Etaamb.openjustice.be
Wet van 02 juli 2015
gepubliceerd op 14 december 2016

Wet houdende instemming met het Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Kosovo betreffende de overbrenging van gevonniste personen, gedaan te Brussel op 18 juni 2010 (2)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2016015145
pub.
14/12/2016
prom.
02/07/2015
ELI
eli/wet/2015/07/02/2016015145/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

2 JULI 2015. - Wet houdende instemming met het Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Kosovo betreffende de overbrenging van gevonniste personen, gedaan te Brussel op 18 juni 2010 (1)(2)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van Volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.Het Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Kosovo betreffende de overbrenging van gevonniste personen, gedaan te Brussel op 18 juni 2010, zal volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 2 juli 2015.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, D. REYNDERS De Minister van Justitie, K. GEENS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota's (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : Stukken : 54-1021 Integraal verslag : 19/05/2015 (2) Datum inwerkingtreding : 24 december 2016. VERDRAG TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGI" EN DE REGERING VAN DE REPUBLIEK KOSOVO BETREFFENDE DE OVERBRENGING VAN GEVONNISTE PERSONEN De Regering van het Koninkrijk België en De Regering van de Republiek Kosovo Verlangend om de internationale samenwerking op het domein van het strafrecht verder te ontwikkelen;

Gelet op het feit dat dergelijke samenwerking de doeleinden van de rechtspleging en de sociale herinschakeling van gevonniste personen moet bevorderen;

Overwegende dat deze doelstellingen eisen dat vreemdelingen die van hun vrijheid worden benomen als gevolg van een strafrechtelijke veroordeling de kans zouden moeten krijgen om hun straf in hun eigen maatschappij uit te zitten;

Overwegende dat deze doelstelling het best gerealiseerd wordt door overbrenging naar hun eigen land, Zijn overeengekomen hetgeen volgt : Artikel 1 Definities Met het oog op dit Verdrag wordt overeengekomen : 1. "veroordeling" betekent elke straf of maatregel door een rechtbank opgelegd en met zich medebrengende vrijheidsbeneming gedurende een beperkte of onbeperkte periode wegens een strafbaar feit;2. "vonnis" betekent een rechterlijke beslissing of bevel waarbij een veroordeling wordt uitgesproken;3. "Staat" betekent de Regering van de Republiek Kosovo of de Regering van het Koninkrijk België;4. "de Staat van veroordeling" is de Staat waarin de veroordeling werd uitgesproken tegen de persoon die kan worden of reeds is overgebracht;5. "de Staat van tenuitvoerlegging" is de Staat waarnaar de gevonniste persoon kan worden of reeds is overgebracht teneinde zijn veroordeling te ondergaan;6. "Centrale Autoriteit" is in het geval van het Koninkrijk België de Federale Overheidsdienst Justitie, en in het geval van de Republiek Kosovo het Ministerie van Justitie. Artikel 2 Algemene Principes 1. Beide Staten verbinden zich ertoe om in zo ruim mogelijke mate met elkaar samen te werken met betrekking tot de overbrenging van gevonniste personen, in overeenstemming met de bepalingen van dit Verdrag.2. Een persoon die werd gevonnist op het grondgebied van een Staat, kan in overeenstemming met de bepalingen van dit Verdrag worden overgebracht naar het grondgebied van de andere Staat om daar de hem opgelegde straf of maatregel te ondergaan.Te dien einde kan hij de Staat van veroordeling of de Staat van tenuitvoerlegging zijn wens te kennen geven om overeenkomstig het onderhavige Verdrag te worden overgebracht. 3. De overbrenging kan door de Staat van veroordeling of door de Staat van tenuitvoerlegging worden verzocht. Artikel 3 Voorwaarden voor overbrenging 1. Een gevonniste persoon kan in het kader van dit Verdrag alleen onder de volgende voorwaarden worden overgebracht : a.de persoon is een onderdaan van de Staat van tenuitvoerlegging; b. het vonnis is onherroepelijk;c. de gevonniste persoon heeft, op het tijdstip van ontvangst van het verzoek tot overbrenging, nog minstens één jaar van zijn vrijheidsstraf te ondergaan, of de veroordeling is van onbepaalde duur;d. de gevonniste persoon of, wanneer gelet op zijn leeftijd of lichamelijke of geestelijke toestand, een der beide Staten zulks nodig acht, de wettelijke vertegenwoordiger van de gevonniste persoon met de overbrenging moet instemmen, tenzij in de gevallen vermeld in Artikelen 8, 9 en 14;e. indien de handelingen of nalatigheden op grond waarvan de veroordeling werd uitgesproken een strafbaar feit opleveren naar het recht van de Staat van tenuitvoerlegging of een strafbaar feit zouden opleveren indien dit op zijn grondgebied zouden zijn gepleegd;en f. Indien de Staat van veroordeling en de Staat van tenuitvoerlegging met de overbrenging instemmen. 2. In uitzonderlijke gevallen, kunnen de Staten het eens zijn over een overbrenging, zelfs indien de resterende duur van vrijheidsbeneming van de gevonniste kleiner is dan gespecificeerd in paragraaf 1.c.

