6 JULI 1997. Wet houdende aanpassing van de Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar 1997 (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 74, 3° van de Grondwet.

Art. 2.Voor het begrotingsjaar 1997 worden de lopende ontvangsten van de Staat herraamd : Voor de fiscale ontvangsten, op 1 304 852 300 000 F Voor de niet-fiscale ontvangsten, op 112 354 000 000 F Zegge te samen 1 417 206 300 000 F overeenkomstig Titel I van de hierbijgaande tabel.

Art. 3.Voor het begrotingsjaar 1997 worden de kapitaalontvangsten herraamd op de som van 27 833 200 000 frank, overeenkomstig Titel II van de hierbijgaande tabel.

Art. 4.Voor het begrotingsjaar 1997 worden de opbrengsten van leningen herraamd op de som van 968 860 100 000 frank, overeenkomstig Titel III van de hierbijgaande tabel..

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 5.De inbreng door de federale overheid of door de Regie der Gebouwen van onroerende goederen in de patrimoniale vennootschap SOPIMA N.V. met het oog op de verhoging van het kapitaal ervan, geeft aanleiding tot de storting van hun tegenwaarde op artikel 76.03 "Storting aan de Schatkist van een deel van het Staatspatrimonium in ruime zin" van Titel II, hoofdstuk 19 van de Rijksmiddelenbegroting.

Het bedrag nodig voor die storting wordt genomen van de rekening van de rekenplichtigen der diverse ontvangsten van de Schatkist waarop de opbrengst van de strategische consolidatie van de N.V. Belgacom wordt geboekt.

Art. 6.Het gedeelte van het bedrag van de op 1 juli 1996 bestaande meerwaarde die is gerealiseerd naar aanleiding van arbitragetransacties van activa in goud tegen andere exteme reservebestanddelen en die in de balans van de Nationale Bank van België is geboekt op een bijzondere reserverekening en aan de Staat gestort wordt in de loop van 1997 met het oog op de terugbetaling van een gedeelte van de openbare schuld in vreemde munt, wordt als ontvangst geboekt op artikel 96.02 - opbrengst van leningen in vreemde munt - van de Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar 1997.

Art. 7.Overeenkomstig artikel 53, 1°, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, worden de financiële middelen van de Gewesten voortvloeiend uit de gewestelijke belastingen, voor het begrotingsjaar 1997 herraamd op 31 830 500 000 frank voor het Vlaamse Gewest; op 15 038 400 000 frank voor het Waalse Gewest en op 9 074 100 000 frank voor het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 8.Overeenkomstig artikel 53, 2° van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, worden de financiële middelen van de Gemeenschappen afkomstig uit de toegewezen gedeelten van de opbrengst van de belasting over de toegevoegde waarde en de personenbelasting, voor het begrotingsjaar 1997, rekening houdende met de definitieve afrekening van de toegewezen middelen voor het begrotingsjaar 1996, herraamd op 295 104 400 000 frank voor de Vlaamse Gemeenschap en op 206 058 400 000 frank voor de Franse Gemeenschap.

Art. 9.Overeenkomstig de artikelen 53, 3°, en 35bis van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, worden de financiële middelen van de Gewesten afkomstig uit het toegewezen gedeelte van de opbrengst van de personenbelasting, voor het begrotingsjaar 1997 rekening houdende met de definitieve afrekening van de toegewezen middelen voor het begrotingsjaar 1996, herraamd op 188 385 100 000 frank voor het Vlaamse Gewest; op 114 664 800 000 frank voor het Waalse Gewest en op 29 819 500 000 frank voor het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 10.De ontvangsten ten voordele van de Gemeenschappen en de Gewesten worden naargelang het geval, gestort hetzij op een speciaal londs opgericht op de Afzonderlijke sectie van de begroting van het Ministerie van Financiën hetzij op een rekening van de Ordeverrichtingen van de Thesaurie.

Art. 11.Deze wet treedt in werking de dag van haar bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 6 juli 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY De Minister van Financiën, Ph. MAYSTADT Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld