gepubliceerd op 30 september 2004
Wet houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord van 10 december 2003 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschapscommissie, het Vlaams Gewest, het Waalse Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, voor de samenwerking in de beleidsdomeinen milieu en gezondheid
1 SEPTEMBER 2004. - Wet houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord van 10 december 2003 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschapscommissie, het Vlaams Gewest, het Waalse Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, voor de samenwerking in de beleidsdomeinen milieu en gezondheid (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigenhetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 2.Instemming wordt betuigd met het Samenwerkingsakkoord van 10 december 2003 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschapscommissie, het Vlaams Gewest, het Waalse Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, voor de samenwerking in de beleidsdomeinen milieu en gezondheid.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 1 september 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Leefmilieu, B. TOBBACK De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE Met 's Land zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Zitting 2003/2004. Senaat.
Stukken. - 2-602 : Nr. 001 : Wetsontwerp. Nr. 002 : Verslag.
Handelingen. - 6 mei 2004.
Kamer van volksvertegenwoordigers.
Stukken. - 51 1116 : Nr. 001 : Ontwerp overgezonden door de Senaat.
Nr. 002 : Verslag. - Nr. 003 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd.
Zie ook integraal verslag : 1 juli 2004.
Bijlage Samenwerkingsakkoord van 10 december 2003 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschapscommissie, het Vlaams Gewest, het Waalse Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, voor de samenwerking tussen de beleidsdomeinen van milieu en gezondheid Gelet op artikelen 38, 39, 136, 137 en 138 van de Grondwet;
Gelet op de bijzondere wet tot hervorming van de instellingen van 8 augustus 1980 zoals gewijzigd door de bijzondere wetten van 8 augustus 1988, 16 juli 1993 en 13 juli 2001, inzonderheid op de artikelen 5, § 1, I, 1° en 2°, 6, § 1, II en 92bis, §§ 1, 5 en 6;
Gelet op de wet tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap van 31 december 1983, zoals gewijzigd, inzonderheid op de artikelen 4 en 5;
Gelet op de Bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, zoals gewijzigd door de bijzondere wetten van 8 augustus 1988, 16 juli 1993 en 13 juli 2001, inzonderheid op de artikelen 4, 42, 60, 61 en 63;
Gelet op het Decreet (II) van 19 Juli 1993 van de Franse Gemeenschap tot toekenning van de uitoefening van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap aan het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, inzonderheid op artikel 3,6°;
Gelet op het Decreet (II) van 22 Juli 1993 van het Waalse Gewest tot toekenning van de uitoefening van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap aan het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, inzonderheid op artikel 3, 6°;
Gelet op het Decreet (II) van 22 Juli 1993 van de Franse Gemeenschapscommissie tot toekenning van de uitoefening van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap aan het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, inzonderheid op artikel 3, 6°;
Gelet op de beslissing van het Overlegcomité Regering-Executieven van 9 mei en 13 juni 1989, tot oprichting van een Interministeriële Conferentie Leefmilieu;
Gelet op het protocol van 27 oktober 1999 tot regeling van de onderscheiden vormen van medewerking tussen de Federale Regering en de Gemeenschaps- en Gewestregeringen;
Gelet op Omzendbrief van 12 september 1995 betreffende de interministeriële conferenties;
Gelet op het advies van de Raad van State van 24 juni 2003;
Overwegende de verbintenissen die zijn aangegaan tijdens de Ministeriële Conferenties « Milieu-Gezondheid » van de Wereldgezondheidsorganisatie Regio Europa in Helsinki (1994) en Londen (1999);
Overwegende de definitie van de relaties tussen leefmilieu en gezondheid van de WGO in 1993 : De relatie tussen milieu en gezondheid omvat de aspecten van de menselijke gezondheid, inclusief de kwaliteit van het leven, die door fysische, biologische, sociale en psychosociale factoren van het milieu worden bepaald. Het omvat de theoretische en praktische aspecten van de evaluatie, van de correctie, van de controle en van de preventie van milieufactoren die mogelijkerwijze op een ongunstige manier de gezondheid van de huidige en de toekomstige generaties beïnvloeden ».
Overwegende de talrijke bronnen en mogelijke invloeden van milieuverontreiniging op de gezondheid en het groot aantal betrokken actoren inzake de relaties tussen leefmilieu en gezondheid;
Overwegende dat het milieubeleid en het gezondheidsbeleid overleg vereisen inzake de met elkaar verbonden en elkaar beïnvloedende actieterreinen, en dat deze samenwerking moet berusten op een zo werkzaam mogelijke transdisciplinaire benadering;
Overwegende dat het overleg inzake de relaties tussen leefmilieu en gezondheid geen afbreuk mag doen aan de respectieve autonomie van de Federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen, bij het uitvaardigen en het uitvoeren van hun wetgevingen en hun andere eigen beheersmiddelen;
Overwegende dat het 6de Milieuactieprogramma van de Europese Unie een hoofdstuk over de relaties milieu-gezondheid bevat;
Overwegende dat er aan het NEHAP een uitvoeringsagenda verbonden moet zijn met een strategie die het mogelijk maakt het NEHAP aan te passen, zodat rekening kan worden gehouden met de evolutie van de toestand op het gebied van de relaties tussen gezondheid en het leefmilieu;
Overwegende dat het NEHAP stapsgewijze moet worden uitgevoerd en de resultaten geregeld moeten worden geëvalueerd;
Op grond van die motieven vormt het opstellen van een nationaal plan inzake de relaties tussen leefmilieu en gezondheid een vooruitgang die een samenhangende transversale benadering toelaat waarbij alle betrokken actoren op het gebied van gezondheid en milieu samengebracht worden.
De Federale Staat, vertegenwoordigd door de minister bevoegd voor Volksgezondheid en de Minister bevoegd voor Leefmilieu;
De Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, in de persoon van haar Minister-President, de Minister bevoegd voor Gezondheid, en de Minister bevoegd voor Leefmilieu;
Het Waalse Gewest, vertegenwoordigd door de Waalse Regering, in de persoon van haar Minister-President, de Minister bevoegd voor Gezondheid, en de Minister bevoegd voor Leefmilieu;
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, vertegenwoordigd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, in de persoon van haar Minister-Voorzitter, en de Minister bevoegd voor Leefmilieu;
De Franse Gemeenschap vertegenwoordigd door de Franse Gemeenschapsregering, in de persoon van haar Minister-President en de Minister bevoegd voor Gezondheid;
De Duitstalige Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Duitse Gemeenschapsregering, in de persoon van haar Minister-President en de Minister bevoegd voor Gezondheid;
De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, vertegenwoordigd, door het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, in de persoon van haar voorzitter en de leden bevoegd voor Gezondheidsbeleid;
De Franse Gemeenschapscommissie, vertegenwoordigd door het College van de Franse Gemeenschapscommissie, in de persoon van haar voorzitter en de lid bevoegd voor Gezondheidsbeleid;
Die hun eigen bevoegdheden gezamenlijk uitoefenen, zijn overeengekomen wat volgt : HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.In dit samenwerkingsakkoord dient te worden verstaan onder : 1. NEHAP : het Nationale Actie Plan Milieu-Gezondheid waarin de voornaamste federale, gewestelijke en gemeenschapsgegevens opgenomen zijn voor wat betreft de relaties tussen leefmilieu en gezondheid en de plannen en acties die door de betrokken autoriteiten geleid worden;2. Federale overheid : de ministers en/of staatssecretarissen die de volksgezondheid en/of het leefmilieu onder hun bevoegdheid hebben;3. Gewestelijke ministers : de ministers die het leefmilieu en het waterbeleid, zoals bepaald in artikel 6, § 1, II, van de bijzondere wet, en gezondheid, zoals bepaald in artikel 5, § 1, I 1°, van de bijzondere wet, tot hun bevoegdheid hebben;4. Gemeenschapsministers : de ministers die de gezondheid, zoals bepaald in artikel 5, § 1I, 1° en 2° van de bijzondere wet, tot hun bevoegdheid hebben;5. GICLG : De (Gemengde) Interministeriële Conferentie voor Leefmilieu verruimd tot de Gezondheid;6. De Cel : De Cel Leefmilieu-Gezondheid als de Overlegstructuur op het gebied van de relaties tussen leefmilieu en gezondheid, die door dit akkoord is opgericht tussen de Federale Overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen.7. De Bijzondere wet : De bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980 zoals gewijzigd de door de bijzondere wetten van 8 augustus 1988, 16 juli 1993 en 13 juli 2001. HOOFDSTUK II. - Doelstelling(en)
Art. 2.Dit samenwerkingsakkoord heeft als doel : 1. in te staan voor de coördinatie van de redactie, de opvolging van de uitvoering en de herziening van het NEHAP;2. in te staan, daar waar de bevoegdheden zijn verdeeld tussen de partijen van het huidig akkoord, voor een gecoördineerde uitvoering van het NEHAP, in de mate dat de betreffende acties en projecten beantwoorden aan criteria van intersectorialiteit, interterritorialiteit en transdiscipline en een gemeenschappelijke financiering vereisen. HOOFDSTUK III. - Taken, structuur en werking van de Conferentie en de Cel Leefmilieu-Gezondheid Taken
Art. 3.Het overleg tussen de Federale Autoriteiten, de Gewesten en de Gemeenschappen inzake een gecoördineerd milieu- en gezondheidsbeleid vindt plaats in het kader van het huidig akkoord. Afdeling 1. - De GICLG
Art. 4.De GICLG wordt voorgezeten door de minister of staatssecretaris die het leefmilieu tot zijn bevoegdheden heeft.