Artikel 4 Informatieplicht 1. Elke gevonniste persoon op wie dit Verdrag kan worden toegepast, moet door de Staat van veroordeling in kennis worden gesteld van de strekking van dit Verdrag.2. Indien de gevonniste persoon zijn wens tot overbrenging ingevolge dit Verdrag heeft kenbaar gemaakt aan de Staat van veroordeling, dient die Staat de Staat van tenuitvoerlegging zo spoedig mogelijk daarvan in kennis te stellen, nadat het vonnis onherroepelijk is geworden.3. Deze kennisgeving moet de volgende informatie omvatten : a.de naam, geboortedatum en -plaats van de gevonniste persoon; b. zijn eventueel adres op het grondgebied van de Staat van tenuitvoerlegging;c. een opgave van de strafbare feiten die aan de veroordeling ten grondslag liggen;d. de aard, duur en aanvangsdatum van de straf.4. Indien de gevonniste persoon zijn wens tot overbrenging ingevolge dit Verdrag heeft kenbaar gemaakt aan de Staat van tenuitvoerlegging, doet de Staat van veroordeling, op verzoek van de Staat van tenuitvoerlegging, de in lid 3 bedoelde inlichtingen toekomen.5. De gevonniste persoon moet schriftelijk en in een taal die hij begrijpt, in kennis worden gesteld van alle stappen die de Staat van veroordeling of de Staat van tenuitvoerlegging ondernemen in toepassing van de vorige paragrafen, alsmede van alle door één van beide Staten genomen beslissingen met betrekking tot een verzoek tot overbrenging. Artikel 5 Verzoeken en antwoorden 1. Verzoeken tot overbrenging en de antwoorden daarop geschieden schriftelijk.2. Alle communicatie tussen Staten verloopt rechtstreeks tussen de Centrale Autoriteiten van elke Staat.3. De aangezochte Staat stelt de verzoekende Staat onverwijld in kennis van zijn beslissing of al dan niet met de verzochte overbrenging wordt ingestemd. Artikel 6 Bewijsstukken 1. De Staat van tenuitvoerlegging verstrekt de Staat van veroordeling op diens verzoek : a.een document of verklaring waaruit blijkt dat de gevonniste persoon de nationaliteit van die Staat bezit; b. een afschrift van de wettelijke bepalingen van de Staat van tenuitvoerlegging waaruit blijkt dat de handelingen of nalatigheden op grond waarvan de veroordeling werd uitgesproken een strafbaar feit opleveren naar het recht van de Staat van tenuitvoerlegging of een strafbaar feit zouden opleveren indien dit op zijn grondgebied zouden zijn gepleegd.2. Indien om een overbrenging wordt verzocht, moet de Staat van veroordeling de Staat van tenuitvoerlegging de volgende documenten verstrekken, tenzij één van beide Staten reeds kenbaar heeft gemaakt niet te zullen instemmen met de overbrenging : a.een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van de veroordeling en van de hiertoe toegepaste wettelijke bepalingen; b. een verklaring over het gedeelte van de veroordeling dat reeds werd ondergaan, alsmede alle informatie betreffende enige voorlopige hechtenis, strafvermindering en elke andere voor de tenuitvoerlegging van de veroordeling ter zake dienende omstandigheid, zoals strafvermindering voor geleverd werk of goed gedrag; c. in andere gevallen dan vermeld in Artikelen 8 en 14, een verklaring inhoudende de instemming met de overbrenging als bedoeld in artikel 3.1.d. of, indien van toepassing, de documenten vermeld in Artikel 9.3; d. in voorkomend geval, alle medische of sociale verslagen over de gevonniste persoon, informatie over zijn behandeling in de Staat van veroordeling, en elke aanbeveling voor zijn verdere behandeling in de Staat van tenuitvoerlegging.Dergelijke informatie omvat een verslag over het gedrag van de gevonniste persoon tijdens zijn opsluiting, relevante psychiatrische en psychologische verslagen, eventuele zelfmoordpoging, informatie over zijn medische toestand inclusief drugsmisbruik, informatie over vroegere en huidige behandeling, verslagen over disciplinaire of andere incidenten tijdens de periode van opsluiting, inbegrepen speciale opmerkingen met betrekking tot veiligheid. 