Etaamb.openjustice.be
Wet van 04 juli 2021
gepubliceerd op 13 juli 2021

Wet tot omzetting van Europese richtlijnen en tenuitvoerlegging van Europese verordeningen over financiële aangelegenheden (1)

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2021042542
pub.
13/07/2021
prom.
04/07/2021
ELI
eli/wet/2021/07/04/2021042542/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

4 JULI 2021. - Wet tot omzetting van Europese richtlijnen en tenuitvoerlegging van Europese verordeningen over financiële aangelegenheden (I) (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : TITEL I. - ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.Deze wet voorziet in 1° de gedeeltelijke omzetting van richtlijn (EU) 2019/1160 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot wijziging van richtlijnen 2009/65/EG en 2011/61/EU met betrekking tot de grensoverschrijdende distributie van instellingen voor collectieve belegging;2° de gedeeltelijke omzetting van richtlijn (EU) 2019/2177 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2019 tot wijziging van richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II), richtlijn 2014/65/EU betreffende markten voor financiële instrumenten, en van richtlijn (EU) 2015/849 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering. TITRE II. - OMZETTING VAN RICHTLIJN (EU) 2019/1160 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN 20 JUNI 2019 TOT WIJZIGING VAN RICHTLIJNEN 2009/65/EG EN 2011/61/EU MET BETREKKING TOT DE GRENSOVERSCHRIJDENDE DISTRIBUTIE VAN INSTELLINGEN VOOR COLLECTIEVE BELEGGING EN TENUITVOERLEGGING VAN VERORDENING (EU) 2019/2088 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN 27 NOVEMBER 2019 BETREFFENDE INFORMATIEVERSCHAFFING OVER DUURZAAMHEID IN DE FINANCIELE DIENSTENSECTOR EN VAN VERORDENING (EU) 2020/852 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN 18 JUNI 2020 BETREFFENDE DE TOTSTANDKOMING VAN EEN KADER TER BEVORDERING VAN DUURZAME BELEGGINGEN EN TOT WIJZIGING VAN VERORDENING (EU) 2019/2088 VOOR DE SECTOR VAN HET COLLECTIEF BEHEER HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van de wet van 3 augustus 2012 betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen

Art. 3.In artikel 3 van de wet van 3 augustus 2012 betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° er wordt een bepaling onder 40/1° ingevoegd, luidende: "40° /1 "werkdag": een dag die noch een zaterdag, noch een zondag, en noch een wettelijke feestdag is;"; 2° het artikel wordt aangevuld met de bepalingen onder 66°, 67° en 68°, luidende: "66° "Verordening 2019/1156": de Verordening (EU) 2019/1156 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende het faciliteren van de grensoverschrijdende distributie van instellingen voor collectieve belegging en houdende wijziging van de Verordeningen (EU) nr.345/2013, (EU) nr. 346/2013 en (EU) nr. 1286/2014; 67° "Verordening 2019/2088": de Verordening (EU) 2019/2088 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende informatieverschaffing over de duurzaamheid in de financiëledienstensector; 68° "Verordening 2020/852": de Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2020 betreffende de totstandbrenging van een kader ter bevordering van duurzame beleggingen en tot wijziging van Verordening (EU) 2019/2088.".

Art. 4.In artikel 60, § 3, van dezelfde wet, laatst gewijzigd bij de wet van 19 april 2014, wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidende: "In afwijking van het eerste lid, geeft de Koning aan welke in het eerste lid bedoelde documenten vermelde gegevens, gelet op hun doel, mogen worden gepubliceerd zonder voorafgaande goedkeuring door de FSMA, wanneer zij worden aangepast. Niettegenstaande dit lid, moet elke aanpassing aan de FSMA worden meegedeeld vóór zij wordt gepubliceerd, in de vorm van een versie van het document die de betrokken bijwerking omvat.".

Art. 5.Artikel 68 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 19 april 2014, wordt vervangen als volgt: "

Art. 68.Onverminderd artikel 32, eerste lid, laatste zin, 1° beslist de FSMA, binnen vijftien werkdagen na ontvangst van een volledig dossier, om, naargelang het geval, hetzij het prospectus, de essentiële beleggersinformatie of hun bijwerkingen goed te keuren, hetzij de goedkeuring van het prospectus, de essentiële beleggersinformatie of hun bijwerkingen te weigeren; 2° beslist de FSMA, binnen tien werkdagen na ontvangst van een volledig dossier, om de berichten, reclame en andere stukken die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging, dan wel een dergelijk aanbod aankondigen of aanbevelen, hetzij goed te keuren, hetzij de goedkeuring ervan te weigeren."

Art. 6.In artikel 69 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 19 april 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste en het tweede lid worden de woorden "artikel 68" telkens vervangen door de woorden "artikel 68, 1° ";2° in het tweede lid worden de woorden "of de berichten, reclame en andere stukken die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging dan wel een dergelijk aanbod aankondigen of aanbevelen" opgeheven; 3° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende: "Indien de FSMA, na afloop van de in artikel 68, 2°, bedoelde termijn van tien werkdagen, in gebreke blijft om hetzij, met opgave van de ontbrekende elementen, de beslissing te nemen dat het dossier nog niet als volledig kan worden beschouwd, hetzij om een van de in artikel 68, 2°, bedoelde beslissingen te nemen, wordt het verzoek tot goedkeuring van de berichten, reclame en andere stukken die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging, dan wel een dergelijk aanbod aankondigen of aanbevelen, geacht te zijn geweigerd.".

Art. 7.In artikel 70, tweede lid, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 19 april 2014 worden de woorden "artikel 69, tweede lid" vervangen door de woorden "artikel 69, tweede en derde lid".

Art. 8.Artikel 85, § 2, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 oktober 2016, wordt vervangen als volgt: " § 2. De instelling voor collectieve belegging stelt de beleggers voorzieningen beschikbaar om de volgende taken te vervullen: 1° de verwerking van inschrijvings-, inkoop- en terugbetalingsorders en de uitvoering van andere betalingen aan de houders van rechten van deelneming in de instelling voor collectieve belegging, in overeenstemming met de voorwaarden vervat in het prospectus, de essentiële beleggersinformatie, de jaarverslagen en de halfjaarlijkse verslagen;2° de informatieverstrekking aan beleggers over de wijze waarop de in de bepaling onder 1° bedoelde orders kunnen worden uitgevoerd, en waarop de opbrengsten van inkopen en terugbetalingen worden uitgekeerd;3° het vergemakkelijken van de behandeling van informatie en de toegang tot de procedures en regelingen als bedoeld in artikelen 83, derde lid, en 223, § 2;4° de beschikbaarstelling van het prospectus, de essentiële beleggersinformatie, de jaarverslagen en de halfjaarlijkse verslagen aan beleggers, ter inzage en voor het verkrijgen van kopieën;5° de verstrekking aan beleggers, op een duurzame drager, van informatie die dienstig is voor de taken die door de voorzieningen worden vervuld;en 6° het fungeren als contactpunt voor de communicatie met de FSMA. De instelling voor collectieve belegging zorgt ervoor dat de voorzieningen om de in eerste lid bedoelde taken te vervullen, inclusief elektronische voorzieningen, beschikbaar worden gesteld: 1° in minstens een van de landstalen;2° door de instelling voor collectieve belegging zelf, door een derde die, in voorkomend geval, over de vereiste vergunningen beschikt, of door beide. De aanstelling van de in het tweede lid, 2°, bedoelde derde wordt schriftelijk vastgelegd in een overeenkomst, die bepaalt: 1° welke van de in het eerste lid genoemde taken niet door de instelling voor collectieve belegging moeten worden vervuld;en 2° dat de derde alle nuttige informatie en documenten van de instelling voor collectieve belegging zal ontvangen.