Ze vergadert minstens eenmaal per kalenderjaar. Ze ziet toe op de goede uitvoering van dit akkoord.
Art. 5.De GICLG stelt de algemene prioritaire hoofdlijnen vast voor de uitwerking en de opvolging van dit samenwerkingsakkoord.
Ze bepaalt de algemene prioritaire lijnen voor het opstarten en het opvolgen van NEHAP. Ze onderzoekt de NEHAP-evaluaties die door de Cel Leefmilieu-Gezondheid zijn voorgelegd naar aanleiding van het verstrijken van de helft van de looptijd van het plan.
Ze neemt, al dan niet in gewijzigde vorm, de herzieningen van het NEHAP aan die door de Cel Leefmilieu-Gezondheid zijn voorgesteld.
Art. 6.De GICLG onderzoekt het jaarlijks activiteitenverslag dat is voorgelegd door de Cel Leefmilieu-Gezondheid alsook haar programma van activiteiten, doelstellingen en begroting voor het daaropvolgende werkjaar en keurt het, al dan niet in gewijzigde vorm, goed.
Art. 7.De GICLG aanvaardt haar eigen huishoudelijk reglement tijdens de eerste vergadering die volgt op de ondertekening van dit akkoord. Afdeling 2. - De Cel Milieu-Gezondheid
Art. 8.De Cel is het voorbereidend orgaan van de GICLG. Zij voert de taken uit die haar door deze zijn toevertrouwd.
De Cel is belast met de coördinatie van de opvolging van het uitvoeren van het NEHAP. Zij zorgt voor een tussentijdse evaluatie en legt aan de GICLG, uiterlijk drie maanden voordat deze bijeenkomt, een geactualiseerd voorstel van het NEHAP met aanbevelingen voor.
Art. 9.De Cel is als volgt samengesteld : 1 vertegenwoordiger aangeduid door elke Federale en Gewestelijke Minister van Leefmilieu en elke Federale, Gewestelijke en Gemeenschappelijke Minister van Gezondheid.
Art. 10.De Cel wijst jaarlijks en bij consensus, uit zijn leden een voorzitter aan, volgens de beurt rol : Federale Overheid-Gewesten-Gemeenschappen.
Hij wordt bijgestaan door een ondervoorzitter van een ander beleidsniveau en een andere sector.
Zo er geen consensus is, blijft de in functie zijnde voorzitter aan zolang er geen opvolger is gekozen. Zo er geen consensus is over de eerste voorzitter van de Cel, wordt deze aangewezen door de voorzitter van de GICLG.
Art. 11.De Cel komt elke drie maanden samen en tevens binnen de vijftien dagen nadat hiertoe een aanvraag door de meerderheid van de leden aan de voorzitter gericht werd.
Art. 12.De Cel stelt binnen drie maanden na haar inwerkingtreding een huishoudelijk reglement op en legt het ter goedkeuring voor aan de GICLG. Ze organiseert autonoom haar werk en legt jaarlijks, ter goedkeuring, een verslag van haar werkzaamheden voor aan de GICLG, met vermelding van het gebruik van de begrotingsmiddelen en het personeel, alsook een programma van activiteiten, inbegrepen doelstellingen en begroting, voor het daaropvolgende werkjaar.
