gepubliceerd op 10 november 2011
Wet tot wijziging van de wet van 15 mei 2007 tot erkenning en bescherming van het beroep van auto-expert en tot oprichting van een instituut van de auto-experts
6 OKTOBER 2011. - Wet tot wijziging van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 02/06/2008 numac 2007011262 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot erkenning en bescherming van het beroep van auto-expert en tot oprichting van een Instituut van de auto-experts sluiten tot erkenning en bescherming van het beroep van auto-expert en tot oprichting van een instituut van de auto-experts
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Deze wet voorziet in de omzetting van Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties, zoals gewijzigd bij de Richtlijn 2006/100/EG van de Raad van 20 november 2006 tot aanpassing van een aantal richtlijnen op het gebied van het vrije verkeer van personen in verband met de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 02/06/2008 numac 2007011262 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot erkenning en bescherming van het beroep van auto-expert en tot oprichting van een Instituut van de auto-experts sluiten tot erkenning en bescherming van het beroep van auto-expert en tot oprichting van een Instituut voor de auto-experts
Art. 2.In artikel 2, derde lid, van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 02/06/2008 numac 2007011262 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot erkenning en bescherming van het beroep van auto-expert en tot oprichting van een Instituut van de auto-experts sluiten tot erkenning en bescherming van het beroep van auto-expert en tot oprichting van een Instituut van de auto-experts wordt tussen het tweede en het derde streepje, een bijkomend streepje ingevoegd, luidende als volgt : « - het Uitvoerend Comité ».
Art. 3.In artikel 4 van dezelfde wet wordt het tweede lid vervangen als volgt : « Als beoefenaars van het beroep van auto-expert worden degenen aangemerkt die geregeld en onpartijdig, voor andermans rekening, als zelfstandige of als loontrekkende, de volgende activiteiten verrichten : ».
Art. 4.Artikel 5 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : «
Art. 5.§ 1. De hoedanigheid van lid, beroepsbeoefenaar of stagiair, van het Instituut van de auto-experts, wordt toegekend aan iedere natuurlijke persoon die zich in België als auto-expert wil vestigen en erom verzoekt, en die aan de volgende voorwaarden voldoet : 1° niet ontzet zijn geweest uit de burgerlijke en politieke rechten, niet in staat van faillissement verklaard geweest zijn zonder eerherstel te hebben bekomen en geen, zelfs voorwaardelijke, gevangenisstraf van ten minste drie maanden hebben opgelopen voor één van de misdrijven vermeld in artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934, waarbij aan bepaalde veroordeelden en aan de gefailleerden verbod wordt opgelegd bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen, dan wel voor een inbreuk op de wet van 20 september 1948Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/09/1948 pub. 06/07/2010 numac 2010000388 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende organisatie van het bedrijfsleven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende organisatie van het bedrijfsleven, of voor een inbreuk op de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen of op de fiscale wetgeving; 2° één van de volgende bewijzen van beroepskwalificatie leveren : a) het bewijs dat de beroepactiviteit van auto-expert voorafgaandelijk in een andere lidstaat van de Europese Unie, of in IJsland, Liechtenstein, Noorwegen of Zwitserland vanaf het ogenblik dat de Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties op deze landen van toepassing is, is uitgeoefend, overeenkomstig artikel 21 van de wet van 12 februari 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/02/2008 pub. 02/04/2008 numac 2008011094 bron programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid Wet tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van EG-beroepskwalificaties sluiten tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van EG-beroepskwalificaties;b) een bekwaamheidsattest of opleidingstitel afgeleverd door een lidstaat van de Europese Unie, alsook door IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland vanaf het ogenblik dat de Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties op deze landen van toepassing is, in de gevallen en volgens de modaliteiten bepaald in hoofdstuk I van titel III van de wet van 12 februari 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/02/2008 pub. 02/04/2008 numac 2008011094 bron programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid Wet tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van EG-beroepskwalificaties sluiten tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van EG-beroepskwalificaties;c) één van de volgende titels uitgereikt door onderwijs- of opleidingsinstituten die zijn georganiseerd, erkend of gesubsidieerd door de federale Staat, de Gemeenschappen of de Gewesten : - diploma of master van burgerlijk of industrieel ingenieur; - graduaats- of bachelordiploma thermische motoren en expertise; - graduaats- of bachelordiploma auto-expertise; - graduaats- of bachelordiploma mechanica of elektromechanica; - een diploma, uitgereikt door elke andere instelling van een niveau dat vergelijkbaar is met dat van de instellingen die de voormelde diploma's uitreiken en erkend door de Koning, na advies van de raad van het Instituut; d) een gelijkwaardige titel uitgereikt door een Examencommissie van de Staat, de Gemeenschappen of de Gewesten;e) de in een Staat die geen lid is van de Europese Unie uitgereikte titels in dezelfde disciplines worden aanvaard, mits hun gelijkwaardigheid vooraf door de bevoegde Belgische overheid is erkend.De Koning kan de raad van het Instituut machtigen, in individuele gevallen, gelijkwaardige diploma's uitgereikt in een staat die geen lid is van de Europese Unie te aanvaarden; 3° voor de aanvrager die zijn beroepskwalificatie bewijst aan de hand van de in 2°, c), d) of e) bedoelde titels, de bij het stagereglement georganiseerde stage aangevangen hebben of deze hebben voltooid, of ervan vrijgesteld zijn door een wettelijke of reglementaire bepaling;4° voor de aanvrager die zijn beroepskwalificatie bewijst aan de hand van de stukken bedoeld in het 2°, b) en die valt onder één van de gevallen bedoeld bij artikel 16, § 1, van de wet van 12 februari 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/02/2008 pub. 02/04/2008 numac 2008011094 bron programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid Wet tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van EG-beroepskwalificaties sluiten tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van EG-beroepskwalificaties, het bewijs de door het Instituut georganiseerde aanpassingsstage te hebben doorlopen of de door het Instituut georganiseerde proeve van bekwaamheid te hebben afgelegd;5° voor wat betreft de zelfstandigen, op regelmatige wijze zijn ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen.De Koning bepaalt hiervoor de procedure en de voorwaarden; 6° ingeschreven zijn op de lijst van het Instituut. § 2. De rechtspersonen mogen het beroep van auto-expert uitoefenen indien zij aan volgende voorwaarden beantwoorden : 1° alle zaakvoerders, bestuurders, leden van het directiecomité en meer algemeen alle zelfstandige mandatarissen die optreden in naam en voor rekening van de rechtspersoon, moeten natuurlijke personen zijn die ertoe gemachtigd werden het beroep van auto-expert uit te oefenen overeenkomstig § 1 en zijn ingeschreven op een lijst van het Instituut van auto-experts;2° hun doel en hun activiteit moeten beperkt zijn tot de dienstverlening die voorvloeit uit de uitoefening van het beroep van auto-expert en mogen hiermee niet onverenigbaar zijn;3° 60 % van de aandelen, evenals de stemrechten moeten rechtstreeks of onrechtstreeks in handen zijn van natuurlijke personen die gerechtigd zijn het beroep van auto-expert uit te oefenen in overeenstemming met § 1 en ingeschreven zijn op een lijst van het Instituut van auto-experts;4° de rechtspersoon mag geen deelnemingen bezitten in andere vennootschappen en/of rechtspersonen dan van uitsluitend professionele aard.Het maatschappelijk doel van deze vennootschappen en hun activiteiten mogen niet onverenigbaar zijn met de functie van auto-expert; 5° de rechtspersoon is ingeschreven op één van de lijsten van het Instituut van auto-experts. Indien omwille van het overlijden, het vertrek, de schorsing of de schrapping van een natuurlijke persoon bedoeld in 1° of 3°, de rechtspersoon niet meer beantwoordt aan de vereiste voorwaarden om het beroep van auto-expert uit te oefenen, beschikt deze over een termijn van zes maanden om zich in regel te stellen met die voorwaarden.
Gedurende die termijn mag de rechtspersoon het beroep van auto-expert verder uitoefenen.
De stagiair kan slechts een rechtspersoon in de zin van deze wet oprichten of er vennoot, zaakvoerder, bestuurder, lid van het directiecomité van zijn, indien het een rechtspersoon betreft waarin hij het beroep uitoefent samen met zijn stagemeester of met een auto-expert ingeschreven op één van de lijsten van het Instituut van auto-experts.
Onder de door de Koning bepaalde voorwaarden verleent het Instituut op verzoek de hoedanigheid van auto-expert aan elke vennootschap, opgericht naar buitenlands recht, die volgens het recht van de staat waar ze is opgericht een hoedanigheid heeft die als gelijkwaardig wordt erkend met die van auto-expert, en die al dan niet gevestigd is in België. ».
Art. 5.Artikel 6 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : «
Art. 6.In geval, in het kader van het vrij verrichten van diensten, de onderdanen van de lidstaten van de Europese Unie, alsook IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland vanaf het ogenblik dat de Richtlijn 2005/36/EG op deze landen van toepassing is, zich voor het eerst naar België begeven om er tijdelijk en incidenteel het beroep van auto-expert uit te oefenen, stellen deze vooraf door middel van een schriftelijke verklaring, overeenkomstig artikel 9, § 1, van de wet van 12 februari 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/02/2008 pub. 02/04/2008 numac 2008011094 bron programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid Wet tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van EG-beroepskwalificaties sluiten tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van EG-beroepskwalificaties, de bevoegde kamer van de raad van het Instituut hiervan in kennis. Ze bezorgen eveneens de bij artikel 9, § 2, van dezelfde wet bepaalde documenten. Zij worden door de kamer van de raad van het Instituut, wiens bevoegdheid wordt bepaald door de plaats waar de aanvrager zijn beroep voor het eerst zal uitoefenen, ingeschreven in het register van de dienstverrichting overeenkomstig artikel 8, a) van de bovengenoemde wet.
Indien deze plaats gelegen is in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad, zal deze bevoegdheid afhangen van de taal die werd gebruikt in de aanvraag.
Indien deze plaats gelegen is in het Duitse taalgebied, is enkel de Franstalige kamer bevoegd. ».
Art. 6.In artikel 7 van dezelfde wet worden de woorden « de bevoegde kamer van de raad van » ingevoegd tussen de woorden « wordt door » en de woorden « het Instituut ».
Art. 7.In artikel 8 van dezelfde wet worden de woorden « één van de kamers van » ingevoegd tussen de woorden « beslissing van » en de woorden « de raad van ».
Art. 8.In artikel 9 van dezelfde wet wordt het tweede lid vervangen als volgt : « De ledenlijst wordt gepubliceerd en bijgehouden op de internetsite van het Instituut en is publiekelijk toegankelijk. ».
Art. 9.Artikel 10 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : «
Art. 10.Alleen de leden beroepsbeoefenaars van het Instituut mogen de titel van auto-expert voeren. Bovendien zullen zij als enigen de afkorting IAE mogen gebruiken.
De stagiairs voeren de titel van stagiair-auto-expert.
Een rechtspersoon mag in haar handelsnaam, bijzondere benaming, de omschrijving van haar maatschappelijk doel of haar reclame, de titel van auto-expert enkel gebruiken, wanneer haar door het Instituut de hoedanigheid is verleend van auto-expert.
Het voorschrift van het derde lid is niet van toepassing op onderwijsinstellingen noch op beroepsgroeperingen van auto-experts.
De raad van het Instituut kan, onder de voorwaarden bepaald door het huishoudelijke reglement, het voeren van de titel van ere-auto-expert toestaan.
Alleen de leden beroepsbeoefenaars en stagiairs mogen het beroep van auto-expert uitoefenen. ».
Art. 10.Artikel 12 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : « Bij het vervullen van de hem toevertrouwde opdrachten handelt de auto-expert onpartijdig en met eerbiediging van de deontologische code. ».
Art. 11.In artikel 13 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt : « De Koning stelt, op voorstel of na advies van de raad van het Instituut, het stagereglement dat de inschrijvingsprocedure bevat, en de reglementen die noodzakelijk zijn voor de werking van het Instituut en voor de verwezenlijking van zijn bij deze wet omschreven doelstellingen, vast.»; 2° in het tweede lid worden de woorden « en van de raad van het Instituut » ingevoegd tussen het woord « KMO » en de woorden « heeft ingewonnen ».
Art. 12.In artikel 14 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt het woord « beroepsbeoefenaars » ingevoegd tussen het woord « leden » en de woorden « die op de »;2° het tweede lid wordt vervangen als volgt : « Zij kiest voor drie jaar bij geheime stemming onder haar leden de voorzitter, de ondervoorzitter, de secretaris, de penningmeester en de andere leden van de raad van het Instituut, evenals de commissaris der rekeningen.Ze aanvaardt of weigert de giften en legaten ten voordele van het Instituut. Ze staat de vervreemding of de verpanding van haar onroerende goederen toe, keurt de jaarlijkse rekening der ontvangsten en uitgaven goed, ontlast de raad van diens beheer en beraadslaagt over alle onderwerpen waarvoor deze wet en de reglementen haar bevoegdheid verlenen. »; 3° in het vierde lid, eerste zin, worden de woorden « bindend voor » vervangen door de woorden « van toepassing op » en wordt het woord « beroepsbeoefenaars » ingevoegd tussen de woorden « al de leden » en de woorden « en stagiairs ».
Art. 13.In artikel 16 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste en het tweede lid worden vervangen als volgt : « De raad van het Instituut is samengesteld uit de voorzitter, de ondervoorzitter, de secretaris, de penningmeester en tien leden.Hun hernieuwbare mandaat verstrijkt op de dag zelf van de jaarlijkse algemene vergadering. Indien de voorzitter Franstalig is, moet de ondervoorzitter verplicht Nederlandstalig zijn, of omgekeerd.
De veertien leden van de raad worden verdeeld in zeven Nederlandstalige verkozenen die de Nederlandstalige kamer vormen en zeven andere verkozenen, waarvan minstens één Duitstalige en de overige Franstaligen, die de Franstalige kamer vormen. »; 2° het derde lid wordt opgeheven.
Art. 14.Artikel 17 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : «
Art. 17.§ 1. De raad van het Instituut stelt het stagereglement, de deontologische code en de, voor de werking van het Instituut en de realisatie van de haar door de huidige wet toegewezen doelen, noodzakelijke reglementen voor of geeft er zijn advies over.
Hij ziet toe op het naleven van de voorwaarden inzake de toegang tot het beroep en klaagt elke inbreuk op de huidige wet en haar reglementen aan bij de gerechtelijke overheden.
Hij stelt de voorwaarden vast waaraan de leden moeten voldoen om de titel van ere-auto-expert te mogen voeren.
Hij bepaalt de minimumcriteria waaraan een beroepsbeoefenaar moet beantwoorden om op te treden als stagemeester in het kader van de stage.
Hij bepaalt de verplichtingen inzake beroepsvervolmaking en bijscholing van de leden.
Hij stemt de door het uitvoerend comité voorgestelde begroting. Deze begroting moet goedgekeurd worden door de Minister bevoegd voor Middenstand.
Zowel in rechte als om te bedingen en om verbintenissen aan te gaan, handelt het Instituut door toedoen van de raad. Deze kan zich laten vertegenwoordigen door zijn voorzitter of zijn ondervoorzitter.
Het toezicht op de handelingen van de raad van het Instituut wordt uitgeoefend door een regeringscommissaris, bijgestaan door een plaatsvervanger. Beiden worden op voordracht van de Minister bevoegd voor Middenstand uit de ambtenaren van zijn departement, benoemd door de Koning. Hij wordt uitgenodigd op de vergaderingen van de raad. De notulen worden hem meegedeeld. Hij kan bovendien ter plaatse kennis nemen van alle beslissingen en documenten van de raad en van het uitvoerend comité. Hij moet alle informatie krijgen alsook alle documenten die hem in staat stellen om zijn opdrachten te vervullen.
De regeringscommissaris beschikt over een termijn van vijftien werkdagen om bij de minister beroep in te stellen tegen de uitvoering van elke beslissing van de raad, die strijdig is met de wetten en verordeningen of die niet tot de opdracht behoort van de raad zoals bepaald in dit artikel, die de solvabiliteit van het Instituut in gevaar kan brengen of die strijdig is met de goedgekeurde begroting van het Instituut.
Deze termijn gaat in op de dag waarop de regeringscommissaris in kennis gesteld wordt van het proces-verbaal van de beslissing.
Het beroep heeft schorsende kracht.
Indien de minister de nietigverklaring niet heeft uitgesproken binnen een termijn van vijftien werkdagen, te rekenen van de ontvangst van het beroep, wordt de beslissing definitief. § 2. De kamers van de raad van het Instituut zijn bevoegd voor het toekennen en intrekken van de hoedanigheid van stagiair en lid van het Instituut.
Hun bevoegdheid wordt bepaald door de plaats waar de aanvrager zijn beroep voor het eerst zal uitoefenen of nadien door de plaats waar hij zijn hoofdvestiging heeft.
Indien deze plaats gelegen is in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad zal deze bevoegdheid afhangen van de taal die werd gebruikt in de aanvraag of van de taal die werd gekozen door de verweerder.
De persoon die niet over een voldoende kennis beschikt van de taal van de procedure van de kamer waarvoor hij moet verschijnen in disciplinaire aangelegenheden of betreffende honoraria, kan zich tijdens de zitting laten bijstaan door een tolk naar zijn keuze. § 3. Zowel de raad van het Instituut als elk van zijn kamers kunnen, op eigen initiatief of op vraag, adviezen geven aan de bevoegde overheden voor de materies die behoren tot het beroep van auto-expert. § 4. Het uitvoerend comité is samengesteld uit de voorzitter, de ondervoorzitter, de secretaris en de penningmeester. Het is belast met het dagelijkse bestuur van het Instituut. Dit omvat het afhandelen van de lopende zaken, het toezicht op het financiële beheer van het Instituut, het voorbereiden van de vergaderingen van de raad van het Instituut, het aanwerven en het leiden van het personeel en alle andere door de raad van het Instituut bepaalde opdrachten, met uitzondering evenwel van de door of krachtens de wet uitdrukkelijk aan de raad van het Instituut toevertrouwde opdrachten.
Het neemt alle maatregelen die nodig zijn ter voorbereiding alsook ter uitvoering van de beslissingen van de raad van het Instituut en het stelt de agenda van de vergaderingen op.
Het kan worden bijeengeroepen op verzoek van de regeringscommissaris. »
Art. 15.Artikel 18 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : «
Art. 18.De Koning bepaalt het bedrag van het presentiegeld en/of van de taakvergoeding aan de leden en de plaatsvervangers van de raad van het Instituut, van het uitvoerend comité, van de stagecommissie, van de tuchtcommissie en de beroepscommissie.
Zij ontvangen een terugbetaling van hun effectief gemaakte verplaatsingsonkosten voor rekening van het Instituut, overeenkomstig de terugbetalingstarieven toegepast voor federale ambtenaren.
Zij kunnen geen andere vergoedingen of presentiegelden ontvangen van het Instituut.
De Koning bepaalt het bedrag van de taakvergoeding van de regeringscommissaris en van zijn plaatsvervanger.
De taakvergoeding en het presentiegeld kunnen niet gecumuleerd worden. ».
Art. 16.In artikel 20 van dezelfde wet worden de inleidende zin en het eerste en tweede streepje vervangen als volgt : « Om tot de stage te worden toegelaten, moet men : - de in artikel 5, § 1, 1°, 2°, c), d) of e), en 6° vervatte voorwaarden vervullen; - en wat de zelfstandigen betreft, eveneens voldoen aan de voorwaarde vervat in artikel 5, § 1, 5° ; ».
Art. 17.In artikel 21 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt het woord « en » ingevoegd tussen de woorden « stagecommissie, » en de woorden « de bezoldigingsregeling » en worden de woorden « alsmede de tuchtregels » opgeheven;2° in het tweede lid worden de woorden « van de kamers » ingevoegd tussen de woorden « elke beslissing » en de woorden « van de raad ».
Art. 18.In artikel 23 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt : « Overeenkomstig hun doel zien de kamers van de raad van het Instituut erop toe dat de leden de hun toevertrouwde opdrachten behoorlijk uitvoeren.In het bijzonder zien ze erop toe dat ze : - hun beroepsopleiding permanent voortzetten; - beschikken over de nodige bekwaamheid, medewerking en tijd om de hun toevertrouwde opdrachten behoorlijk uit te voeren; - zich met de nodige zorg en onpartijdig kwijten van de hun toevertrouwde controleopdrachten; - geen opdrachten aanvaarden onder voorwaarden die een objectieve uitvoering ervan in het gedrang zouden kunnen brengen; - geen werkzaamheden uitoefenen die hun onpartijdigheid in het gedrang zouden kunnen brengen. »; 2° in het tweede lid worden de woorden « kan de raad » vervangen door de woorden « kunnen de kamers »;3° in de Franse tekst, in het tweede lid, eerste en tweede streepje, worden de woorden « de ses membres » telkens vervangen door de woorden « des membres »;4° in het tweede lid, tweede streepje, worden de woorden « alsmede naar de zorg waarmee » vervangen door de woorden « , de uitvoering van de hen toegewezen taken ».
Art. 19.In artikel 24 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « Indien de Raad van het Instituut » vervangen door de woorden « De kamer van de raad van het Instituut die » en in de Nederlandse tekst wordt het woord « hij » opgeheven;2° in de Franse tekst van het eerste lid wordt het woord « contradictoire » vervangen door de woorden « non conforme » en het woord « il » dat het woord « lui » voorafgaat wordt opgeheven;3° in het eerste lid worden de woorden « die hij bepaalt » vervangen door de woorden « zoals die zal worden bepaald in de deontologische code.»; 4° het tweede lid wordt vervangen als volgt : « Indien de auto-expert hieraan binnen de gestelde termijn onvoldoende gevolg geeft, kan de betrokken kamer de zaak voorleggen aan de tuchtcommissie.In toepassing van de artikelen 26, 28, 29 en 30 kan deze de auto-expert verbieden bepaalde nieuwe opdrachten te aanvaarden of van hem eisen dat hij, binnen de termijnen vastgesteld in de deontologische code, van bepaalde door hem aanvaarde opdrachten afziet totdat hij aan de aanmaningen van de kamer gevolg heeft gegeven. ».
Art. 20.In artikel 25 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de Franse tekst van het eerste lid wordt het woord « est » vervangen door het woord « fait »;2° in het eerste lid worden de woorden « bevoegde kamer van de » ingevoegd tussen de woorden « moet de » en de woorden « Raad van »;3° in het tweede lid worden de woorden « De raad van het Instituut mag » vervangen door de woorden « De kamers van de raad van het Instituut mogen ».
Art. 21.In artikel 26 van dezelfde wet worden de volgende wijzingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt : « De tucht over de auto-experts wordt in eerste aanleg gehandhaafd door een tuchtcommissie.Die commissie bestaat uit twee kamers, een Franstalige en een Nederlandstalige. Elke kamer is samengesteld uit een zetelende - of eremagistraat of een advocaat die ten minste vijf jaar bij de balie is ingeschreven, die ze voorzit en zes door de raad van het Instituut aangewezen auto-experts. »; 2° het derde lid wordt vervangen als volgt : « De voorzitters van de kamers van de tuchtcommissie worden benoemd door de Koning, op voordracht van de Minister bevoegd voor Middenstand.»; 3° in het vierde lid wordt het woord « vast » vervangen door het woord « effectief ».
Art. 22.In artikel 27 van dezelfde wet worden de volgende wijzingen aangebracht : 1° het woord « auto-experts » wordt vervangen door de woorden « leden beroepsbeoefenaars en stagiairs »;2° in de Nederlandse tekst wordt het tweede streepje vervangen als volgt : « - die de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en onomkoopbaarheid die de grondslag vormen van het beroep, niet hebben nageleefd.».
Art. 23.In artikel 28 van dezelfde wet wordt § 2 vervangen als volgt : « § 2. Een klacht tegen een auto-expert of een stagiair-auto-expert, wordt door de bevoegde kamer van de raad van het Instituut bij de tuchtcommissie aanhangig gemaakt hetzij ambtshalve, hetzij na een klacht van iedere belanghebbende tegen de betrokkene.
De bevoegde kamer van de raad bezorgt de tuchtcommissie een verslag waarin de aan de auto-expert ten laste gelegde feiten worden uiteengezet met verwijzing naar de betrokken wettelijke, bestuursrechtelijke of tuchtrechtelijke bepalingen. ».