Art. 9.In dezelfde wet wordt een artikel 94/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 94/1.Bij wijziging van de informatie in de overeenkomstig artikel 92 toegezonden kennisgevingsbrief, of bij wijziging van de te verhandelen klassen van rechten van deelneming, stelt de instelling voor collectieve belegging de FSMA daarvan ten minste één maand vóór het doorvoeren van die wijziging schriftelijk in kennis.

Als de instelling voor collectieve belegging ingevolge een in het eerste lid bedoelde wijziging niet meer aan deze wet en de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen zou voldoen, deelt de FSMA haar binnen een termijn van vijftien werkdagen na ontvangst van alle in het eerste lid bedoelde informatie mee dat zij de wijziging niet mag doorvoeren. In dat geval stelt de FSMA de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst van de instelling voor collectieve belegging daarvan op de hoogte.

Als een in het eerste lid bedoelde wijziging toch wordt doorgevoerd nadat overeenkomstig het tweede lid informatie is doorgegeven, en de instelling voor collectieve belegging ingevolge die wijziging niet meer aan deze wet en de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen voldoet, neemt de FSMA alle passende maatregelen overeenkomstig de artikelen 109 tot 116, inclusief, indien nodig, een uitdrukkelijk verbod om de instelling voor collectieve belegging te verhandelen, en brengt zij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst van de instelling voor collectieve belegging onverwijld van de genomen maatregelen op de hoogte.".

Art. 10.In dezelfde wet wordt een artikel 94/2 ingevoegd, luidende: "

Art. 94/2.§ 1. Een instelling voor collectieve belegging kan de conform artikel 92 verrichte kennisgeving intrekken als zij wenst af te zien van de verhandeling van rechten van deelneming of van klassen van rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging in een andere lidstaat, mits aan alle volgende voorwaarden is voldaan: 1° er wordt een algemeen aanbod gedaan om, zonder kosten of inhoudingen, al dergelijke rechten van deelneming die in het bezit zijn van beleggers in die lidstaat in te kopen of terug te kopen.Dit aanbod wordt gedurende ten minste 30 werkdagen openbaar gemaakt en wordt, hetzij rechtstreeks, hetzij via financiële tussenpersonen, individueel tot alle beleggers in die lidstaat gericht van wie de identiteit bekend is; 2° het voornemen om de verhandeling van dergelijke rechten van deelneming in die lidstaat stop te zetten, wordt openbaar gemaakt met behulp van een voor het publiek toegankelijk medium, inclusief elektronische middelen, dat gebruikelijk is voor de verhandeling van rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging en dat geschikt is voor het type belegger tot wie de instelling voor collectieve belegging zich richt;3° alle contractuele regelingen met financiële tussenpersonen of afgevaardigden worden gewijzigd of beëindigd met ingang van de datum van de intrekking van de kennisgeving om een nieuwe of verdere, directe of indirecte, aanbieding of plaatsing van rechten van deelneming die in de in paragraaf 3 bedoelde kennisgeving wordt genoemd, te voorkomen. De in de bepalingen onder 1° en 2° van het eerste lid bedoelde informatie beschrijft duidelijk wat de gevolgen zijn voor de beleggers die het aanbod tot inkoop of terugbetaling van hun rechten van deelneming niet aanvaarden. § 2. Met ingang van de in paragraaf 1, eerste lid, 3°, bedoelde datum, zet de instelling voor collectieve belegging elke nieuwe of verdere, directe of indirecte, aanbieding of plaatsing van haar rechten van deelneming waarop de kennisgeving tot intrekking betrekking had, stop. § 3. De instelling voor collectieve belegging die de conform artikel 92 verrichte kennisgeving wenst in te trekken, zendt de FSMA een kennisgeving die de in paragraaf 1, eerste lid, bedoelde informatie bevat.

De FSMA gaat na of de door de instelling voor collectieve belegging overeenkomstig het eerste lid ingediende kennisgeving volledig is.

Uiterlijk vijftien werkdagen na ontvangst van de volledige kennisgeving, zendt de FSMA die door naar de bevoegde autoriteiten van de daarin aangegeven lidstaat, alsook naar ESMA. Na doorzending van de kennisgeving overeenkomstig het tweede lid stelt de FSMA de instelling voor collectieve belegging onverwijld van die doorzending in kennis. § 4. De FSMA zendt de bevoegde autoriteiten van de lidstaat die in de in paragraaf 3 bedoelde kennisgeving is aangegeven, informatie door over alle wijzigingen van het reglement of de statuten, het prospectus en de essentiële beleggersinformatie.

De instelling voor collectieve belegging bezorgt het prospectus, de essentiële beleggersinformatie, de jaarverslagen en de halfjaarlijkse verslagen, alsook de uitgifte- en inkoopprijs van haar rechten van deelneming, aan de beleggers die hun belegging behouden, en aan de FSMA. Zij kan daarbij gebruikmaken van alle elektronische of andere middelen voor communicatie op afstand, op voorwaarde dat de informatie en de communicatiemiddelen voor beleggers beschikbaar zijn in de officiële taal of een van de officiële talen van de lidstaat waar zij zijn gevestigd, of in een taal die de bevoegde autoriteiten van die lidstaat hebben goedgekeurd.

Art. 11.In artikel 96, § 1, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 11 juli 2018, wordt het tweede lid vervangen als volgt: "Dit hoofdstuk is ook van toepassing met betrekking tot de bepalingen van Verordening 2015/2365, Verordening 2017/1131, Verordening 2019/1156, Verordening 2019/2088, de artikelen 5 tot en met 7 van Verordening 2020/852, alsook met betrekking tot de gedelegeerde handelingen en de technische regulerings- of uitvoeringsnormen die de Commissie ter uitvoering van die Verordeningen of ter uitvoering van richtlijn 2009/65/EG heeft aangenomen."

Art. 12.Artikel 116 van de wet, vervangen bij de wet van 11 juli 2018, wordt vervangen als volgt: "

Art. 116.Dit hoofdstuk is van toepassing bij niet-naleving van de bepalingen van Verordening 2015/2365, Verordening 2017/1131, Verordening 2019/1156, Verordening 2019/2088, de artikelen 5 tot en met 7 van Verordening 2020/852, alsook bij niet-naleving van de gedelegeerde handelingen en de technische regulerings- of uitvoeringsnormen die de Commissie ter uitvoering van die verordeningen of ter uitvoering van richtlijn 2009/65/EG heeft aangenomen."

Art. 13.In artikel 154 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 oktober 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt: " § 2.De in paragraaf 1 bedoelde instellingen voor collectieve belegging stellen voorzieningen beschikbaar om de volgende taken te vervullen: 1° de verwerking van inschrijvings-, inkoop- en terugbetalingsorders en de uitvoering van andere betalingen aan de houders van rechten van deelneming in de instelling voor collectieve belegging, in overeenstemming met de voorwaarden vervat in het prospectus, de essentiële beleggersinformatie, de jaarverslagen en de halfjaarlijkse verslagen;2° de informatieverstrekking aan beleggers over de wijze waarop de in de bepaling onder 1° bedoelde orders kunnen worden uitgevoerd, en waarop de opbrengsten van inkopen en terugbetalingen worden uitgekeerd;3° het vergemakkelijken van de behandeling van informatie en de toegang tot de procedures en regelingen als bedoeld in artikel 15 van richtlijn 2009/65/EG;4° de beschikbaarstelling van het prospectus, de essentiële beleggersinformatie, de jaarverslagen en de halfjaarlijkse verslagen aan de beleggers, onder de in artikel 150 vastgelegde voorwaarden, ter inzage en voor het verkrijgen van kopieën;5° de verstrekking aan beleggers, op een duurzame drager, van informatie die dienstig is voor de taken die door de voorzieningen worden vervuld;en 6° het fungeren als contactpunt voor de communicatie met de FSMA. Voor de toepassing van het eerste lid is de instelling voor collectieve belegging niet verplicht om fysiek aanwezig te zijn in België of om een derde aan te stellen.

De instelling voor collectieve belegging zorgt ervoor dat de voorzieningen om de in eerste lid bedoelde taken te vervullen, inclusief elektronische voorzieningen, beschikbaar worden gesteld: 1° in een van de landstalen of in een taal die de FSMA heeft goedgekeurd;2° door de instelling voor collectieve belegging zelf, door een derde die, in voorkomend geval, over de vereiste vergunningen beschikt, of door beide. De aanstelling van de in het tweede lid, 2°, bedoelde derde wordt schriftelijk vastgelegd in een overeenkomst, die bepaalt 1° welke van de in het eerste lid bedoelde taken niet door de instelling voor collectieve belegging moeten worden vervuld; 2° dat de derde alle nuttige informatie en documenten van de instelling voor collectieve belegging zal ontvangen."; 2° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt: " § 3.Bij wijziging van de informatie in de kennisgevingsbrief die overeenkomstig artikel 93, lid 1, van richtlijn 2009/65/EG aan de bevoegde autoriteiten van hun lidstaat van herkomst is toegezonden, of bij wijziging van de te verhandelen klassen van rechten van deelneming, stelt de instelling voor collectieve belegging de FSMA daarvan ten minste één maand vóór het doorvoeren van die wijziging schriftelijk in kennis."; 3° in paragraaf 4, eerste lid, worden de woorden ", conform artikel 93bis van richtlijn 2009/65/EG en artikel 156/1," ingevoegd tussen het woord "die" en de woorden "beslissen hun effecten niet langer openbaar aan te bieden in België".4° paragraaf 4, tweede lid, wordt opgeheven.

Art. 14.In dezelfde wet wordt een artikel 156/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 156/1.§ 1. Een instelling voor collectieve belegging die de conform artikel 93 van richtlijn 2009/65/EG verrichte kennisgeving wenst in te trekken, zendt de FSMA de in artikel 93bis, lid 1, a) en b), van richtlijn 2009/65/EG bedoelde informatie in een van de landstalen of in een taal die de FSMA heeft goedgekeurd. § 2. De FSMA schrapt de inschrijving van de betrokken instelling voor collectieve belegging of van het betrokken compartiment uit de in artikel 149 bedoelde lijst onmiddellijk na ontvangst van de kennisgeving die de autoriteiten van de lidstaat van herkomst krachtens artikel 93bis, lid 3, van richtlijn 2009/65/EG hebben overgelegd.

Met ingang van de in artikel 93bis, lid 1, alinea 1, c), van richtlijn 2009/65/EG, bedoelde datum, zet de instelling voor collectieve belegging elke nieuwe of verdere, directe of indirecte, aanbieding of plaatsing van haar rechten van deelneming waarop de kennisgeving tot intrekking betrekking had, stop.

De instelling voor collectieve belegging bezorgt het prospectus, de essentiële beleggersinformatie, de jaarverslagen en de halfjaarlijkse verslagen, alsook de uitgifte- en inkoopprijs van haar rechten van deelneming, aan de beleggers die hun belegging behouden. Zij kan daarbij gebruikmaken van alle elektronische of andere middelen voor communicatie op afstand, op voorwaarde dat de informatie en de communicatiemiddelen voor beleggers beschikbaar zijn in een van de landstalen of in een taal die de FSMA heeft goedgekeurd.

Art. 15.Artikel 159 van dezelfde wet wordt opgeheven.

Art. 16.Artikel 223, § 1, van dezelfde wet wordt opgeheven.

Art. 17.In artikel 229 van dezelfde wet wordt het tweede lid vervangen als volgt: "Als de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging, ingevolge een dergelijke wijziging, niet meer aan deze wet en de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen zou voldoen, deelt de FSMA haar binnen een termijn van vijftien werkdagen na ontvangst van alle in het eerste lid bedoelde informatie mee dat zij de wijziging niet mag doorvoeren. In dat geval stelt de FSMA de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst van de beheervennootschap daarvan op de hoogte.

Als een in het eerste lid bedoelde wijziging toch wordt doorgevoerd nadat overeenkomstig het tweede lid informatie is doorgegeven, en de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging ingevolge die wijziging niet meer aan de bepalingen van deze wet en de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen voldoet, neemt de FSMA alle passende maatregelen overeenkomstig de artikelen 249 tot 255/1, en brengt zij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst van de beheervennootschap onverwijld van de genomen maatregelen op de hoogte.".

Art. 18.In artikel 236, § 1, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 11 juli 2018, wordt het tweede lid vervangen als volgt: "Dit hoofdstuk is ook van toepassing met betrekking tot de bepalingen van Verordening 2015/2365, Verordening 2017/1131, Verordening 2019/1156, Verordening 2019/2088, de artikelen 5 tot en met 7 van Verordening 2020/852, alsook met betrekking tot de gedelegeerde handelingen en de technische regulerings- of uitvoeringsnormen die de Commissie ter uitvoering van die verordeningen of ter uitvoering van richtlijn 2009/65/EG heeft aangenomen.".

Art. 19.Artikel 255/1 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 25 december 2016 en vervangen bij de wet van 11 juli 2018, wordt vervangen als volgt: "

Art. 255/1.Deze titel is van toepassing bij niet-naleving van de bepalingen van Verordening 2015/2365, Verordening 2017/1131, Verordening 2019/1156, Verordening 2019/2088, de artikelen 5 tot en met 7 van Verordening 2020/852, alsook bij niet-naleving van de gedelegeerde handelingen en de technische regulerings- of uitvoeringsnormen die de Commissie ter uitvoering van die verordeningen of ter uitvoering van richtlijn 2009/65/EG heeft aangenomen." HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders

Art. 20.In artikel 3 van de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° er wordt een bepaling onder 26° /1 ingevoegd, luidende: "26° /1 "pre-marketing": directe of indirecte verstrekking van informatie of van een mededeling over beleggingsstrategieën of beleggingsideeën door een beheerder uit de Europese Unie, of in zijn naam, aan potentiële professionele beleggers die hun woonplaats of statutaire zetel in de Europese Unie hebben, met de bedoeling na te gaan of deze beleggers belangstelling hebben voor een AICB die of een compartiment dat nog niet is opgericht, dan wel een AICB die of een compartiment dat wel is opgericht, maar waarvoor de kennisgeving van verhandeling overeenkomstig artikel 31 of artikel 32 van richtlijn 2011/61/EU nog niet is ingediend, in de lidstaat waar de potentiële beleggers hun woonplaats of statutaire zetel hebben, en die in geen geval neerkomt op een aanbod aan of plaatsing bij potentiële beleggers om te beleggen in de rechten van deelneming in die AICB of dat compartiment;". 2° er wordt een bepaling onder 61° /1 ingevoegd, luidende: "61° /1 "werkdag": een dag die noch een zaterdag, noch een zondag, en noch een wettelijke feestdag is;"; 3° het artikel wordt aangevuld met de bepalingen onder 109°, 110° en 111°, luidende: "109° "Verordening 2019/1156": de Verordening (EU) 2019/1156 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende het faciliteren van de grensoverschrijdende distributie van instellingen voor collectieve belegging en houdende wijziging van de Verordeningen (EU) nr.345/2013, (EU) nr. 346/2013 en (EU) nr. 1286/2014; 110° "Verordening 2019/2088": de Verordening (EU) 2019/2088 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende informatieverschaffing over de duurzaamheid in de financiëledienstensector; 111° "Verordening 2020/852": de Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2020 betreffende de totstandbrenging van een kader ter bevordering van duurzame beleggingen en tot wijziging van Verordening (EU) 2019/2088.".

Art. 21.In deel II, boek I, titel I, hoofdstuk III, afdeling II, van dezelfde wet wordt een onderafdeling II/1 ingevoegd, luidende: "Onderafdeling II/1. - Pre-marketing van rechten van deelneming in alternatieve instellingen voor collectieve belegging uit de Europese Unie".

Art. 22.In onderafdeling II/1, ingevoegd bij artikel 21 wordt er een artikel 83/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 83/1.§ 1. Een beheerder mag tot pre-marketing van rechten van deelneming in AICB's uit de Europese Unie bij professionele beleggers in de Europese Unie overgaan, behalve wanneer de aan potentiële professionele beleggers verstrekte informatie: 1° voldoende is om hen in staat te stellen zich ertoe te verbinden rechten van deelneming in een bepaalde AICB te verwerven;2° neerkomt op inschrijvingsformulieren of soortgelijke documenten, hetzij in ontwerpvorm, hetzij in definitieve vorm;of 3° neerkomt op oprichtingsdocumenten, een prospectus of aanbiedingsdocumenten van een nog niet opgerichte AICB, in definitieve vorm. Wanneer een ontwerp van een prospectus of aanbiedingsdocument wordt verstrekt, bevat dat niet voldoende informatie om beleggers in staat te stellen een beleggingsbeslissing te nemen, en wordt hierin duidelijk vermeld dat: 1° het document geen aanbod of uitnodiging vormt om in te schrijven op rechten van deelneming in een AICB;en 2° niet mag worden afgegaan op de daarin opgenomen informatie, omdat deze onvolledig is en kan wijzigen. § 2. De beheerders zorgen ervoor dat beleggers geen rechten van deelneming in een AICB verwerven via pre-marketing, en dat beleggers die in het kader van pre-marketing zijn benaderd, alleen rechten van deelneming in die AICB kunnen verwerven door middel van verhandeling die is toegestaan uit hoofde van de artikelen 84 tot 89 of de artikelen 90 tot 92.

Elke inschrijving, binnen 18 maanden nadat de beheerder tot pre-marketing is overgegaan, op rechten van deelneming in een AICB waarvan sprake is in de in het kader van de pre-marketing verstrekte informatie, of in een AICB die ten gevolge van de pre-marketing is opgericht, wordt als resultaat van de verhandeling beschouwd en de in de artikelen 84 tot 89 of in de artikelen 90 tot 92 bedoelde kennisgevingsprocedures zijn erop van toepassing.".

Art. 23.In dezelfde onderafdeling II/1 wordt er een artikel 83/2 ingevoegd, luidende: "

Art. 83/2.De beheerder zorgt ervoor dat pre-marketing toereikend gedocumenteerd is.".

Art. 24.In dezelfde onderafdeling II/1 wordt er een artikel 83/3 ingevoegd, luidende: "

Art. 83/3.Tot pre-marketing van rechten van deelneming in AICB's uit de Europese Unie bij professionele beleggers voor rekening van een beheerder, mag enkel worden overgegaan door: 1° de overeenkomstig richtlijn 2013/36/EU vergunde kredietinstellingen;2° de overeenkomstig richtlijn 2014/65/EU vergunde beleggingsondernemingen;3° de overeenkomstig richtlijn 2009/65/EG vergunde beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging;4° de overeenkomstig richtlijn 2011/61/EU vergunde beheervennootschappen van AICB's;5° de verbonden agenten die handelen overeenkomstig richtlijn 2014/65/EU. De in het eerste lid bedoelde personen en instellingen zijn onderworpen aan de bepalingen van deze onderafdeling.

Dit artikel doet geen afbreuk aan de mogelijkheid voor de beheerder om zelf tot pre-marketing over te gaan.".

Art. 25.In dezelfde onderafdeling II/1 wordt er een artikel 83/4 ingevoegd, luidende: "

Art. 83/4.Een beheerder zendt uiterlijk twee weken nadat hij met pre-marketing is begonnen, een informele brief, per post of langs elektronische weg, aan de FSMA. De brief geeft aan in welke lidstaten en gedurende welke periodes de pre-marketing plaatsvindt of heeft plaatsgevonden, bevat een korte beschrijving van de pre-marketing, met inbegrip van informatie over de gepresenteerde beleggingsstrategieën, en bevat, indien relevant, een lijst van AICB's en compartimenten van AICB's die het voorwerp van pre-marketing zijn of waren. De FSMA stelt de bevoegde autoriteiten van de lidstaten waarin de beheerder uit de Europese Unie aan pre-marketing doet of heeft gedaan, hiervan onverwijld in kennis.".

Art. 26.In deel II, boek I, titel I, hoofdstuk III, afdeling II, onderafdeling III, A, van dezelfde wet wordt een artikel 89/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 89/1.§ 1. Onverminderd artikel 26 van Verordening (EU) 2015/760, moet de beheerder, als hij voornemens is om rechten van deelneming in AICB's bij retailbeleggers in België te verhandelen, voorzieningen beschikbaar stellen om de volgende taken te vervullen: 1° de verwerking van inschrijvings-, betaal-, inkoop- en terugbetalingsorders van beleggers met betrekking tot rechten van deelneming in de AICB, in overeenstemming met de in de documenten van de AICB vervatte voorwaarden;2° de informatieverstrekking aan beleggers over de wijze waarop de in de bepaling onder 1° bedoelde orders kunnen worden uitgevoerd en waarop de opbrengsten van inkopen en terugbetalingen worden uitgekeerd;3° het vergemakkelijken van de behandeling van informatie over de uitoefening door beleggers van hun rechten uit hoofde van hun belegging in de AICB;4° de beschikbaarstelling van de krachtens de artikelen 60 en 68 tot 72 vereiste informatie en documenten aan beleggers, ter inzage en voor het verkrijgen van kopieën; 5° de verstrekking aan beleggers, op een duurzame drager in de zin van artikel I.1, eerste lid, 15°, van het Wetboek van Economisch Recht, van informatie die dienstig is voor de taken die door de voorzieningen worden vervuld; en 6° het fungeren als contactpunt voor de communicatie met de FSMA. § 2. De beheerder zorgt ervoor dat de in paragraaf 1 bedoelde voorzieningen om de taken te vervullen, inclusief elektronische voorzieningen, beschikbaar worden gesteld: 1° in minstens een van de landstalen;2° door de beheerder zelf, door een derde die, in voorkomend geval, over de vereiste vergunningen beschikt, of door beide. Voor de toepassing van de bepaling onder 2° geldt dat, indien de taken door een derde worden vervuld, de benoeming van die derde schriftelijk wordt vastgelegd in een overeenkomst, die bepaalt 1° welke van de in het eerste lid bedoelde taken niet door de beheerder moeten worden vervuld;en 2° dat de derde alle nuttige informatie en documenten van de beheerder zal ontvangen.".