Art. 13.Voor de uitvoering van haar opdrachten, wordt de Cel bijgestaan door een vast secretariaat, zoals beschreven in artikel 18, dat de vergaderingen samenroept en ze voorbereidt, een voorstel van agenda vaststelt en de notulen opstelt. Afdeling 3. - Bepalingen betreffende de uitvoering van internationale
verplichtingen op het gebied van Milieu en Gezondheid
Art. 14.Voor wat betreft deze materie, wordt de cel uitsluitend ingeschakeld op het uitdrukkelijk verzoek van de GICLG. HOOFDSTUK IV. - Budgettaire bepalingen
Art. 15.De Federale overheid draagt de volledige vergaderkosten van de GICLG, zoals bepaald in Hoofdstuk 3, Afdeling 1 van dit akkoord.
Art. 16.De Federale Overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen, overeenkomstig met artikel 6, dragen de werkingskosten van de Cel, bepaald in het Hoofdstuk 3, Afdelingen 2 en 3 van dit akkoord.
Voor die kosten wordt volgende verdeelsleutel toegepast : - Federale Overheid 30 %; - Vlaamse Gemeenschap en Gewest 39 %; - Franse Gemeenschap 6 %; - Duitstalige Gemeenschap 0.5 %; - Brussels Hoofdstedelijk Gewest 3.25 %; - Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie 2 %; - Franse Gemeenschapscommissie 1.25 %; - Waalse Gewest 18 %.
Art. 17.De verdeelsleutel, zoals gedefinieerd in artikel 16, zal ook van toepassing zijn voor de acties en projecten die stroken met de criteria van artikel 2.2, voorgesteld door de Cel, goedgekeurd door de GICLG en samen uitgevoerd door de partijen die het huidige akkoord ondertekenen.
Art. 18.Het vast secretariaat van de Cel omvat minstens 1 persoon van niveau A en 2 personen van niveau B. De kosten voor het personeel en de werkingskosten van het vast secretariaat worden door de Federale Overheid gedragen. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 19.Elk meningsverschil betreffende de interpretatie en de toepassing van het samenwerkingsakkoord wordt door partijen binnen de GICLG aangebracht.
Zo daar geen consensus wordt bereikt, wordt het geschil voorgelegd aan een rechtscollege zoals bepaald in artikel 92bis § 5 en 6 van de bijzondere wet.
Elke partij bij dit akkoord wijst een lid aan van het rechtscollege en geeft zijn beslissing schriftelijk te kennen aan de voorzitter van de GICLG. Het rechtscollege geeft zijn beslissing schriftelijk te kennen aan de voorzitter van de GICLG. De werkingskosten van het rechtscollege worden verdeeld over de Federale Overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen overeenkomstig de verdeelsleutel voorzien in artikel 16 van dit samenwerkingsakkoord.
Art. 20.Dit samenwerkingsakkoord wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad door de FOD Kanselarij van de Eerste Minister, op aanvraag van deze partij waarvan de wetgever als laatste zijn instemming met het akkoord heeft gegeven.
Art. 21.De Federale Overheid, de Gewestelijke en Gemeenschapsministers wijzen de leden van de Cel aan binnen drie maanden na de inwerkingtreding van dit akkoord.
Opgemaakt te Brussel, 10 december 2003.
Voor de Federale Regering : De Minister voor Leefmilieu, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE De Minister voor Volksgezondheid, R. DEMOTTE Voor de Vlaamse Regering : De Minister-President van de Vlaamse Regering, B. SOMERS De Vlaamse Minister voor Leefmilieu, L. SANNEN De Vlaamse Minister voor Gezondheid, Mevr. A. BYTTEBIER Voor de Waalse Regering : De Minister-President van de Waalse Regering, J-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Waalse Minister voor Leefmilieu, M. FORET De Waalse Minister voor Gezondheid, T. DETIENNE Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Gewestregering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, D. DUCARME De Brusselse Minister voor Leefmilieu, D. GOSUIN Voor het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : De Voorzitter van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, D. DUCARME Het Lid van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, J. CHABERT Het Lid van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, D. GOSUIN Voor het College van de Franse Gemeenschapscommissie : De Voorzitter van het College van de Franse Gemeenschapscommissie, E. TOMAS Het Lid van het College van de Franse Gemeenschapscommissie bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, D. GOSUIN Voor de Franse Gemeenschapsregering : De Minister-President van de Franse Gemeenschapsregering, H. HASQUIN De Franstalige Minister voor Gezondheid, Mevr. N. MARECHAL Voor de Duitstalige Gemeenschapsregering : De Minister-President van de Duitstalige Gemeenschapsregering, K.-H. LAMBERTZ De Duitstalige Minister voor Gezondheid, H. NIESSEN
Zusammenarbeitsabkommen vom 10 Dezember 2003 zwischen dem Föderalstaat, der Flämischen Gemeinschaft, der Französischen Gemeinschaft, der Deutschsprachigen Gemeinschaft, der Gemeinsamen Gemeinschaftskommission, der Französischen Gemeinschaftskommission, der Flämischen Region, der Wallonischen Region, der Region von Brüssel- Hauptstadt zur Förderung einer Zusammenarbeit im Bereich der Umwelt und der Gesundheit Aufgrund der Artikel 38, 39, 136, 137 und 138 der Verfassung;
Aufgrund des Sondergesetzes über institutionelle Reformen vom 08.
August 1980, abgeändert durch die Sondergesetze vom 08. August 1988,.16. Juli 1993 und 13. Juli 2001, insbesondere Artikel 5 § 1 I 1° und 2°, 6 § 1 II und 92 bis § 5 und 6;
Aufgrund des Gesetzes über die Institutionen der Deutschsprachige Gemeinschaft vom 31 Dezember 1983, insbesondere Artikelen 4 und 5;
Aufgrund des Sondergesetzes über die Brüsseler Institutionen vom 12.
Januar 1989, abgeändert durch die Sondergesetze vom 16. Juli 1993 und 13. Juli 2001, insbesondere Artikelen 4, 42, 60, 61 und 63; Aufgrund des Dekrets (II) der Französischen Gemeinschaft vom 19. Juli 1993, das die Ausübung bestimmter Kompetenzen der Französischen Gemeinschaft, der Wallonischen Region und der Französischen Gemeinschaftskommission zuteilt, insbesondere Artikel 3, 6°;
Aufgrund des Dekrets (II) der Wallonischen Region vom 22. Juli 1993, das die Ausübung bestimmter Kompetenzen der Französischen Gemeinschaft der Wallonischen Region und der Französischen Gemeinschaftskommission zuteilt, insbesondere Artikel 3, 6°;
Aufgrund des Dekrets (II) der französischen Gemeinschaftskommission vom 22. Juli 1993, das die Ausübung bestimmter Kompetenzen der Französischen Gemeinschaft der Wallonischen Region und der Französischen Gemeinschaftskommission zuteilt, insbesondere Artikel 3, 6° Aufgrund der Entscheidung des Beratungsausschusses Regierungs-Exekutiven vom 9. Mai und 13. Juni 1989 über die Einrichtung einer interministeriellen Umweltkonferenz;
Aufgrund des Protokolls vom 27. Oktober 1999 zur Regelung der verschiedenen Formen der Kooperation zwischen der föderalen Regierung und den Regierungen der Gemeinschaften und der Regionen;
Aufgrund des Rundschreibens vom 12. September 1995 über die interministeriellen Konferenzen;
Aufgrund dem Gutachten des Staatsrates vom 24. Juni 2003;
In Erwägung der Verpflichtungen, die auf den Ministerkonferenzen "« Umwelt und Gesundheit" der Weltgesundheitsorganisation (Regionalbüro für Europa) in Helsinki (1994) und London (1999) eingegangen wurden;
In Erwägung der WHO-Definition der Zusammenhänge von Umwelt und Gesundheit 1993 : « Sie umfassen die Aspekte der menschlichen Gesundheit, einschliesslich der Lebensqualität, die durch die physischen, biologischen, sozialen und psychosozialen Umweltfaktoren bestimmt werden. Dieser umfasst die theoretischen und praktischen Aspekte der Bewertung, der Verbesserung, der Kontrolle und der Vorbeugung der Umweltfaktoren, die potentiell die Gesundheit der gegenwärtigen und künftigen Generationen nachteilig beeinflussen können";
In Erwägung der zahlreichen Quellen und möglichen Einwirkungen der Umweltverschmutzung auf die Gesundheit und der vielen Beteiligten, die von den Zusammenhängen von Umwelt und Gesundheit betroffen sind;
In Erwägung, dass die Umweltpolitik und die Gesundheitspolitik für die Handlungsbereiche, in denen sie mit einander verbunden sind und durch einander beeinflusst werden, gemeinsam in Angriff genommen werden müssen und dass diese Kohärenz auf einem möglichst praxisnahem interdisziplinären Konzept beruhen muss;
In Erwägung, dass die Konzertierung hinsichtlich der Zusammenhänge von Umwelt und Gesundheit der jeweiligen Autonomie der Föderalbehörde, der Regionen und der Gemeinschaften nachkommen muss, was ihre Ausarbeitung und Ausführung betrifft, was ihre Gesetzgebungen und ihre weiteren eigenen Managementinstrumente betrifft;
In der Erwägung, dass das Sechste Umweltaktionsprogramm der Europäischen Union ein Kapitel über die Zusammenhänge von Umwelt und Gesundheit umfasst;
In Erwägung, dass ein Ausführungszeitplan den nationalen Aktionsplan Umwelt und Gesundheit (NEHAP) einschliesslich einer Strategie begleiten muss, die ermöglichen soll, den NEHAP zu aktualisieren, um die Entwicklung der Lage im Bereich der Zusammenhänge von Umwelt und Gesundheit zu berücksichtigen;
In Erwägung, dass der NEHAP Schritt für Schritt ausgeführt und seine Ergebnisse regelmässig bewertet werden müssen;
Aufgrund dieser Gründe stellt die Erstellung eines nationalen Plans über die Zusammenhänge von Umwelt und Gesundheit einen Fortschritt dar, der die Umsetzung von kohärenten Querschnittsmassnahmen erlaubt, die alle Beteiligten auf dem Gebiet der Gesundheit und Umwelt versammeln.
Der Föderal Staat vertreten durch den Minister, zu dessen Zuständigkeitsbereich die Volksgesundheit und die Umwelt gehören;
Die Flämische Gemeinschaft vertreten durch die Flämische Regierung in der Person ihres Minister-Präsidenten, des Ministers, zu dessen Zuständigkeitsbereich die Umwelt gehört, und des Ministers, zu dessen Zuständigkeitsbereich die Gesundheit gehört;
Die Wallonische Region vertreten durch die Wallonische Regierung in der Person ihres Minister-Präsidenten, des Ministers, zu dessen Zuständigkeitsbereich die Umwelt gehört, und des Ministers, zu dessen Zuständigkeitsbereich die Gesundheit gehört;
Die Region von Brüssel Hauptstadt vertreten durch die Regierung der Region von Brüssel Hauptstadt in der Person ihres Minister-Präsidenten und des Ministers, zu dessen Zuständigkeitsbereich die Umwelt gehört;
Die Französische Gemeinschaft vertreten durch die Regierung der Französischen Gemeinschaft in der Person ihres Minister-Präsidenten und des Ministers, zu dessen Zuständigkeitsbereich die Gesundheit gehört;
Die Deutschsprachige Gemeinschaft vertreten durch die Regierung der Deutschsprachigen Gemeinschaft durch ihren Minister-Präsidenten und durch den Minister, zu dessen Zuständigkeitsbereich die Gesundheit gehört;
Die Gemeinsame Gemeinschaftskommission vertreten durch das Vereinigte Kollegium der Gemeinsamen Gemeinschaftskommission in der Person ihres Präsidenten und der Mitglieder, zu deren Zuständigkeitsbereich die Gesundheitspolitik gehört;
Die Französische Gemeinschaftskommission vertreten durch das Kollegium der Französischen Gemeinschaftskommission in der Person ihres Präsidenten und des Mitglieds, zu dessen Zuständigkeitsbereich die Gesundheitspolitik gehört; gemeinsam ihre jeweiligen Kompetenzen ausübend sind wie folgt übereingekommen : KAPITEL I. - Definitionen Artikel 1 - In diesem Abkommen versteht man unter : 1. NEHAP : der nationale Aktionsplan Umwelt und Gesundheit, in dem die föderalen, regionalen und gemeinschaftlichen Hauptdaten zu den Zusammenhängen von Umwelt und Gesundheit und zu den Plänen und Massnahmen der betroffenen Behörden erwähnt sind;2. Föderalbehörde : Die Minister bzw.die Staatssekretäre, zu deren Zuständigkeitsbereich die Volksgesundheit bzw. die Umwelt gehören; 3. Regionale Minister : Die Minister, zu deren Zuständigkeitsbereich die in Artikel 6 § 1 des Sondergesetzes definierte Umwelt und Wasserpolitik, sowie die in Artikel 5 § 1 1° des Sondergesetzes genannte Gesundheitspolitik gehören;4. Gemeinschaftsminister : Die Minister, zu deren die in Artikel 5 § 1 I 1° und 2° des Sondergesetzes genannte Gesundheitspolitik gehört;5. GIKUG : Die gemischte interministerielle Umwelt Konferenz, die auf die Gesundheit erweitert wird;6. Zelle : Die Zelle Umwelt- Gesundheit als Beratungsstruktur im Bereich der Zusammenhänge von Umwelt und Gesundheit, die durch diese Vereinbarung zwischen der Föderalbehörde, den Regionen und den Gemeinschaften eingerichtet wird;7. Das Sondergesetz : Das Sondergesetz über institutionelle Reformen vom 08.August 1980, abgeändert durch die Sondergesetze vom 08. August 1988, 16. Juli 1993 und 13. Juli 2001.
KAPITEL II. - Zielsetzungen Art. 2 - Ziele dieses Abkommen sind es : für die Koordinierung der Erstellung, Weiterverfolgung der Umsetzung und Revision des NEHAP Sorge zu tragen; dort, wo die Kompetenzen unter den Vereinbarungsparteien aufgeteilt werden, dafür Sorge zu tragen, dass der NEHAP koordiniert umgesetzt wird, insofern die Aktionen und Projekte den Anforderungen der Intersektorialität, Interterritorialität und Transdisziplinarität entsprechen und einer gemeinsamen Finanzierung bedürfen.
KAPITEL III. - Aufgaben, Struktur und Funktionieren der Konferenz und der Zelle Umwelt- Gesundheit Art. 3 - Aufgaben.
Die Konzertierung zwischen der Föderalbehörde, den Regionen und den Gemeinschaften über die koordinierte Durchführung der Umwelt- und Gesundheitspolitiken findet im Rahmen dieser Vereinbarung statt.
Abteilung 1. - Die GIKUG Art. 4 - Der Minister oder der Staatssekretär, zu dessen Zuständigkeitsbereich die Umwelt gehört führt den Vorsitz der GIKUG. Die GIKUG trifft sich mindestens einmal pro Kalenderjahr. Sie sorgt für die gute Ausführung dieser Vereinbarung.
Art. 5 - Die GIKUG bestimmt die vorrangigen allgemeinen Themenbereiche in der Umsetzung und Weiterverfolgung dieser Kooperationsvereinbarung.
Sie bestimmt die vorrangigen allgemeinen Themenbereiche in der Umsetzung und Beobachtung des NEHAP. Sie untersucht die Bewertung des NEHAP, die ihr die Zelle Umwelt- Gesundheit in der Hälfte der Gesamtdauer dieses Plans unterbreitet.
Sie nimmt die Revisionen des NEHAP an, indem sie sich insbesondere auf die Vorschläge basiert, welche die Zelle Umwelt- Gesundheit gemacht hat.
Art. 6 - Die GIKUG untersucht den durch die Zelle Umwelt - Gesundheit vorgelegten Jahrestätigkeitsbericht, sowie ihren Tätigkeitsplan, ihre Zielsetzungen und ihren Haushalt für das kommende Arbeitsjahr und billigt ihn eventuell nach Abänderungen.
Art. 7 - Die GIKUG nimmt ihre eigene Geschäftsordnung in ihrer ersten Sitzung nach der Unterzeichnung dieser Vereinbarung an.
Abteilung 2. - Die Zelle Umwelt - Gesundheit Art. 8 - Die Zelle ist das vorbereitende Organ der GIKUG. Sie führt die Aufgaben aus, die diese ihr zuteilt.
Die Zelle wird damit beauftragt, die Weiterverfolgung der Umsetzung des NEHAP zu koordinieren. Sie sorgt für eine zwischenzeitliche Bewertung und schlägt der GIKUG spätestens drei Monate vor dem Fälligkeitsdatum derselben ein aktualisiertes Projekt des NEHAP und Empfehlungen vor.
Art. 9 - Die Zelle wird wie folgt zusammengesetzt: Jeweils 1 Vertreter wird, von jedem föderalen und regionalen Umweltminister und von jedem föderalen, regionalen und gemeinschaftlichen Gesundheitsminister bestimmt.
Art. 10 - Die Zelle ernennt unter ihren Mitgliedern jährlich und durch Konsens einen Präsidenten turnusgemäss wie folgt: Föderalbehörde - Regionen - Gemeinschaften.
Er wird von einem Vizepräsidenten unterstützt, der aus einer anderen Machtebene und aus dem anderen Bereich stammt.
Bei fehlendem Konsens bleibt der amtierende Präsident im Amt, solange ein Nachfolger nicht gewählt wird. Bei fehlender Übereinstimmung über den ersten Präsidenten der Zelle wird dieser vom Präsidenten der GIKUG bezeichnet.
Art. 11 - Die Zelle trifft sich alle drei Monate oder innerhalb von fünfzehn Tagen nach dem an ihren Präsidenten gerichteten Antrag einer Mehrheit ihrer Mitglieder.
Art. 12 - Die Zelle nimmt ihre Geschäftsordnung innerhalb von drei Monaten nach ihrem Amtsantritt an und unterbreitet sie der GIKUG zur Billigung.
Sie organisiert selbständig ihre Arbeit und legt jährlich der GIKUG einen Tätigkeitsbericht zur Billigung vor. Dieser umfasst die Verwendung der Haushaltsmittel und des Personals sowie einen Tätigkeitsplan der Zielsetzungen und einen Haushalt für das kommende Arbeitsjahr beinhaltet.
Art. 13 - Für die Verwirklichung ihrer Aufgaben wird die Zelle von einem in Artikel 18 genannten ständigen Sekretariat unterstützt, der die Sitzungen einberuft und vorbereitet, eine Tagesordnung vorschlägt und die Protokolle der Sitzungen erstellt.
Abteilung 3 - Bestimmungen über die Ausführung der internationalen Verpflichtungen auf dem Gebiet der Umwelt und Gesundheit Art. 14 - In dieser Sache wird die Zelle auf ausdrücklichem Ersuchen der GIKUG eingesetzt.
KAPITEL IV. - Haushaltsbestimmungen Art. 15 - Die Föderalbehörde übernimmt völlig die Sitzungskosten der GIKUG, die in Kapitel 3, Abteilung 1 dieser Vereinbarung vorgesehen sind.
Art. 16 - Die Föderalbehörde, die Regionen und die Gemeinschaften übernehmen gemäss Artikel 6 die Verwaltungskosten der Zelle, die in Kapitel 3, Abteilungen 2 und 3 dieser Vereinbarung vorgesehen sind.
Diese Kosten werden dem folgenden Verteilungsschlüssel entsprechen: - Föderalbehörde 30%; - Gemeinschaft und Flämische Region 39%; - Französische Gemeinschaft 6%; - Deutschsprachige Gemeinschaft 0.5%; - Region von Brüssel-Hauptstadt 3.25%; - Gemeinsame Gemeinschaftskommission 2%; - Französische Gemeinschaftskommission 1.25%; - Wallonische Region 18%.
Art. 17 - Der in Artikel 16 bestimmte Verteilungsschlüssel findet ebenfalls auf die Aktionen und Projekte Anwendung, entsprechend den Anforderungen des Artikels 2.2., die von der Zelle vorgeschlagen und von der GIKUG angenommen und von den Vereinbarungsparteien gemeinsam ausgeführt werden.
Art. 18 - Das ständige Sekretariat der Zelle schliesst mindestens 1 Person von Niveau A und 2 Personen von Niveau B ein. Die Personal- und Betriebskosten des ständigen Sekretariats werden von der Föderalbehörde getragen.
KAPITEL V. - Schlussbestimmungen Art. 19 - Jede Meinungsverschiedenheit zwischen den Beteiligten bezüglich der Auslegung und Umsetzung dieser Vereinbarung wird der GIKUG unterbreitet.
Falls keine Übereinstimmung innerhalb diesem erzielt werden kann, wird die Meinungsverschiedenheit einem in Artikel 92bis §§ 5 und 6 des Sondergesetzes vorgesehenen Gericht vorgelegt.
Jeder unterzeichnende Partner ernennt ein Mitglied für diese Gerichtsbarkeit und teilt dem Präsidenten der GIKUG schriftlich ihre Entscheidung mit. Die Gerichtsbarkeit setzt den Präsidenten der GIKUG schriftlich über seine Entscheidung in Kenntnis.
Dem in Artikel 16 vorgesehenen Verteilungsschlüssel entsprechend übernehmen die Föderalbehörde, die Regionen und die Gemeinschaften die Betriebskosten der Gerichtsbarkeit.
Art. 20 - Dieses Abkommen wird im belgischen Staatsblatt durch den FÖD Kanzlei des Premierministers auf Antrag der Partei, für die der Gesetzgeber als Letztes dem Abkommen zugestimmt hat, veröffentlicht.
Art. 21 - Die Föderalbehörde, die regionalen und gemeinschaftlichen Minister ernennen die Mitglieder der Zelle innerhalb von drei Monaten nach dem Inkrafttreten dieses Abkommens.
Geschehen zu Brüssel in ebenso vielen Exemplaren, wie Parteien beteiligt sind, am 10. Dezember 2003.