gepubliceerd op 06 april 1999
Wet tot wijziging van de wet van 12 juni 1930 tot oprichting van een Muntfonds en de wet van 4 april 1995 houdende fiscale en financiële bepalingen
4 FEBRUARI 1999. - Wet tot wijziging van de wet van 12 juni 1930 tot oprichting van een Muntfonds en de wet van 4 april 1995 houdende fiscale en financiële bepalingen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid zoals bepaald in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2.Een artikel 62bis, luidend als volgt, wordt in de wet van 4 april 1995 houdende fiscale en financiële bepalingen ingevoegd : «
Artikel 62bis.Na uitputting van het in artikel 61 bedoelde reservefonds, wordt het verliessaldo van de Koninklijke Munt van belgië door het Muntfonds ten laste genomen. ».
Art. 3.Artikel 4, tweede lid, van de wet van 12 juni 1930 tot oprichting van een Muntfonds, vervangen bij de wet van 4 april 1995, wordt aangevuld als volgt : « 8° het bedrag aangewend om het verlies van de Koninklijke Munt van België, bepaald in artikel 62bis van de wet van 4 april 1995 houdende fiscale en financiële bepalingen, te dekken. ».
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 4 februari 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY De Minister van Financiën, J.-J. VISEUR Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS _______ Nota (1) Zitting 1998-1999 Kamer van volksvertegenwoordigers Gedr.St. - 1811.
Nr. 1 : Wetsontwerp.
Nr. 2 : Verslag.
Nr. 3 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat.
Handelingen. - 17 december 1998.
Senaat Gedr. St. - 1212.
Nr. 1 : Ontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers.