Etaamb.openjustice.be
Wet van 06 april 2010
gepubliceerd op 16 juni 2010

Wet tot wijziging van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie wat betreft de verandering van operator

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2010011231
pub.
16/06/2010
prom.
06/04/2010
ELI
eli/wet/2010/04/06/2010011231/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)Senaat (fiche)
Document Qrcode

6 APRIL 2010. - Wet tot wijziging van de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten betreffende de elektronische communicatie wat betreft de verandering van operator (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2.In titel IV, hoofdstuk III, afdeling 1, onderafdeling 4 van de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten betreffende de elektronische communicatie wordt een artikel 121/1 ingevoegd, luidende : « Art. 121/ 1. Binnen een termijn van vier maanden na de inwerkingtreding van dit artikel leggen de aanbieders van een internettoegangsdienst een gedragscode voor aan het Instituut, die bepalingen bevat die minstens voldoen aan de volgende vereisten : 1° wanneer een eindgebruiker een einde maakt aan zijn overeenkomst met een aanbieder van een internettoegangsdienst betreffende zijn internettoegangsdienst en deze overeenkomst de mogelijkheid bood om e-mailadressen aan te maken gebaseerd op de handelsnaam en/of de merken waarmee deze internettoegangsdienst wordt gecommercialiseerd, dan kan de eindgebruiker, op zijn verzoek, van de aanbieder van de internettoegangsdienst die hij verlaat gedurende minstens zes maanden volgend op de beëindiging van de overeenkomst, naar keuze van de aanbieder, één van de twee volgende faciliteiten verkrijgen : a) de instelling van een automatisch onderscheppingmechanisme, dat elektronische post die toekomt op het of de aangemaakte e-mailadressen doorstuurt naar een nieuw door de eindgebruiker te kiezen e-mailadres;b) een toegang tot de elektronische post die toekomt op het of de aangemaakte e-mailadressen;2° wanneer een eindgebruiker een einde maakt aan zijn overeenkomst met een aanbieder van een internettoegangsdienst en deze overeenkomst webruimte aan de eindgebruiker ter beschikking stelde, dan kan de eindgebruiker, op zijn verzoek, van de internetdienstverlener die hij verlaat verkrijgen dat deze gedurende minstens zes maanden volgend op de beëindiging van de overeenkomst toelaat dat de website(s) van de eindgebruiker bereikbaar blijft (blijven), zelfs als de eindgebruiker geen gebruik meer kan maken van de ter beschikking gestelde webruimte via de hierbij horende URL;3° de instelling van de onder 1° en 2° bedoelde faciliteiten kan op een eenvoudige wijze door de eindgebruiker verkregen worden tot de dag van de beëindiging van de internettoegangsdienst;4° de instelling van de onder 1° en 2° bedoelde faciliteiten is gratis voor de eindgebruiker;5° wanneer een eindgebruiker de wens uitdrukt zijn onder 1° bedoelde overeenkomst te beëindigen, wordt de eindgebruiker in kennis gesteld van de in dit artikel bedoelde faciliteiten.».

Art. 3.In dezelfde onderafdeling van dezelfde wet wordt een artikel 121/2 ingevoegd, luidende : «

Art. 121/2.Het Instituut beoordeelt, na een openbare consultatie, of de gedragscode voldoet aan de in artikel 121/1 bedoelde vereisten.

Indien het Instituut van oordeel is dat de gedragscode voldoet aan de vereisten van het eerste lid, publiceren de aanbieders van een internettoegangsdienst de gedragscode op een door het Instituut voorgeschreven wijze.

De gedragscode treedt in werking ten laatste 10 maanden na de publicatie van dit artikel in het Belgisch Staatsblad.

Indien er geen gedragscode aan het Instituut wordt voorgelegd of indien het Instituut van oordeel is dat de gedragscode niet voldoet aan de in art. 121/1 bedoelde vereisten, bepaalt de Minister, op voorstel van het Instituut, de regels voor het aanbieden van de faciliteiten overeenkomstig de in artikel 121/1 bedoelde vereisten. ».

Art. 4.In dezelfde onderafdeling van dezelfde wet wordt een artikel 121/3 ingevoegd, luidende : « Art 121/3. Minstens eenmaal per jaar wordt op het samenvattende deel van de factuur van een aanbieder van een internettoegangsdienst uitdrukkelijk en goed leesbaar melding gemaakt van de toepasselijke faciliteit(en), aangeboden krachtens, naar gelang het geval, de gedragscode, bedoeld in artikel 121/1, of het besluit, bedoeld in artikel 121/2, alsook de manier waarop deze faciliteiten kunnen aangevraagd worden.

De Minister kan, na advies van het BIPT, hiervoor de nadere regels vastleggen. ».

Art. 5.«

Art. 5.De artikelen 1, 2 en 3 treden in werking de dag waarop ze worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Artikel 4 treedt in werking twaalf maanden na de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. ».

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 6 april 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen, V. VAN QUICKENBORNE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK _______ Nota (1) Gewone zitting 2009-2010. Kamer van volksvertegenwoordigers : Parlementaire bescheiden. - Wetsvoorstel, nr. 2005/1. - Amendementen, nrs. 2005/2, 2005/3, 2005/4, 2005/5. - Verslag namens de Commissie, nr. 2005/6. - Tekst aangenomen door de Commissie, nr. 2005/7. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, nr. 2005/8.

Integraal Verslag. - 4 maart 2010.

Senaat : Parlementaire bescheiden. - Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat, nr. 4-1690/1.

^