Art. 27.Artikel 90, § 2, tweede lid, van dezelfde wet wordt aangevuld met de bepalingen onder 9) en 10), luidende: "9) de gegevens die nodig zijn, waaronder het adres, voor de facturatie of de mededeling van eventuele wettelijk vastgestelde vergoedingen of kosten door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst; 10) informatie over de voorzieningen voor de uitvoering van de in artikel 43bis van richtlijn 2011/61/EU vermelde taken.".

Art. 28.In artikel 92 van dezelfde wet worden het tweede tot vierde lid vervangen als volgt: "Als het beheer van de AICB door de beheerder door een geplande wijziging niet meer zou stroken met deze wet of de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, of als de beheerder anderszins niet meer zou voldoen aan deze wet of de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, deelt de FSMA de beheerder binnen een termijn van vijftien werkdagen na ontvangst van alle in het eerste lid bedoelde informatie mee dat hij de wijziging niet mag doorvoeren. In dat geval brengt de FSMA de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst, daarvan onmiddellijk op de hoogte.

Als de geplande wijziging ondanks het eerste en tweede lid alsnog wordt doorgevoerd, of als een ongeplande wijziging heeft plaatsgehad waardoor het beheer van de AICB door de beheerder niet meer zou stroken met deze wet of de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, dan wel als de beheerder anderszins niet meer zou voldoen aan deze wet of de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, neemt de FSMA alle vereiste maatregelen overeenkomstig de artikelen 359 tot 365, inclusief, indien nodig, een uitdrukkelijk verbod om de AICB te verhandelen, en brengt zij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst, daarvan onverwijld op de hoogte.

Als de wijzigingen geen invloed hebben op de conformiteit van het beheer van de AICB door de beheerder met de bepalingen van deze wet en de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, of de naleving daarvan door de beheerder, brengt de FSMA de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst, daarvan binnen een termijn van één maand op de hoogte.".

Art. 29.In deel II, boek I, titel I, hoofdstuk III, afdeling II, onderafdeling III, B, van dezelfde wet wordt er een artikel 92/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 92/1.§ 1. Een beheerder kan de conform artikel 90 verrichte kennisgeving intrekken als hij wenst af te zien van de verhandeling van rechten van deelneming in een AICB in een andere lidstaat, mits aan alle volgende voorwaarden is voldaan: 1° behalve in het geval van AICB's met een vast aantal rechten van deelneming en AICB's die worden beheerst door Verordening (EU) 2015/760, wordt een algemeen aanbod gedaan om, zonder kosten of inhoudingen, al dergelijke rechten van deelneming in AICB's die in het bezit zijn van beleggers in die lidstaat, in te kopen of terug te betalen.Dit aanbod wordt gedurende ten minste 30 werkdagen openbaar gemaakt en wordt, hetzij rechtstreeks, hetzij via financiële tussenpersonen, individueel tot alle beleggers in die lidstaat gericht van wie de identiteit bekend is; 2° het voornemen om de verhandeling van dergelijke rechten van deelneming in die lidstaat stop te zetten, wordt openbaar gemaakt met behulp van een voor het publiek toegankelijk medium, inclusief elektronische middelen, dat gebruikelijk is voor de verhandeling van AICB's en dat geschikt is voor het type belegger tot wie de AICB zich richt;3° alle contractuele regelingen met financiële tussenpersonen of afgevaardigden worden gewijzigd of beëindigd met ingang van de datum van de intrekking van de kennisgeving om een nieuwe of verdere, directe of indirecte, aanbieding of plaatsing van rechten van deelneming die in de in paragraaf 3 bedoelde kennisgeving wordt genoemd, te voorkomen. § 2. Met ingang van de in paragraaf 1, 3°, bedoelde datum, zet de beheerder elke nieuwe of verdere, directe of indirecte, aanbieding of plaatsing van rechten van deelneming waarop de kennisgeving tot intrekking betrekking had, stop.

Gedurende een periode van 36 maanden met ingang van de in paragraaf 1, 3°, bedoelde datum doet de beheerder niet aan pre-marketing van rechten van deelneming in de in de kennisgeving bedoelde AICB, of, met betrekking tot vergelijkbare beleggingsstrategieën of beleggingsideeën, in de lidstaat die in de in paragraaf 3 bedoelde kennisgeving is aangegeven. § 3. De beheerder zendt de FSMA een kennisgeving die de in paragraaf 1 bedoelde informatie bevat.

De FSMA gaat na of de door de beheerder ingediende kennisgeving volledig is. Uiterlijk vijftien werkdagen na ontvangst van een volledige kennisgeving, zendt de FSMA die door naar de bevoegde autoriteiten van de daarin aangegeven lidstaat, alsook naar ESMA. Na doorzending van de kennisgeving overeenkomstig het tweede lid stelt de FSMA de beheerder onverwijld van die doorzending in kennis. § 4. De FSMA zendt de bevoegde autoriteiten van de lidstaat die in de in paragraaf 3 bedoelde kennisgeving is aangegeven, informatie door over alle wijzigingen in de documentatie en informatie bedoeld in artikel 90, § 2, tweede lid, 2° tot 6°. ".

Art. 30.In deel II, boek I, titel I, hoofdstuk III, afdeling II, onderafdeling III, B, van dezelfde wet wordt er een artikel 92/2 ingevoegd, luidende: "

Art. 92/2.De beheerder verschaft beleggers die nog steeds beleggingen in de AICB bezitten, alsook de FSMA de krachtens de artikelen 60 en 68 tot 72 te verstrekken informatie. De beheerder mag alle elektronische of andere middelen voor communicatie op afstand gebruiken.".

Art. 31.In artikel 103, § 2, van dezelfde wet worden het tweede en het derde lid vervangen als volgt: "Indien het beheer van de AICB door de beheerder, als gevolg van een geplande wijziging, niet meer zou stroken met deze wet en de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, of indien de beheerder anderszins niet meer zou voldoen aan deze wet en de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, deelt de FSMA de beheerder binnen een termijn van vijftien werkdagen na ontvangst van alle in het eerste lid bedoelde informatie mee dat hij de wijziging niet mag doorvoeren.

Als de geplande wijziging ondanks het eerste en tweede lid alsnog wordt doorgevoerd, of als een ongeplande wijziging heeft plaatsgehad waardoor het beheer van de AICB door de beheerder niet meer zou stroken met deze wet en de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, dan wel als de beheerder anderszins niet meer zou voldoen aan deze wet en de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, neemt de FSMA alle vereiste maatregelen overeenkomstig de artikelen 359 tot 365 en brengt zij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst van de beheerder daarvan onverwijld op de hoogte.".

Art. 32.In deel II, boek II, titel I, van dezelfde wet wordt een hoofdstuk I/1 ingevoegd, luidende: "Hoofdstuk I/1. - Pre-marketing van rechten van deelneming in alternatieve instellingen voor collectieve belegging uit de Europese Unie

Art. 122/1.Indien een beheerder uit de Europese Unie met een in artikel 6 van richtlijn 2011/61/EU bedoelde vergunning die in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte is gevestigd, aan pre-marketing van rechten van deelneming in AICB's van de Europese Unie doet bij professionele beleggers in België, kan de FSMA de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de beheerder verzoeken aanvullende informatie te verstrekken over de pre-marketing die in België plaatsvindt of heeft plaatsgevonden.".

Art. 33.In dezelfde wet wordt een artikel 125/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 125/1.§ 1. Onverminderd artikel 26 van Verordening (EU) 2015/760, moeten de in deze afdeling bedoelde beheerders, als zij voornemens zijn om rechten van deelneming in AICB's bij retailbeleggers in België te verhandelen, voorzieningen beschikbaar stellen om de volgende taken te vervullen: 1° de verwerking van inschrijvings-, betaal-, inkoop- en terugbetalingsorders van beleggers met betrekking tot rechten van deelneming in de AICB, in overeenstemming met de in de documenten van de AICB vervatte voorwaarden;2° de informatieverstrekking aan beleggers over de wijze waarop de in de bepaling onder 1° bedoelde orders kunnen worden uitgevoerd, en waarop de opbrengsten van inkopen en terugbetalingen worden uitgekeerd;3° het vergemakkelijken van de behandeling van informatie over de uitoefening, door beleggers, van hun rechten uit hoofde van hun belegging in de AICB;4° de beschikbaarstelling van de krachtens de artikelen 60 en 68 tot 72 vereiste informatie en documenten aan beleggers, ter inzage en voor het verkrijgen van kopieën; 5° de verstrekking aan beleggers, op een duurzame drager in de zin van artikel I.1, eerste lid, 15°, van het Wetboek van Economisch Recht, van informatie die dienstig is voor de taken die door de voorzieningen worden vervuld; en 6° het fungeren als contactpunt voor de communicatie met de FSMA. § 2. De beheerder zorgt ervoor dat de voorzieningen om de in paragraaf 1 bedoelde taken te vervullen, inclusief elektronische voorzieningen, beschikbaar worden gesteld: 1° in minstens een van de landstalen of in een taal die de FSMA heeft goedgekeurd;2° door de beheerder zelf, door een derde die, in voorkomend geval, over de vereiste vergunningen beschikt, of door beide. Voor de toepassing van de bepaling onder 2° geldt dat, indien de taken door een derde worden vervuld, de benoeming van die derde schriftelijk wordt vastgelegd in een overeenkomst, dit bepaalt 1° welke van de in het eerste lid bedoelde taken niet door de beheerder moeten worden vervuld;en 2° dat de derde alle nuttige informatie en documenten van de beheerder zal ontvangen.".

Art. 34.In dezelfde wet wordt een artikel 128/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 128/1.Artikel 125/1 is van toepassing op de in deze afdeling bedoelde beheerders.".

Art. 35.Artikel 132 van dezelfde wet wordt opgeheven.

Art. 36.In artikel 225, § 2, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 25 december 2016, wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidende: "In afwijking van het eerste lid, geeft de Koning aan welke in het eerste lid bedoelde documenten vermelde gegevens, gelet op hun doel, mogen worden gepubliceerd zonder voorafgaande goedkeuring door de FSMA, wanneer zij worden aangepast. Niettegenstaande dit lid, moet elke aanpassing aan de FSMA worden meegedeeld vóór zij wordt gepubliceerd, in de vorm van een versie van het document die de betrokken bijwerking omvat.".

Art. 37.Artikel 232 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "

Art. 232.Onverminderd artikel 199, eerste lid, laatste zin, 1° beslist de FSMA, binnen vijftien werkdagen na ontvangst van een volledig dossier, om, naargelang het geval, hetzij het prospectus, de essentiële beleggersinformatie of hun bijwerkingen goed te keuren, hetzij de goedkeuring van het prospectus, de essentiële beleggersinformatie of hun bijwerkingen te weigeren; 2° beslist de FSMA, binnen tien werkdagen na ontvangst van een volledig dossier, om de berichten, reclame en andere stukken die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging, dan wel een dergelijk aanbod aankondigen of aanbevelen, hetzij goed te keuren, hetzij de goedkeuring ervan te weigeren.".

Art. 38.In artikel 233 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste en het tweede lid worden de woorden "artikel 232" telkens vervangen door de woorden "artikel 232, 1° ";2° in het tweede lid worden de woorden "of de berichten, reclame en andere stukken die betrekking hebben op een aanbod dan wel het aanbod aankondigen of aanbevelen" opgeheven; 3° het artikel wordt aangevuld met een derde lid, luidende: "Indien de FSMA, na afloop van de in artikel 232, 2°, bedoelde termijn van tien werkdagen, in gebreke blijft om hetzij, met opgave van de ontbrekende elementen, de beslissing te nemen dat het dossier nog niet als volledig kan worden beschouwd, hetzij om een van de in artikel 232, 2°, bedoelde beslissingen te nemen, wordt het verzoek tot goedkeuring van de berichten, reclame en andere stukken die betrekking hebben op een aanbod, dan wel een dergelijk aanbod aankondigen of aanbevelen, geacht te zijn geweigerd.".

Art. 39.In artikel 234, tweede lid, van dezelfde wet worden de woorden "artikel 233, tweede lid" vervangen door de woorden "artikel 233, tweede en derde lid".

Art. 40.Artikel 248, § 2, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 25 oktober 2016, wordt opgeheven.

Art. 41.In artikel 263 van dezelfde wet wordt de bepaling onder 9° opgeheven.

Art. 42.In artikel 336 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 11 juli 2018, wordt de bepaling onder 2° vervangen als volgt: "2° de bepalingen van Verordening 345/2013, Verordening 346/2013, Verordening 2015/760, Verordening 2015/2365, Verordening 2017/1131, Verordening 2019/1156, Verordening 2019/2088, de artikelen 5 tot en met 7 van Verordening 2020/852, alsook de gedelegeerde handelingen en de technische regulerings- of uitvoeringsnormen die de Commissie ter uitvoering van die verordeningen of ter uitvoering van richtlijn 2011/61/EU heeft aangenomen.". HOOFDSTUK 3. - Inwerkingtreding

Art. 43.§ 1. Deze titel treedt in werking op 2 augustus 2021, met uitzondering van de artikelen 3, 11, 12, 18, 19, 20, 2° en 42.

De artikelen 3, 11, 12, 18, 19, 20, 2° en 42 treden in werking op de tiende dag na de bekendmaking van deze wet in het Belgisch Staatsblad. § 2. Tot 31 december 2021 mogen de actualiseringen van de publicitaire mededelingen die er uitsluitend toe strekken deze stukken in overeenstemming te brengen met de vereisten van artikel 4, lid 2, tweede en derde zin, en lid 3, van Verordening (EU) 2019/1156 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende het faciliteren van de grensoverschrijdende distributie van instellingen voor collectieve belegging en houdende wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 345/2013, (EU) nr. 346/2013 en (EU) nr. 1286/2014, zonder voorafgaande goedkeuring door de FSMA worden gepubliceerd. Die actualiseringen worden ter kennis gebracht van de FSMA vóór zij worden gepubliceerd, in de vorm van een versie van het document die de betrokken bijwerking omvat.

TITEL III. - OMZETTING VAN RICHTLIJN (EU) 2019/2177 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN 18 DECEMBER 2019 TOT WIJZIGING VAN RICHTLIJN 2009/138/EG BETREFFENDE DE TOEGANG TOT EN UITOEFENING VAN HET VERZEKERINGS- EN HET HERVERZEKERINGSBEDRIJF (SOLVABILITEIT II), RICHTLIJN 2014/65/EU BETREFFENDE MARKTEN VOOR FINANCIELE INSTRUMENTEN, EN VAN RICHTLIJN (EU) 2015/849 INZAKE DE VOORKOMING VAN HET GEBRUIK VAN HET FINANCIELE STELSEL VOOR HET WITWASSEN VAN GELD OF TERRORISMEFINANCIERING HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten

Art. 44.In artikel 45, § 1, 2°, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 2 mei 2019, wordt de bepaling onder l. opgeheven. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 21 november 2017 over de infrastructuren voor de markten voor financiële instrumenten en houdende omzetting van richtlijn 2014/65/EU

Art. 45.In artikel 3 van de wet van 21 november 2017 over de infrastructuren voor de markten voor financiële instrumenten en houdende omzetting van richtlijn 2014/65/EU, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de bepalingen onder 36°, 37°, 38°, 39° en 40° worden opgeheven;2° in de bepaling onder 41° wordt punt c) opgeheven.

Art. 46.Titel III van dezelfde wet wordt opgeheven.

Art. 47.In artikel 72 van dezelfde wet worden de woorden "de aanbieders van datarapporteringsdiensten" vervangen door de woorden "de ARM's en APA's waarvoor de FSMA als bevoegde autoriteit is aangesteld conform artikel 2, lid 3 van Verordening 600/2014".

Art. 48.In artikel 77/1, § 1, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 2 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de inleidende zin, worden de woorden "de aanbieders van datarapporteringsdiensten" vervangen door de woorden "de ARM's of APA's waarvoor de FSMA als bevoegde autoriteit is aangesteld conform artikel 2, lid 3, van Verordening 600/2014" en worden de woorden "een aanbieder van datarapporteringsdienst" vervangen door de woorden "een ARM of APA";2° in de bepaling onder a) worden de woorden "de aanbieder van datarapporteringsdiensten financieel of op het vlak van haar administratieve en boekhoudkundige organisatie of van haar interne controle" vervangen door de woorden "het ARM of de APA financieel of op het vlak van hun administratieve en boekhoudkundige organisatie of van hun interne controle";3° in de bepaling onder d) worden de woorden "de aanbieder van datarapporteringsdiensten" vervangen door de woorden "het ARM of de APA".

Art. 49.In artikel 77/2 van dezelfde wet, ingevoegd bij wet van 2 mei 2019, worden de woorden "aanbieders van datarapporteringsdiensten" vervangen door de woorden "ARM's of APA's waarvoor de FSMA als bevoegde autoriteit is aangesteld conform artikel 2, lid 3, van Verordening 600/2014".

Art. 50.Artikel 85 van dezelfde wet wordt opgeheven.

Art. 51.In artikel 86, § 1, van dezelfde wet, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de inleidende zin worden de woorden "een aanbieder van datarapporteringsdiensten" vervangen door de woorden "een ARM of APA waarvoor de FSMA als bevoegde autoriteit is aangesteld conform artikel 2, lid 3, van Verordening 600/2014";2° in de bepalingen onder 1° worden de woorden "de betrokken aanbieder van datarapporteringsdiensten" vervangen door de woorden "het betrokken ARM of de betrokken APA" en in de bepaling onder 2°, eerste lid, worden de woorden "de aanbieder van datarapporteringsdiensten" telkens vervangen door de woorden "het ARM of de APA";3° in de bepaling onder 2°, tweede lid, worden de woorden "de aanbieder van datarapporteringsdiensten" vervangen door de woorden "het ARM of de APA";4° in de bepaling onder 3°, eerste lid, worden de woorden "een aanbieder van datarapporteringsdiensten" vervangen door de woorden "een ARM of een APA".

Art. 52.In artikel 89 van dezelfde wet, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de bepaling onder 3° worden de woorden "zonder daartoe erkend te zijn" vervangen door de woorden "zonder over de daartoe vereiste vergunning te beschikken";2° in de Franse versie van de bepaling onder 4° worden de woorden "sans être reconnus à ce titre" vervangen door de woorden "sans disposer de l'agrément requis". HOOFDSTUK 3. - Inwerkingtreding

Art. 53.Deze titel treedt in werking op 1 januari 2022.

TITEL IV. - TENUITVOERLEGGING VAN VERORDENING (EU) 2019/2088 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN 27 NOVEMBER 2019 BETREFFENDE INFORMATIEVERSCHAFFING OVER DUURZAAMHEID IN DE FINANCIELE DIENSTENSECTOR EN VAN VERORDENING (EU) 2020/852 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN 18 JUNI 2020 BETREFFENDE DE TOTSTANDKOMING VAN EEN KADER TER BEVORDERING VAN DUURZAME BELEGGINGEN EN TOT WIJZIGING VAN VERORDENING (EU) 2019/2088 VOOR DE SECTOR VAN HET COLLECTIEF BEHEER HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten

Art. 54.Artikel 2, eerste lid, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 2 mei 2019, wordt aangevuld met de bepalingen onder 73° en 74°, luidende: "73° "Verordening 2019/2088": de Verordening (EU) 2019/2088 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende informatieverschaffing over de duurzaamheid in de financiëledienstensector;" "74° "Verordening 2020/852": de Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2020 betreffende de totstandbrenging van een kader ter bevordering van duurzame beleggingen en tot wijziging van Verordening (EU) 2019/2088.".

Art. 55.In dezelfde wet wordt een artikel 37octies ingevoegd, luidende: "

Art. 37octies.De FSMA oefent de taken uit die Verordening 2019/2088 en Verordening 2020/852 aan de bevoegde overheid toevertrouwen. In die hoedanigheid ziet zij toe op de naleving van de bepalingen van Verordening 2019/2088 en van de artikelen 5 tot en met 7 van Verordening 2020/852, alsook van de op grond van of krachtens deze Verordeningen en bepalingen vastgestelde bepalingen, door de financiëlemarktdeelnemers en financieel adviseurs die, overeenkomstig artikel 45, aan haar toezicht zijn onderworpen.

Voor de uitoefening van deze opdracht kan de FSMA: 1° de in de artikelen 34 en 35 bedoelde bevoegdheden uitoefenen;2° de in de artikelen 79 tot 85bis bedoelde bevoegdheden uitoefenen overeenkomstig de in die artikelen voorziene modaliteiten. De artikelen 36 en 37 zijn van toepassing bij inbreuken op de verplichtingen en verbodsbepalingen die voortvloeien uit voornoemde Verordeningen en uit de bepalingen genomen op basis of ter uitvoering van die Verordeningen, alsook bij inbreuken op de verplichtingen of maatregelen die krachtens het tweede lid, 2°, zijn opgelegd.". HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening

Art. 56.Artikel 2, eerste lid, van de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 11 januari 2019, wordt aangevuld met de bepalingen onder 25° en 26°, luidende: "25° Verordening 2019/2088: de Verordening (EU) 2019/2088 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende informatieverschaffing over de duurzaamheid in de financiëledienstensector, inclusief de gedelegeerde handelingen en de technische regulerings- of uitvoeringsnormen die de Commissie ter uitvoering van die Verordening heeft aangenomen; 26° Verordening 2020/852: de Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2020 betreffende de totstandbrenging van een kader ter bevordering van duurzame beleggingen en tot wijziging van Verordening (EU) 2019/2088, inclusief de gedelegeerde handelingen en de technische regulerings- of uitvoeringsnormen die de Commissie ter uitvoering van die Verordening heeft aangenomen.".

Art. 57.In dezelfde wet wordt een artikel 102/2 ingevoegd, luidende: "

Art. 102/2.De bepalingen van deze afdeling zijn ook van toepassing met betrekking tot Verordening 2019/2088 en de artikelen 5 tot en met 7 van Verordening 2020/852.".

Art. 58.In artikel 123, eerste lid, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 11 januari 2019, wordt de bepaling onder 1° aangevuld met de woorden ", of overeenkomstig de bepalingen van Verordening 2019/2088 of de artikelen 5 tot en met 7 van Verordening 2020/852;".

Art. 59.In artikel 130, § 1, eerste lid, 2°, van dezelfde wet worden de woorden ", of door Verordening 2019/2088 of de artikelen 5 tot en met 7 van Verordening 2020/852" ingevoegd tussen de woorden "of haar uitvoeringsbesluiten" en de woorden "zijn opgelegd".

Art. 60.In artikel 149, § 1, eerste lid, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 11 januari 2019, wordt de bepaling onder 1° aangevuld met de woorden "of aan de bepalingen van Verordening 2019/2088 of aan de artikelen 5 tot en met 7 van Verordening 2020/852.".

Art. 61.In artikel 150, tweede lid, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 juli 2013, worden de woorden "of op de bepalingen van Verordening 2019/2088 of op de artikelen 5 tot en met 7 van Verordening 2020/852," ingevoegd tussen de woorden "op de maatregelen genomen in uitvoering ervan," en de woorden "een administratieve boete opleggen". HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen

Art. 62.Artikel 5 van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 3 april 2019, wordt aangevuld met de bepalingen onder 59° en 60°, luidende: "59° "Verordening 2019/2088": de Verordening (EU) 2019/2088 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende informatieverschaffing over de duurzaamheid in de financiëledienstensector; 60° "Verordening 2020/852": de Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2020 betreffende de totstandbrenging van een kader ter bevordering van duurzame beleggingen en tot wijziging van Verordening (EU) 2019/2088.".

Art. 63.Artikel 297 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 6 december 2018, wordt vervangen als volgt: "

Art. 297.De bepalingen van dit Deel zijn ook van toepassing met betrekking tot Verordening 2019/2088 en de artikelen 5 tot en met 7 van Verordening 2020/852, alsook met betrekking tot de gedelegeerde handelingen en de technische regulerings- of uitvoeringsnormen die de Commissie ter uitvoering van die Verordeningen of ter uitvoering van de IDD-richtlijn heeft aangenomen.".

Art. 64.In artikel 311, § 3, eerste lid, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 december 2018 worden de woorden "of, voor zover zij op hem van toepassing zijn, de bepalingen van Verordening 2019/2088" ingevoegd tussen de woorden "haar uitvoeringsbesluiten en -reglementen," en de woorden "kan zij de termijn vaststellen".

Art. 65.In artikel 312, § 3, eerste lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 18 april 2017, vernummerd en vervangen bij de wet van 6 december 2018, worden de woorden ", of de voor hem geldende bepalingen van Verordening 2019/2088" ingevoegd tussen de woorden "de ter uitvoering van die bepalingen genomen besluiten en reglementen" en de woorden "niet naleeft".

TITEL V. - DIVERSE BEPALINGEN HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten

Art. 66.Artikel 22bis, § 2, eerste lid, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, ingevoegd bij de wet van 25 april 2014 en vervangen bij de wet van 25 december 2016, wordt vervangen als volgt: "Onverminderd artikel 34, § 1, 1°, c), bezorgen de commissarissen belast met de controle van de jaarrekening van de niet-financiële tegenpartijen die voldoen aan de in het tweede lid bedoelde criteria, haar, op kosten van die ondernemingen, bijzondere verslagen over de naleving van de verplichtingen die voortvloeien uit Verordening 648/2012.

De FSMA bepaalt bij reglement: 1° de gevallen waarin de verplichting geldt om haar voornoemde bijzondere verslagen te bezorgen;2° de frequentie waarmee haar die bijzondere verslagen moeten worden bezorgd;en 3° de gevallen waarin die frequentie, in voorkomend geval, kan worden verlaagd of verhoogd, overeenkomstig een risicogebaseerde benadering. Het reglement houdt daarbij onder meer rekening met de omvang van de derivatenactiviteiten van de niet-financiële tegenpartij, het risicoprofiel van die activiteiten, het bestaan van door de commissaris of de FSMA in een vorig boekjaar vastgestelde inbreuken of geformuleerde opmerkingen, de benoeming van een nieuwe commissaris of het feit dat het om een niet-financiële tegenpartij gaat die voor het eerst aan een van voornoemde criteria voldoet, waardoor de verplichting geldt om de FSMA bijzondere verslagen te bezorgen, of waarvan de organisatie een belangrijke verandering heeft ondergaan.".

Art. 67.Artikel 45, § 1, eerste lid, 2°, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 2 mei 2019, wordt aangevuld met een bepaling onder n., luidende: "n. de aanbieders van diensten voor het wisselen tussen virtuele valuta en fiduciaire valuta en de aanbieders van bewaarportemonnees als bedoeld in artikel 5, § 1, eerste lid, 14° /1 en 14° /2, van de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten, en in het ter uitvoering van artikel 5, § 1, tweede lid, van dezelfde wet genomen besluit.".

Art. 68.Artikel 67 treedt in werking op de dag van inwerkingtreding van het besluit genomen ter uitvoering van artikel 5, § 1, tweede lid, van de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening

Art. 69.In de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening wordt de titel van afdeling V van Hoofdstuk II van Titel II vervangen als volgt: "Nietigheid, ontbinding, vereffening en faillissement"

Art. 70.In artikel 37, eerste lid, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011, worden de woorden "of de opening van een faillissementsprocedure of een voorlopige ontneming in de zin van artikel XX.32 van het Wetboek van Economisch Recht" ingevoegd tussen de woorden "vordering tot nietigheid of gerechtelijke ontbinding" en de woorden "van een organisme voor de financiering van pensioenen". HOOFDSTUK 3. -Wijzigingen van de wet van 25 oktober 2016 betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies

Art. 71.In artikel 2 van de wet van 25 oktober 2016 betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 11 maart 2018, wordt de bepaling onder 10° vervangen als volgt: "10° gepersonaliseerde aanbeveling: een aanbeveling als gedefinieerd in artikel 9 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/565 van de Commissie van 25 april 2016 houdende aanvulling van richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de door beleggingsondernemingen in acht te nemen organisatorische eisen en voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening en wat betreft de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn.".

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 4 juli 2021.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken : K55-2000 Integraal verslag: 23 en 24 juni 2021.

^