingaand op de datum dat deze Overeenkomst van kracht wordt, worden de rechten verkregen vanaf de datum van het verzoek, onder voorbehoud van gunstigere bepalingen in de wetgeving van de betrokken overeenkomstsluitende Staat. Artikel 54 Duur en opzegging Deze Overeenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur. Ze kan worden opgezegd door een van de overeenkomstsluitende Staten door middel van een schriftelijke kennisgeving via diplomatieke weg aan de andere Staat, met een opzeggingstermijn van twaalf maanden.

Artikel 55 Vrijwaring van rechten In geval van opzegging van deze Overeenkomst worden de rechten op en de uitkeringen van prestaties verworven krachtens de Overeenkomst gehandhaafd. Bovendien blijven de bepalingen van deze Overeenkomst van toepassing op de aanvragen inzake prestaties die zijn ingediend vóór de datum van de opzegging ervan.

Artikel 56 Inwerkingtreding 1. Deze Overeenkomst treedt in werking de eerste dag van de derde maand die volgt op de datum van ontvangst van de nota waarbij de laatste van de twee overeenkomstsluitende Staten de andere overeenkomstsluitende Staat zal medegedeeld hebben dat de wettelijk vereiste formaliteiten voor de inwerkingtreding van deze Overeenkomst vervuld zijn.2. Op de dag van inwerkingtreding van deze Overeenkomst, zal het Algemeen Verdrag tussen het Koninkrijk België en de Republiek Turkije betreffende de sociale zekerheid, ondertekend te Brussel op 4 juli 1966, evenals de teksten tot wijziging of aanvulling ervan, ophouden te bestaan en vervangen worden door deze Overeenkomst. TEN BLIJKE WAARVAN de behoorlijk daartoe gemachtigden deze Overeenkomst hebben ondertekend.

OPGEMAAKT te Ankara op 11 april 2014, in tweevoud in de Nederlandse, Franse en Turkse taal, de drie teksten zijnde gelijkelijk rechtsgeldig.

^