Etaamb.openjustice.be
Wet van 07 mei 2013
gepubliceerd op 22 juli 2013

Wet houdende instemming met de Uitwisseling van brieven tussen het Koninkrijk België en de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie betreffende de opening en de uitbating van een apotheek in de zetel van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, ondertekend te Brussel op 3 februari 2009 en 3 maart 2009 (2)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2013015160
pub.
22/07/2013
prom.
07/05/2013
ELI
eli/wet/2013/05/07/2013015160/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)Senaat (fiche)
Document Qrcode

7 MEI 2013. - Wet houdende instemming met de Uitwisseling van brieven tussen het Koninkrijk België en de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie betreffende de opening en de uitbating van een apotheek in de zetel van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, ondertekend te Brussel op 3 februari 2009 en 3 maart 2009 (1) (2)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.De Uitwisseling van brieven tussen het Koninkrijk België en de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie betreffende de opening en de uitbating van een apotheek in de zetel van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, ondertekend te Brussel op 3 februari 2009 en 3 maart 2009, zal volkomen gevolg hebben.

Art. 3.Naar de zetel van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, kan een bestaande apotheek zoals bedoeld in artikel 4, § 3, van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, worden overgebracht.

Voor de overbrenging wordt een vergunning toegekend door de minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort, na gemotiveerd advies van de vestigingscommissie.

De vergunning tot overbrenging wordt toegestaan op voorwaarde dat onder de geldende criteria die erop zijn gericht een spreiding van de apotheken te organiseren, er geen mogelijkheid is tot opening van een apotheek in de gemeente van waaruit de overbrenging wordt gevraagd.

Deze vestiging wordt niet mee in aanmerking genomen wat betreft de toepassing van de criteria die erop zijn gericht een spreiding van de apotheken te organiseren, vastgelegd met toepassing van artikel 4, § 3, 1°, vierde lid, van koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen.

Art. 4.De aanvraag wordt bij aangetekende brief gestuurd aan de minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort op het formulier dat daartoe door het Federaal Agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten wordt afgeleverd.

De aanvrager dient het bewijs mee te sturen dat hij over de vestigingsplaats op de zetel van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie zal kunnen beschikken op het ogenblik dat de vergunning wordt verleend.

Indien er meerdere aanvragen worden ingediend, worden deze behandeld in chronologische volgorde.

De postdatum bepaalt de volgorde van de aanvraag.

Art. 5.De aanvraag is slechts ontvankelijk indien : - het aanvraagformulier bedoeld in artikel 4 deugdelijk is ingevuld; - de aanvrager de rechtmatige vergunninghouder is van de apotheek; - het bewijs dat de aanvrager kan beschikken over de vestigingsplaats, wordt neergelegd overeenkomstig artikel 4.

Art. 6.Het onderzoek van de aanvraag gebeurt volgens de regels vastgesteld krachtens artikel 4, § 3, 3°, van het koninklijk besluit nr. 78; er wordt echter geen kennis gegeven van de aanvraag en enkel het advies van de farmaceutisch inspecteur van het Federaal Agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten wordt ingewonnen.

De verschuldigde retributie is gelijk aan deze voor het onderzoek van een fusie van apotheken.

Art. 7.De Belgische wetgeving, met inbegrip van alle uitvoeringsbesluiten, is op bedoelde apotheek van toepassing met uitzondering van de verplichting tot deelname aan de wachtdiensten, zoals bepaald in artikel 9 van voornoemd koninklijk besluit nr. 78.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 7 mei 2013.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken, D. REYNDERS De Vice-Eerste Minister en Minister van Sociale Zaken, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Landsverdediging, P. DE CREM Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM _______ Nota (1) Zitting 2011-2012. Senaat Documenten. - Ontwerp van wet ingediend op 10 september 2012, nr. 5-1788/1.

Zitting 2012-2013.

Senaat Documenten. - Verslag, nr. 5-1788/2.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking en stemming. Vergadering van 8 november 2012.

Kamer van vertegenwoordigers Documenten. - Ontwerp overgezonden door de Senaat, nr. 53-2501/1.

Verslag namens de commissie, nr. 53-2501/2. - Tekst verbeterd door de commissie, nr. 53-2501/3. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 53-2501/4.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking. Vergadering van 19 december 2012. - Stemming.Vergadering van 20 december 2012. (2) Dit verdrag treedt iin werking op 1 augustus 2013. Uitwisseling van brieven tussen het Koninkrijk België en de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie betreffende de opening en de uitbating van een apotheek in de zetel van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie Brussel, 3 februari 2009 Excellentie, Ik heb de eer te verwijzen naar de wens van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) om in haar Zetel te Evere een apotheek te vestigen.

Teneinde de opening van deze apotheek mogelijk te maken heb ik de eer u de volgende bepalingen, voor te stelllen : 1. Naar de zetel van de NAVO te Evere kan, in afwijking van de geldende Belgische wetgeving, een apotheek worden overgeplaatst.Deze apotheek wordt uitgebaat in overeenstemming met de geldende Belgische wetgeving. 2. De apotheek zal toegankelijk zijn voor alle personen die toegang hebben tot de zetel van de NAVO.3. De apotheek, bedoeld in bepaling 1 van deze brief, wordt vrijgesteld van de verplichting tot deelname aan de door de Belgische regelgeving voorziene wachtdiensten.4. Met het oog op de uitoefening van het door de Belgische wetgeving voorziene toezicht op apotheken wordt, op verzoek van de Permanente Vertegenwoordiging van België bij NAVO, aan de personen die door de bevoegde Belgische instanties worden voorgedragen, permanent en op eerste verzoek toegang verleend tot het gedeelte van de zetel waar de apotheek wordt uitgebaat en dit voor zover de belangen van NAVO niet in het gedrang worden gebracht.5. De bepalingen van deze brief doen geen afbreuk aan de bepalingen van het Verdrag betreffende de rechtspositie van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, van de nationale vertegenwoordigers en van het internationaal personeel, ondertekend te Ottawa op 20 september 1951. 6.1. Alle uiteenlopende standpunten aangaande de toepassing of interpretatie van deze brief die niet geregeld konden worden middels rechtstreeks overleg tussen het Koninkrijk België en NAVO (hierna de Partijen), kunnen door één van de Partijen worden voorgelegd aan een scheidsgerecht, bestaande uit drie leden. 6.2. De Belgische regering en NAVO benoemen elk een lid van het scheidsgerecht. 6.3. De aldus benoemde leden kiezen een voorzitter. 6.4. Wanneer de leden niet tot overeenstemming kunnen komen aangaande de persoon van de voorzitter, wordt deze laatste op verzoek van de leden van het scheidsgerecht benoemd door de voorzitter van het Internationaal Gerechtshof. 6.5. Een Partij maakt een zaak bij het scheidsgerecht aanhangig door middel van een verzoekschrift. 6.6. Het scheidsgerecht legt zijn eigen procedure vast. 7. Elke Partij stelt de andere Partij ervan in kennis dat aan de voor de inwerkingtreding van de bepalingen van deze brief vereiste interne grondwettelijke en wettelijke procedures is voldaan.8. De bepalingen van deze brief kunnen op verzoek van een Partij worden herzien. Ik heb de eer voor te stellen dat deze brief samen met uw antwoord, waarin de goedkeuring van zijn inhoud wordt bevestigd, een Akkoord vormen tussen het Koninkrijk België en de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie en dat dit Akkoord in werking treedt op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de datum van de laatste kenninsgeving van voltooiing van interne grondwettelijke en wettelijke procedures zoals voorzien in artikel 7.

Jaap de Hoop Scheffer, Secretaris-generaal.

Brussel, 3 maart 2009.

Mijnheer De Secretaris-generaal, Ik heb de eer te bevestigen dat ik uw brief van 3 februari 2009, waarvan de tekst hierna volgt, in goede orde heb ontvangen. « Ik heb de eer te verwijzen naar de wens van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) om in haar Zetel te Evere een apotheek te vestigen.

Teneinde de opening van deze apotheek mogelijk te maken heb ik de eer u de volgende bepalingen, voor te stelllen : 1. Naar de zetel van de NAVO te Evere kan, in afwijking van de geldende Belgische wetgeving, een apotheek worden overgeplaatst.Deze apotheek wordt uitgebaat in overeenstemming met de geldende Belgische wetgeving. 2. De apotheek zal toegankelijk zijn voor alle personen die toegang hebben tot de zetel van de NAVO.3. De apotheek, bedoeld in bepaling 1 van deze brief, wordt vrijgesteld van de verplichting tot deelname aan de door de Belgische regelgeving voorziene wachtdiensten.4. Met het oog op de uitoefening van het door de Belgische wetgeving voorziene toezicht op apotheken wordt, op verzoek van de Permanente Vertegenwoordiging van België bij NAVO, aan de personen die door de bevoegde Belgische instanties worden voorgedragen, permanent en op eerste verzoek toegang verleend tot het gedeelte van de zetel waar de apotheek wordt uitgebaat en dit voor zover de belangen van NAVO niet in het gedrang worden gebracht.5. De bepalingen van deze brief doen geen afbreuk aan de bepalingen van het Verdrag betreffende de rechtspositie van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, van de nationale vertegenwoordigers en van het internationaal personeel, ondertekend te Ottawa op 20 september 1951. 6.1. Alle uiteenlopende standpunten aangaande de toepassing of interpretatie van deze brief die niet geregeld konden worden middels rechtstreeks overleg tussen het Koninkrijk België en NAVO (hierna de Partijen), kunnen door één van de Partijen worden voorgelegd aan een scheidsgerecht, bestaande uit drie leden. 6.2. De Belgische regering en NAVO benoemen elk een lid van het scheidsgerecht. 6.3. De aldus benoemde leden kiezen een voorzitter. 6.4. Wanneer de leden niet tot overeenstemming kunnen komen aangaande de persoon van de voorzitter, wordt deze laatste op verzoek van de leden van het scheidsgerecht benoemd door de voorzitter van het Internationaal Gerechtshof. 6.5. Een Partij maakt een zaak bij het scheidsgerecht aanhangig door middel van een verzoekschrift. 6.6. Het scheidsgerecht legt zijn eigen procedure vast. 7. Elke Partij stelt de andere Partij ervan in kennis dat aan de voor de inwerkingtreding van de bepalingen van deze brief vereiste interne grondwettelijke en wettelijke procedures is voldaan.8. De bepalingen van deze brief kunnen op verzoek van een Partij worden herzien. Ik heb de eer voor te stellen dat deze brief samen met uw antwoord, waarin de goedkeuring van zijn inhoud wordt bevestigd, een Akkoord vormen tussen het Koninkrijk België en de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie en dat dit Akkoord in werking treedt op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de datum van de laatste kenninsgeving van voltooiing van interne grondwettelijke en wettelijke procedures zoals voorzien in artikel 7. » Ik heb de eer U mede te delen dat het Koninkrijk België de bepalingen opgenomen in uw brief aanvaardt, en te bevestigen dat uw brief samen met dit antwoord een Akkoord vormen tussen het Koninkrijk België en de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie betreffende de opening en de uitbating van een apotheek in de Zetel van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie.

Met de meeste hoogachting.

Mevr. L. ONKELINX, Vice-Eerste Minister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

^