3. Elk der beide Staten kan verzoeken om in het bezit te worden gesteld van een der in lid 1 of 2 hierboven bedoelde document en verklaringen alvorens een verzoek tot overbrenging te doen of een beslissing te nemen of hij al dan niet met de overbrenging zal instemmen. Artikel 7 Instemming en verificatie 1. De Staat van veroordeling vergewist zich ervan dat de persoon die in overeenstemming met Artikel 3.1.d. zijn instemming moet geven met de overbrenging, dit vrijwillig doet, zich volledig bewust is van de daaruit voortvloeiende rechtsgevolgen, na overleg met een onafhankelijke juridische raadsman. De procedure voor het verlenen van deze instemming wordt beheerst door de wet van de Staat van veroordeling. 2. De persoon die zijn instemming moet geven met de overbrenging, moet voorafgaand alle informatie krijgen over relevante gevangenisomstandigheden, beschikbare diensten en regelingen met betrekking tot de invrijheidstelling in de Staat van tenuitvoerlegging.3. De Staat van veroordeling stelt de Staat van tenuitvoerlegging in de gelegenheid om door middel van een consul of een andere in overeenstemming met de Staat van tenuitvoerlegging aangewezen functionaris, te onderzoeken dat de instemming in overeenstemming met de in onderhavig artikel beschreven voorwaarden wordt gegeven. Artikel 8 Personen die ontsnappen aan de hechtenis door de Staat van veroordeling 1. Wanneer een onderdaan van een Partij die is veroordeeld bij onherroepelijk vonnis, uitgesproken op het grondgebied van de andere Partij, zich aan de tenuitvoerlegging of verdere tenuitvoerlegging van de veroordeling in de Staat van veroordeling tracht te onttrekken door te vluchten naar het grondgebied van de eerstgenoemde Partij voordat hij de veroordeling heeft ondergaan, kan de Staat van veroordeling de andere Partij verzoeken de tenuitvoerlegging van de veroordeling over te nemen.2. Op verzoek van de Staat van veroordeling kan de Staat van tenuitvoerlegging voorafgaand aan de ontvangst van de stukken ter staving van het verzoek of aan de beslissing op het verzoek, de gevonniste persoon aanhouden of andere maatregelen nemen teneinde te verzekeren dat de gevonniste persoon op diens grondgebied blijft, in afwachting van een beslissing over het verzoek.Verzoeken tot voorlopige maatregelen moeten vergezeld gaan van de in artikel 4, derde lid, van het Verdrag genoemde inlichtingen. De strafrechtelijke positie van de gevonniste persoon zal niet worden verzwaard ten gevolge van een uit hoofde van dit lid in hechtenis doorgebrachte periode. 3. De instemming van de gevonniste persoon is voor de overdracht van de tenuitvoerlegging van de veroordeling niet vereist. Artikel 9 Gevonniste personen voor wie een bevel tot uitzetting of uitwijzing geldt 1. Op verzoek van de Staat van veroordeling kan de Staat van tenuitvoerlegging, met inachtneming van de bepalingen van dit artikel, ermee instemmen een gevonniste persoon zonder de instemming van die persoon over te brengen, wanneer de tegen hem uitgesproken veroordeling of een daaruit voortvloeiende administratieve beslissing een bevel tot uitzetting of uitwijzing inhoudt of enige andere maatregel krachtens welke het aan die persoon na zijn invrijheidstelling niet langer is toegestaan op het grondgebied van de Staat van veroordeling te verblijven.2. De Staat van tenuitvoerlegging geeft zijn instemming als bedoeld in het eerste lid enkel nadat hij de mening van de gevonniste persoon in zijn overwegingen heeft betrokken.3. Voor de toepassing van dit artikel verstrekt de Staat van veroordeling de Staat van tenuitvoerlegging : a.een verklaring waarin de mening van de gevonniste persoon over zijn beoogde overbrenging is weergegeven, en b. een kopie van het bevel tot uitzetting of uitwijzing of enig ander bevel ten gevolge waarvan het aan die persoon na zijn invrijheidstelling niet langer is toegestaan op het grondgebied van de Staat van veroordeling te verblijven.4. Een krachtens de bepalingen van dit artikel overgebrachte persoon wordt noch vervolgd, noch veroordeeld, noch in hechtenis genomen met het oog op de tenuitvoerlegging van een veroordeling of een bevel tot aanhouding noch aan enige andere beperking van zijn vrijheid onderworpen voor enig ander voor de overbrenging gepleegd feit dan dat waarvoor de ten uitvoer te leggen veroordeling werd uitgesproken, behalve in de volgende gevallen : a.wanneer de Staat van veroordeling hierin toestemt : een verzoek om toestemming dient te worden overgelegd, vergezeld van alle relevante documenten en een rechterlijk proces-verbaal van de door de gevonniste persoon afgelegde verklaringen; de toestemming wordt gegeven indien het strafbare feit waarvoor deze wordt gevraagd op zich zelf een grond voor uitlevering zou zijn krachtens de wetgeving van de Staat van veroordeling of wanneer uitlevering uitsluitend vanwege de strafmaat zou worden uitgesloten; b. wanneer de gevonniste persoon, hoewel hij daartoe de mogelijkheid had, niet binnen de vijfenveertig dagen die op zijn definitieve invrijheidstelling volgden, het grondgebied van de Staat van tenuitvoerlegging heeft verlaten of indien hij na dit gebied te hebben verlaten daarin is teruggekeerd.5. Onverminderd de bepalingen van het vierde lid kan de Staat van tenuitvoerlegging de maatregelen nemen die nodig zijn voor de stuiting van de verjaring overeenkomstig zijn wet, waaronder begrepen het instellen van een verstekprocedure. Artikel 10 Effect van overbrenging voor de Staat van veroordeling 1. Met de daadwerkelijke overname van de gevonniste persoon door de autoriteiten van de Staat van tenuitvoerlegging wordt de tenuitvoerlegging van de veroordeling in de Staat van veroordeling geschorst.2. De Staat van veroordeling kan de veroordeling niet langer ten uitvoer leggen, indien de Staat van tenuitvoerlegging de veroordeling beschouwt geheel ten uitvoer gelegd te zijn. Artikel 11 Effect van de overbrenging voor de Staat van tenuitvoerlegging 1. De bevoegde autoriteiten van de Staat van tenuitvoerlegging dienen : a.de tenuitvoerlegging van de veroordeling onmiddellijk voort te zetten of op grond van een rechterlijke of administratieve beschikking op de in artikel 12 vermelde voorwaarden; of b. de veroordeling door middel van een rechterlijke of administratieve procedure in een beslissing van die Staat om te zetten, waarbij voor de sanctie in de Staat van veroordeling opgelegd, een sanctie in de plaats wordt gesteld, zoals voorgeschreven voor hetzelfde strafbare feit naar het recht van de Staat van tenuitvoerlegging onder de in artikel 13 vermelde voorwaarden.2. De Staat van tenuitvoerlegging stelt desgevraagd, vóór de overbrenging van de gevonniste persoon, de Staat van veroordeling in kennis welke van deze procedures door hem zal worden gevolgd.3. De tenuitvoerlegging van de veroordeling wordt beheerst door het recht van de Staat van tenuitvoerlegging en alleen die Staat is bevoegd om alle terzake dienende beslissingen te nemen. Artikel 12 Voortgezette tenuitvoerlegging 1. Ingeval van voortzetting der tenuitvoerlegging is de Staat van tenuitvoerlegging gebonden aan het rechtskarakter en de duur van de veroordeling, zoals die zijn vastgesteld door de Staat van veroordeling.2. Indien deze veroordeling evenwel naar aard en duur onverenigbaar is met de wet van de Staat van tenuitvoerlegging, of indien de wet van die Staat zulks vereist, kan die Staat door middel van een rechterlijke of administratieve beschikking, de sanctie aanpassen aan de straf of maatregel door zijn eigen wet voor een soortgelijk strafbaar feit voorgeschreven.Wat de aard betreft, zal de straf of maatregel voor zover mogelijk overeenstemmen met die welke door de ten uitvoer te leggen veroordeling is opgelegd. De door de Staat van veroordeling opgelegde sanctie zal hierdoor naar aard en duur niet worden verzwaard en evenmin zal het door de wet van de Staat van tenuitvoerlegging voorgeschreven maximum hierdoor worden overschreden.

