gepubliceerd op 22 december 2011
Wet houdende instemming met het Akkoord tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Kazachstan over samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand inzake de douane, ondertekend te Brussel op 5 december 2006 (2)
5 FEBRUARI 2009. - Wet houdende instemming met het Akkoord tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Kazachstan over samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand inzake de douane, ondertekend te Brussel op 5 december 2006 (1) (2)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 2.Het Akkoord tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Kazachstan over samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand inzake de douane, ondertekend te Brussel op 5 december 2006, zal volkomen gevolg hebben.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 5 februari 2009.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, K. DE GUCHT De Minister van Financiën, D. REYNDERS Gezien en met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK _______ Nota's (1) Zitting 2007-2008 en 2008-2009 : Senaat. Documenten. - Ontwerp van wet ingediend op 3/07/2008, nr. 4-848/1. - Verslag, nr. 4-848/2.
Zitting 2008-2009 : Parlementaire Handelingen. - Bespreking, vergadering van 6 november 2008. - Stemming, vergadering van 6 november 2008. Kamer.
Documenten. - Ontwerp overgezonden door de Senaat, nr. 52-1565/1. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 52-1565/2.
Parlementaire Handelingen. - Bespreking, vergadering van 27 november 2008. - Stemming, vergadering van 27 november 2008.(2) Dit Akkoord treedt in werking op 1 januari 2012, overeenkomstig zijn artikel 18. AKKOORD TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIE EN DE REGERING VAN DE REPUBLIEK KAZACHSTAN OVER SAMENWERKING EN WEDERZIJDSE ADMINISTRATIEVE BIJSTAND INZAKE DE DOUANE De regering van het Koninkrijk België, en De regering van de Republiek Kazachstan, hierna de « ereenkomstsluitende partijen » genoemd, Overwegende dat het van belang is een juiste heffing van de douanerechten, belastingen en andere rechten die worden geheven bij invoer en uitvoer te verzekeren, en ervoor te zorgen dat de verboden en beperkingen tijdens de uitvoering van douanecontroles correct worden toegepast;
Overwegende dat de strafbare feiten op het stuk van de douanewetten nadeel toebrengen aan hun economische, sociale, culturele en commerciële belangen en op het vlak van volksgezondheid;
Overwegende dat illegale, grensoverschrijdende handel van gevaarlijke goederen, bedreigde plant- en diersoorten en giftig afval een bedreiging vormen voor de maatschappij;
Het belang inziend van de noodzaak om op internationaal niveau samen te werken voor de behandeling van vragen in verband met de toepassing van hun douanewetgeving;
Ervan overtuigd dat de strijd tegen strafbare feiten op het stuk van de douanewetten en de juiste vaststelling van de douanerechten, belastingen en andere rechten doeltreffender kan worden door een nauwe samenwerking tussen de douaneadministraties van de overeenkomstsluitende partijen;
Gezien de internationale overeenkomsten, waarvan beide partijen lid zijn, verboden, beperkingen en bijzondere maatregelen inhouden ten aanzien van bepaalde goederen.
Zijn het volgende overeengekomen : HOOFDSTUK I Definities Artikel 1 Voor de toepassing van dit akkoord verstaat men onder : 1. « Douaneadministratie » : Voor de Republiek Kazachstan : de Controlecommissie der douane (Customs Control Committee) van het Ministerie van Financiën van de Republiek Kazachstan; Voor het Koninkrijk België : de Administratie der douane en accijnzen, Federale Overheidsdienst Financiën, België. 2. « Douanewetgeving » : geheel van de door de staten van de overeenkomstsluitende partijen vastgestelde en door de douaneadministraties toegepaste wettelijke bepalingen en voorschriften inzake de in-, uit- en doorvoer van goederen, inclusief wettelijke bepalingen en voorschriften die maatregelen inzake verboden, beperkingen en controle betreffen.3. « Douanerechten en belastingen » : douanerechten, belastingen en andere rechten die worden geheven bij de invoer of uitvoer van goederen.4. « Strafbaar feit op stuk van de douanewetten » : iedere overtreding of poging van overtreding van de douanewetgeving.5. « Persoon » : iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon.6. « Persoonsgegevens » : de gegevens die betrekking hebben op een natuurlijke persoon die is of kan worden geïdentificeerd.7. « Inlichtingen » : ieder gegeven, document, rapport, voor eensluidend verklaard afschrift van deze stukken of iedere andere mededeling van elk type, inclusief elektronisch.8. « Verzoekende administratie » : de douaneadministratie die een verzoek om bijstand opstelt.9. « Aangezochte administratie » : de douaneadministratie aan wie een verzoek om bijstand is gericht.10. « Administratieve bepalingen » : elke richtlijn, circulaire, instructie, handleiding of handboek door de ambtenaren van de douaneadministratie van elke overeenkomstsluitende partij toegepast in het kader van hun bevoegdheden. HOOFDSTUK II Toepassingsgebied van het akkoord Artikel 2 1. De overeenkomstsluitende partijen verlenen elkaar wederzijdse administratieve bijstand volgens de bepalingen van dit akkoord door tussenkomst van hun douaneadministraties ter voorkoming, opsporing en bestrijding van strafbare feiten op stuk van de douanewetten.2. Elke door dit Akkoord voorziene bijstand wordt door elk overeenkomstsluitende partij verleent in overeenstemming met de wettelijke en administratieve bepalingen van haar staat, en binnen de grenzen van de bevoegdheid en de beschikbare middelen van haar douaneadministratie. HOOFDSTUK III Toepassingsgebied van de bijstand Artikel 3 1. De douaneadministraties verstrekken elkaar op verzoek of uit eigen beweging alle inlichtingen die nuttig zijn voor een juiste toepassing van de douanewetten en de preventie, het onderzoek en de beteugeling van strafbare feiten op stuk van de douanewetten.2. Elke douaneadministratie handelt, bij het uitvoeren van de onderzoeken op verzoek van de andere douaneadministratie, volgens de nationale wetgeving en administratieve bepalingen van haar staat. Artikel 4 1. De aangezochte administratie verstrekt op verzoek alle inlichtingen over de douanewetgeving en de douaneprocedures die van toepassing zijn in de staat van die overeenkomstsluitende partij en die relevant zijn voor de onderzoeken naar strafbaar feiten op stuk van de douanewetten.2. Elke douaneadministratie deelt uit eigen beweging alle inlichtingen mede die betrekking hebben op de volgende vragen : a) nieuwe technieken ter bestrijding van de douanefraude die hun doeltreffendheid reeds hebben bewezen;b) nieuwe tendensen inzake strafbare feiten op het stuk van de douanewetten en de middelen of methodes die worden gebruikt om ze te plegen. Artikel 5 De douaneadministraties van de overeenkomstsluitende partijen mogen elkaar technische bijstand verstrekken bij douanezaken, inclusief : a) officiële bezoeken van douaneambtenaren indien dit nuttig is voor beide partijen om het wederzijdse inzicht in elkaars technieken te bevorderen;b) opleiding en bijstand om bijzondere vaardigheden van douaneambtenaren te ontwikkelen;c) uitwisseling van informatie en ervaringen voor het gebruik van bewakingsapparatuur en detectieapparatuur;d) officiële bezoeken van experten in douanezaken;e) uitwisseling van professionele, wetenschappelijke en technische gegevens over de douanewetten en procedures. HOOFDSTUK IV Bijzondere gevallen van administratieve bijstand Artikel 6 De aangezochte administratie verstrekt de verzoekende administratie op verzoek inlichtingen over de volgende punten : a) de regelmatigheid van de uitvoer van goederen die in het douanegebied van de staat van één overeenkomstsluitende partij zijn ingevoerd en dit vanaf het douanegebied van de staat van de andere overeenkomstsluitende partij;b) de regelmatigheid van de invoer in het douanegebied van de staat van één overeenkomstsluitende partij van goederen die uit het douanegebied van de staat van de andere overeenkomstsluitende partij zijn uitgevoerd;c) het douanestelsel, waaronder de goederen die regelmatig zijn ingevoerd in het douanegebied van de staat van de aangezochte overeenkomstsluitende partij, werden geplaatst. Artikel 7 De aangezochte administratie houdt op verzoek een bijzonder toezicht op : a) personen van wie de verzoekende administratie vermoedt dat zij strafbare feiten op het stuk van de douanewetten plegen of kunnen plegen, vooral diegenen die het douanegebied van de staat van de aangezochte administratie binnenkomen of verlaten;b) goederen die worden vervoerd en waarvan de verzoekende administratie vermoedt dat zij het voorwerp uitmaken van een strafbaar feit op stuk van de douanewetten;c) transportmiddelen waarvan de verzoekende administratie vermoedt dat ze worden gebruikt voor het plegen van strafbare feiten op het stuk van de douanewetten in het douanegebied van de staat van de verzoekende overeenkomstsluitende partij. Artikel 8 1. De douaneadministraties verschaffen elkaar, op verzoek of uit eigen beweging, inlichtingen over voltrokken of voorgenomen handelingen die een strafbaar feit op het stuk van de douanewetten vormen of blijken te vormen.Die inlichtingen hebben betrekking op de illegale handel van : a) wapens, explosieve en nucleaire materialen;b) kunstwerken met aanzienlijke historische, culturele of archeologische waarde voor de staten van een van de overeenkomstsluitende partijen;c) stoffen die een bedreiging vormen voor de natuur en de volksgezondheid;d) bedreigde plant- en diersoorten, evenals de producten ervan.2. In belangrijk gevallen die de economie, de volksgezondheid, de openbare orde of andere vitale belangen van een overeenkomstsluitende partij ernstig in het gevaar kunnen brengen, verstrekt de douaneadministratie van de andere overeenkomstsluitende partij, waar nodig, onverwijld de nodige inlichtingen uit eigen beweging. HOOFDSTUK V Toesturen van de verzoeken om bijstand Artikel 9 1. De krachtens dit akkoord gedane verzoeken worden rechtstreeks verzonden naar de douaneadministratie van de andere overeenkomstsluitende partij, gebeuren schriftelijk, en worden begeleid door alle nodig geachte documenten, in het bijzonder de kopieën van documenten die worden voorgelegd aan de verzoekende administratie gedurende de invoer- en uitvoerprocedures.Indien de omstandigheden dit vereisen, kan het verzoek eveneens elektronisch worden gedaan. Een dergelijk verzoek moet schriftelijk worden bevestigd binnen de maand. 2. De overeenkomstig paragraaf 1 van dit artikel gedane verzoeken bevatten de volgende gegevens : a) de administratie van wie het verzoek uitgaat;b) het voorwerp en de reden van het verzoek;c) een korte beschrijving van de zaak in kwestie, de wettelijke bepalingen en de aard van de betrokken procedure;d) de namen en adressen van de partijen die in de procedure betrokken zijn, indien ze bekend zijn.3. Een verzoek van een douaneadministratie dat tot doel heeft een bepaalde procedure te laten volgen, wordt opgevolgd overeenkomstig de wetgeving van de staat van de aangezochte administratie.4. De inlichtingen die op basis van dit Akkoord worden uitgewisseld, worden enkel medegedeeld aan de ambtenaren die hiervoor speciaal zijn aangewezen door elke douaneadministratie.Een lijst met de hiervoor speciaal aangewezen ambtenaren wordt ter beschikking gesteld van de douaneadministratie van de andere overeenkomstsluitende partij. 5. Verzoeken moeten worden ingediend in het Engels. HOOFDSTUK VI Behandeling van verzoeken Artikel 10 Wanneer de aangezochte administratie niet over de gevraagde inlichtingen beschikt, moet zij, conform de nationale wetsbepalingen en administratieve voorschriften onderzoeken instellen om deze inlichtingen te verkrijgen. Die onderzoeken behelzen het inzamelen van alle inlichtingen en documenten die verband houden met strafbare feiten op het stuk van de douanewetten.
Artikel 11 1. Op schriftelijk verzoek kunnen de door de verzoekende administratie speciaal aangewezen ambtenaren, ten behoeve van de onderzoeken naar een strafbaar feit op het stuk van de douanewetten, met machtiging van de aangezochte administratie en met inachtneming van de door deze laatste eventueel opgelegde voorwaarden : a) in de kantoren van de aangezochte administratie de documenten, dossiers en andere relevante gegevens die daar berusten, raadplegen met het doel er inlichtingen over dit strafbaar feit inzake douane terug te vinden;b) kopieën van deze documenten, dossiers en andere relevante gegevens over het betrokken strafbaar feit inzake douane maken;2. Wanneer de ambtenaren van de verzoekende administratie zich, onder de in paragraaf 1 van dit artikel bepaalde voorwaarden, op het grondgebied van de Staat van de andere overeenkomstsluitende partij bevinden, moeten zij te allen tijde het bewijs kunnen leveren, door het voorleggen van hun aanstellingsbewijs, dat zij officieel bevoegd zijn om te handelen.3. Zij genieten op dat grondgebied dezelfde bescherming en bijstand die aan de douaneambtenaren van de andere overeenkomstsluitende partij door de op het grondgebied van deze laatste geldende wetgeving zijn toegekend en zijn verantwoordelijk voor ieder strafbaar feit dat zij eventueel zouden begaan. HOOFDSTUK VII Bescherming van de inlichtingen Artikel 12 1. De binnen het raam van de administratieve bijstand overeenkomstig dit akkoord verkregen inlichtingen moeten uitsluitend voor de doeleinden van dit akkoord en door de douaneadministraties worden gebruikt, behalve wanneer de douaneadministratie die deze inlichten heeft verstrekt, het gebruik ervan voor andere doeleinden of door andere autoriteiten uitdrukkelijk toestaat.Dat gebruik wordt dan onderworpen aan de beperkingen, die worden opgelegd door de douaneadministratie die de inlichtingen verstrekte. 2. Op verzoek verkregen gegevens en documenten moeten uitsluitend voor de doeleinden van dit akkoord worden gebruikt en mogen niet worden doorgegeven of gebruikt voor andere doeleinden of worden bekendgemaakt zonder de schriftelijke toestemming van de douaneadministratie die deze inlichtingen verstrekt.3. Die inlichtingen kunnen, in het geval dat de wetgeving van de staat van de overeenkomstsluitende partij die de inlichtingen verstrekt dit zo voorschrijft, gebruikt worden bij strafrechtelijke vervolgingen, enkel na toestemming van de douaneadministratie die de inlichtingen verstrekte.4. De in overeenstemming met dit akkoord verkregen inlichtingen zijn vertrouwelijk en genieten een bescherming die minstens gelijkwaardig is met deze die voor de inlichtingen van dezelfde aard door de nationale wetgeving van de overeenkomstsluitende partij, is vastgesteld.5. De overdracht van persoonlijke gegevens overeenkomstig dit akkoord gebeurt in overeenstemming met de nationale wetgeving van de staat van elke overeenkomstsluitende partij. HOOFDSTUK VIII Afwijkingen Artikel 13 1. De door dit akkoord bepaalde bijstand kan geheel of gedeeltelijk worden geweigerd, of van bepaalde beperkingen afhankelijk gemaakt worden, wanneer de aangezochte administratie vindt dat deze bijstand zou kunnen leiden tot aantasting van de soevereiniteit, de veiligheid, de openbare orde of andere wezenlijke nationale belangen van zijn staat, wanneer deze bijstand de schending van industrieel, of commercieelgeheim of beroepsgeheim tot gevolg heeft of onverenigbaar is met de door de aangezochte administratie toegepaste wetsbepalingen en administratieve voorschriften.2. anneer de verzoekende administratie niet in staat is een gelijksoortig verzoek dat door de aangezochte administratie zou zijn ingediend, in te willigen, vermeldt zij dit in de uiteenzetting van haar verzoek.In een dergelijk geval heeft de aangezochte administratie de algehele vrijheid om over het gevolg dat aan dit verzoek moet worden gegeven, te beslissen. 3. De bijstand kan door de aangezochte administratie worden uitgesteld wanneer dit een onderzoek, rechtsvervolgingen of een aan de gang zijnde procedure verstoort.In dat geval raadpleegt de aangezochte administratie de verzoekende administratie om te bepalen of de bijstand kan worden verleend met inachtneming van de door de aangezochte administratie eventueel opgelegde voorwaarden. 4. Wanneer een verzoek om bijstand wordt geweigerd of uitgesteld, wordt de verzoekende overeenkomstsluitende partij op de hoogte gebracht van de redenen van deze weigering of dit uitstel. HOOFDSTUK IX Kosten Artikel 14 1. De douaneadministraties doen afstand van iedere aanspraak op terugbetaling van de kosten die uit de toepassing van dit akkoord voortvloeien, met uitzondering van de uitgaven voor getuigen evenals de vergoeding voor deskundigen en tolken die geen ambtenaren zijn.De kosten mogen pas worden gemaakt na voorafgaand akkoord van de verzoekende staat. 2. Indien er hoge en ongewone kosten moeten of zullen moeten worden gemaakt om aan het verzoek gevolg te geven, plegen de overeenkomstsluitende partijen overleg teneinde de voorwaarden waaronder het verzoek zal worden ingewilligd en de wijze waarop deze kosten ten laste zullen worden genomen, te bepalen.3. De kosten die voortvloeien uit de toepassing van artikel 11 van dit Akkoord zijn ten laste van de overeenkomstsluitende partij van de verzoekende administratie. HOOFDSTUK X Uitvoering van het akkoord Artikel 15 1. De douaneadministraties nemen maatregelen opdat, daar waar nodig, de bijstand via rechtstreekse communicatie tussen de ambtenaren die zijn aangewezen voor het onderzoek of de bestrijding van strafbare feiten op het stuk van de douanewetten, zou geschieden.2. De douaneadministraties stellen gedetailleerde bepalingen op in het kader van dit akkoord, om de uitvoering van dit akkoord te vergemakkelijken.3. Geschillen tussen de overeenkomstsluitende partijen over de interpretatie en de toepassing van dit akkoord zullen via beraadslagingen en onderhandelingen geregeld worden.4. Op verzoek van één van de overeenkomstsluitende partijen komen de douaneautoriteiten bijeen om dit akkoord te herbekijken. HOOFDSTUK XI Inwerkingtreding en opzegging Artikel 16 De overeenkomstsluitende partijen kunnen, met wederzijdse instemming, dit akkoord aanvullen of wijzigen door middel van afzonderlijke protocollen die integraal deel uitmaken van dit akkoord. De inwerkingtreding van deze wijzigingen of aanvullingen gebeurt volgens de procedures uiteengezet in artikel 18 van dit akkoord.
Artikel 17 Dit akkoord doet geen afbreuk aan de rechten en verplichtingen van de Republiek Kazachstan en het Koninkrijk België die resulteren uit andere internationale akkoorden waarvan ze overeenkomstsluitende partij zijn.
Artikel 18 Dit akkoord treedt in werking de eerste dag van de derde maand na het ontvangen van de laatste schriftelijke kennisgeving met de melding dat de grondwettelijke en interne vereisten voor de inwerkingtreding van dit akkoord door de overeenkomstsluitende partijen werden nagekomen Artikel 19 1. Dit akkoord wordt voor onbepaalde tijd gesloten maar iedere overeenkomstsluitende partij kan het op ieder tijdstip opzeggen door middel van een langs diplomatieke weg gedane kennisgeving.2. De opzegging gaat in drie maanden na de datum van kennisgeving van de opzegging door de overeenkomstsluitende partij aan de andere overeenkomstsluitende partij. Ten blijke waarvan, de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gemachtigd overeenkomstig hun nationale wetgeving, dit akkoord hebben ondertekend.
Gedaan te Brussel op 5 december 2006, in twee exemplaren waarvan ieder exemplaar in het Nederlands, Engels, Frans, Kazachs en Russisch is opgemaakt en de teksten zodoende gelijkelijk authentiek zijn. In geval van een verschillende interpretatie van de bepalingen van dit akkoord, zal enkel de Engelse tekst gelden.