gepubliceerd op 13 april 2004
Wet houdende instemming met het Aanvullend Protocol nr. 5 bij de Herziene Rijnvaartakte, gedaan te Straatsburg op 28 april 1999 (2)
5 SEPTEMBER 2001. - Wet houdende instemming met het Aanvullend Protocol nr. 5 bij de Herziene Rijnvaartakte, gedaan te Straatsburg op 28 april 1999 (1) (2)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 2.Het Aanvullend Protocol nr. 5 bij de Herziene Rijnvaartakte en de verklaring gedaan te Straatsburg op 28 april 1999, zullen volkomen gevolg hebben.
Art. 3.Deze wet heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2000.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 5 september 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL De Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT Gezien en met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota's (1) Zitting 2000-2001. Senaat.
Documenten.
Ontwerp van wet ingediend op 11 mei 2001, nr. 2-745/1.
Verslag, nr. 2-745/2.
Parlementaire Handelingen.
Bespreking, vergadering van 14 juni 2001.
Stemming, vergadering van 14 juni 2001.
Kamer Documenten Ontwerp overgezonden door de Senaat, nr. 50-1306/1.
Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning te bekrachtiging voorgelegd, nr. 50-1306/2.
Parlementaire Handelingen Bespreking, vergadering van 3 juli 2001.
Stemming, vergadering van 3 juli 2001. (2) België heeft dit Protocol op 11 maart 2004 bekrachtigd.De lijst met de gebonden Staten zal later gepubliceerd worden.
Aanvullend Protocol nr. 5 bij de herziene Rijnvaartakte DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, HET KONINKRIJK BELGI", DE FRANSE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN, DE ZWITSERSE BONDSSTAAT, Overwegende : - dat het Aanvullend Protocol n° 4 bij de Herziene Rijnvaartakte, dat de mogelijkheid biedt op de Rijn tijdelijk maatregelen ter structurele sanering in te voeren, op 31 december 1999 buiten werking treedt, - dat om een ernstige crisis in de Rijn- en binnenvaart het hoofd te kunnen bieden tijdelijke maatregelen ter structurele sanering in werking zijn gesteld tussen 1989 en 1999, - dat het, teneinde het resultaat van die maatregelen niet in gevaar te brengen, noodzakelijk is geoordeeld de voorwaarden gesteld voor het in gebruik nemen van toegevoegde scheepsruimte gedurende een beperkte periode te verlengen, - dat deze voorwaarden, om doeltreffend te kunnen zijn en ten einde verschil in regime en concurrentievervalsingen te vermijden, op uniforme wijze dienen te worden ingevoerd in alle Overeenkomstsluitende Staten, zijn als volgt overeengekomen : ARTIKEL I Niettegenstaande de algemene beginselen vervat in de Herziene Rijnvaartakte, kan de Rijnvaart tot 29 april 2003 onderworpen worden aan voorwaarden voor het in gebruik nemen van toegevoegde scheepsruimte, zoals de verplichting voor een eigenaar die toegevoegde scheepsruimte in gebruik neemt om gelijktijdig een gelijkwaardige hoeveelheid scheepsruimte te slopen dan wel een bijzondere bijdrage te storten in het fonds van de binnenvaart.
ARTIKEL II Opdat de in artikel I bedoelde bepaling en de latere wijzigingen daarop in alle Overeenkomstsluitende Staten op uniforme wijze worden toegepast, is de Centrale Commissie voor de Rijnvaart bevoegd besluiten dienaangaande te nemen.
De Overeenkomstsluitende Staten hebben, wat de toepassing van deze bepaling betreft, gelijke rechten en plichten.
ARTIKEL III Dit Aanvullend Protocol vereist de bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van de ondertekenende Staten.
De bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring vindt plaats door nederlegging van een geëigende akte bij de Secretaris-Generaal van de Centrale Commissie. Deze maakt een proces-verbaal van de nederlegging op en zendt aan elk der ondertekenende Staten een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van de akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring alsmede van het proces-verbaal van de nederlegging.
ARTIKEL IV Dit Aanvullend Protocol treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de nederlegging van de vijfde akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring bij het Secretariaat van de Centrale Commissie. De Secretaris-Generaal stelt de Overeenkomstsluitende Staten hiervan in kennis.
ARTIKEL V Dit Aanvullend Protocol is opgesteld in een enkel exemplaar in de Duitse, de Franse en de Nederlandse taal; in geval van verschil is de Franse tekst doorslaggevend; het wordt nedergelegd in het archief van de Centrale Commissie.
Een door de Secretaris-Generaal voor eensluidend gewaarmerkt afschrift wordt aan elk der Overeenkomstsluitende Staten toegezonden.
Ten blijke waarvan, de ondergetekenden, na overlegging van hun volmachten, dit Aanvullend Protocol hebben ondertekend.
Gedaan te Straatsburg, op 28 april 1999.