gepubliceerd op 25 april 2024
Wet tot wijziging van de wet van 22 december 2023 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2024
9 APRIL 2024. - Wet tot wijziging van de wet van 22 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2023 pub. 29/12/2023 numac 2023048518 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2024 sluiten houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2024 (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1 - Algemene bepalingen
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 74 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2 - Wijzigingen van de wet van 22 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2023 pub. 29/12/2023 numac 2023048518 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2024 sluiten houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2024
Art. 2.Artikel 2.16.14 van de wet van 22 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2023 pub. 29/12/2023 numac 2023048518 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2024 sluiten houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2024 wordt aangevuld met een lid, luidende: "Het gebeurlijk saldo en/of de tussentijdse betalingen zal/zullen, na afrekening met de hiervoor vermelde organismen, worden aangerekend ofwel op de begroting van de betrokken departementen of instellingen van openbaar nut, ofwel op het begrotingsfonds 16.4 voor wedergebruik van de ontvangsten voortvloeiend uit prestaties tegen betaling, de vervreemding van overtollig geworden materieel, waren of munitie en uit de vervreemding van onroerende goederen die deel uitmaken van het aan het beheer van de Minister van Defensie toevertrouwde patrimonium."
Art. 3.In dezelfde wet wordt een artikel 2.16.15 ingevoegd, luidende: "Art. 2.16.15. De tijdens de operaties in het buitenland te verwezenlijken uitgaven met een hoogdringend karakter mogen geschieden in het kader van opdrachten die via de onderhandelingsprocedure mogen worden gegund. De beginselen van de wetgeving op de overheidsopdrachten zullen toegepast worden voor het afsluiten van voornoemde opdrachten, tenzij de plaatselijke omstandigheden dit niet toelaten."
Art. 4.In dezelfde wet wordt een artikel 2.16.16 ingevoegd, luidende: "Art. 2.16.16. De Minister van Defensie wordt gemachtigd om, mits akkoord van de Minister van Begroting, en door middel van een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit, binnen de perken van de kredieten van de Sectie 16 - Landsverdediging, herverdelingen te verrichten ten voordele van het programma 16 50 5, "Inzet", ten einde het hoofd te bieden aan de specifieke noden verbonden aan de humanitaire en vredesondersteunende operaties.
Deze kredietherverdelingen zullen zonder verwijl meegedeeld worden aan de Kamer van volksvertegenwoordigers en aan het Rekenhof."
Art. 5.In dezelfde wet wordt een artikel 2.16.17 ingevoegd, luidende: "Art. 2.16.17. In afwijking van artikel 61, alinea 2, van de wet van 22 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2003 pub. 03/07/2003 numac 2003003367 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat sluiten houdende de organisatie van de begroting en de comptabiliteit van de Federale Staat, wordt de Minister van Defensie gemachtigd met andere publieke instanties overeenkomsten af te sluiten voor het leveren van wederzijdse prestaties. De financiële regeling ervan zal bij wijze van verrekening geschieden, hetzij op het ogenblik dat de overeenkomst wordt beëindigd, hetzij na verloop van een overeengekomen termijn, hetzij in onderling overleg tussen de betrokken partijen. Het gebeurlijk saldo zal ofwel in natura gecompenseerd worden ofwel worden aangerekend op de begroting van Landsverdediging (Algemene Uitgavenbegroting), of op de Middelenbegroting ten bate van begrotingsfonds 16.4 voor wedergebruik van de ontvangsten voortvloeiend uit prestaties tegen betaling, de vervreemding van overtollig geworden materieel, waren of munitie en uit de vervreemding van onroerende goederen die deel uitmaken van het aan het beheer van de Minister van Defensie toevertrouwde patrimonium."
Art. 6.In dezelfde wet wordt een artikel 2.16.18 ingevoegd, luidende: "Art. 2.16.18. In afwijking van artikel 61, alinea 2 van de wet van 22 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2003 pub. 03/07/2003 numac 2003003367 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat sluiten houdende de organisatie van de begroting en de comptabiliteit van de Federale Staat, wordt de Minister van Defensie ertoe gemachtigd de gerealiseerde ontvangsten te gebruiken voorvloeiend uit de verkoop van houtkappingen op de domeinen die deel uitmaken van het aan zijn beheer toevertrouwd onroerend patrimonium, geïnd en aangerekend op het begrotingsfonds 16.4 voor wedergebruik van de ontvangsten voortvloeiend uit prestaties tegen betaling, de vervreemding van overtollig geworden materieel, waren of munitie en uit de vervreemding van onroerende goederen die deel uitmaken van het aan het beheer van de Minister van Defensie toevertrouwde patrimonium. »
Art. 7.In dezelfde wet wordt een artikel 2.16.19 ingevoegd, luidende: "Art. 2.16.19. In afwijking van artikel 117 van de wet van 22 mei houdende de organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat en voor zover deze verrichtingen in relatie staan met de uitvoering van een verkoopcontract van F-16 vliegtuigen, afgesloten uitgaande van een onderhandelingsprocedure in toepassing van artikel 41 van de programmawet van 19 juli 2001Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 19/07/2001 pub. 28/07/2001 numac 2001003375 bron ministerie van financien Programmawet voor het begrotingsjaar 2001 sluiten, wordt de Minister van Defensie gemachtigd: - niet overbodig materieel te verkopen dat deel uitmaakt van het aan zijn beheer toevertrouwde patrimonium; - uitgaven te verrichten voor rekening van de koper van deze vliegtuigen, voor zover deze uitgaven betrekking hebben op de logistieke steun van deze of op de verstrekking van bepaalde diensten die er op betrekking hebben; - om een prefinanciering toe te staan aan de koper van deze vliegtuigen.
