gepubliceerd op 05 juni 2002
Wet houdende instemming met het Aanvullend Protocol, gedaan te Abidjan op 28 september 1999, bij de Scheepvaartovereenkomst tussen de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie en de Republiek Ivoorkust, ondertekend te Abidjan op 25 november 1977 (2)
3 SEPTEMBER 2000. - Wet houdende instemming met het Aanvullend Protocol, gedaan te Abidjan op 28 september 1999, bij de Scheepvaartovereenkomst tussen de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie en de Republiek Ivoorkust, ondertekend te Abidjan op 25 november 1977 (1) (2)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 2.Het Aanvullend Protocol, gedaan te Abidjan op 28 september 1999, bij de Scheepvaartovereenkomst tussen de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie en de Republiek Ivoorkust, ondertekend te Abidjan op 25 november 1977, zal volkomen gevolg hebben.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 3 september 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL De Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN Met `s Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota's (1) Zitting 1999-2000. Senaat.
Documenten. - Ontwerp van wet ingediend op 10 juli 2000, nr. 2-516/1. - Verslag, nr. 2-516/2. - Tekst aangenomen door de Commissie, nr. 2-516/3.
Parlementaire Handelingen. - Bespreking. Vergadering van 13 juli 2000. - Stemming. Vergadering van 13 juli 2000.
Kamer van volksvertengenwoordigers Documenten.- Tekst overgezonden door de Senaat, nr. 50-805/1. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekractiging voorgelegd, nr. 50-805/2.
Parlementaire Handelingen. - Bespreking. Vergadering van 14 juli 2000. - Stemming. Vergadering van 14 juli 2000. (2) Overeenkomstig zijn artikel 4, is dit akkoord in werking getreden op 30 mei 2002. AANVULLEND PROTOCOL BIJ DE SCHEEPVAARTOVEREENKOMST TUSSEN DE BELGISCH-LUXEMBURGSE ECONOMISCHE UNIE EN DE REPUBLIEK IVOORKUST De Regering van het Koninkrijk België, mede in naam van de Regering van het Groothertogdom Luxemburg krachtens bestaande Akkoorden en De Regering van de Republiek Ivoorkust, anderzijds, Geleid door de wens het scheepvaartverkeer harmonieus te ontwikkelen tussen de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie en de Republiek Ivoorkust, Gelet op het Verdrag van 6 april 1974 inzake een Gedragscode voor Lijnvaartconferences;
Gelet op de Scheepvaartovereenkomst tussen de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie en de Republiek Ivoorkust van 25 november 1977.
Verwijzend naar de artikelen 3 en 4 van voornoemde overeenkomst, Gelet op de verplichtingen van het Koninkrijk België en van het Groothertogdom Luxemburg tegenover de reglementering van de Europese Unie, Gelet op de internationale en nationale verplichtingen van Ivoorkust wat betreft zijn maritiem domein. zijn als volgt overeengekomen : Artikel 1 Beide Partijen bevestigen opnieuw gehecht te zijn aan de Scheepvaartovereenkomst BLEU/Ivoorkust van 25 november 1977 die het zeevaartverkeer tussen beide landen regelt.
Artikel 2 De in artikel 4 van het bestaande Akkoord bedoelde deelname van de scheepvaartondernemingen aan het goederenvervoer voortvloeiend uit de buitenlandse handel van de BLEU en de Republiek Ivoorkust, zoals voorzien in de artikelen 3 en 4 van de Scheepvaartovereenkomst wordt geregeld, wat betreft het lijnvaartconference-vervoer, door het Verdrag van 6 april 1974 inzake een Gedragscode voor Lijnvaartconferences.
De uit het Akkoord voortvloeiende rechten voor de rederijen van België en Luxemburg gelden ook : - voor schepen van scheepvaartondernemingen die in andere lidstaten van de Europese Unie zijn gevestigd en, - voor de onderdanen en voor de scheepvaartondernemingen van de lidstaten die buiten de Europese Unie zijn gevestigd, indien hun schepen in een lidstaat zijn geregistreerd.
De scheepvaartondernemingen buiten conferenceverband kunnen eveneens aan het scheepvaartverkeer deelnemen mits het beginsel van eerlijke concurrentie op een commerciële basis wordt in acht genomen.
Artikel 3 (1) Het Aanvullend Protocol treedt in werking na wederzijdse kennisgeving door de Partijen van de uitvoering van de door hun respectieve wetgeving opgelegde formaliteiten.(2) Het blijft voor onbepaalde duur in werking. Evenwel kan het te allen tijde schriftelijk en langs diplomatieke weg worden opgezegd.
In dit geval zal het ophouden uitwerking te hebben een jaar na ontvangst van de opzegging door de andere Contracterende partij.
Gedaan te Abidjan, op 28 september 1999, in twee exemplaren in de Franse taal, beide teksten zijnde gelijkelijk rechtsgeldig.
Voor de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie : Grégoire VARDAKIS, Ambassadeur van het Koninkrijk België en de Republiek Ivoorkust.
Voor de Republiek Ivoorkust : Youssoufou BAMBA, Gedelegeerd Minister bij de Minister van Staat, Minister van Buitenlandse zaken en Internationale Samenwerking, belast met Internationale Samenwerking.