gepubliceerd op 14 april 2009
Wet houdende eindregeling van de begrotingen van de instellingen van openbaar nut van het jaar 2001 en sommige voorgaande jaren
1 APRIL 2009. - Wet houdende eindregeling van de begrotingen van de instellingen van openbaar nut van het jaar 2001 en sommige voorgaande jaren
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 74, 3° van de Grondwet.
Art. 2.Federaal planbureau 1997 (opgericht door de wet van 21 december 1994) Begrotingsverwijzing : Wet van 16 december 1996 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1997, artikel 2.32.3.
De eindregeling van de begroting van Federaal planbureau voor het beheersjaar 1997 is voorgesteld als volgt : (in franken) a) vastleggingen (pro memorie) b) ontvangsten Ontvangsten voorzien in de begrotingswet 230 900 000 Aangerekende ontvangsten 242 571 754 Verschil 11 671 754 c) uitgaven Kredieten 1° toegekend bij de begrotingswet 230 900 000 2° toegekend in toepassing van artikel 5 van de wet van 16 maart 1954 45 000 000 3° aanvullende kredieten waarover de wetgever uitspraak dient te doen 1 117 523 Totaal van de kredieten 277 017 523 Aangerekende uitgaven 217 584 623 Kredietoverschot te annuleren 59 432 900 d) samenvatting De eindregeling van de begroting voor het beheersjaar 1997 wordt samengevat als volgt : ontvangsten 242 571 754 uitgaven 217 584 623 Overschot van ontvangsten 24 987 131 Het resultaat voor het beheersjaar 1997 wordt gevoegd bij het gecumuleerd begrotingssaldo op 31 december van het vorige beheersjaar, hetzij 34 665 291 F (creditsaldo), wat het gecumuleerd begrotingssaldo op 31 december van het beheersjaar 1997 brengt op 59 652 422 F (creditsaldo).
Art. 3.Federaal planbureau 1998 (opgericht door de wet van 21 december 1994) Begrotingsverwijzing : Wet van 19 december 1997 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, artikel 2.32.3.
De eindregeling van de begroting van Federaal planbureau voor het beheersjaar 1998 is voorgesteld als volgt : (in franken) a) vastleggingen (pro memorie) b) ontvangsten Ontvangsten voorzien in de begrotingswet 304 100 000 Aangerekende ontvangsten 331 498 454 Verschil 27 398 454 c) uitgaven Kredieten 1° toegekend bij de begrotingswet 304 100 000 2° toegekend in toepassing van artikel 5 van de wet van 16 maart 1954 600 000 3° aanvullende kredieten waarover de wetgever uitspraak dient te doen 25 908 472 Totaal van de kredieten 330 608 472 Aangerekende uitgaven 287 887 825 Kredietoverschot te annuleren 42 720 647 d) samenvatting De eindregeling van de begroting voor het beheersjaar 1998 wordt samengevat als volgt : ontvangsten 331 498 454 uitgaven 287 887 825 Overschot van ontvangsten 43 610 629 Het resultaat voor het beheersjaar 1998 wordt gevoegd bij het gecumuleerd begrotingssaldo op 31 december van het vorige beheersjaar, hetzij 59 652 422 F (creditsaldo), wat het gecumuleerd begrotingssaldo op 31 december van het beheersjaar 1998 brengt op 103 263 051 F (creditsaldo).
Art. 4.Federaal planbureau 1999 (opgericht door de wet van 21 december 1994) Begrotingsverwijzing : Wet van 23 december 1998 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1999, artikel 2.32.3.
De eindregeling van de begroting van Federaal planbureau voor het beheersjaar 1999 is voorgesteld als volgt : (in franken) a) vastleggingen (pro memorie) b) ontvangsten Ontvangsten voorzien in de begrotingswet 317 000 000 Aangerekende ontvangsten 302 068 842 Verschil 14 931 158 c) uitgaven Kredieten 1° toegekend bij de begrotingswet 317 000 000 2° toegekend in toepassing van artikel 5 van de wet van 16 maart 1954 -16 800 000 3° aanvullende kredieten waarover de wetgever uitspraak dient te doen 4 370 400 Totaal van de kredieten 304 570 400 Aangerekende uitgaven 276 829 408 Kredietoverschot te annuleren 27 740 992 d) samenvatting De eindregeling van de begroting voor het beheersjaar 1999 wordt samengevat als volgt : ontvangsten 302 068 842 uitgaven 276 829 408 Overschot van ontvangsten 25 239 434 Het resultaat voor het beheersjaar 1999 wordt gevoegd bij het gecumuleerd begrotingssaldo op 31 december van het vorige beheersjaar, hetzij 103 263 051 F (creditsaldo), wat het gecumuleerd begrotingssaldo op 31 december van het beheersjaar 1999 brengt op 128 502 485 F (creditsaldo).
Art. 5.Federaal planbureau 2000 (opgericht door de wet van 21 december 1994) Begrotingsverwijzing : Wet van 24 december 1999 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2000, artikel 2.32.3.
De eindregeling van de begroting van Federaal planbureau voor het beheersjaar 2000 is voorgesteld als volgt : (in franken) a) vastleggingen (pro memorie) b) ontvangsten Ontvangsten voorzien in de begrotingswet 305 500 000 Aangerekende ontvangsten 319 849 588 Verschil 14 349 588 c) uitgaven Kredieten 1° toegekend bij de begrotingswet 305 500 000 2° toegekend in toepassing van artikel 5 van de wet van 16 maart 1954 7 400 000 3° aanvullende kredieten waarover de wetgever uitspraak dient te doen 12 544 860 Totaal van de kredieten 325 444 860 Aangerekende uitgaven 296 260 060 Kredietoverschot te annuleren 29 184 800 d) samenvatting De eindregeling van de begroting voor het beheersjaar 2000 wordt samengevat als volgt : ontvangsten 319 849 588 uitgaven 296 260 060 Overschot van ontvangsten 23 589 528 Het resultaat voor het beheersjaar 2000 wordt gevoegd bij het gecumuleerd begrotingssaldo op 31 december van het vorige beheersjaar, hetzij 128 502 485 F (creditsaldo), wat het gecumuleerd begrotingssaldo op 31 december van het beheersjaar 2000 brengt op 152 092 013 F (creditsaldo).
Art. 6.Federaal planbureau 2001 (opgericht door de wet van 21 december 1994) Begrotingsverwijzing : Wet van 22 december 2000 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2001, artikel 2.32.3.
De eindregeling van de begroting van Federaal planbureau voor het beheersjaar 2001 is voorgesteld als volgt : (in franken) a) vastleggingen (pro memorie) b) ontvangsten Ontvangsten voorzien in de begrotingswet 318 000 000 Aangerekende ontvangsten 256 102 937 Verschil 61 897 063 c) uitgaven Kredieten 1° toegekend bij de begrotingswet 318 000 000 2° toegekend in toepassing van artikel 5 van de wet van 16 maart 1954 20 800 000 3° aanvullende kredieten waarover de wetgever uitspraak dient te doen 640 193 Totaal van de kredieten 339 440 193 Aangerekende uitgaven 305 359 170 Kredietoverschot te annuleren 34 081 023 d) samenvatting De eindregeling van de begroting voor het beheersjaar 2001 wordt samengevat als volgt : ontvangsten 256 102 937 uitgaven 305 359 170 Overschot van uitgaven 49 256 233 Het resultaat voor het beheersjaar 2001 wordt gevoegd bij het gecumuleerd begrotingssaldo op 31 december van het vorige beheersjaar, hetzij 152 092 013 F (creditsaldo), wat het gecumuleerd begrotingssaldo op 31 december van het beheersjaar 2001 brengt op 102 835 780 F (creditsaldo).
Art. 7.Regie der gebouwen 2001 ingesteld bij de wet van 1 april 1971) Begrotingsverwijzing : Wet van 22 december 2000 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2001, artikel 2.19.8 De eindregeling van de begroting van de Regie der gebouwen voor het beheersjaar 2001 is vastgesteld als volgt : (in franken) a) vastleggingen Vastleggingskredieten 1° toegekend bij de begrotingswet voor het begrotingsjaar 2001 7 493 058 000 2° toegekend in toepassing van artikel 5 van de wet van 16 maart 1954 7 750 098 676 3° aanvullende kredieten waarover de wetgever uitspraak dient te doen 19 373 Totaal van de vastleggingskredieten 15 243 176 049 Aangerekende vastleggingen 10 148 098 829 Te annuleren overschot van kredieten 5 095 077 220 b) ontvangsten Ontvangsten voorzien in de begrotingswet 22 478 285 000 Aangerekende ontvangsten 27 309 775 316 Verschil 4 831 490 316 c) uitgaven Kredieten 1° toegekend bij de begrotingswet 22 901 585 000 2° toegekend in toepassing van artikel 5 van de wet van 16 maart 1954 7 622 485 052 3° aanvullende kredieten waarover de wetgever uitspraak dient te doen 4 361 4° aanvullende kredieten voor de uitgaven boven het oorspronkelijke bedrag niet-limitatieve kredieten 72 199 228 Totaal van de kredieten 30 596 273 641 Aangerekende uitgaven 25 463 666 665 Kredietoverschot te annuleren 5 132 606 976 d) samenvatting De eindregeling van de begroting voor het beheersjaar 2001 wordt samengevat als volgt : ontvangsten 27 309 775 316 uitgaven 25 463 666 665 Overschot van recettes 1 846 108 651 Het resultaat voor het beheersjaar 2001 wordt gevoegd bij het gecumuleerd begrotingssaldo op 31 december van het vorige beheersjaar, hetzij 10 994 147 133 F (creditsaldo), wat het gecumuleerd begrotingssaldo op 31 december van het beheersjaar 2001 brengt op 12 840 255 784 F (creditsaldo).e) begroting voor orde Ramingen ontvangsten 80 100 000 uitgaven 80 100 000 Uitgevoerde ordeverrichtingen ontvangsten 9 209 306 331 uitgaven 9 112 571 833 overschot van ontvangsten 96 734 498 Gecumuleerd resultaat voor orde gecumuleerd resultaat op 31 december 2000 166 549 381 resultaat van het jaar 96 734 498 gecumuleerd resultaat op 31 december 2001. 263 283 879
Art. 8.Federaal agentschap voor de voedselveiligheid 2001 (Ingesteld bij de de wet van 4 februari 2000) Begrotingsverwijzing : Wet van 22 december 2000 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2001, artikel 2.26.12.
De eindregeling van de begroting van Federaal agentschap voor de voedselveiligheid voor het beheersjaar 2001 is voorgesteld als volgt : (in franken) a) vastleggingen (pro memorie) b) ontvangsten Ontvangsten voorzien in de begrotingswet 27 400 000 Aangerekende ontvangsten 28 988 259 Verschil 1 588 259 c) uitgaven Kredieten 1° toegekend bij de begrotingswet 27 400 000 2° toegekend in toepassing van artikel 5 van de wet van 16 maart 1954 2 500 000 Totaal van de kredieten 29 900 000 Aangerekende uitgaven 12 841 829 Kredietoverschot te annuleren 17 058 171 d) samenvatting De eindregeling van de begroting voor het beheersjaar 2001 wordt samengevat als volgt : ontvangsten 28 988 259 uitgaven 12 841 829 Overschot van ontvangsten 16 146 430 Het resultaat voor het beheersjaar 2001 wordt gevoegd bij het gecumuleerd begrotingssaldo op 31 december van het vorige beheersjaar, hetzij 0 F (creditsaldo), wat het gecumuleerd begrotingssaldo op 31 december van het beheersjaar 2001 brengt op 16 146 430 F (creditsaldo).
Art. 9.Instituut voor veterinaire keuring 2001 (ingesteld bij de wet van 13 juli 1981) Begrotingsverwijzing : Wet van 22 december 2000 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2001, artikel 2.26.11 De eindregeling van de begroting van het Instituut voor Veterinaire Keuring voor het beheersjaar 2001 is vastgesteld als volgt : (in franken) a) vastleggingen (pro memorie) b) ontvangsten Ontvangsten voorzien in de begrotingswet 1 738 400 000 Aangerekende ontvangsten 2 047 576 401 Verschil 309 176 401 c) uitgaven Kredieten 1° toegekend bij de begrotingswet 1 896 900 000 2° aanvullende kredieten waarover de wetgever uitspraak dient te doen 390 800 000 Totaal van de kredieten 2 287 700 000 Aangerekende uitgaven 2 149 785 936 Kredietoverschot te annuleren 137 914 064 d) samenvatting De eindregeling van de begroting voor het beheersjaar 2001 wordt samengevat als volgt : ontvangsten 2 047 576 401 uitgaven 2 149 785 936 Overschot van uitgaven 102 209 535 Het resultaat voor het beheersjaar 2001 wordt gevoegd bij het gecumuleerd begrotingssaldo op 31 december van het vorige beheersjaar, hetzij 1 352 668 362 F (creditsaldo), wat het gecumuleerd begrotingssaldo op 31 december van het beheersjaar 2001 brengt op 1 250 458 827 F (creditsaldo).
Art. 10.Nationaal onderzoeksinstituut voor arbeidsomstandigheden 2001 (omgevormd van het statuut van instelling van categorie B naar categorie A bij de wet van 20 juli 1991) Begrotingsverwijzing : Wet van 22 december 2000 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2001, artikel 2.23.9.
De eindregeling van de begroting van het Nationaal onderzoeksinstituut voor arbeidsomstandigheden voor het beheersjaar 2001 is vastgesteld als volgt : (in franken) a) vastleggingen (pro memorie) b) ontvangsten Ontvangsten voorzien in de begrotingswet 39 450 000 Aangerekende ontvangsten 33 011 547 Verschil 6 438 453 c) uitgaven Kredieten 1° toegekend bij de begrotingswet 39 450 000 2° aanvullende kredieten waarover de wetgever uitspraak dient te doen 2 231 654 Totaal van de kredieten 41 681 654 Aangerekende uitgaven 37 476 677 Kredietoverschot te annuleren 4 204 977 d) samenvatting De eindregeling van de begroting voor het beheersjaar 2001 wordt samengevat als volgt : ontvangsten 33 011 547 uitgaven 37 476 677 Overschot van uitgaven 4 465 130 Het resultaat voor het beheersjaar 2001 wordt gevoegd bij het gecumuleerd begrotingssaldo op 31 december van het vorige beheersjaar, hetzij 8 932 034 F (creditsaldo), wat het gecumuleerd begrotingssaldo op 31 december van het beheersjaar 2001 brengt op 4 466 904 F (creditsaldo).
Art. 11.Belgisch instituut voor postdiensten en telecommunicatie 2001 (Ingesteld bij wet van 21 maart 1991) Begrotingsverwijzing : Wet van 22 december 2000 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2001, artikel 2.33.7.
De eindregeling van de begroting van het Belgisch instituut voor postdiensten en telecommunicatie voor het beheersjaar 2001 is voorgesteld als volgt : (in franken) a) vastleggingen Vastleggingskredieten toegekend voor het begrotingsjaar 2001 45 300 000 b) ontvangsten Ontvangsten voorzien in de begrotingswet 1 333 000 000 Aangerekende ontvangsten 1 320 759 491 Verschil 12 240 509 c) uitgaven Kredieten 1° toegekend bij de begrotingswet 1 209 500 000 2° toegekend in toepassing van artikel 5 van de wet van 16 maart 1954 44 690 000 3° aanvullende kredieten waarover de wetgever uitspraak dient te doen 228 401 Totaal van de kredieten 1 254 418 401 Aangerekende uitgaven 1 133 077 341 Kredietoverschot te annuleren 121 341 060 d) samenvatting De eindregeling van de begroting voor het beheersjaar 2001 wordt samengevat als volgt : ontvangsten 1 320 759 491 uitgaven 1 133 077 341 Overschot van ontvangsten 187 682 150 Het resultaat voor het beheersjaar 2001 wordt gevoegd bij het gecumuleerd begrotingssaldo op 31 december van het vorige beheersjaar, hetzij 346 986 128 F (creditsaldo), wat het gecumuleerd begrotingssaldo op 31 december van het beheersjaar 2001 brengt op 534 668 278 F (creditsaldo). Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 1 april 2009.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste-Minister en Minister van Financiën en van de Institutionel Hervormingen, D. REYNDERS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK Nota Parlementaire verwijzingen : Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : 52-1862 (2008/2009) - 001 : Wetsontwerp (zonder Commissieverslag) - 002 Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd Integraal verslag : 26 maart 2009