De verkopen bedoeld in alinea 1, eerste streep en de verbintenissen aan de oorsprong van de uitgaven in alinea 1, tweede streep, worden afgesloten nadat ze voor advies aan de Inspectie van Financiën werden voorgelegd en mits het voorafgaand akkoord van de Minister van Begroting, in overeenstemming met de bepalingen van het koninklijk besluit van 20 mei 2022 betreffende de administratieve, begrotings- en beheerscontrole.
De uitgaven vermeld in alinea 1, tweede streep alsook de ontvangsten die voortvloeien uit de terugbetaling van deze, zijn gelijk gesteld met de verrichtingen voor orde in de zin van artikel 2.16.9 van de huidige wet. »
Art. 8.In dezelfde wet wordt een artikel 2.16.20 ingevoegd, luidende: "Art. 2.16.20. De voor 1 januari 2015 vastgelegde uitgaven ten laste van het begrotingsfonds 16.2 voor het wedergebruik van de ontvangsten die voortvloeien uit de vervreemding van overtollig geworden materieel, waren en munitie die deel uitmaken van het aan het beheer van de Minister van Defensie toevertrouwde patrimonium, mogen, ongeacht de economische code van de verrichtingen, ten laste van dit fonds vereffend worden."
Art. 9.In dezelfde wet wordt een artikel 2.16.21 ingevoegd, luidende: "Art. 2.16.21. Op het begrotingsfonds 16.4 voor wedergebruik van de ontvangsten voortvloeiend uit prestaties tegen betaling, de vervreemding van overtollig geworden materieel, waren of munitie en uit de vervreemding van onroerende goederen die deel uitmaken van het aan het beheer van de Minister van Defensie toevertrouwde patrimonium, dat een begrotingsfonds vormt in de zin van artikel 62 van de wet van 22 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2003 pub. 03/07/2003 numac 2003003367 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat sluiten houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, wordt een debetpositie in vastlegging van 10.000 duizend EUR en een debetpositie in vereffening van 5.000 duizend EUR toegelaten.
De reserves op de oude begrotingsfondsen 16.1, 16.2 en 16.3 worden aan het nieuwe begrotingsfonds 16.4 toegewezen om enerzijds, in het kader van de strategische visie voor Defensie, de nodige investeringen in materieel op korte termijn te kunnen uitvoeren en anderzijds voor uitgaven die verband houden met SHAPE en de nieuwbouw NCIA op de site van SHAPE."
Art. 10.In dezelfde wet wordt een artikel 2.16.22 ingevoegd, luidende: "Art. 2.16.22. In afwijking van artikel 62, § 2, tweede lid, van de wet van 22 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2003 pub. 03/07/2003 numac 2003003367 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat sluiten houdende de organisatie van de begroting en de comptabiliteit van de Federale Staat, kan de betaling van prestaties die door het Ministerie van Landsverdediging ten voordele van andere federale overheidsinstanties worden geleverd, gebeuren op de kredieten van de algemene uitgavenbegroting, ten bate van het begrotingsfonds 16.4 voor wedergebruik van de ontvangsten voortvloeiend uit prestaties tegen betaling, de vervreemding van overtollig geworden materieel, waren of munitie en uit de vervreemding van onroerende goederen die deel uitmaken van het aan het beheer van de Minister van Defensie toevertrouwde patrimonium."
Art. 11.In dezelfde wet wordt een artikel 2.16.23 ingevoegd, luidende: "Art. 2.16.23. De wachtrekening 0011-820101 mag een debetsaldo hebben in vastlegging, dat niet hoger mag zijn dan 859.213.764 EUR."
Art. 12.In dezelfde wet wordt een artikel 2.16.24 ingevoegd, luidende: "Art. 2.16.24. Binnen de perken van de basisallocatie 16.50.22.51.12.01 kan een kapitaaloverdracht worden uitgevoerd in het kader van de steunovereenkomsten die worden goedgekeurd door de Minister bevoegd voor de Economie en de Minister van Defensie of, bij delegatie, door het Stuurcomité Essentiële Veiligheidsbelangen, in het kader van de realisatie van projecten ter bescherming van de essentiële veiligheidsbelangen van België."
Art. 13.In dezelfde wet wordt een artikel 2.16.25 ingevoegd, luidende: "Art. 2.16.25. Binnen de perken van de kredieten voor inkomens- en kapitaalsoverdrachten (economische classificatie code 3, 4, 5 en 6) ingeschreven op de betrokken basisallocaties van het activiteitenprogramma 16 50 72 mag een inkomens- of kapitaalsoverdrachtsuitgave toegekend worden aan publieke of privaatrechtelijke rechtspersonen met het oog op het stimuleren van activiteiten ter versterking van de Belgische industriële en technologische basis in het domein van veiligheid en defensie." HOOFDSTUK 3. - Inwerkingtreding
Art. 14.Deze wet treedt in werking de dag waarop hij in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 9 april 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM De Minister van Justitie en Noordzee, P. VAN TIGCHELT De Staatssecretaris voor Begroting, A. BERTRAND Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT _______ Nota (1) Kamer van Volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be): Stukken : 55K3801/5 Integraal verslag : 28 maart 2024