Art. 24.In artikel 30 van dezelfde wet worden de volgende wijzingen aangebracht : 1° in § 1 wordt het tweede lid vervangen als volgt : « Die commissie bestaat uit twee kamers, een Nederlandstalige en een Franstalige.Elke kamer is samengesteld uit een zetelende - of eremagistraat of een advocaat, die ten minste sinds vijf jaar bij de balie is ingeschreven, die ze voorzit en drie auto-experts, aangewezen door de raad van het Instituut. »; 2° in § 1, derde lid, wordt het woord « zes » vervangen door het woord « drie »;3° in § 1 wordt het vijfde lid vervangen als volgt : « De leden en de plaatsvervangende leden worden benoemd voor een hernieuwbare periode van zes jaar.De voorzitters van de kamers van de beroepscommissie worden benoemd door de Koning op voordracht van de Minister bevoegd voor Middenstand. »; 4° in § 2 worden de woorden « de raad » vervangen door de woorden « de bevoegde kamer van de raad ».
Art. 25.In dezelfde wet wordt een artikel 30/1 ingevoegd, luidende : «
Art. 30/1.De functies van lid van de raad van het Instituut, van de tuchtcommissie en van de beroepscommissie zijn onverenigbaar. »
Art. 26.In artikel 35 van dezelfde wet worden de volgende wijzingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt de eerste zin vervangen als volgt : « Elk jaar deelt de raad van het Instituut de hierna volgende stukken mee aan de algemene vergadering: »;2° in de Franse tekst wordt in het eerste lid het woord « soumet » vervangen door het woord « communique »;3° in het eerste en het tweede lid wordt het woord « commissaris-revisor » telkens vervangen door de woorden « commissaris der rekeningen »;4° in het tweede lid worden de woorden « , die daartoe door de algemene vergadering voor één jaar is aangewezen en opnieuw kan gekozen worden » opgeheven.
Art. 27.Artikel 36, eerste lid, van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : « Hij die openbaar en onwettig de titel van auto-expert voert of het beroep onwettig uitoefent, wordt gestraft met een geldboete van 5 euro tot 25 euro. ».
Art. 28.Artikel 37 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : «
Art. 37.§ 1. 1° De volgende personen kunnen lid worden van het Instituut zonder dat ze moeten voldoen aan de voorwaarden omschreven in artikel 5, § 1, 2°, 3° en 4° : - de auto-expert, zelfstandige of zaakvoerder of bestuurder van een expertise-vennootschap, die houder is van één van de in artikel 5, § 1, 2°, bedoelde beroepskwalificaties en die op de datum van de publicatie van de wet van 6 oktober 2011 tot wijziging van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 02/06/2008 numac 2007011262 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot erkenning en bescherming van het beroep van auto-expert en tot oprichting van een Instituut van de auto-experts sluiten tot erkenning en bescherming van het beroep van auto-expert en tot oprichting van een Instituut van de auto-experts, regelmatig is ingeschreven in de KBO in de hoedanigheid van auto-expert; - de loontrekkende auto-expert die houder is van één van de in artikel 5, § 1, 2°, bedoelde beroepskwalificaties, en die op de datum van de publicatie van de wet van 6 oktober 2011 tot wijziging van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 02/06/2008 numac 2007011262 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot erkenning en bescherming van het beroep van auto-expert en tot oprichting van een Instituut van de auto-experts sluiten tot erkenning en bescherming van het beroep van auto-expert en tot oprichting van een Instituut van de auto-experts, de activiteit van auto-expert in het kader van een arbeidsovereenkomst uitoefent; - zij die de beroepswerkzaamheid van auto-expert op de datum van de aanvraag gedurende tenminste twee jaar hebben uitgeoefend. 2° De natuurlijke personen, die voldoen aan de vereisten van het 1°, eerste en tweede streepje, en de natuurlijke personen en rechtspersonen bedoeld in het 1°, eerste tot derde streepje, dienen, bij ter post aangetekende brief of tegen geldig ontvangstbewijs, binnen zes maanden na de inwerkingtreding van dit artikel, een aanvraag tot inschrijving op de lijst van auto-experts in bij de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie. Wanneer de aanvraag onvolledig is, wordt de aanvrager zo snel mogelijk meegedeeld dat hij aanvullende documenten moet verstrekken. Er kan maar één aanvraag worden ingediend. 3° De natuurlijke personen die niet beantwoorden aan de voorwaarden bedoeld in artikel 5, § 1, 2°, 3° en 4° of aan de voorwaarden van het 1°, kunnen lid worden van het Instituut indien ze een afwijking vragen aan de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, bij ter post aangetekende brief of tegen geldig ontvangstbewijs, binnen zes maanden na de inwerkingtreding van dit artikel. Wanneer de aanvraag onvolledig is, wordt de aanvrager zo snel mogelijk meegedeeld dat hij aanvullende documenten moet verstrekken. Er kan maar één aanvraag worden ingediend.
Het voorgaande lid geldt alleen voor de personen die hun stageaanvraag binnen zes maanden na de inwerkingtreding van het koninklijk besluit tot vaststelling van het stagereglement, indienen. § 2. De FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie verzekert zich van het bewijs van het bezit van de beroepskwalificaties voor de uitoefening van het beroep van auto-expert door de aanvrager, die het door alle middelen van het gemeen recht, met uitzondering van de eed, mag leveren. § 3. De beslissing tot inschrijving op de lijst of tot weigering van de inschrijving moet door de voorzitter van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, of door een ambtenaar van zijn departement die hij mandateert, genomen worden binnen de maand te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het volledige dossier.
Ze wordt onmiddellijk betekend aan de betrokkene en aan de erkenningsraad van auto-experts.
Bij de officiële kennisgeving van een gunstige beslissing informeert de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie de auto-expert erover dat hij het voorschot verschuldigd is waarvan sprake in artikel 39. § 4. Een beroep staat open bij de erkenningsraden van auto-experts voor aanvragers aan wie de inschrijving geweigerd is of indien geen beslissing genomen is binnen de in paragraaf 3 bedoelde termijn. Het moet binnen dertig kalenderdagen volgend op de officiële kennisgeving van de weigeringsbeslissing ingediend worden, bij ter post aangetekend schrijven of tegen geldig ontvangstbewijs. § 5. 1° De zelfstandigen die beantwoorden aan de voorwaarden bepaald in artikel 5, § 1, 1°, 2°, c), d) of e) en 5°, die zich in de periode na de inwerkingtreding van het huidige artikel en voor de inwerkingtreding van het koninklijk besluit tot vaststelling van het stagereglement, zoals bedoeld in artikel 13, eerste lid, in België wensen te vestigen en die de uitoefening van het beroep van auto-expert wensen aan te vangen kunnen, tot aan de beslissing van de Stagecommissie met betrekking tot hun aanvraag tot stage, het beroep van auto-expert uitoefenen, zonder te beantwoorden aan de voorwaarden van artikel 5, § 1, 3° en 6°.
De zelfstandigen die zich willen vestigen in België en de uitoefening van het beroep van auto-expert willen aanvangen en die aan de voorwaarden bedoeld in artikel 5, § 1, 1°, 2°, a) of b) en 5° voldoen, mogen het beroep uitoefenen tot op het moment van de beslissing van de kamer bevoegd voor het behandelen van de aanvraag tot inschrijving op de lijst van het Instituut. De personen op wie de voorwaarden bedoeld bij artikel 5, § 1, 4°, van toepassing zijn, moeten niet aan deze voorwaarden voldoen. 2° De loontrekkenden die beantwoorden aan de voorwaarden bepaald in artikel 5, § 1, 1° en 2°, c), d) of e), en die in de periode na de inwerkingtreding van het huidige artikel en voor de inwerkingtreding van het koninklijk besluit tot vaststelling van het stagereglement, zoals bedoeld in artikel 13, eerste lid, de uitoefening van het beroep van auto-expert wensen aan te vangen, kunnen, tot aan de beslissing van de Stagecommissie met betrekking tot hun aanvraag tot stage, het beroep van auto-expert uitoefenen, zonder te beantwoorden aan de voorwaarden van artikel 5, § 1, 3° en 6°. De loontrekkenden die zich in België wensen te vestigen en de uitoefening van het beroep van auto-expert wensen aan te vangen en die beantwoorden aan de voorwaarden van artikel 5, § 1, 1°, 2°, a) of b), kunnen het beroep uitoefenen tot aan de beslissing van de kamer bevoegd voor het behandelen van de aanvraag tot inschrijving op de lijst van het Instituut. De personen op wie de voorwaarden van artikel 5, § 1, 4°, van toepassing zijn, moeten niet aan deze voorwaarden voldoen.
Het voorgaande lid geldt alleen voor de personen die hun stageaanvraag binnen zes maanden na de inwerkingtreding van het koninklijk besluit tot vaststelling van het stagereglement, indienen.
De stagecommissie brengt deze beroepspraktijk, indien de kandidaat-stagiair aan de bovenvermelde voorwaarden voldoet, in mindering van de wettelijk verplichte stagetermijn. § 6. De rechtspersonen die in de periode na de inwerkingtreding van het huidige artikel en voor de inwerkingtreding van het koninklijk besluit tot vaststelling van het stagereglement, zoals bedoeld in artikel 13, eerste lid, de uitoefening van het beroep van auto-expert wensen aan te vangen, mogen het beroep uitoefenen onder de voorwaarden bepaald in artikel 5, § 2, indien de natuurlijke personen vermeld in artikel 5, § 2, 1° en 3°, voldoen aan de voorwaarden van artikel 5, § 1, of aan de voorwaarden van artikel 37, § 1, 1°, of § 5, eerste en tweede lid. § 7. De Koning legt de modaliteiten vast voor de inschrijving van de personen bedoeld in paragrafen 5 en 6 op één van de lijsten van het Instituut. ».
Art. 29.Artikel 38 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : «
Art. 38.§ 1. Elke erkenningsraad van auto-experts bestaat uit een werkend voorzitter en zijn plaatsvervanger, die werkende- of eremagistraten of minstens vijf jaar bij de balie ingeschreven advocaten zijn, evenals uit twee werkende assessoren en hun plaatsvervangers, de ene ambtenaar en de andere voorgesteld door de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de K.M.O.'s. De voorzitter, de assessoren en hun plaatsvervangers, zijn benoemd door de minister bevoegd voor Middenstand.