Artikel 13 Omzetting van veroordeling 1. Ingeval van omzetting van de veroordeling zijn de in de wetgeving van de Staat van tenuitvoerlegging voorziene procedures van toepassing.Bij omzetting van de veroordeling : a. is de bevoegde autoriteit gebonden aan de vaststelling van de feiten voor zover deze uitdrukkelijk of impliciet blijken uit het door de Staat van veroordeling uitgesproken vonnis;b. kan de bevoegde autoriteit een sanctie die vrijheidsbeneming met zich mede brengt, niet in een geldstraf omzetten;c. brengt de bevoegde autoriteit de volledige periode van de door de gevonniste persoon reeds ondergane vrijheidsbeneming in mindering;en d. zal de bevoegde autoriteit de strafrechtelijke positie van de gevonniste persoon niet verzwaren en is niet gebonden aan een eventueel minimum waarin door de wet van de Staat van tenuitvoerlegging wordt voorzien voor het gepleegde strafbare feit of de gepleegde strafbare feiten.2. Indien de omzettingsprocedure gevolgd wordt na de overbrenging van de gevonniste persoon, houdt de Staat van tenuitvoerlegging de gevonniste persoon in bewaring of neemt andere maatregelen ten einde diens aanwezigheid in de Staat van tenuitvoerlegging te verzekeren, in afwachting van de afloop van die procedure. Artikel 14 Voorwaardelijke invrijheidsstelling en probatie 1. Wanneer een onderdaan van de ene Staat voorwerp is van een uitspraak die voorwaardelijke opschorting of voorwaardelijk uitstel van de veroordeling of van de inhechtenisneming, of wanneer hij voorwaardelijk is veroordeeld of voorwaardelijk is vrijgelaten kan deze laatste de eerste vragen het toezicht over deze voorwaarden over te nemen.2. Voor deze overname van toezicht op de voorwaarden is geen instemming van de belanghebbende partij vereist.3. De aangezochte Staat kan, met gerechtelijk of administratief bevel, de voorwaarden die gekoppeld zijn aan de veroordeling, de schorsing, het uitstel of de vrijlating aanpassen aan de behoeften van zijn eigen wetgeving, door kennisgeving aan de andere Partij.De aard en duur van deze nieuwe voorwaarden zullen voor zover mogelijk overeenkomen met de initiële voorwaarden. Hun aard of duur zullen de toestand van de belanghebbende partij niet verzwaren. 4. Indien de gevonniste persoon de aan hem opgelegde voorwaarden schendt, zal de aangezochte Staat de uitspraak aangaande voorwaardelijke opschorting, voorwaardelijk uitstel van veroordeling of voorwaardelijke invrijheidsstelling herroepen.De aangezochte Staat zal dan de tenuitvoerlegging van de veroordeling of de inhechtenisneming van de Staat van veroordeling overnemen.

Artikel 15 Gratie, amnestie, strafvermindering Elk van beide Staten kan in overeenstemming met zijn wetgeving amnestie of strafvermindering van de veroordeling verlenen voor zover dit van algemene toepassing is. Elke Staat kan, voor zover de Staat van veroordeling hiermee instemt, gratie verlenen in overeenstemming met de eigen wetgeving.

Artikel 16 Herziening van het vonnis Slechts de Staat van veroordeling heeft het recht te beslissen op een verzoek tot herziening van het vonnis.

Artikel 17 Beëindiging van tenuitvoerlegging De Staat van tenuitvoerlegging moet de tenuitvoerlegging van de veroordeling beëindigen zodra hij door de Staat van veroordeling in kennis is gesteld van enige beslissing of maatregel waardoor de veroordeling niet langer uitvoerbaar is.

Artikel 18 Informatie over tenuitvoerlegging De Staat van tenuitvoerlegging verstrekt de Staat van veroordeling informatie betreffende de tenuitvoerlegging van de veroordeling : a. wanneer hij de tenuitvoerlegging van de veroordeling voltooid beschouwt;b. wanneer de gevonniste persoon ontsnapt voordat de tenuitvoerlegging van de veroordeling voltooid is;of wanneer de Staat van veroordeling om een speciaal rapport verzoekt.

Artikel 19 Taal en kosten 1. Voor de toepassing van dit Verdrag zal de informatie overgemaakt worden in één van de volgende talen : a.Albanees, Servisch of Engels wanneer gericht tot de Republiek Kosovo; b. Frans, Nederlands of Engels wanneer gericht tot het Koninkrijk België. 2. Met uitzondering van wat voorzien is in Artikel 6.2.a., moeten de documenten die worden overgedragen in toepassing van dit Verdrag niet gecertificeerd worden. 3. Alle kosten die de toepassing van dit Verdrag met zich meebrengt, worden gedragen door de Staat van tenuitvoerlegging.Dit geldt echter niet voor kosten die exclusief op het grondgebied van de Staat van veroordeling worden gemaakt, en evenmin voor kosten die verbonden zijn met het vervoer van de gevonniste persoon tot de grens van de Staat van tenuitvoerlegging of, in het geval van luchttransport, tot de luchthaven van eindbestemming, tenzij de Staten in specifieke gevallen anders overeenkomen.

Artikel 20 Slotbepalingen 1. Dit Verdrag is afhankelijk van ratificatie.Het treedt in werking dertig dagen na de uitwisseling van de ratificatie-instrumenten. 2. Dit Verdrag is toepasselijk op de tenuitvoerlegging van veroordelingen die vóór of na de inwerkingtreding werden uitgesproken.3. Elke Staat kan dit Verdrag te allen tijde opzeggen door langs diplomatieke kanalen een schriftelijke kennisgeving naar de andere Partij te sturen.De opzegging wordt van kracht een jaar na de datum van ontvangst van deze kennisgeving. Onderhavig Verdrag zal echter blijven gelden voor de tenuitvoerlegging van veroordelingen van personen die in overeenstemming met de bepalingen van dit Verdrag werden overgebracht vóór de datum waarop dergelijke opzegging van kracht wordt.

Ten blijke waarvan, de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gemachtigd, hun handtekening onder dit Verdrag hebben geplaatst.

Gedaan te Brussel, op 18 juni 2010, in de Franse, de Nederlandse, de Albanese, de Servische en de Engelse taal, waarbij alle talen gelijkelijk authentiek zijn. In geval van een verschil in interpretatie van de verschillende taalversies van dit Verdrag, zal de Engelse versie de overhand hebben.

^