Het secretariaat wordt verzekerd door twee secretarissen benoemd door de Minister bevoegd voor Middenstand, de ene van de Franse taalrol de andere van de Nederlandse taalrol. § 2. De bevoegdheid van de erkenningsraden wordt bepaald door de taal die gebruikt is door de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie bij het opstellen van de bestreden beslissing. § 3. De personen die een beroep hebben ingediend worden, minstens acht dagen voor de zitting, opgeroepen bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs; de oproeping vermeldt de plaats waar en de dagen en uren waarop het dossier kan geraadpleegd worden.
Deze raadpleging gebeurt ter plaatse in het bijzijn van de secretaris. § 4. De erkenningsraden zetelen met drie leden, waaronder de voorzitter.
De voorzitter opent de zittingen, leidt ze en heft ze op. Hij verleent en ontneemt het woord, sluit de besprekingen en de beraadslagingen. De erkenningsraad beraadslaagt met gesloten deuren en doet uitspraak bij meerderheid van stemmen. § 5. De beslissingen moeten bij ter post aangetekend schrijven betekend worden binnen de zestig dagen na de datum van ontvangst van het beroep. De betekening van de gunstige beslissingen vermeldt de verplichting om de provisie, waarvan sprake in artikel 39, binnen de vijftien dagen te betalen. § 6. De definitieve lijsten opgesteld door de erkenningsraden worden overgemaakt aan de Minister bevoegd voor Middenstand. »
Art. 30.Dezelfde wet wordt aangevuld met een artikel 39, luidende : «
Art. 39.De provisie die de auto-expert die het voorwerp uitmaakt van een gunstige beslissing van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie of de erkenningsraad, verschuldigd is, bedraagt 100 euro.
Ze vormt een voorschot op de eerste bijdrage en laat de betrokkene toe deel te nemen aan de inrichtingsverkiezingen van het Instituut. Het saldo van de provisie, verminderd met de kosten van de eerste verkiezingen, wordt gestort aan het Instituut na zijn installatie door de Koning. »
Art. 31.Dezelfde wet wordt aangevuld met een artikel 40, luidende : «
Art. 40.§ 1. De minister bevoegd voor Middenstand stelt een verkiezingscommissie samen waarvan de leden worden verkozen uit de auto-experts ingeschreven op de definitieve lijsten van de erkenningsraden.
Binnen zestig dagen volgend op haar samenstelling, wordt deze verkiezingscommissie belast met de organisatie van de eerste algemene vergadering van het Instituut.
Deze algemene vergadering, die plaatsvindt op de dag vastgesteld door de Koning met het oog op de installatie van het Instituut, beoogt de verkiezing waarvan sprake in artikel 14.
De regeringscommissaris is aanwezig op deze algemene vergadering. § 2. Binnen drie maanden na de in § 1 bedoelde verkiezingen : a) maakt de raad van het Instituut het ontwerp van huishoudelijk reglement op;b) roept de raad van het Instituut een nieuwe algemene vergadering samen;c) bereidt een plichtenleer voor;d) stelt de raad van het Instituut een stagereglement op dat de in artikel 13 bedoelde inschrijvingsprocedure omvat. Tijdens de in b) bedoelde algemene vergadering, legt de raad aan de algemene vergadering het huishoudelijke reglement voor en brengt zij deze op de hoogte van de begroting voor het eerste dienstjaar. » HOOFDSTUK 3. - Diverse bepalingen
Art. 32.De wet van 12 februari 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/02/2008 pub. 02/04/2008 numac 2008011094 bron programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid Wet tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van EG-beroepskwalificaties sluiten tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van EG-beroepskwalificaties is van toepassing op het beroep van auto-expert.
Art. 33.De Koning kan de bepalingen van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 02/06/2008 numac 2007011262 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot erkenning en bescherming van het beroep van auto-expert en tot oprichting van een Instituut van de auto-experts sluiten tot erkenning en bescherming van het beroep van auto-expert en tot oprichting van een Instituut van de auto-experts, evenals haar uitvoeringsbesluiten, wijzigen met het doel de omzetting in het interne recht te verzekeren van de Richtlijnen 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties, zoals gewijzigd bij de Richtlijn 2006/100/EG van de Raad van 20 november 2006 tot aanpassing van een aantal richtlijnen op het gebied van het vrije verkeer van personen in verband met de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië en van de Richtlijn 2006/123/EG van het Europees parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 6 oktober 2011.
ALBERT Van Koningswege : De minister van K.M.O.'s, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid, Mevr. S. LARUELLE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK _______ Nota (1) Zitting 2010-2011. Kamer van volksvertegenwoordigers Stukken. - 53-1199 - 2010/2011 Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat.
Integraal Verslag : 30 juni 2011.
Senaat Stuk. - 5-1141 - 2010/2011 Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat